Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

Ca - Cz pagina, Kranenburgia, Kranenburg, Cranenburgh, Kranenborg, Kranenberg  
 

Kranenburga C-C

C::

Caatje~
** Catharina~, Catrina~

Caatje Kranenburg (1703*-1763*):
Mogelijk een dochter van Hendrick van Cranenburgh en Francijntie Brouwers te Rotterdam.
Woont in Rotterdam. Ghm NN.
Op 15.5.1773 wordt een kind van haar begraven in de Waalse Kerk. Het was een half jaar oud.
# DTB Rotterdam (ivn 44)

Caatje Kranenburg (1785-1845*)
Dochter van Pieter Kranenburg en Stijntje Joha. Gedoopt 30.3.1785 in Leiden.
Alias: Kaatje Kranenburg.
# Dopen in Leiden

Caatje Kranenburg (1804-1864*)
Dochter van Maarten Kranenburg en Maatje de Geus. Geboren 4.11.1804 in Sommelsdijk*.
Alias: Kaatje Kranenburg.
# GKK

Cadency
Engelse term die de volgorde aangeeft van de familietakken op grond van de geboortejaren van de kinderen uit het gezin waaruit die takken zijn voortgekomen. In de oudheid krijgen de zoons soms een extra teken in het familiewapen, dat aangeeft op welke plaats ze staan in die volgorde. Gebruikelijk zijn:
1e zoon: een hark (label; dwarsbalk met drie tanden)
2e zoon: een wassenaar (crescent; klimmende maan)
3e zoon: een vijfpuntige ster (mullet; punt omhoog)
4e zoon: een vogel (martlet; soort duif)
5e zoon: een ring (annulet)

 

Calixtijnen
Gematigde stroming in de Hussieten die de zgn 'Vier Regels van Praag' aanhangen. Deze regels of compactata behelzen:
1. Vrije verkondiging van het Woord Gods.
2. De calix (kelk) ook voor de leken bij het Avondmaal.
3. Secularisatie van de geestelijke goederen en apostolisch leven van de clerus.
4. Verscherping van de tucht onder de geestelijkheid.

De Calixtijnen kenmerken zich door gematigdheid in hun optreden, ook jegens hun vijanden. Op het concilie van Basel worden in 1433 de 4 Regels van Praag aanvaard. Niet echter door de paus.

De aanhang van de Calixtijnen bestaat uit de gezeten burgerij, de Univeristeit van Praag en de meerderheid van de landadel. Zij zijn voorlopers van de Reformatie. Op grond van de 'Confessio Bohemica' (1575) kiezen vele Calixtijnen ook voor de Reformatie. Het Restitutie Edict van 1629 betekent het einde van deze stroming.
Als groepsymbool voeren de Calixtijnen de kelk (calix).
** Hussieten, Groenlo (Calixtus Kerk), Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1360*), VWW
# WP, DHR, DAB

Campveerse Toren
Gerenommeerd restaurant-auberge in Veere. In 1947 is Hendrik Arie van Cranenburgh (gb 1917 Honselersdijk) eigenaar van dit chique etablissement, gelegen aan het Veerse Meer. Het pand dateert van circa 1370 en fungeert dan als bolwerk. Rond 1500 is het een stadsherberg. Volgens de oude Kroniek van Zeeland uit 1696:
... om luiden van qualiteit, of andere passanten, te logeeren en tracteeren.
Inderdaad, heel wat prominente figuren logeren en consumeren er. Om maar enige te noemen: In 1563 de graven van Egmond en d'Hoorne. In 1575 Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon ter viering van hun bruiloft. In 1717 tsaar Peter de Grote.
Sinds begin 20e eeuw is de Campveerse Toren ook populair bij schrijvers en kunstenaars die er hun zomervakanties houden. Zoals Henri Cassiers, Anton Pieck, Charley Toorop, Bertus Aafjes, Viruly en Nescio. Ook komen er graag leden van vorstenhuizen uit heel Europa.
Anno 2007 is de leiding in handen van Hendrina en Trijntje van Cranenburgh, dochters van Hendrik Arie van Cranenburgh.
# VC300, DAB

 
Carel Hendrik Kranenburg (Cally) (1917-1947):

Zoon van Ferdinand Kranenburg en Eleanor Howell. Geboren 25.8.1917 te Huizen. Woont enige jaren met zijn ouders en broers Jack en Fen in Amsterdam. Juli 1925 is hij met ouders en broers met de boot naar Amerika voor enige weken vacantie, waar o.a. de familie van zijn moeder wordt bezocht. Op 26 juli 1928 verhuist het gezin naar Den Haag. Aldaar gaat hij naar het Nederlandse Lyceum. In 1937 vervult hij zijn militaire dienstplicht bij de Koninklijke Landmacht, waar hij een officiersopleiding volgt bij de Cavalerie te Amersfoort. Hij wordt reserve-officier en vertrekt in 1938 naar Hongarije waar hij deelneemt aan de strijd tegen de Duitsers. Hij keert terug naar Nederland, om deel te nemen aan de strijd tegen de ingevallen Duitsers. Inmiddels is hij gepromoveerd tot kornet. Hij wordt gestationeerd op de Cavalerie Kazerne in Amersfoort. In 1940 is hij kornet c.q. Commandant van het 3e Peloton 3e Eskadron 1e Regiment Huzaren (3-3-1RH). Op 12 mei 1940 krijgt hij in die functie opdracht om met enige vrijwilligers van zijn peloton en van het 2e peloton
 

te gaan naar de Mheen bij Barneveld om te kijken of er nog gevangenen, gesneuvelden of materieel te vinden zijn. De tocht gaat per fiets over diverse landwegen, langs velden, boerderijen en bossen. Na enig zoeken worden Carel en zijn metgezel wachtmeester De Graaf geconfronteerd met de Duitsers. In een verklaring uit 1945 zegt hij over deze expeditie o.a.:

De Wmr. De Graaf (2e Pel.), die onder geneeskundige behandeling te Vinkenhof was geweest, ging met mij naar Nijkerk. Later, bemerkende mijn kaart vergeten te hebben, stuurde ik Korporaal Op te Velde terug om deze te halen en reed verder door. In de verte, naar mijn gevoel N. van Nijkerk, hoorde ik schieten, ik dacht, dat Nijkerk zelf vrij was, en dat mijn Es. [Eskadron] in den N.rand van Nijkerk zat. Ik reed toen door; ongeveer 400 m voor de Prot. kerk van Nijkerk zag ik op den weg voor de kerk een soldaat staan. Ik dacht dat het een Hollander was, dus reed rustig door. Op +- 100 m zag zoowel de post als ik, dat wij vijanden waren. De post begon toen te schieten en wij zochten dekking achter een muur. Uit een straatje achter mij kwamen plotseling een aantal Duitsche soldaten, zij wierpen zich op ons en ontwapenden ons. Wij hadden absoluut geen kans om ons te verdedigen. Wij werden toen meegenomen naar het midden van het dorp, waar wij een langen tijd moesten wachten. Later werden wij met de rest van het Es. weggevoerd naar Barneveld. Verder ben ik steeds in gezelschap van Ritmeester Huisken geweest. Wmr. De Lange had zich ½ uur vóór mijn aankomst te Nijkerk bij het Es. gemeld. Korporaal Op te Velde, die zich den geheelen dag zeer goed had gedragen, werd bij den spoorovergang door vuur teruggewezen. De Duitschers hebben mij nog ondervraagd, doch niet gedwongen om iets te zeggen.
Verklaring van den Kornet Van Kranenburg
Bureau Doc. Archief Nederlandsche Weermacht
Na de capitulatie van Nederland op 10 mei 1940 worden alle Nederlandse militairen gearresteerd en als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland. Na een maand worden ze echter weer vrijgelaten en mogen ze terugkeren naar Nederland. Ook Carel wordt afgevoerd. Op 9 juni komt ook hij echter weer vrij. Hij gaat meteen in het Verzet en krijgt de bijnaam
de Huzaar, vanwege zijn opleiding en dienst bij de Cavalerie.

In 1941 wil hij met een kameraad naar Engeland. Ze weten een overtocht te organiseren en moeten daarvoor naar het Tjeuker Meer in Friesland waar ze door een vliegtuig zullen worden opgepikt. Een boerin aldaar vindt ze nogal verdacht en waarschuwt de politie. Carel en z'n kameraad worden door de Duitsers gearresteerd. Carel wordt opgesloten in het Oranjehotel, zoals het SS Untersuchungs Gefängnis in Scheveningen in de volksmond wordt genoemd. In deze gevangenis vinden vreselijke martelingen en executies plaats. Hij zit daar enige tijd opgesloten, maar komt weer vrij. Volgens de ene lezing door bemiddeling van zijn Ierse schoonzuster Pete, echtgenote van zijn broer Fen. Volgens andere bronnen door een leemte in de rechtsprocedure. Mogelijk dankzij beide factoren.

In zijn boek Tegen de vlagen van den oostenwind (Uitg. A.W. Sijthoff, Leiden 1945) schrijft Mr E.F.K. Michielsen, Reserve Luitenant der Veldartillerie, over de periode mei 1940 tot augustus 1941 in Nederland. Hij beschrijft de gebeurtenissen van een groep jongemannen in de eerste twee jaren van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Onder hen bevinden zich o.a. de auteur, Cal Kranenburg (Carel), Erik Hazelhoff Roelfzema (Soldaat van Oranje), J.C.A. Mesritz en A.Ph. de Haseth Möller. Ze proberen tweemaal naar Engeland te vluchten. De eerste keer op 15 augustus 1940 per open vlet vanaf Scheveningen. Carel is stuurman. De anderen roeien. De tweede keer op 13 oktober 1940 vanaf het Tjeukemeer per vliegtuig. Beide pogingen mislukken. De eerste door de zeer ruw weer met hoge golven. De tweede door verraad van een argwanende boerin, waar de jongemannen een kamer huren. Daarna worden ze gezocht door de Duitsers. Ze plannen een derde poging, maar die komt er niet. December 1940 worden Carel en anderen opgepakt en belanden ze in de Scheveningse Gevangenis, bijgenaamd het Oranje Hotel. Carel komt in cel 596 van Gang D, een ruimte van 1.75 x 3.00 meter en een klein raampje. Hij zegt daarover: In de gevangenis kwam ik in cel 596. Op alles wat je die eerste dag kreeg - emmer, dweil, beker, vork, mes - stond dat nummer. Dat nummer beheerst je verder, op den duur ga je erin geloven. De dagen zijn eenzaam, lang en deprimerend: Het grootste probleem noemt hij de tijd, het rythme van slapen .... eten .... drinken .... denken ...., slapen .... eten .... drinken .... denken. Verder niets .... Steeds hetzelfde .... Zonder eind .... Hij voelt zich vaak een forgotten man. Alleen de lichtstralen door her raampje houden hem in contact met de verre buitenwereld. Om acht uur naar bed en om zeven uur op. Die lange slaap was een der weinige prettige dingen en hielp je door de tijd heen vertelt hij later. Drie weken na zijn arrestatie wordt hij verhoord. Daarna is het wachten, wachten en nog eens wachten. Het eten in de gevangenis bestaat hoofdzakelijk uit brood, melk en soep. Eens per week komt daar een plakje kaas bij. Door het vele slapen, weinig bewegen en slecht voedsel wordt Carel dikker en stiller. Hij houdt zijn vrij lang en stevig lijf fit met press ups en boxen tegen zijn kussen opgehangen aan de celdeur. Als de Duitsers de bewaking overnemen van het Nederlands personeel in de gevangenis, wordt de situatie ondragelijk. De Duitsers staan niets toe en slaan er als beesten op los. Het schreeuwen en gillen van de slachtoffers zijn een nachtmerrie. Met klopsignalen op de muur houdt Carel contact met zijn buurman in de andere cel. Samen maken ze zoveel mogelijk grappen om de ellende te vergeten. Maart 1941 moet hij eindelijk verschijnen voor het Kriegsgericht in Utrecht. Door een wonderlijke leemte in de rechtsprocedure wordt Carel vrijgesproken. Zelf zegt hij hierover: De kogel had mij minder verwonderd dan mijn vrijspraak. Maar zij hebben mij bij een verkeerde zaak ondergebracht. Hij moet echter nog vijf weken wachten voordat hij na vijf maanden cel daadwerkelijk op 16 april 1941 wordt vrijgelaten. Op pagina 252-271 vertelt Carel uitvoerig en gedetailleerd over deze vreselijke periode. Het boek citeert op pagina 250 een tekst gekrast in de buitenmuur van het Oranje Hotel:

In deze bajes
Zit geen gajes
Maar potverdorie
Holland's glorie!
Schrijver Erik Michielsen belandt uiteindelijk in Engeland, waar hij luitenant vlieger wordt. Op 26 augustus 1944 vindt hij de dood bij een nachtelijke oefenvlucht met zijn Wellington bomber boven het militaire vliegveld Thornhill bij Shrewsbury in Wales, van achteren geramd door een ander oefentoestel, waardoor de staart afknapte.

In 1970 verschijnt het boek 'Het hol van de ratelleslang' van Erik Hazelhoff Roelfzema. In 1971 komt een herdruk met de titel Soldaat van Oranje 1940-1945. In het boek beschrijft Hazelhoff de dingen die hij meemaakt in die periode. O.a. dat de verzetman met de codenaam De Huzaar de reserve-officier Carel Kranenburg blijkt te zijn en een oud klasgenoot van hem. Hij schrijft verder hoe Carel en Jean twee kano's aan elkaar timmeren met dwarsbalkjes, deze vlet laden met proviand, benzine en een zijboord motor en daarna parkeren in een schuur bij Noordwijkerhout. Dat Carel en Jean later te horen krijgen dat ze niet in een kano maar in een reddingsboot naar Engeland moeten varen en dat Carel en Jean zich laconiek bij de verandering van de plannen neerleggen. Dat Carel zijn dienstpistool niet had ingeleverd. Dat Carel en Jean op 13 augustus 1940 later zouden komen dan Erik Hazelhoff en Erik Michielsen om minder op te vallen. Hoe Hazelhoff afscheid neemt van z'n ouders en met een motortje onder de ene arm en een kaas onder de andere arm het strand oploopt. Carel en Jean komen dan aanlopen, uitgedost met potsierlijke zeemansmutsen. Jean en Carel zullen de vlet afduwen. Bij de start van de tocht klimt Carel in de boeg van de vlet, die hen naar Engeland moet brengen. De zee wordt ruw en loopt hoog op. De boot krijgt veel water. Jean roept dan: Hozen jongens. Carel vraagt: Waar? De vluchtpoging mislukt uiteindelijk. De volgende poging zal gebeuren op 15 oktober 1940 vanaf het Tjeukemeer. Op de afgesproken nacht zit de groep in een roeiboot op het Tjeukemeer, behalve Erik Michielsen en Carel Kranenburg. Voor hen blijkt op het laatste moment geen plaats. Erik en Carel worden groen van ergenis en jaloezie. De botelingen zijn echter inmiddels verraden door een boerin en belanden daardoor in het Oranje Hotel in Scheveningen. De afgewezen Carel en Erik ontspringen de dans. Carel belandt kort daarna toch in het Oranje Hotel. Hazelhoff schrijft dat Carel zijn doel om Engeland te bereiken met volharding had nagestreeft, maar dat Carel zoals zovelen door een mannetje voor geld is verraden. April 1941 belandt Hazelhoff zelf in het Oranje Hotel. Hij komt dan plotseling tot het besef dat daar ook zitten Jean, Carel, Lodo, Hans en Cleveringa: Nederlanders, Nederlanders, niets dan Nederlanders die er iets aan gedáán hebben, de besten, mannen en vrouwen wier namen buiten deze muren met ontzag worden uitgesproken, legendes door het enkele feit dat ze achter deze groene deuren zitten. Hij citeert daarmee vrijelijk de tekst gekrast op de buitenmuur van het Oranje Hotel uit het eerder geneomde boek "Tegen de vlagen van den oostenwind" uit 1945. Hazelhoff beseft dat het een kwestie van tijd is om met Jean of Carel of andere Leidenaars geconfronteerd te worden. Uiteindelijk komt hij toch in Londen, waar hij adjudant wordt van Koningin Wilhelmina. Winston Churchill noemt haar de enige man ter wereld voor wie hij bang is.

Na zijn vrijlating uit het Oranje Hotel gaat Carel werken bij het Departement van Binnenlandse Zaken in Den Haag. In de middagpauze gaat hij vaak met zijn vriendin Mia Keller naar het Scheveningse strand om te genieten van zand, zon, zee en een cigaret. (foto rechts)
 
Van juni 1944 tot juli 1945 dient Carel bij de Binnenlandse Strijdkrachten Gewest 10 Amsterdam, Afdeling Recherche Field Security. Eerst als officier, later als Pelotoncommandant. Op 20 juli 1945 wordt Carel gedetacheerd bij het Korps Mariniers. Hij vertrekt naar Rosyth in Schotland voor een militaire training en vandaar naar de USA Camp Lejeune waar hij wordt opgeleid tot officier bij de Marine Brigade. Op 17 november 1945 vertrekt Carel met de ms 'Noordam' naar Nederlands-Indië in dienst van de Koninklijke Landmacht als Reserve Eerste Luitenant van de Cavalerie. Hij wordt gedetacheerd bij het Korps Mariniers Marinebrigade.

Op 10 maart 1946 arriveert Carel op Java, waar hij deelneemt aan de Politionele Acties. Hij ontpopt zich als een biezonder bekwaam luitenant en wordt dan commandant van de pantzerspits in de Operatie 'Voorloper'. Op 17 maart 1947 vertrekt dit 1e peloton pantserwagens van de verkenningsafdeling van Modjosari naar de sluizen te Milrip ten oosten van Modjokerto. Het doel is deze sluizen te bezetten. Onderweg worden de pantserwagens echter plotseling omsingeld en er ontstaat een hevig vuurgevecht met vijandelijke eenheden. Op een gegeven moment nadert een motor met zijspan, bemand met ALRI manschappen van het Indonesische leger. Zij maken de indruk zich te pletter te willen rijden tegen de voorste pantserwagen, waarin Carel zit. Deze wil het vuur openen, maar het kanon weigert. Carel opent daarop de klep van de geschutstoren en vuurt terug met zijn tommy gun. De motorfiets vliegt van de weg af en vat vlam. Carel verheft zich daarop uit de toren om het gebeuren te overzien. Dit wordt hem fataal. Hij wordt getroffen door een vijandelijke kogel, die zijn helm doorboort. Carel is op slag dood. Het peloton stopt en zijn lichaam wordt voorop de pantserwagen gelegd. Daarna vervolgen de pantserwagens al vurend de weg naar Milrip, waar ze om 13.45 uur de sluizen bereiken. Carel is die dag de enige militair die dodelijk wordt getroffen door vijandelijk vuur. Het biezondere is, dat Carel de avond tevoren tegen de dominee van zijn onderdeel zegt dat hij denkt dat de volgende dag zijn laatste zal worden.
Na de inname van Modjokerto op 18 maart 1947 is Carel aldaar begraven. Enige tijd later is hij herbegraven in Surabaja op het Nederlands Ereveld Kembang Kuning (Vak C, Nr 242).
Zijn naam is vermeld op een zuil van het Nationaal Indië Monument te Roermond. In zijn Memoriam zegt Jhr. Mr. W.J. Snouck Hurgronje, reserve 2e luitenant der Huzaren:

   Zij, die Kranenburg gekend hebben, zullen hem zeer missen. Met zijn sprankelende humor, orginaliteit en zin voor realiteit, wist hij steeds velen voor zich te winnen, waarvan enkelen zich zijn goede vrienden mochten noemen.
   Intens was zijn medeleven met en hartelijkheid voor deze kleine groep. Sterk en zonder enige sentimentaliteit was zijn plichtsgevoel tegenover zijn Vaderland. Tijdens de bezetting raakte hij tweemaal verstrikt in de netten der Gestapo, waarbij hij de tweede maal kort voor de bevrijding ter nauwernood aan de doodstraf ontsnapte.
   Geen moment aarzelde hij zich na de bevrijding van Nederland ter beschikking te stellen van de krijgsmacht, teneinde de Overzeese gebiedsdelen te helpen. Hij koos toen dienstverband bij het Korps Mariniers, aangezien dit wapen op dat moment de beste mogelijkheden bevatte om snel opgeleid en ingezet te worden. Zijn gevoel voor traditie en de aangename herinneringen aan het wapen der Cavalerie deden hem besluiten detachering bij de Mariniers aan te vragen, hetgeen gelukte.
   Te vroeg is ons een goed kameraad ontvallen tijdens een actie, waarop ons wapen en zijn oude regiment 1 R.H. in het bijzonder, trots kunnen zijn.
** Indonesië, Roermond
# GKS, Wim Hornman: 'De geschiedenis van de Mariniersbrigade' (Omega Boek, Amsterdam), OGS, Harry Floor: 'Gedenkrol Koninklijke Marine 1939-1962' (MARNS 88 17.3.1947 Verka)
Dr. D.C.L. Schoonoord: 'De Mariniersbrigade 1943-1949, wording en inzet in Indonesië'
Afd. Maritieme Historie Marinestaf Den Haag 1988
Mr E.F.K. Michielsen: 'Tegen de vlagen van den oostenwind' (Leiden, Sijthof's Uitg. 1945)
Erik Hazelhoff Roelfzema: 'Soldaat van Oranje 40-45'
VOC Mededelingen Vereniging Officieren Cavalerie 15 mei 1947
Persoonlijk: Erik Hazelhoff Roelfzema, Mia Keller, Luuk Op den Velde, Hans Steenmetz
FRI, DAB, Kranenburgia

Caroline Agnes Kranenberg (1904-1980):
Geboren 27.11.1904 in Duitsland*. Overleden 20.4.1980.
Alias: Karoline Agnes Kranenburg.
** Kranenberg Herne Sodingen
# KHS 29.10.07

Casper Craanenburgh (1710*-1770*):
Mogelijk een zoon van Hendrick van Cranenburgh en Francijntie Brouwers te Rotterdam.
Woont in Rotterdam. Ghm NN.
Op 3.1.1752 wordt een kind van hem begraven in de Waalse Kerk. Het was 2 jaar oud.
Dochter*: Catharina Kranenburg (gb 1753).
Mogelijk heeft Casper nog een zoon die de vader is van Anna Christina Kranenburg (gb 1770).
# DTB Rotterdam (ivn 44)

Castricum
** Cranenburch Castricum

Catalien~

Catalina van Cranenburg (1370*-1430*):
Dochter van Engelbert II van Cranenburg en Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr Jonkvrouwe van Burgersdijk. Mogelijk geboren op kasteel Cranenburg te Eikenduinen.
# HRAC, KJS

Catlyne van Cranenborch (1555*-1615*):
Dochter van Joris van Cranenborch en Jacobmyne Janssen te Antwerpen.
Woont in Antwerpen. Ghm Peeteren van Yeghem.
Vermeld 15.10.1586 bij de verkoop van een erfelijke rente, voortkomende uit de verkoop van een huis in 1576 te Merksem door haar moeder en stiefvader Diericke Cluytinck, vermeld in 1539-40 als lakenfabrikant.
# Schepenregister Antwerpen (1587, nr 389 p 125), O. Meert (# Vlaamse Stam)

Catalyntje Cranenburg (1634*-1704*):
Mogelijk een dochter van Harke Egbertsz Kranenburg en Beertien Goossens te Amsterdam.
Zeilt als dienstmeid met andere emigranten met de 'In the Faith' op 12.2.1659 van Amsterdam naar Nieuw Nederland. Arriveert mei 1659 in Nieuw Amsterdam, thans New York.
# Immigrants to New Netherland, KBG

Catharina~
** Catrina~, Caatje~

Catharina Florisdr van Cranenburg (1440*-1500*):
Dochter van Floris Jansz van Cranenburg.
Catharina is non. Klooster onbekend.
** Cranenbroek Heiloo
# HRAC

Catharina Florisdr van Cranenbroek (1442*-1502*)
Genoemd 11.3.1477 in bron CHB (p 11) ivm leenrechten van Janna van Cleve, wonend op hofstede Cranenbroek te Heiloo.
# CHB

Catharina van Cranenburch (1551*-1611*):
Mogelijk een dochter van Adriaan Jorisz van Cranenborch en NN in Vlaardingen Ambacht.
Woont in Den Haag*. Ghm NN Cray.
Is erfgename van Jan van Hoeckgeest.
Dochter: Eva Cray (ghm Jan van der Hove, schepen in Den Haag).
# OVG 1971, KBG

Catharina van Cranenburgh (1642*-1702*):
Woont in Amsterdam. Ghm Henricus Sturkenburgh.
Udh: Petrus (gd RK 25.9.1674 in de Raamgracht Kerk Amsterdam).
# GA Amsterdam

Catharina van Cranenborgh (1652*-1712*):
Mogelijk een dochter van Arent Jacobsz van Cranenburch en NN in Delft.
13.11.1685 te Delft doopgetuige bij Gaspar Petrusz.
25.8.1687 te Delft doopgetuige bij Joannes van Damme.
5.11.1687 te Delft doopgetuige bij Petrus van Warmen.
# Ga Delft

Catharina van Cranenburch (1654*-1714*):
Mogelijk een dochter van Wouter Jansz van Cranenburch (gb 1611) en NN te Eindhoven.
Vermeld 20.2.1689 ivm doop Maria Theresia van Houtert te Eindhoven.
# KWS T.M. van Houtert

Catharina Cranenburgh (1659*-1719*):
Woont in Amsterdam. Ghm Henricus Kemmer.
Udh: Joannes (gb 12.4.1684, gd RK 13.4.1684 in kerk De Star te Amsterdam).
# GA Amsterdam

Catarijna van Kranenburg (1667*-1728):
Ouders*: Pieter Willems van Cranenburgh en Aeltge van Spijck in Delft.
Woont in Delft. Ghm Hendrik Mostrik (Hendrick van Maastrigt).
1.5.1699 te Delft doopgetuige bij Joannis van Maastrigt.
20.4.1700 te Delft doopgetuige bij Maria van Kranenburg, dochter van Corstiaan van Kranenburg en Sijtje van Gilse.
25.1.1703 te Delft doopgetuige bij Janna Katrijna van Maastrigt.
Begraven 20.10.1728 te Delft (Oude Kerk).
Alias: Catharina van Kranenburg, Catrijna van Cranenburg
Dochter: Johanna Catarina van Maastrigt (gd 25.1.1703 Delft; ovl 30.6.1773 Delft; ghm Willem Pietersz Box, zoon van Pieter Willemsz Box en Alida van der Voorn).
# GA Delft, DAB

Catharina van Cranenburgh (1673*-1733*):
Dochter van Herman van Cranenburgh en Agnis Wichmans. Geboren in Zandwijk/Tiel.
Huwt 1693 in Tiel met Lambertus Schenkel.
Udh: Willemijna Hijndrina (gd 1698), Katrina (gd 1701) en Karmen (gd 1702) Schenkel en Cecilia Agnes van Cranenburgh (gb 1698).
# VC300 (p 354)

Catharina Cranenburgh (1676-1736*):
Dochter van Dierck Cranenburgh en Aaltje Jaspers Sicx.
Gedoopt NH 8.3.1676 in de Nieuwe Zijds Kapel te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Catharina Kranenburg (1696*-1756*):
Ouders*: Tonnis Cranenborgh en NN te Beltrum.
Woont in Zutphen. Huwt in de Grote Kerk (NH) te Zutphen 25.5.1721 met Jan Lintvelt.
Udh: 3 zoons en 2 dochters, alle geboren en gedoopt te Zutphen.

Catharina Cranenburg (1699*-1759*):
Woont in Zwolle*. Ghm Hendrik Podt.
Vermeld in 1729 in een acte ivm koop van een huis en were tegenover de Spiegelsteeg.
In Vilsteren is geen Spiegelsteeg te vinden. Wel in Zwolle. Mogelijk gaat het dus om een huis in Zwolle.
=* Catharina Cranenburg (gb 1700)
# HCO (Huisarchief Vilsteren)

Catharina Cranenburg (1700*-1760*):
Mogelijk een dochter van Jan Cranenburg (gb 1666) en NN te Amsterdam.
Geboren en wonend in Amsterdam.
Huwt 12.12.1723 in Zwolle met Mattheus Eding, jongeman uit Zwolle. Mattheus is dokter.
=* Catharina Cranenburg (gb 1699)
# Huwelijken Heerde 1660-1772

Catharina van Cranenborgh (1709-1769*):
Mogelijk een dochter van Cornelis Steven van Cranenborgh en Maria Willems van den Beemd in Etten-Leur.
Gedoopt 20.6.1709 in Etten-Leur.

Catharina van Cranenborgh (1725-1785*):
Ouders*: Petrus Joannus Cranenborgh en NN in Etten-Leur.
Gedoopt 30.4.1725 in Hoeven (NBr).

Catharina van Cranenburgh (1738-1801):
Dochter van Hendrik van Craenenburg en Constantia de Witt.
Gedoopt RK 1.11.1738 in De Lely Kerk te Amsterdam.
Bezit 1774 huizen Het Hoefijzer en De Drie Roskammen aan de Amstel bij Blauwbrug, samen met Cornelia van Cranenburg, Johanna van Cranenburg (wed. van Jan van Westerloo), Evert de Milde Steeger, Joan Christoffel Pauw en Harman Dionisius Ghesel.<
Op 28.7.1766 in De Duif te Amsterdam getuige bij de RK doop van Catharina, dochter van Jan van Tijlingen en Agniese van Dielen.

Huwt 13.5.1781 te Amsterdam met Jan Jansz van Almeloo, geboren 1732*, weduwnaar van Catharina van Houten.
Jan overlijdt 17.7.1800 te Amsterdam. Catharina overlijdt aldaar 20.1.1801.
Alias: Catharina van Cranenburg.
# NP 1949 (p 27 ev), GA Amsterdam

Catharina Kranenburg (1742-1802*):
Dochter van Hendrik Kranenburg en Christina Holm.
Gedoopt EL 11.2.1742 in de EL Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Catharina Kranenburg (1753*-1813*):
Mogelijk een dochter van Casper Craanenburgh te Rotterdam.
Is 15.10.1793 getuige bij de doop van Catharina Wilhelmina Carel Veldman, dochter van Anna Christina Kranenburg.
Mogelijk is Catharina een tante van Anna Christina Kranenburg.
# DTB Ltr Rotterdam (ivn 28)

Catharina van Kranenburg (1784*-1844*):
Ouders*: Hendrikus van Cranenburg (gb 1753 Den Bosch) en NN.
Woont in Den Bosch. Aldaar vermeld bij geboorte van kind op 27.10.1809.

Catharina Kranenburg (1801-1861*):
Gedoopt 21.1.1801 te Leiden. Dochter van Johannes Kranenburg en Maria Overduin.
# Dopen in Leiden

Catharina Johanna van Cranenburgh (Cato) (1852-1921):
Dcohter van Johannes van Cranenburgh en Anthonia Johanna Beekes.
Geboren 17.6.1852 in Honselersdijk. Vertrekt 30.10.1876 naar Rotterdam, samen met zuster Johanna Catharina en Johanna's man en gezin.
Kind: levenloos geboren (4.12.1886). Catharina woont dan aan de Raampoortlaan in Rotterdam.
Huwt 9.5.1906 in Rotterdam met Anthoni Isaak Cornelis Plaat, weduwnaar van 1e Maria Charlotta Reigerberg en 2e Kornelia Schreuder. Hij is geboren 10.11.1834, zoon van Anthoni Izaak Cornelis Plaat, loodgieter, en Anna Martina Elisabeth Lierneer.
Anthoni overlijdt 10.5.1921 in Rotterdam. Catharina overlijdt aldaar 25.5.1921.
Udh: geen kinder.
# VC300

Catharina Kranenburg (1864-1924*):
Dochter van Pieter Kranenburg en Antje Mol.
Geboren 7.12.1864 in Lisse.
Huwt 6.5.1886 in Lisse met Johannes Petrus Riphagen, zoon van Jan Riphagen en Elisabeth Bonn. Johannes is schoenmaker en woont in Purmerend.
# GKC

Catharina Albertina Johanna Kranenburg (1880-1940*):
Dochter van Hendrik Klein Kranenburg en Catharina Albertina Johanna Boon.
Geboren op 5.3.1880 te Groningen.
# GKH

Catharina Kranenburg (1888-1948*):
Dochter van Hugo Kranenburg en Wilhelmina Wijnholt. Geboren 30.12.1888 in Lisse.
Huwt 21.5.1908 in Lisse met Nicolaas van der Leede, geboren 1882*, zoon van Pieter van der Leede en Wilhelmina Agatha Verbeek.
Verhuist 17.6.1908 naar Haarlemmermeer.
# GKC

Catharina Kranenburg (1905-1994):
Dochter van Teunis Kranenburg en Hendrika Wijnholt. Geboren 17.7.1905 in Lisse.
Overleden 7.10.1994. Begraven op Duinhof in Lisse.
# GKC, graftombe.nl

Catrina~
** Catharina~

Katryn Vranckendr Cranenburgh* (1455*-1515*):
Mogelijk een dochter van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Katryn woont dan volgens deze lijst in de wijk Hogewoerd.
# VML

Caterijn Pietersdr van Cranenburgh (1575*-1608*):
Mogelijk een dochter van Pieter Adriaansz van Cranenburch uit Vlaardingen.
Huwt 1e 8.12.1598 te Dordrecht met Willem Jansz van Nuijssenburgh, stadhouder van de baljuw van Zuid-Holland, stadhouder van Dordrecht, schout van Puttershoek (1607).
Caterijn overlijdt in 1608*.
Udh1: Johan, Pieter, Maricken (6.9.1599), Emmerentiana (fbr 1601) en Catharina (3.3.1608). Alle kinderen NG gedoopt in Dordrecht.
Willem Jansz huwt 2e te Dordrecht op 9.12.1608 met Janneken (Johanna) Gabriël Henriksdr van Ravesteijn, dochter van Gabriël Henricxsz van Ravesteijn (alias Van Dieden).
Willem overlijdt Dordrecht 29.7.1628.
Udh2: Gabriël (gb okt 1609).
Alias: Catharina Pietersdr Cranenburg.
Zuster*: Adriana Pietersdr van Cranenburch
# OVG Zuid-Hollandse Genealogien 1991, Gen. André den Haan (uwpassieonline.nl 29.4.08)

Catarina Pieters van Kranenburg (1660*-1720*):
10.7.1695 te Delft doopgetuige bij Elisabet, dochter van Frederick Jansen en Annetie Hendricks.
# GA Delft

Catrina Cranenburg (1661-1721*):
Dochter van Dirk Cranenburg en Agnietje Schimmels.
Gedoopt NH 26.6.1661 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Katrina Kranenburg (1663*-1723*):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1628) en NN te Delft*.
Is 10.4.1698 te Delft doopgetuige bij Heijnerijna Corstiaens Voorsteeg.

Catrina Elisabet Kranenburg (1686*-1746*):
Woont in Amsterdam. Ghm Carel Pleben.
Alias: (Catrina) Elisabet Kraanenburg/Kranenberg.
Udh: Cristoffel (gd EL 7.12.1708 Ev.Lut. Kerk A'dam), Johanna (gd 28.8.1712 Ev.Lut. Kerk A'dam), Carel (gd EL 21.3.1719 Ev.Lut. Kerk A'dam).
# GA Amsterdam

Catrina Sofia Kraanenburg (1748*-1808*):
Op 5.3.1783 smm Jan Overdijck in de Nieuwe Kerk te Amsterdam getuige bij de NH doop van Rijnna, dochter van Jan Tonkens en Johanna Overdijck.
# GA Amsterdam

Catshuis
Ambtswoning minister-president, tevens ontvangstcentrum van de Nederlandse Regering. Gelegen in Den Haag aan de Johan de Wittlaan hoek Jacob Catslaan, naast Zorgvliet. Oorspronkelijk gebouwd door Jacob Cats (1577-1660) in 1609-1652, een zakenman uit Brouwershaven. Later ook politicus en moraaldichter.
Cats koopt de grond met een opstal in 1609. Van de opstal rest nog een oude muur, naast het Catshuis.

Architectuur: dwarshuis met drie bouwlagen; twee zijvleugels + middengevel met hoofdingang; verrijkt met een klokketoren op het dak. Naar zeggen zijn delen van de oude opstal geïntegreerd in het Catshuis. Het huis staat verhoogd op een plateau met enige traptreden naar de begane grond. Rechts: prent (uitsnede) van het Catshuis rond 1650.
 

Cats is erg creatief. De arme duingrond om zijn huis tovert hij om in een plantenparadijs. Hij vertoeft er graag en noemt het Sorghvliet. Latere eigenaars van het Catshuis zijn o.a. Hans Willem Bentinck (1675) en diens zoon Willem Bentinck.
Het huis is enige malen gerenoveerd. Het laatst in 1999-2006. Tegenwoordig is dit het park Zorgvliet, toegankelijk via de Scheveningseweg.
** Cranenburg Eikenduinen (ib Hofstede), Borg Kranenburg

Ceawlin van Wessex (533*-593*):
Zoon van koning Cynric van Wessex.
Koning van Wessex. Tevens Bretwalda, dwz heerser over Zuid Brittannia.
In 552 verslaat Cynric van Wessex de autochtone Britten bij Salisbury (Wiltshire, Engeland).
Met zijn zoon Ceawlin boekt Cynric in 556 een andere overwinning bij Barbury Hill in Wiltshire.
In 560 wordt Ceawlin koning van de Gewisse ofwel van Wessex. Hij verenigt de Gewisse (Angel-Saxen) met de autochtone Britten en sticht het koninkrijk Wessex.
In 568 verslaan Ceawlin en zijn broer Cutha koning Aethelberth van Kent bij Wibbadun.
In 577 verslaat Ceawlin de Britten bij Dyrham en verovert Gloucester, Cirencester en Bath.
Met al deze overwinningen groeit Wessex uit tot het belangrijkste koninkrijk in Engeland.
Zoons*: Cutha en Cuthwine.
** Gewisse, Salisbury, Old Sarum, Alfred de Grote van Wessex, ASC, UTR
# RGT, WMN, WKP, DAB

Cecelia
** Celia

Cecilia Agnes van Cranenburgh (1698-1748*):
Gedoopt 21.4.1698 in Tiel. Dochter van Catharina van Cranenburgh en Lambertus Schenkel.
# VC300 (p 354)

Celia van Kranenburg (1687-1775):
Woont aan de Langelijnstraat te Rotterdam.
Vermeld op 13.12.1725 ivm doop van haar zoon Goris.
Vermeld op 8.10.1726 ivm begrafenis haar kind in de Waalse Kerk.
Vermeld als doopgetuige in 1726, -27, -31, -36 en -38.
De laatste jaren van haar leven verblijft Celia in het Armenhuis.
Ze overlijdt in 1775 te Rotterdam en wordt aldaar begraven op 6.12.1775.
Celia is 88 jaar geworden.
Alias: Selija/Ceelia/Seselia (van) Kranenburg/Craanenburgh
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

Celibaat
Van Latijn: caeleb of coeleb = ongehuwd. Oorspronkelijk met de algemene betekenis van 'ongehuwd zijn'. Later in biezonder voor de ongehuwde staat van Rooms Katholieke geestelijken met een hogere wijding (subdiaconaat, diaconaat, priester of bisschop). Het celibaat wordt pas in 300 nC verplicht gesteld op grond van diverse teksten in het Nieuwe Testament. In de 8e eeuw raakt het celibaat weer in onbruik. In 1123 en 1139 bepaalt de Roomse Kerk dat hogere geestelijken geen geldig huwelijk kunnen sluiten. In de 14e en 15e eeuw raakt het celibaat weer in onbruik. In 1545-63 herstelt het Concilie van Trente het gebod op het celibaat. Sindsdien is dat gebod blijven gelden.
# WP

Cerdic van Wessex (482*-542*):
Zoon van Elesa en NN in de Cotswolds of in Wessex.
Volgens andere oude bronnen is Cerdic leider van een groep Saxen van het Continent. Mogelijk ook is hij een zoon van Icel van Angeln, die zelf met een grote groep Angelen naar Brittannia migreert. Angelen worden door diverse bronnen vaak ten onrechte Saxen genoemd. Cerdic zou daarom inderdaad een zoon zijn van Icel kunnen zijn.
Koning van Wessex.
Zoon: Cynric van Wessex.
** Gewisse, Wessex, KTE
# WKP, KBG

Charlotte Kranenberg (1798-1858*):
Dochter van Haico Harms Cranenborg en Anna Louisa Looff.
Geboren op 7.10.1798 te Sappemeer.
# PKG

Chevron
In de heraldiek: de vorm van een omgekeerde V.
De chevron komt veel voor in de Britse en Franse heraldiek. Weinig of nauwelijks in andere landen. Ze symboliseert het dak van een huis c.q. bescherming. Het woord komt uit het Frans.
De chevron werd toegekend aan hen die hebben deelgenomen aan een notabele onderneming, kerken of forten hebben gebouwd, of trouwe diensten hebben verleend.
** De Bevere (wapen), Beverstone
# WS Ordinairies of Heraldry 28.7.2006

Chicago
** Kranenburg Chicago

Christiaan~
** Kerstant

Christiaan van Wassenaar (1100*-1160*)
Zoon van burggraaf Halewijn II van Leiden en Vrouwe Bartha van Lijnden.
Heer van Bleiswijk, Berkel, Boeckelsdijk en Bloemersdijk, Heer van Weena en Ambachtheer van de landen van Cool. Deze landerijen krijgt hij als huwelijkskado van zijn vader.
Volgens bron NKS erft hij de goederen van Berkel en Bleiswijk in 1228 van zijn vader.
Bouwt omstreeks 1136 kasteel Weena te Rotterdam.
Kinderen: Dirk, Wijntien en Filips (ovl 1137).
# NKS, DAB

Christiaen van Cranenborch (1553*-1613*):
Magistraat en commissaris te Doetinchem.
Vermeld in bron GAA/HGZ tgn 0124:
1583 ivm toekenning van het goed Vethuizen te Knijfhees (behorend aan klooster Bethlehem) als alimentatie toegekend aan Christiaen Cranenborch, gewezen conventuaal. (tgn 0005)
Het goed Vethuizen ligt 5 Km zuid van Doetinchem en omvat een groot stuk land met een woning, genaamd Groot Vethuizen. De woning is omgracht en heeft derhalve de status van een havezate. (> Havezates) In de 19e eeuw is de havezate afgebroken. Anno 2008 staat op de locatie een boerderijcomplex in Saxische stijl, eveneens met de naam Groot Vethuizen. Momenteel wordt Groot Vethuizen verbouwd tot hotel annex restaurant. De buurt daaromtrent heet ook Vethuizen. (FRI)
23.8.1588 ivm beheer geestelijke goederen in Doetinchem. (ivn 928)
2.12.1588 ivm proces tegen Willem van der Elburch ivm pacht van Bethelhemse en Sionse goederen. (ivn 928)
4.1.1589 ivm missive van het Hof aan rentmeester Willem van der Elborch om aan Cranenborch 50 daalders te betalen. (ivn 928)
10.1.1589 ivm beheer geestelijke goederen in Doetinchem. (ivn 928)
3.6.1589 ivm gewas op het goed Lohe in Doetinchem [Zelhem*] verkocht aan Christiaen. (ivn 928)
16.7.1589 ivm het gewas van de Loose goederen [Zelhem*]. (ivn 928 en 931)
19.6.1590 ivm missive van het Hof aan de rentmeester der Bethlehemse goederen, houdende verzoek om advies op de alimentatie van Christiaen Cranenborch en het goed Oldenhave te Zelhem. (ivn 929) Het goed dateert van 1590 en omvat een landhoeve en enige gronden. Volgens bron oudzelhem.nl 24.11.09 is Christiaen Cranenborch daarvan eigenaar in 1590-1601. In 1601-1646 is Johan Oldenhave eigenaar. Anno 2009 heet de hoeve Aldenhaeve, gelegen in de buurt Wassinkbrink te Zelhem, en is het een theeschenkerij met siertuinen en expositieruimte. Mogelijk is Christiaen een Geus geweest en heeft hij Oldenhave verkregen wegens zijn inzet voor de strijd tegen de Spanjaarden. (> Geuzen)
2.2.1593 ivm proces Christiaen tegen Van der Elburch. (inv 931)
26.5.1593 ivm een klacht tegen Willem van Elburgh. (ivn 931)
11.7.1593 ivm houtplant in Bethelhemse goed tbv Christiaen. (ivn 931)
26.9.1593 ivm derde garve land en een vicarie geschonken aan Christiaen. (ivn 931)
25.10.1593 ivm een bevel van 26 september van het Hof. (ivn 931)
3.11.1594 ivm missive waarin het Hof Fl 150,- toelegd op de bouw van een huis op het goed Vethuysen. (ivn 932)
25.11.1594 ivm opdracht van het Hof aan de rentmeester Dunsberch om te taxeren hoeveel de reparatie van het huis van Christiaen van Cranenborch moet kosten. (ivn 932)
29.5.1598 ivm missive van het Hof aan de rentmeester van de Bethlehemse goederen, dat het goed Vethuysen (dat Christiaen van Cranenborch gebruikt ivm alimentatie) veel opbrengt en dus beter verpacht kan worden. Van Cranenborch mag aangaande zijn alimentatie 'aenholden' (blijven). (ivn 935)
13.7.1598 ivm zijn alimentatie als conventuaal van klooster Bethlehem. (ivn 936)
1602 idem als 1583.
Alias: Christiaen Cranenborch.
** Geuzen, Ax (Aldenhaeve Zelhem)
# archieven.nl 28.9.08, FRI, KBG

Christian Kraneborch (1565*-1625*):
Mogelijk een zoon van Henrick Cranenborch (gb 1528) en NN te Almen.
Woont 1599 in Zutphen", mogelijk Vorden. Ghm NN.
Mogelijk is hij de stichter van hoeve Cranenborch in Vorden.
Zoons*: Xx (gb 1595), Xx (gb 1597), Henderick (gb 1600) en Jan (gb 1605) op de Cranenborch.
** Achterhoek, Kranenburg Vorden, Zutphen", Cranenborgh Lochem
$ Christian Kranenborch
# MIA (Galema-2000, deel 1 p 76), KBG

Christiaan Cranenburg (1667*-1727*):
Zoon van Xx Cranenburg (gb 1632) en NN te Delft.
Vermeld 5.10.1707 ivm begravenis te Delft (Oude Kerk).
# GA Delft

Christiaan Moenesse Cranenburg (1710*-1744):
Geboren in Flensburg. Is soldaat in dienst van de VOC. Vaart met het VOC-schip 'Heinkenszand' op 1.6.1731 naar Batavia. Arriveert daar 28.5.1732. Overlijdt in Azië (Oost-Indië*) op 24.10.1744.
# AVOC

Christianus van Cranenborgh (1735-1795*):
Zoon van Petrus Lambreght van Cranenborgh en NN in Etten-Leur.
Geboren 9.10.1735 te Etten-Leur.

Christianus Cranenburg (1771*-1831*):
Vermeld op 30.8.1806 te Vlierden (NBr) als peter.

Christianus Antonius Cranenburg (1792*-1852):
Op 11.11.1852 overleden in Den Bosch.

Christiaan Kranenburg (1820-1880):
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Christiaan is smid.
Mogelijk een zoon van Dirk Kranenburg (gb 1786) te Nieuwkoop.
Zoon: Gijsbert Christiaansz (gb 1852)
** SLN
# GNS

Christina~
() Christina, Stijne, Stijntje, etc

Styntje Jansdr van Cranenburch (1626-1686*)
Dochter van Jan Claesz van Cranenburch en Belytje Govertse van Keulen.
Gedoopt op 8.9.1626 te Amsterdam.
Door de dood van haar moeder sinds 28.3.1640 tot haar mondigheid onder toezicht van de Weeskamer van Amsterdam.
Alias: Styntje Kranenborch, Trijntje ...
# AVK, JKE, GA Amsterdam

Stijntje Sijmens Cranenborgh (1673*-1740*)
Mogelijk een dochter van Symon Teunisz Kranenburg en Aagje Cornelisdr.
Afkomstig uit Rhoon.
Huwt in 1696 (otr 6.10) in Charlois met Jacob Leenderts Mastenbroeck, jongeman uit Charlois.
Vermeld:
- 20.4.1726 Pernis bij de doop GF van Jan Mastenbroek
- 7.12.1727 Pernis bij de doop GF van Jacob Mastenbroek
- 28.11.1734 Pernis bij de doop GF van Stijntie Mastenbroek
Alias: Stijntie Sijmes/Sijmons Kranenburg
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 14/004; etc)

Cristina van Kranenburgh (1687*-1747*):
11.6.1722 smm Lammert Pieters in de Ev.Lut. Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Johanna, dochter van Johannes de Bruijn en Barbara Pieters.
# GA Amsterdam

Christina Kraenenborg (1729-1789*):
Dochter van Henrick Kraenenborg en Fenneken te Kraanenborg.
Geboren te Beltrum. Gedoopt NDG 16.1.1729 in Groenlo.
Huwt 29.5.1749 met Henrick Tanckinck, geboren 23.2.1721, zoon van Aelbert te Baack en Grietjen Tanckink.
Mogelijk overleden in 1799 in Beltrum.
Alias: Stijne te Kranenborgh, Stijne te Cranenborg.
Udh: Margaretha en Albertus
** Beltrum
# JNZ, NDG Doopboek Groenlo (vóór 1.4.08), DTB Beltrum/Groenlo, DAB

Christina te Cranenborg (gb 1729)
** Christina Kraenenborg (gb 1729)

Christina te Kraenenburg (1729-1789*):
Dochter van Henrick te Kraenenburg en Fenneke.
Gedoopt NDG 16.1.1729 in Groenlo.
# NDG Doopboek Groenlo 1.4.08

Stijne te Cranenborg (gb 1729)
** Christina Kraenenborg (gb 1729)

Stijntje Xdr Kranenburg (1739*-1799):
Mogelijk een dochter van Xx Kranenburg (gb 1695) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm Xx van Dissel.
Begraven 12.1.1799 te Woubrugge. (Impost Begraven Woubrugge ivn 5 p 83)
Udh: Hendrik van Dissel (gb 1763* Woubrugge).
# GHA 16.3.09

Christina Kranenburg (1858-1918*):
Dochter van Hendrikus Kranenburg en Elisabeth Boneventura Kempen.
Geboren 18.9.1858 in Delfzijl.
# GKH

Christina Kranenbarg (1882*-1942*)
Dochter van Derk Kranenbarg en Johanna Lammerdina Jansen.
Geboren in Zelhem.
** Kranenbarg Zelhem
# MJK

Christoffel~

Christoffer van Cranenburch (1510*-1570*):
Woont in Nijmegen, waar hij in 1545 schoenmaker is.
# MIA (Legerboek Stevenskerk Nijmegen 1600 p 23)

Christoffel Kranenburg (1825-1853):
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Christoffel is smid.
Mogelijk een zoon van Leendert Kranenburg (gb 1791) te Nieuwkoop.
** SLN
# GNS

Christoffel Dirksz Kranenburg (1854-1914):
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Christoffel is smid.
Mogelijk een zoon van Dirk Gijsbertsz Kranenburg (gb 1831) te Nieuwkoop.
** SLN
# GNS

Cinema
Jeroen Kranenburg (gb 1957; Zuid-Afrika)
Arno Kranenborg (gb 1959; Coevorden)

Claar~
** Clara~

Claas~
() Claes, Klaas, Cleis, Clijs, Nicolaas~, etc

Clays Heynensz van Kranenburg (1285*-1345*):
Zoon van Hein van Kranenburg en NN te Eikenduinen.
Woont in Eikenduinen en is koster.
Hij bezit een stuk grond bij de duinwal, dat hij deelt met zijn oom Dirck van Cranenburg.
Vermeld in bron RHH in 1317 ivm betaalde renten wegens landhure van diverse locaties in Eikenduinen. Het grootste bedrag is 35 sc., dat hij moet betalen voor grond in de Meynte. Dit bedrag komt overeen met circa 11.7 Morgen (10.5 Ha) land.
Alias: Clais van der Dunen, Klais die coster.
** RHH, Eikenduien
# RHH

Claas van Winchester (1290*-1350*):
Zoon van Xx van Wincester (gb 1256) te Eikenduinen*, mogelijk een nazaat van Henry van Winchester (gb 1101), bisschop van Winchester.
Woont in Eikenduinen. Ghm NN.
Vermeld als Clais van Winscester in 1317 in bron RHH (p 86) wegens betaling van 6 d. aan landhure Up de Gheest in Eikenduinen:

Clais van Winscester   6 d.
Vermeld als Clais van Wincest in 1334 in bron RHH (p 182) wegens betaling van 6 d. aan landhure Up die Gheest in Eikenduinen:
Clais van Wincest   6 d.
In die tijd en regio wonen ook enige Van Cranenburgs. Gezien het kleine aantal mensen dat in die tijd in dat kleine gebied te Eikenduinen woont, is het nagenoeg zeker dat deze Claas van Winchester en de Van Cranenburgs aldaar elkaar kennen.
Dochter*: Joan (gb 1333 Eikenduinen) > Otterbourne Manor Hampshire.
** Erfhure, RHH, Hugh Craan (gb 1330), Otterbourne Manor Hampshire
# RHH

Claes Willemsz van Wassenaar (1310*-1385*)
Bron DFW (p 35 ev) vermoedt dat Willem van Waasenaar (gb 1275) een zoon heeft die Claes den bastaerd heet. Deze Claes heeft een zoon die Willem Claes den bastaerd heet. Claes (1310*-1385*) en Willem Claes (1345*-1415*) den bastaerd zijn beiden schout van Rijnsburg eind 14e en begin 15e eeuw. Zij zegelen met het Wassenaar wapen met de drie wassenaars (2-1), gebroken met een dunne rechter schuinbalk. In het archief van de Abdij van Rijnsburg kommen talrijke zegels van hen voor. De kleuren van het wapen zijn vooralsnog onbekend.
** Willem van Wassenaar (gb 1275; Leiden)
# DFW (p 35 ev)

Claas Willemsz van Cranenburg (1354*-1445*):
Alias: Niekolaas Willemsz, Claes Willemsz, Clais Willemsz.
Zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305) en NN van Egmond op hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Woont na de dood van zijn vader in 1362 te Zoetermeer. Hij volgt daar mogelijk een opleiding aan het Klooster der Reguliere Kanunikken van de Orde van Sint Augustinus aan de westzijde van de Reguliersdam.

Claas huwt 1e circa 1374 in Zoetermeer met NN.
Udh1: Kerstijn Claas Willemszdr, Kerstant Willemsz en Claas Claas Willemsz.

Claas Willemsz verhuist in 1381 naar Leiden, waar hij poorter wordt. Zijn 1e vrouw is kennelijk rond 1380 in Zoetermeer overleden. Circa 1399 huwt hij namelijk te Leiden met Lijsbet Bruun Jacobs, dochter Bruun Jacobs en NN. Bruun Jacobs is een welvarende zakenman te Leiden, die o.a. een kalkoven bezit.
Udh2: Jan Claes Willemsz, Matheus Claesz, Willem Claesz, Jacob Claasz en Reynout Claasz.

Er zijn redenen om aan te nemen dat Claas een zoon is van Willem van Cranenburg (gb 1305) en NN van Egmond en dat hij is geboren op hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Een heel belangrijke is wel, dat ene Jan Claesz in 1498 en 1499 voogd is van Elisabeth van Cranenburg, die aan het eind van haar leven is. De positie van voogd wordt in die tijd normaliter ingenomen door de oudste vertegenwoordiger van het geslacht waaruit de bevoogde voortkomt. Een Van Cranenburg~ dus. In die tijd komt Jan Claesz gezien zijn leeftijd zeker in aanmerking voor de rol van voogd. In 1498 treed hij als zodanig op bij de overdracht van 16 morgen land te Borgersdijk aan Wouter Jansz. Deze moet haast wel een zoon zijn van Jan Claesz. Overdracht van leengoed geschiedt namelijk bij voorrang binnen familiaire kring. Wouter Jansz is naar het lijkt dezelfde als de Wouter Jansz die in Leiden woont en een zoon is van Jan Claes Willemsz uit Warmond. Deze Jan Claes Willemsz koopt in 1450 een hofstede in Warmond van zijn vader Claes Willemsz. (> Zijplant) Vrij zeker is dit dezelfde als Claas Willemsz (van Cranenburg), die immers in Leiden heeft gewoond. In Warmond en Leiden wonen sinds de 15e eeuw vele Kranenburgs~, die vrij zeker nazaten van hem zijn. Al met al mogen we daarom aannemen dat we hier te maken hebben met Claas Willemsz, Jan Claesz en Wouter Jansz van Cranenburg~. De enige Willem van Cranenburg die zover bekend in de 14e eeuw heeft geleefd, is Willem van Cranenburg uit Bleiswijk. Hij bouwt in 1330 hofstede Cranenburg te Eikenduinen. In 1484 komt deze hofstede in bezit van genoemde Elisabeth van Cranenburg. In 1499 gaat de hofstede over aan Hubrecht van der Meer, echtgenote van Elisabeth. Jan Claesz is dan weer voogd voor Elisabeth. Als kleinzoon van Willem van Cranenburg en als oude clanlid is hij natuurlijk een aangewezen persoon in deze overdracht. Door zijn rol als voogd in dezen wordt duidelijk gemaakt dat de familie accoord gaat met de overdracht van het familiegoed aan een persoon van buiten de familiaire kring. In deze hele optiek moet Willem van Cranenburg dus wel de vader zijn van Claas Willemsz van Cranenburg.

Na de dood van zijn vader in 1362* is Claas mogelijk verhuisd naar Willem van Egmond in Zoetermeer, die mogelijk een broer van zijn moeder is. Een andere optie is dat hij op hofstede Cranenburg te Eikenduinen bij Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1310*) is blijven wonen en met hem in 1367 is meeverhuist naar Zoetermeer. Deze Jan is een broer van zijn vader, die in 1362-1367 is beleend met het hofstede Cranenburg. Claas is in 1362 net 7 jaar en dus nog te jong om de leen te krijgen. Als zijn oom Jan in 1367 verhuist naar Zoetermeer, is Claas waarschijnlijk meeverhuist. In dat jaar is Claas immers 12 jaar en nog steeds te jong om echt op eigen benen te staan. Om op Cranenburg Eikenduinen te blijven bij zijn neef Engelbert, de nieuwe leenman, zal voor de jonge Claas waarschijnlijk minder goed zijn geweest, dan met zijn oom Jan mee te verhuizen. Voor een goede zorg biedt een oude oom immers meer ervaring en en mogelijkheden, dan een jonge en minder ervaren neef.

Jan Engelbrechtsz, oom van Claas, komt voor op een lijst met namen van inwoners van de regio Zoetermeer/Zegwaard, die zich vrijkopen van de plicht tot betaling van smartegeld, als een familielid doodslag pleegt. Het feit dat Jan op de lijst staat, betekent dat hij familieleden in de regio heeft en er als pater familias optreedt. Anders heeft de vrijkoping immers geen zin. Ook betekent het normaliter dat deze Jan Engelbrechtsz al op gevorderde leeftijd is, wil hij immers een pater familias zijn.
Het feit dat Claas niet op de lijst Zoetermeer/Zegwaard staat, hoewel hij toch mogelijk al gehuwd is en zeker vermogend moet zijn, versterkt het vermoeden dat hij en zijn gezin inderdaad als familieleden van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg worden beschouwd en derhalve onder de vrijkoping van Jan vallen. We mogen dus veronderstellen dat we hier inderdaad met een Claas Willemsz van Cranenburg te maken hebben.

In 1381 wordt Claas poorter van Leiden. Dirk Poes Jansz van Leyden staat borg voor hem. Het geslacht Van Leyden hoort tot het patriciaat van de stad Leiden. In 1392 en -93 staat Claas borg voor Jacob Oudelant, poorter van Leiden. Jacob hoort eveneens tot het patriciaat van Leiden en wordt door de burggraaf van Leiden (Filips V van Wassenaar) neef genoemd. In 1395 koopt Claas een huis aan de Burgsteeg*. Van 1395 tot 1415 exploiteert Claas mogelijk een kalkbranderij.

Op 13 mei 1397 erkent ene Claes Willemsz voor schepenen van Den Haag dat hij schuldig is aan Dirck Zijmonsz 'een eeuwigdurende jaarlijkse rente van 52 schellingen 6 penningen gaande uit zijn huis en erf aan de westzijde van het Spui, dat belent aan de noordzijde Claes Kobel en aan de zuidzijde Jonge cuyper, en dat hij van Dirck voornoemd in erfpacht verworven heeft'. Als het hier Claas Willemsz van Cranenburg betreft, dan moet hij dus nog een pand hebben aan het Spui in Den Haag. In die tijd een buurt voor notabelen. Het lijkt dus niet onmogelijk. Temeer nog daar hij uit het aangrenzend Eikenduinen en Zoetermeer komt. Het zou betekenen dat hij nog regelmatig in die contreien vertoeft.

Huwt in 1399* met Lijsbet Bruun Jacobs, dochter van Hendrik die Bruun Jacobsz. Deze Hendrik hoort tot het patriciaat van Leiden. Hij is schepen en landeigenaar en exploiteert een kalkoven. Hendrik is gehuwd met Hildegond, dochter van Pieter Josephsz.

Het Zijplant te Warmond (Vrouwe Ven) is op 21.12.1407 gekocht door ene Claes Willems van hertog Johan van Beieren. Het omvat dan 17 morgen en 4 hont land en ligt in 'het Broek in Warmonde in Heeren Jans Ambocht van de Woude'. De koop wordt later bevestigd door graaf Willem VI. Het is de vraag wie genoemde Claes Willems precies is. Daar het Zijplant vlak bij de Leidse Weg van Oudade naar Leiden ligt en gezien het koopjaar 1407 hebben we hier vrij zeker te maken met Claas Willemsz van Cranenburg. Hij woont in 1380-1444 in Leiden en is daar een vermogend man. Dit kan verklaren waarom latere Cranenburgs~, nazaten van hem, zich in Warmond hebben gevestigd. (> Zijplant, Van Cranenburch Warmond)

Genoemd in bron PKR:
- 1412 item Claes Willems s. ghelter toe XV s. Claas moet dus 15 schelling contributie bijbetalen aan de Pieters Kerk te Leiden.
- 1413 Item Harman die Outscoemaker zwagher claes Willems coft een half huys jeghens Willem de Lijndraier, dairof van voirhuyr ende voir die ghift LXXX bot, facit    V £ VI s. VIII d.
Uit de tekst van 1413 blijkt dat Claes een zuster heeft die is gehuwd met Harman die Outscoemaker.

In 1413 is Claas Willemsz enige maanden kerkmeester van de Pieters Kerk te Leiden. Van 1413 tot 1416 is hij burgemeester van Leiden. Bron PKR schrijft in 1413:

Dit is dat Jan van Leyden, Florijs Heerman, Claes Willems soen ontvangen hebben van Sinte Pieters .... Doe woirden Florijs Heerman ende Claes Willems soen poirtmeesters ghecoren [gekozen] ende voir hem beyden worden kerckmeesters Reyner Kerstants soen ende Jan die Wit Jan Heermans soen, die voirt virwaerden mitten anderen twien tot tSinte Pieters daghe toe in den lenten int jair XIIIc ende viertien ...
Kerkmeesters zijn vertrouwelingen van de heersende macht, i.c. de burggraaf. Meestal zijn ze familie of verwanten van hem. (> Kerkmeester)

Een poortmeester is een burgemeester. Pas vanaf 1452 spreekt men van burgemeesters. Tot 1452 spreekt men echter van poortmeesters. Uit de geciteerde tekst blijkt dat er twee poortmeesters zijn benoemd. Namelijk Florijs Heerman en Claas Willemsz. Voor hen beiden worden Reyner Kerstants en Jan de Wit Jan Heermansz dan tot kerkmeester benoemd. M.a.w.: Florijs Heerman en Claas Willemsz waren zelf eerst kerkmeesters, voordat ze zijn benoemd tot poortmeesters.

Het feit dat Claas in 1381 poorter van Leiden wordt en nu burgemeester is, wijst erop dat hij uit een aanzienlijk milieu komt en tot het patriciaat van Leiden hoort. Niet iedereen wordt in die tijd immers poorter (burger) van een stad, zeker niet wie buiten de stad geboren is. Het feit dat Claas ook nog burgemeester wordt, hoewel hij kennelijk niet in Leiden is geboren, wijst er verder op dat hij belangrijke realties heeft en dat hij over goede kwaliteiten beschikt.

Bron JVH (2.2.2005) noemt voor de periode 1420-1510 een Claes Willemsz als ondernemer en als bestuurder van een charitatieve instelling. Ook staat achter zijn naam: Partij. Mogelijk met de betekenis dat hij tot de Leidse elite behoort. Het lijkt er sterk op dat dit Claas Willemsz van Cranenburg is.

In een oorkonde van 1430 (AVB bnr 171, regest 3) wordt een Claes Willemsz genoemd als een belender van een akker land in ambacht Wassenaar. In een oorkonde van dat zelfde jaar (AHG bnr 6, regest 211) wordt een Claes Willemsz als 'kerkmeester van Wassenaar' genoemd. En in een oorkonde van 1432 (AHG bnr 6, regest 227) wordt een Claes Willemsz genoemd als een 'buur' (inwoner) van ambacht Zuydick (Zuidwijk), dat langs de Noordzee tussen Wassenaar en Haagambacht ligt. Zuidwijk en Wassenaar zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Het Huis te Zuidwijk ligt in de ambacht Wassenaar en het dorp Wassenaar ligt in de ambacht Zuidwijk. Bovendien is Zuidwijk een bezit van de Van Wassenaars.

Het kan nauwelijks anders dan dat we met een en dezelfde Claes Willemsz te maken hebben. En aangezien deze Claes Willemsz kerkmeester is van Wassenaar, mogen we aannemen dat we te maken hebben met Claas Willemsz uit Leiden. Ook hij was kerkmeester en wel van de Pieters Kerk te Leiden. Het feit dat hij in 1430 dezelfde functie heeft, maar dan in Wassenaar, geeft aan dat hij over goede relaties met de Van Wassenaars beschikt. Het zijn immers de Heren van Wassenaar die de kerkfunctionarissen benoemen en zij zullen dat natuurlijk alleen doen als zij iemand goed kennen en vertrouwen. Hun burcht schijnt trouwens vlakbij de kerk van Wassenaar te staan, zodat we mogen aannemen dat Claes Willemsz door de Van Wassenaars gekend is.

Opmerkelijk is dat ene Mouwerijn Willemsz Van Leyden op 20 december 1430 te Leiden de St Mauritiusvicarie sticht en op de zelfde dag 11 hont land in Zuidwijk overdraagt aan zijn vicarie. Bedienaar wordt zijn zoon Mr Simon Mouwrijnsz. De collatie is bedoeld voor het wettig nageslacht van zijn vader burggraaf Willem van Leyden. Mouwerijn Willemsz overlijdt te Leiden in 1451.
Het heeft er alle schijn van dat Mouwerijn Willemsz en Claas Willemsz met elkaar te maken hebben. Vreemd is alleen dat Mouwerijn Willemsz nadrukkelijk Van Leyden wordt genoemd en Claas Willemsz niet. Bovendien komt Claas uit Zoetermeer. Er kan dus een andere realtie mogelijk zijn. Bijvoorbeeld via de burggraven van Leiden waaruit het geslacht Van Wassenaar cq Van Cranenburg voortkomt. In ieder geval is er een relatie tussen Claas Willemsz en het geslacht Van Leyden. Het is immers Dirk Poes Jansz van Leyden die borg staat voor Claas als hij poorter van Leiden wordt.

Na enige jaren in ambacht Zuidwijk te hebben gewoond, moet Claas Willemsz kennelijk weer zijn teruggekeerd in Leiden. In 1444 wordt namelijk ene Claes Willemsz door de schepenen van Leiden veroordeeld wegens beledigen van de H. Sacrament. Zijn rechter hand wordt afgehakt en hij wordt verbannen op straffe van dood. In die tijd is Hendrik van Wassenaar (gb 1367) burggraaf van Leiden. (> Hendrik van Wassenaar) Hendrik staat als magistraat vrij zeker aan de kant van het gezag en dus aan de kant van de Roomse Kerk. Claas Willemsz is Rederijker en kennelijk iemand met moderne opvattingen. Hij kiest voor de Reformatie. Mogelijk om deze redenen is de straf tegen Claas Willemsz zodanig uitgevallen: wel hard maar niet de brandstapel. De geslachten Van Cranenburg en Van Wassenaar zijn immers aan elkaar verwant.

Claas Willemsz vlucht na de strafvoltrekkning met zijn gezin naar Lisse. De gebeurtenissen zijn uiterst traumatiserend. Nederland is praktisch nog helemaal Rooms Katholiek. Fervente Katholieken zullen hem en zijn gezin niet bepaald plezierig bejegend hebben. Dankzij de inzet van zijn kinderen en kleinkinderen raakt de familie er echter in de loop der jaren gelukkig weer bovenop.

Waarom Claas naar Lisse uitwijkt, is vooralsnog niet bekend. Tussen Leiden en Lisse bestaan echter van oudsher nauwe banden. Lisse is erg gericht op Leiden en verkoopt veel tuinbouwproducten aan Leiden, zoals groenten, aardappels, kruiden, bloemen en zaden. Maar ook kaas en boter. Verder houdt de Leydsche Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde somtijds er de jaarlijkse vergadering en houden de Leidse studenten regelmatig hun feesten in Lisse. Misschien is Lisse daarom bekend terrein voor Claas en dezijnen. Samen met de economische kansen in Lisse en niet ver van familie en vrienden, kan dat de reden zijn waarom zij zich aldaar zijn gaan vestigen.

Een andere belangrijke factor die kan hebben meegespeeld bij het besluit van Claas Willemsz om te vluchten naar Lisse, is Dirc van Oosterwyck. Deze Dirc heeft familie op Huys Dever te Lisse, van wie zoon Matheus Claesz de Vrancken Hofstede te Lisse koopt. Dirc Oosterwyck is een Leids patricier en het kan dus niet anders dan dat Claas Willemsz hem kent. Mogelijk heeft deze Dirc Oosterwyck Claas Willemsz getipt over de mogelijkheden van Lisse en ook bemiddeld bij de koop van Vrancken Hofstede door Matheus Claesz. Dirc Oosterwyck zelf woont sinds 1445* mogelijk zelf op Huys Dever, omdat zijn nicht Clara (leenvrouwe van Dever) en haar man elders wonen. In 1461 wordt Dirc in ieder geval pastoor van Lisse.

Of Claas Willemsz de auteur is van het dichtbundel 'Der Minne Loep' is niet absoluut zeker, maar het feit dat hij in Zoetermeer heeft gewoond, doet dat wel vermoeden. In Zoetermeer is namelijk een Kamer van Rethorica gevestigd met het wapen 'De Witte-Meerbloem' en de spreuk 'Met zoetheid meer'. Het is juist de tijd van de opkomst van kamers van rethorica, met name in Holland. Deze kamers van de Rederijkers houden zich bezig met de dichtkunst, literatuur en geloof. Ze staan erg open voor de nieuwe, protestante denkbeelden, waardoor ze voor de gevestigde orde nogal suspect worden. Verscheidene Rederijkers belanden op de brandstapel. De kritiek van Claas op het H. Sacrament past goed bij een Rederijker en versterkt daarmee het vermoeden dat hij Rederijker is en lid is (geweest) van de Kamer van Rethorica in Zoetermeer. Meer echter passen zijn opvattingen in dezen bij het religieus spiritualisme en de Broeders van de Vrije Geest. Gezien de straf die hij krijgt, moet hij wel sterk onder invloed hebben gestaan van deze stroming. Misschien is hij er zelfs een actief lid van geweest.

Het dichtbundel 'Der Minne Loep' wordt 1486 (postuum) gepubliceert. Het handelt over de diverse graden van liefde (minne). De liefdes die erin beschreven worden, zijn merendeels ontleend aan oude fabels, maar ook werkelijke gevallen uit latere tijd. De auteur onderzoekt in welke graad van liefde de minnaars tot elkaar staan. Zo onderzoekt hij de liefde tussen Floris IV, graaf van Holland, en de gravin van Clermont. Floris wordt in 1234 tijdens een steekspel te Corbie vermoord. Claas Willemsz classificeert zijn liefde voor de gravin als 'minne van de eerste graad', wat betekent dat het liefde op afstand is, zonder werkelijk persoonlijk contact. Het werk van Claas Willemsz is alleen bekend door de vele citaten door latere schrijvers en dichters, oals Huydecooper, De Vries, Willems en Bilderdijk. De auteurrechten van 'Der Minne Loep' belanden uiteindelijk bij de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde te Leyden.

Al met al lijkt Claas Willemsz uit een zeer goed milieu te komen, dat tot de aanzienlijken van die tijd gerekend moet worden. Claas is goed opgeleid en staat open voor nieuwe opvattingen. Dat hij niet op de brandstapel belandt, maar dat 'slechts' zijn rechter hand wordt afgehakt en dat hij wordt verbannen uit Leiden, moet in die woelige tijd betekenen dat hij over machtige relaties beschikt, die hem willen sparen. Voor de meeste critici van het oude, katholieke geloof is in die tijd de brandstapel weggelegd. Door voor Leiden te kiezen en daar als poorter geaccepteerd te worden en later zelf burgemeester te zijn, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat hij (mede door zijn afkomst) voor de burggraaf van Leiden een bekende is. De burggraven die daarvoor in aanmerking komen, zijn Filips V van Wassenaar (gst 1427) en Jan I van Wassenaar (gst 1445). De benoeming van Claas tot kerkmeester van Wassenaar in 1430 bevestigt de veronderstelling dat hij een goede relatie heeft met de Van Wassenaars. Het feit dat Jan I van Wassenaar en Jan Engebrechtsz van Cranenburg (tijdgenoten) mogelijk het zelfde familiewapen voeren (zwart veld met drie zilveren wassenaars) geeft aan dat er een goede relatie tussen Claas Willemsz en de Van Wassenaars moet kunnen hebben bestaan binnen een familiair kader. Jan Engelbrechtsz van Cranenburg is immers mogelijk een oom van Claas Willemsz, die Claas na zijn vaders dood onder zijn hoede heeft genomen.

Familiaire relaties vormen een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijk succes, zeker in de tijd van Claas Willemsz. De Van Wassenaars plaatsen vele clanleden op belangrijke posities om hun eigen macht te versterken en hun toekomst te verzekeren. In deze optiek is het goed denkbaar dat Claas Willemsz tot die clan behoort. Hij wordt poorter, burgemeester en kerkmeester. Dat kan alleen met goede assets. Horend tot de clan van de burggraaf is in dit geval wel een zeer belangrijke asset.

Als Claas Willemsz inderdaad tot de clan van de burggraaf hoort, i.c. tot de clan van de Wassenaars, dan is het interessant te weten wie z'n vader is. Op grond van de huidige gegevens lijkt Willem van Cranenburg (gb 1300*) uit Eikenduinen de grootste kanshebber. Willem is een nazaat van de Van Wassenaars en een neef van Filips IV, burggraaf van Leiden. Hij kan qua leefperiode en regio heel goed de vader van Claas zijn. Het is dan alleen de vraag wat Claas Willemsz in Zoetermeer doet. Hij moet rond de 26 jaar zijn als hij in Leiden komt en poorter wordt. Voor iemand van zijn leeftijd en nivo lijkt het daarom mogelijk dat hij in Zoetermeer in het klooster van de Orde der Reguliere Kanunikken heeft vertoeft en wel zeer waarschijnlijk voor een gedegen opleiding. Het klooster stond aan de westzijde de Reguliersdam, de bijbehorende kerk stond daarentegen aan de oostzijde.
De Augustijne Orde is wereldlijk en filosofisch ingesteld, dankzij hun grondlegger de H. Augustinus. Mogelijk heeft deze orde de basis gelegd voor de kritische instelling van Claas Willemsz. Daarnaast kan Claas in Zoetermeer lid zijn geweest van de Kamer van Rethorica 'De Witte Meer-bloem', die zijn kennis en bekwaamheden verder hebben ontwikkeld.

Er zijn twee wapens die in aanmerking komen om door Claas Willemsz te zijn gevoerd.
1. Conform bron DFW voert Claes mogelijk het wapen van het geslacht Van Wassenaar: drie wassenaars 2-1 geplaatst. De kleuren zijn vooralsnog onbekend, maar waarschijnlijk zijn ze de variant van het geslacht Van Cranenburg: op een zwart veld drie zilveren wassenaars (2-1).
2. Mogelijk is Claas Willemsz ook de bedenker van het wapen van Cranenburg Egmond: op een veld van goud vier rode kepers met in het rechter vrijkwartier: op een veld van azuur een zilveren kraanvogel met een steen in een opgeheven poot.

** RZZ, HRAC, Cranenburg Egmond, Willem van Egmond, Zoetermeer, Jan Engelbrechtsz van Cranenburg, Willem van Wassenaar, Rederijkers, Hussieten, Calixtijnen, Spiritualisme, Inquisitie, Kranenburg Wassenaar, Jan Claes van Cranenburch, Cranenburgh Lisse, Vrancken Hofstede te Lisse, Huys Dever te Lisse, Zijplant, VWW, Van Cranenburch Warmond, FW Cranenburg Egmond, FW Cranenburg Wassenaar, FW Kranenborg Wedde, Naamgebruik, Steven Everardsz van Cranenburch (Dirk Poes)
# FVK, HVW, AWA, WP, ZHT, AVB, AHG, OVG 1974, RA Leiden, FRI

Claes Xzn van Cranenburg (1370*-1430*):
Vader van Matheus Claesz (van) Cranenburgh. Woont mogelijk in Lisse.
Gezien de feiten zijn er twee opties:
> Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355)
Claas Willemsz is vrij zeker een zoon van Willem van Cranenburg, die in 1330 hofstede Cranenburg in Eikenduinen sticht.
> Claes Engelbertsz van Cranenburg (gb 1370)H
Claes Engelbertsz van Cranenburg is vooralsnog niet meer dan een reëele hypothese. Zijn vader is dan Engelbert II van Cranenburg, die in 1367 is beleend met hofstede Cranenburg in Eikenduinen.
Gezien alle feiten is Claas Willemsz vooralsnog de meest waarschijnlijke optie.
** Claes Engelbertsz van Cranenburg (gb 1370), Borg Kranenburg, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburgh Lisse, Claas Willemsz van Cranenburg, Claes Florijsz van Cranenborch
# HRAC, KJS

Claes Enghebrechtsz van Cranenburch' (1390*-1467):
Vrij zeker een zoon van Eggebrecht Jansz van Cranenburgh (gb 1341) en NN in Den Haag.
Woont in de Spuibuurt van Den Haag, waar hij drie panden bezit. Ghm NN.
Udh: Bartholomeus Claisz (gb 1430) en Claes Claesz van Cranenburch (gb 1431).
** HVH
# HVH

Claas Claas Willemsz van Cranenburg' (1400*-1475*):
Mogelijk een zoon van Claas Willemsz van Cranenburg en Lijsbet Bruun Jacobs.
Woont in Leiden. Ghm NN.
Vermeld 8.6.1451 in een acte van transport voor schepenen van Leiden als procureur ivm een huis en erf in het Noordeinde.
Hij zegelt in 1465 met het wapen van burgemeester Adriaan van Poelgeest: drie adelaars van zilver op een blauw veld, 2-1 geplaatst, in het midden een dwarsbalk in goud met daarop een klaverblad; helm, kroon en opvliegende adelaar. Dit zegel wordt ook gebruikt door Claas Jan Claesz (burgemeester van Leiden) rond 1489 en in de 16e eeuw door Cornelis Cornelisz van Poelgeest (Cornelis Cornelisz van Achthoven). Dit kan duiden op onderlinge verwantschap. In ieder geval lijkt dit erop te wijzen dat Claas Claas Willemsz in de kring van het Leids patriciaat vertoeft en mogelijk zelf in Leiden woont en daar ook geboren is. Mogelijk is hij dan een zoon van Claas Willemsz van Cranenburg, die zelf ook tot het Leids patriciaat heeft behoort en enige tijd burgemeester van Leiden is.
** Van Poelgeest, Claas Jan Claesz van Cranenburch (gb 1449), FW Cranenburch Adelaar
# F.P. Van Agthoven, DAB

Claes Jansz van Cranenburg* (1415*-1475*)
Mogelijk een zoon van Jan van Cranenburg en jonkvrouwe Elisabeth Mourijnsdr van Burghersdijk.
Vermeld in 1451 ivm 2 rentebrieven, groot 12 en 20 schellingen Hollands per jaar, gaande uit een huis in Den Haag (AKD p 392).
Vermeld 16.11.1451 in een oorkonde waarbij schepenen in Den Haag aan Claes Jansz toekennen een rente van 12 schellingen Hollands wegens achterstallige, gaande uit Aernt Dirc Thonys' huis op den Geest (AKD p 409).
# AKD

Claes Claesz van Cranenburch (1431*-1491*):
Vrij zeker een zoon van Claes Enghebrechtsz van Cranenburch en NN in Den Haag.
Woont in Den Haag, mogelijk in de Molenstraet (Hofkwartier). Ghm NN.
Udh: Mathijs Claesz van Cranenburch (gb 1480).
** HVH, Cranenburch Den Haag
# HVH

Claes Florisz van Cranenborch (1442*-1502*):
Vrijwel zeker een zoon van Floris Jansz van Cranenburg (gb 1404) uit Maasland/Hoorn.
Woont in Bergambacht*. Ghm Maritge.
Vermeld 8.10.1482 in een acte waarin Claes verkoopt aan Jan Jansz van Vorenbroeck, namens meester Jan Wolfaertsz, priester, 3 morgen land te Bergambacht.
Zoons: Joris Claes Florisz en Adriaen Claesz van Cranenburch.
** Floris van Cranenburg Jansz
# OVG 1982 (p 140, 6462 f 80v), SPV

Claas Jan Claesz van Cranenburch* (1449*-1509*):
Mogelijk een zoon van Jan Claesz van Cranenburch (gb 1415) te Warmond.
Is rond 1489 burgemeester van Leiden.
Zegelt in die periode met het wapen Van Poelgeest: op een blauw veld drie adelaars van zilver (2-1) met daartussen een dwarsbalk van goud. Adriaan van Poelgeest is burgemeester in 1465-76. Daarna is hij schout in 1487-1499.
** Claas Claas Willemsz van Cranenburg, FW Cranenburch Adelaar

Claes Reynoutsz van Cranenburgh* (1450*-1540*):
Mogelijk een zoon van Reynout Claasz van Cranenburg (gb 1405) te Leiden.
Pacht op 19.4.1498 boerderij Blankenhoeve op de Vrouwe Ven te Warmond van de Abdij van Rijnsburg. In een charter van die datum staat dat Beatrijs van Remmerswaelle, Abdis en Vrouwe van Rijnsburg:

condt doet aen alle deghene dair dese onse brief getoont sal worden als op ons lant op de Venne staet derhalf Hondert Rijnsguldens
Ofwel: dat zij heeft verkocht aan Claes Reynoutsz huis, schuur en bergen in de Vrouwe Ven en dat hij daarvoor betaalt 250 Rijnsguldens.
Voor de pacht van het land moet Claes 36 pond Vlaams per jaar betalen. Als hij in gebreke blijft, dan wordt het het huis getaxeerd en is de Abdij gerechtigd het tegen de getaxeerde prijs terug te nemen.
Zoon: Baan Claasz van Cranenburgh (gb 1475).
** Dirck Gijsbrechtsz van Cranenburg (gb 1411)
# SRO (p 172), KBG

Claes Vranckenz van Cranenburch (1460*-1520*):
Zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse/Warmond. Ghm NN.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Volgens deze lijst is Claes drapenier (lakenwever/handelaar) en woont hij in de wijk Burgstreng (bij de Burcht van Leiden).
In 1498-1517 beleend met 4 morgen land in Bordijck.
Zoon: Adriaen Claesz van Cranenburch (gb 1495).
Mogelijk ook Cornelis Claesz, Jan Klaasz, Rut Klaasz en Gerrit Klaasz van Cranenburch.
** OV72/230
# OVG 1972 (p 230), VML

Claes Meesz van Cranenburch (1465*-1525*):
Mogelijk een zoon van Bartholomeus Claisz van Cranenburg en NN in Den Haag.
Woont in Delft. Ghm NN.
Zoon: Adam Claes Meesz van Cranenburch.
** OV72/230
# OVG 1972 (p 230)

Claes Engelbrechtsz van Cranenburch (1467*-1527*):
Vrij zeker een zoon van Egbert van Cranenburg (gb 1426) en NN Gerijt Andriesdr in Borgersdijk. Woont in Maasland waar hij Schout is.
In bron OV 1986 (p 579) noemt A.M. Verbeek de namen van een groot aantal INWONERS VAN MAASLAND ANNO 1523 die door de procureur-generaal werden gedagvaard. (Alg. Rijksarchief Den Haag, protocol dd 23.7.1523) De geboortejaren van deze personen moeten volgens Verbeek liggen vóór 1500, meest laatste kwart 15e eeuw. In dit protocol komt ook de naam Claes Engelbrechtsz voor.
Zoons*: Adryaen Claes Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1502), Heijnrijck Claesz van Cranenburch (gb 1503; Pijnacker) en Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden).
# OV 1986, KBG

Claas-Engelbrechts-Polder
Polder in Schipluiden (Delfland), grenzend aan de Hodenpijlse Polder, de Gaag en de Dorpspolder. De polder is genoemd naar Claes Engelbertsz, die Schout van Maasland is geweest. Dat is dan Claes Engelbrechts van Cranenburch (gb 1467) te Maasland.
Schipluiden ligt ingeklemd tussen Maasland in het zuiden en Delft in het noorden. Mogelijk heeft Claas Engelbregstz in deze polder gewoond.
De polder is al ruim 750 jaar in gebruik door boeren.
# AWA, HV Oud Schipluiden

Claes Xzn van Cranenburch (1469*-1529*):
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Udh: Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden).

Claes Gielisz van Cranenburg (1474*-1534*):
Zoon van Gielis Pietersz van Cranenburg en NN te Schipluiden.
Woont in Schipluiden. Ghm NN.
Zoon*: Egbert Claesz.

Claes Dirck Vranken Cranenburgh (1500*-1586*):
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren in Lisse*.
Gehuwd met Maritgen Jacobsdr.
Bouwman op de Vrouwe Ven tnv 't Cloosterland vallend onder Warmond.
Claes pacht 32 morgen hooi- en weiland van de Abdij van Rijnsburg. Mogelijk in onderpacht van zijn vader Dirck Vranken, die in 1510-50 kastelein van Huys Dever in Lisse is. In die jaren woont Claes op boerderij Pennings aan het Vennemeer. Hij betaalt aan pacht in 1534 47 pond, in 1539 51 pond, in 1545 64 pond, in 1550 69 pond, in 1574 90 pond, in 1575 53 pond (14 pond kwijtgescholden), in 1576 80 pond (10 pond kwijtgescholden) en in 1578 62 pond 8 schelling. Kennelijk is Claes sinds 1575 op leeftijd en heeft hij moeite de eindjes aan elkaar te knopen.
Vermeld in 1529 als Welgeborene in Rijnland.
Alias: Claes Dircksz, Klaas Dirksz
Udh: Claas Claesz, Jan Cleasz, Mees Claesz, Gerrit Claesz, Cornelis Claesz, en Zacharias Claesz Cranenburgh/Kranenburg.
** Zijplant (Warmond)
# KOJ, VVB, SRO, A447M, TVP, LWR

Claas Jorisz van Cranenborch* (1500*-1560*):
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Pouwelsdr in Hillegersberg/Loosduinen.
Vermeld in 1526 en 1535 als Welgeborene in Rijnland.
Alias: Klaas Jooren
# LWR, KBG

Claes Claesz van Cranenburch' (1504*-1564*):

Mogelijk een zoon van Claes Engelbrechtsz van Cranenburch (gb 1467) en NN in Maasland. Schepen te Leiden. Ghm NN. Vermeld 19.12.1528 in bron AKD (p 272) als schepen van Leiden ivm verkoop van 10 morgen land (genaamd Land van Alcmade) te 's-Gravenzande aan het klooster en convent van de Heilige-Geest meesters in Leiden. [Archief Klooster Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande; Regestenlijst; oorspr. ivn 47; met zegels van Claes (rechts) en schepen Frans Geryt Doensz]. Vermeld 1529 als Welgeborene in Rijnland op de lijst LWR.
Udh: Hessel Claesz van Cranenburch (gb 1540; Rijnsburg/Voorhout) en Mees Claesz van Cranenburch (gb 1546; Leiden).

Wapen: op een soort muur twee kraanvogels, links gekeerd.
Dit wapen lijkt identiek aan het wapen CVM van het geslacht Van Kranenburg Arnhem.
** CVM
# AKD, LWR, NAD, KBG

Claes Xzn van Cranenburch (1505*-1565*):
Vader': Claes Engelbrechtsz van Cranenburch (gb 1467; Maasland)
Woont mogelijk in Rijnsburg of Voorhout. Ghm NN.
Zoon: Hessel Claesz van Cranenburch (gb 1540; Rijnsburg/Voorhout).
=* Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Maasland/Leiden)

Claes Xzn van Cranenburgh (1508*-1568*):
Woont mogelijk op de Vrouwe Ven te Warmond. Ghm NN.
Zoon: Mees Claesz van Cranenburgh (gb 1543; VrouweVen/Warmond)
=* Claes Claesz van Cranenburch (gb 1507; Maasland/Leiden)

Claas Xzn Cranenburgh* (1520*-1584*):
Woont in Groningen. Ghm NN.
Udh: Meinert Clasen (gb 1559).
=* Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525)

Claes Thijsz Cranenburgh (1520*-1585*):
Vrij zeker een zoon van Mathijs Dircksz Cranenburgh (gb 1495) en NN, wonend in hoeve De Weeswoning in de Boterhuispolder te Warmond. Dat Claes Thijsz uit Warmond komt, blijkt overtuigend uit de nauwe relatie tussen de geslachten Cranenburgh~ en Rosenburgh~ in Warmond, Scharmer en Groningen. (> Kranenburg & Rozenburg) Maar verder ook door zijn huismerk dat identiek is aan het huismerk van Van Cranenburchs~ in Warmond. (> Xsi)

Vooralsnog is van Claes Tijsz formeel verder weing anders bekend dan dat hij scheepmaker is, uit Holland komt en in 1556 een karveel bouwt in stad Groningen. Op grond van deze en andere gegevens is echter de volgende recontructie te maken van zijn leven in de periode 1540-1555:
* 1540-1550 is Claes scheepstimmerman op een werf aan de Scheepmakersdam in Warmond, waar een aantal scheepswerven staan. (> Warmond)
* 1545 bouwt hij een scheepswerf bij hoeve Pennings in Warmond, waar zijn grootvader Dirck Vranken Cranenburgh (1470-1550) woont.
* 1550 overlijdt grootvader Dirck Vranken Cranenburgh. Zoon Huych Dircksz Cranenburgh koopt hoeve Pennings.
* 1550-1555 is Claes scheepstimmerman te Haarlem waar hij ervaring krijgt met de bouw van karvelen. Warmond-Haarlem=20Km=3UurVaren. Claes zal daar dus ook wonen. In Haarlem staan vele scheepswerven, die al sinds begin 16e eeuw karvelen bouwen. C. Boschma-Aarnoudse schrijft daarover in het boek "Tot verbeteringe van de neeringe deser Stede" op pagina 232 het volgende:

Ook in Haarlem was sinds de crisisjaren sprake van een gunstige ontwikkeling in de scheepsbouw. Niemeijer schat dat rond 1500 jaarlijks 6 tot 8 schepen van de Haarlemse hellingen liepen. De stad had naast de nieuwbouw en reparatie eveneens een aanzienlijke markt in schepen. Het accent lag daar in de periode 1470-1530 op de bouw van Rijnschepen voor de binnenvaart en de visserij, maar daarna kwam de bouw van de grotere koggen en karveelschepen als handelsschepen centraal te staan. De Haarlemse scheepsbouwers hebben zich de noodzakelijke technische innovaties die de bouw van deze schepen met zich meebracht snel eigen weten te maken.
In Leiden worden in die tijd geen karvelen gebouwd. (GA Leiden 2.2.09) In Den Haag evenmin. (GA Den Haag 11.2.09) In die plaatsen kan Claes Thijsz dit vak dus niet hebben geleerd. Rond 1600 bouwt ene Garbrant Claesz in Haarlem karvelen. Mogelijk is hij een zoon van Claes Thijsz Cranenburgh. Later wonen steeds meer Kranenburgs~ in Haarlem en directe omgeving. Hun herkomst is vooralsnog niet zeker. Claes Thijsz lijkt daarom de meest waarschijnlijke stamvader.

Claes woont rond 1556 in stad Groningen waar hij een werf heeft aan de Hoge der A nabij de Kranenbrug (Kranebrugghe). (> Kranenbrug~) In Groningen en Friesland wordt hij de 'de Hollander' genoemd. Naar gebruik aldaar betekent deze bijnaam dat Claes Thijsz afkomstig is uit de toenmalige provincie Holland. Bron EVG (p 142) schrijft hierover:

Dat gebeurde overigens wel op een goede dag in 1556 toen een zekere Claes Thijsz., bijgenaamd de Hollander, met de rentmeester van Leeuwarden overeenkwam om voor hem een karveel te bouwen. De Hollanders hadden zich in die tijd reeds bekwaamd in de bouw van dit type schip met een gladde huidbeplanking (in tegenstelling tot de overnaadse kogge). Claes Thijsz. wenste dit kennelijk ook in Groningen te doen.
Een karveel is een snel zeilschip, gebruikt voor de handelsvaart. Dit scheepstype komt oorspronkelijk uit het Mediterrane gebied. In 1460 wordt in Hoorn de eerste karveel gebouwd in Nederland. (> Karveel)
 
Zoals gezegd bouwt bouwt Claes in 1556 een karveel voor de rentmeester van Leeuwarden. De Hollanders hebben veel ervaring met de bouw van dit scheepstype met een gladde huidbeplanking. En zeker ook Claes Thijsz, die zijn vak leerde in Haarlem waar veel karvelen worden gebouwd sinds het begin ven de 16e eeuw. De Schuitenmakersgilde protesteert tegen de bouw van het schip, maar het Stadsbestuur meent dat Claes de rechten van de Schuitenmakersgilde niet schendt en geeft Claes toestemming het schip af te bouwen. In 1559 zwicht het Stadsbestuur voor de druk van de gilde en ordonneert dat voortaan dergelijke grote schepen niet meer mogen worden gebouwd.

Het Diarium van Egbert Alting (bewerkt door W.J. Formsma en R. Van Roijen) vermeldt op pagina 72 de tekst van de opdracht van de rentmeester:

Donderdach 28 Januarii 1557.
Den rentmeester van Lewarden, Gheryth van Loo, sampt Peter van Deekema ys voer dytmael vergundt, dat se hiir van Claes Thijsz., alias Hollander, sich sullen laten maken szodane korveelschyp, als se myt malckanderen den 6 Martii Ao 1556 vedragen synt ghewest, beholdtlyken, dat taelve in ghener consequentie getogen worden sall. De his quare litteras in den sack boven in der schrijffkamer an de balcken hangende, tutulo dat hoff van Vreeslandt.
Genoemde Gheryth van Loo is een kleinzoon van Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437), mogelijk afkomstig uit Dordrecht, gehuwd met Albrecht van Loo, pensionaris van Dordrecht, etc. (> Dieuwertje van Cranenburch) Gheryth is gestorven in 1562. Men kan zich afvragen of hier een familiaire relatie c.q. het 'ons kent ons' principe geldt en dat Claes Thijsz mede op grond daarvan de opdracht heeft gekregen.

Uit bron GBG (4822) blijkt dat Claes de titel van Meester voert. Daar staat namelijk:

Salige mr. Claes dochter in Torftoornstrate ... gelyck numero 44, sal weder moegen het marck up 't graf laten maecken.
Mr Claes dochter is eigenares van dit graf in 1592, dat mogelijk is bedoeld voor haarzelf. Zij wordt al genoemd als eigenares van een graf in 1572 in de Broerkerk te Groningen. Gezien het jaartal 1572 kan dat wel het graf van haar vader zijn. Mogelijk is Claes Thijsz dus in dat jaar gestorven en is zijn dochter eigenares geworden van zijn graf in de Broerkerk. Uit de geciteerde tekst blijkt dat zijn merk op zijn grafsteen moet zijn aangebracht.

De titel van Meester (Mr) slaat waarschijnlijk op zijn vakmanschap als scheepsbouwer. Het is in die tijd een titel voor iemand die alle stadia van zijn vak heeft doorlopen en daarin de hoogste graad van vakbekwaamheid heeft bereikt. Dit moet haast wel, aangezien Claes Thijsz een zelfstandige scheepsbouwer is en met de bouw van de karveel in 1556 een ongekende prestatie heeft geleverd voor iemand in zijn tijd in Groningen.

Claes Thijsz en zijn dochter voeren hetzelfde huismerk. Dit merk is welhaast identiek aan de letter Dzjim in het Cyrillisch en Russisch alfabet. Dit Dzjim-teken correspondeert met het Christusmonogram, dat al in de 4e eeuw nC wordt gebruikt voor de afkortingen Cr en Kr. (> Xsi) De beginletters dus van Cranenburgh en Kranenburg. (> GXW)
 
Bron DNK beschrijft hoe vele Doopsgezinden en andere Protestanten uit West Nederland en Vlaanderen in 1500-1648 vluchten naar Noord Nederland en NW Duitsland wegens het wrede optreden van de Inquisitie en de Spanjaarden. De migranten uit Zuid-Holland in Friesland, Groningen en Ost-Friesland worden daar Hollanders genoemd. Vele van hen nemen daarom op den duur zelfs de naam Hollander aan als familienaam.

Van Claes Thijsz mogen we aannemen dat hij Protestant is. In zijn geboortestreek te Warmond zijn in ieder geval de meeste mensen Hervormd of Remonstrant. (> SRO) Vele Protestanten vluchten in die tijd vanuit Vlaanderen en Holland naar Noord Nederland en NW Duitsland op de vlucht voor de Inquisitie en de Spanjaarden. Bovendien kunnen vele Kranenburgse nazaten van Claes Thijsz gerekend worden tot de Doopsgezinde Kerk. (> Doopsgezinden) In Groningen is hij tamelijk veilig en kan hij als scheepsbouwer een nieuw bestaan beginnen.

In 1580 komt Groningen in handen van de Spanjaarden door het verraad van stadhouder Rennenberg. De Ommelanden blijven echter trouw aan Willem van Oranje en de Protestanten. Het is daarom mogelijk dat Claes Thijsz met zijn gezin verhuist naar Scharmer. (> Thijs Claesz Kranenburg gb 1556)
Alias: Claes Thijsz van Cranenburgh/Cranenburch.
Kinderen:
Xx Claesdr Kranenburg (gb 1546 Warmond)
Garbrant Claesz Kranenburg (gb 1548 Warmond)
Grietie Claassens Kranenburg (gb 1550 Haarlem)
Egbert Claesz Kranenburg (gb 1554 Haarlem)
Elsien Clasens Kranenburg (gb 1555 Haarlem)
Geert Claesen Kranenburg (gb 1558 Groningen)
Meinert Clasen Kranenburg (gb 1559 Groningen)
Jan Claesen Cranenburgh (gb 1563 Groningen)
Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565 Groningen)
Hindrick Claesz Kranenburg (gb 1567 Groningen)
Roelof Claesz Kranenburg (gb 1570 Groningen)
Jacob Claesen Kranenburg (gb 1572 Groningen).
** Xsi, GXW, Huismerken, Broerkerk Groningen, Meester, Van Cranenburch Warmond, Kranenburg & Rozenburg, Kranenburg Scharmer
# EVG, GBG, DNK, KBG

Claas Claesz van Cranenburgh (1530*-1595*):
Zoon van Claes Dirck Vranken Cranenburgh en Maritgen Jacobsdr.
Geboren op de Vrouwe Ven te Warmond. Ghm NN.
Zoons: Heinrik Claasz van Cranenburch, Jan Claesz van Cranenburch, Reynier Claasz van Cranenburgh en Zacharias Claesz Cranenburgh.
# VVB, TVP, KBG

Claas Jacobsz van Cranenburch* (1555*-1615*):
Mogelijk een zoon van Jacob Jansz van Cranenburch en NN te Warmond.
Voert de titel Mr (Meester).
Vermeld in 1589 en 1590 als Welgeborene van Rijnland, wonend in Zoetermeer.
Zoons*: Mees Claesz (gb 1592) van Cranenburgh en Zacharias Claesz van Cranenburch (gb 1600).
# LWR

Claes Jacobsz Cranenburgh (1570*-1630*):
Mogelijk een zoon van Jacob Ysbrantsz Cranenburgh (gb 1542) te Warmond/Sassenheim. Woont in Heiloo.
In 1608 doet Willem Jacobsz IJpelaan te Heiloo afstand van het voogdijschap van Aris Wilbertsz. In de acte worden ook genoemd Jan Cornelisz Cranenburgh en Claes Jacobsz Cranenburgh.
Zoon*: Jacob Cranenburg (gb 1614 Enkhuizen).
** Cranenburgh Heiloo
# AFY, KBG

Claas Huygensz van Cranenburch (1581*-1641*):
Zoon van Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552) en NN te Gouda.
Genoemd 1622 ivm betaling hoofdgeld. (Hoofdgeld Kwartier Gouda)
# GHA 29.1.09

Claes Meesz van Cranenburgh (1583*-1636*):
Mogelijk een zoon van Mees Claesz van Cranenburgh en Maritge Jacobsdr in Warmond.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Zoon van Mees Claesz (van) Cranenburgh en Maritge Cornelisdr.
Ghm Trijntgen Joostendr. Ze wonen in Leiden.
In 1636 overlijdt Claes. Trijntgen hertrouwt met Jan Evertsz, steenkoper te Leiden. Maar ook zij overlijdt in 1636.
Udh: Maritgen Claesdr, Aeltgen Claesdr en Barbertgen Claesdr.
Mogelijk ook Oth Claesz (gb 1633) en Pieter Claesz (gb 1635) Cranenburch.
** Pennings Vennemeer, NBL
# TVP

Claas Gerritsz van Cranenburch (1591*-1651*):
Mogelijk een zoon van Gerrit Claesz Cranenburgh te Warmond (Vrouwe Ven).
Vermeld in 1626 als Welgeborene in Rijnland, schout te Leiderdorp.
Dochter: Jannetgien van Cranenburch (gb 1628).
Zoon*: Dirck Claesz van Cranenburch (gb 1624).
# LWR

Claes Dircksz van Cranenburch (1594*-1657*):
Zoon van Dirck Xzn van Cranenburch (gb 1561) en NN.
Woont in Hazerswoude. Gehuwd met Pietertje Ottendr, dochter van Ot.
Het gezin woont 1622-23 (Hoofdgeld) zonder kinderen aan de Rijndijk. Later op de Hoge Rijndijk ten oosten van de Rijnburger Sluis te Hazerswoude. Pietertje overlijdt aldaar 4.9.1655. Claes overlijdt aldaar rond 1657.
Udh:
Dirck Claesz van Cranenburch (gb 1624)
Oth Claesz Cranenburch (gb 1626)
Pieter Claesz van Cranenburgh (gb 1628)
Neeltje Claesdr Cranenburgh (gb 1630)
Aeltge Claesdr van Cranenburch (gb 1632)
# M. Kranenburg, KBG

Claas Jansz Cranenburgh (1600*-1660*)H:
Zoon van Jan Jansz Cranenburgh in Warmond.
Verhuist mogelijk naar Amsterdam.
Dochter: Aaltje Claas Kranenburg (gb 1644; Amsterdam).
** Xx Jansz Cranenburgh (gb 1600)

Claes Jan Ties Kranenburg* (1605*-1665*):
Mogelijk een zoon van Jan Thijssen Kranenburg te Scharmer.
Vermeld in 1640 op een uurwerk in Lutjegast (Gro).
Volgens de inscriptie is hij kerkvoogd van de NH Kerk aldaar.
# GGW, KBG

Claes Xzn Cranenburch (1605*-1665*):
Woont in Lisse*. Ghm NN.
Zoon: Oth Claesz Cranenburch

Claas Vranken Cranenburgh* (1607*-1667*):
Mogelijk een zoon van Vrank Anthonisz Cranenburg (gb 1575) te Lisse.
Vermeld in 1642, -43, -48 en -49 als Welgeborene in Rijnland, wonend aan de Meneweg.
Zoon*: Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630).
# LWR

Claes Sachariasz van Cranenburgh (1609*-1670*):
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Zoon van Zacharias Claesz (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Genoemd in 1640 (RA Rijnsburg 4) en boedelscheiding 21.7.1640 (RA Rijnsburg 3).
Kinderen: Duijffgen Claes, Mees Claesz*.
** Pennings Vennemeer
# TVP

Claas Xzn Kranenburg (1609*-1669*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1574) en NN in Amsterdam*.
Woont in Amsterdam. Ghm NN.
Dochter: Aaltje Claas Kranenburg.
=* Claas Jansz Cranenburgh (gb 1600 Warmond)

Claas Jacobsz Kranenburg' (1615*-1685*):
Mogelijk een zoon van Jacob Claesen Kranenburg en Anne Heijnens.
Geboren in Scharmer. Woont sinds 1620* in Kantens.
Vermeld december 1683 in Register Lidmaten NH Kerk Kantens.
# menneglas.nl 20.11.08

Claas Maartensz* Cranenburg (1620*-1680*):
** Claas Xzn Cranenburg (gb 1620; Gouderak)

Claas Xzn Cranenburg (1620*-1680*):
Vrij zeker een zoon van Maarten Huygensz van Cranenburch (gb 1585; Gouderak).
Woont in Gouderak*. Ghm NN.
Udh: Neeltje Claasse Cranenburg (gb 1655; Gouderak).

Claas Claasz Cranenburgh* (1630*-1690*):
Mogelijk een zoon van Claas Vranken Cranenburgh (gb 1607) aan de Meneweg.
Vermeld in 1656 als Welgeborene in Rijnland, wonend aan de Meneweg.
Woont later mogelijk in Rijpwetering.
Alias: Claas Claasz Vranken
Zoons*: Cornelis Claesz Cranenburgh (gb 1665) en Maarten Claesz Kranenburg (gb 1666).
# LWR, KBG

Claes Xzn Cranenburgh (1630*-1690*)x
Woont op de Rypwateringe (Alkemade)*. Ghm NN.
=* Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630)
Zoon: Cornelis Claesz Cranenburgh

Claes Xzn Kranenburg (1631*-191*):
Woont in Moordrecht*. Ghm NN.
Zoon: Maarten Claes Kranenburg.

Claes Jans Kranenburg* (1633*-1693*):
Mogelijk een zoon van Jan Hindricks Kranenburg te Scharmer.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF.
# KHF (1670)

Claes Pietersz van Cranenburch (1637*-1727*):
Mogelijk een zoon van Pieter van Cranenburch (gb 1616) en NN.
Geboren in Utrecht.
Huwt 1e op 17.4.1658 voor het Gerecht met Cornelia Barthool Loendersloot.
Udh: Pieter (gb 1662).
Vermeld 20.3.1674 in een acte (UA ivn U87a1/7) ivm overdracht van zijn husinge ende erve aan de Loeffballenmaeckerstraet (Loeff Berchmakerstraat; bij Neude) aan zijn zoon Pieter van Cranenburch, voor wie hij voogd is.
Huwt 2e op 14.8.1675 voor het Gerecht met Maria Scheffens (Cheffels).
Udh: Jacoba (gb 1676), Johannes (1678) en Willem (1680).
Mogelijk ook Godert Cranenburg (gb 1677).
Vermeld 12.10.1676 in een acte (UA U87a1/69) ivm borgtocht wegens huishuur.
Vermeld obit 15.1.1728 in een acte (UA ivn U129a9/73) ivm een attestatie.
Alias: Nicolaas (Claes) Peterss van Cranenburch, Nicolaes van Cranenburgh
** UTRA
# JKE, UA

Claes Hindrix Kranenburg* (1643*-1703*):
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Vermeld in 1702 op een lijst voor de aanslag van de 400e penning van inwoners van Harkstede.
Zoon*: Claas Claasz Cranenburg (gb 1678; Zuid-Afrika).
# HS400

Claas Xzn Cranenburg (1643*-1703*):
Woont in Zuid-Afrika*. Ghm NN.
Zoon: Claas Claasz Cranenburg (gb 1678; Zuid-Afrika).

Nicolaas van Cranenburg (1643*-1697*):
Mogelijk een zoon van Antonnis Xzn Cranenburgh (gb 1599) en NN in Carnisse*.
Woont aan de Princestraat te Rotterdam.
Huwt op 21.11.1677 (Otr 7.11) te Hillegersberg met Sijtje (Ytie, Sygie) Groenwouts, wonend aan de Baenstraat te Rotterdam. Otr 7.11.1677 te Rotterdam.
Krijgt 24.3.1678 vergunning tot oprichting van een bank van lening in Nieuwpoort per 1.5.1578. Woont dan nog in Rotterdam. (Archief Nieuwpoort acte 501)
Koopt 4.5.1678 een huis, schuur en erf aan de oostzijde van de Buitenhaven te Nieuwpoort van Arien Jansz Salee, voogd van de onmondige kinderen van Gijsbert Jansz Salee.
Udh*: Claas Claasz Cranenburgh (gb 1678), Pieter (Claesz) Kranenburgh (gb 1680), Elisabeth Kranenburgh (gb 1681), Maria Kranenburgh (gb 1683) te Rotterdam.

Na de dood van Nicolaas hetrouwt Sijtje met Johan Weylant te Amsterdam. Op 21.6.1697 transporteert Johan Fl 1500,- aan ene Jannetje Dammes (weduwe) te Nieuwpoort. Mogelijk gaat het hier om Jannitje Dammus van Kranenburg, dochter van Dammus Cornelisz van Kranenburg te Warmond en dus mogelijk een zuster van Nicolaas.
Alias: Nicolaes/Niclaes Kranenburgh/Cranenburg/Craenenburg/Cranenborch
** Jannitje Dammus van Kranenburg, Nicolaas Cranenburg (gb 1659)
# OVG 1995 (p 519), JKE, NA Utrecht (ivn U83b20), DTB GF Rotterdam (ivn 14; 14/088), archieven.nl 28.9.08 (Archief Nieuwpoort; Stadsarchief Dordrecht / DiEP)

Claes Theusz Cranenburgh* (1650*-1710*):
Mogelijk een zoon van Thijs Sakersz Cranenburgh*.
Woont anno 1674 in Warmond.
Claes is bouwman.
# KFR

Claas Xzn Cranenburg (1656*-1721*):
Woont in West-Zaandam*. Ghm NN.
Udh: Cornelia Claasse Cranenburg (gb 1691).

Claas Xzn Kranenburgh (1657*-1717):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1622) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Begraven 15.6.1717 in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09

Nicolaas Cranenburg (1659*-1719*)
Woont in Dordrecht. Ghm Marijtie van Lee.
Udh: Vincent Cranenburg (gb 1694).
Mogelijk ook Hendrik (gb 1690) en Maria (gb 1700).
** Johannes van Cranenburg (gb 1659), Nicolaas van Cranenburg (gb 1643)
# JKE

Claas Ottosz Cranenburgh (1662*-1722*):
Vrij zeker een zoon van Oth Claesz Cranenburch en NN te Lisse.
Huwt 1e met Baafje Thomassen van Eede.
Udh1: Geertje (gb 1692).
Huwt 2e op 4.4.1695 te Hillegom met Fytje Jans van der Sluys, geboren in 1664* te Koudekerk.
Udh2: Baetje (gb 1699), Burrigje (gb 1702) en Burgje (gb 1706). Alle kinderen geboren te Lisse.
In 1714 verhuist Claas met zijn vrouw Fytje en de dochters Geertje en Burgje vanuit Lisse naar Alkemade. Hij overlijdt 1.2.1720 in de Kaag.
Alias: Claas Ottensz Cranenburgh, Claes Otten Kranenburgh
# STB, GA Alkemade (ivn 521 acte 19 Lisse 9.4.1714, Register op Begraven), FDK, KBG

Claas Xzn Kranenburg (1674*-1734*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1631) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Cornelis Claasz Kranenburg (gb 1709 Woubrugge).

Claas Claasz Cranenburg (1678*-1738*):
Ouders*: Nicolaas Cranenburgh (gb 1643) en Sytje Groenwouts in Nieuwpoort.
Of: Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630) en NN in Rijpwetering.
Woont 1695 in Kaap de Goede Hoop, Zuid-Afrika. Vermeld als free settler aldaar.
Woont 1711 in Zuid-Afrika. Mogelijk in Kaapstad of daaromtrent.
Woont 31.12.1713 in Drakenstein, provincie Westkaap in Zuid-Afrika.
Alias: Claas Claasz Cranenburgh.
Wapen*: op goud een kraanvogel in blauw met een steen in de rechter poot. Naar zeggen komt dit wapen meer voor in Zuid-Afrika.
** Van Cranenburch Bleyswyck (wapen)
# R. Shell, eggsa.org (29.1.08 Muster Roll Settlers at the Cape; 31.3.08 Cape of Good Hope), WKP 30.1.08, KBG, DAB

Claes Xzn Kranenburgh (1680*-1740*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1645) en NN te Bloemendaal/Haarlem.
Woont in Bloemendaal/Haarlem. Ghm NN.
Udh: Cornelis Claesz Kranenburgh (gb 1715; Bloemendaal/Haarlem).

Claas Jacobsz Kranenburg (1690*-1750*):
Zoon van Jacob Xzn Kranenburg (gb 1653) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm Marijtje Cornelisse van Tol, begraven pro deo 6.5.1754 te Woubrugge.
Udh: Jacob Claasz (bg pro deo 14.11.1732 Woubrugge).
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Claas Kranenburg (1691-1751*):
Zoon van Maarten Claesz Kranenburg en Erekje Abrahams Bijlevelt te Moordrecht.
Geboren 21.10.1696 te Moordrecht.
Alias: Klaes Kranenburg.
# CEH, DAB

Claas Kranenburg (1694*-1754*):
Woont in Rotterdam. Ghm NN.
Vermeld op 12.12.1732 ivm begrafenis van een kind van hem op het Zuiderkerkhof bij het Haagseveer hoek Kikkersteeg. Het was 3 jaar geworden.
Dochter*: Gerritie (gb 1727) Kranenburg.
# DTB Rotterdam (ivn 44)

Klaas Maartens Kranenburg (1696-1756*)
Geboren 21.10.1696 te Moordrecht.
Zoon van Maarten Claes Kranenburg en Erekje Abrahams Bijlervelt.

Claas Cornelisz Kranenburg (1702*-1762*):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1666) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm Lijsbet Wittebol (ovl na 5.4.1762).
Begraven pro deo 5.4.1762 te Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge ivn 3 p 93)

Claas Xzn Cranenburgh (1703*-1763):
Zoon van Xx Crnenburgh (gb 1668) en NN te Nieuwkoop*.
Begraven 1.11.1763 in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Nieuwkoop)

Claas Kranenburg (gb 1710; Vleuten)
** Nicolaas van Cranenburg (gb 1710)

Nicolaas van Cranenburg (1710*-1770*):
Zoon van Willem van Cranenburch (gb 1680) en NN. Geboren in Vleuten.
Huwt 11.12.1735 in Vleuten met Anthonia van der Pluijm met attestatie uit De Meern. Bron HAZA-DATA: 19.5.1736 in de Waalsteeg Kerk te Utrecht.
Mogelijk woont hij anno 1756 in Gerecht Hoge en Lage Weyde tussen Utrecht en Vleuten.
Alias: Klaas Kranenburg, Nicolaus van Cranenburgh.
Udh: Wilhelmus (1736), Maria (1737) en Gijsbert (1740) van Cranenburg.
Mogelijk ook Johannes van Cranenburg (gb 1738 Driebergen).
** UTRA (U188a18/39)
# JKE, UA, HAZA-DATA 30.7.08

Klass Kranenburg (1713-1773*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Beertje van Wieringen.
Geboren 3.1.1713 in Nieuwkoop.

Claas Teunisz Kranenburg (1717*-1777):
Zoon van Teunis Xzn Kranenburg (gb 1682*) en NN te Nieuwkoop*.
Overleden 13.6.1777 en NH begraven 17.6.1777 te Nieuwkoop.
Udh: dochter (doodgeb. 23.11.1768; NH begraven 26.11.1768 Nieuwkoop).
** Claas Xzn Kranenburgh (gb 1717; Nieuwkoop)
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Nicolaas Kranenburg (1720-1780*)
Zoon van Pieter Kranenburg en Maria Braax.
Gedoopt GF 3.9.1720 te Rotterdam.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

Claas Florisz Kranenburg (1724*-1794):
Zoon van Floris Gerritsz Kranenburg (gb 1697) en NN te Woubrugge.
Woont in het Wees- & Armenhuis te Woubrugge. Ghm Neeltje Leenderse de Graaf.
Genoemd:
- 6.4.1748 ivm begravenis doodgeboren kind te Woubrugge.
- 10.4.1750 ivm begravenis pro deo van zoon Jan te Woubrugge.
- 21.2.1784 ivm begravenis pro deo van zijn vrouw Neeltje Leenderse de Graaf.
Begraven pro deo 13.1.1794 te Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (DTB Woubrugge)

Claas Kranenburg (1725*-1785*):
Zoon van Theunis Cleisz Cranenburgh en Geertje Laurens van den Bergh in Kijfhoek*.
Geboren rond 1725 in Kijfhoek.
Alias: Klaas Kranenburg.
# GKK

Klaas Teunisz Kranenburg (1726-1788*):
Zoon van Teunis Cornelisz Kranenburg en Merrigie Klaas Kooy.
Gedoopt 17.3.1726 te Nieuwkoop.
Huwt 3.5.1752 in Nieuwkoop met Marretje (Marijtje) Dirksdr van der Neut, geboren 11.2.1720 in Bodegraven, dochter van Dirk van der Neut en Lijntje Hindervelt.
In 1755-1760 is Klaas schoolmeester in Nieuwkoop (verpondingsnummer 220).
In 1763 heeft hij een smederij in Nieuwkoop in de wijk 't Zuyteinde, strekende vanaf de Voorendijck. Wordt in dat jaar vermeld in het verpondingsregister.
Alias: Claes Cranenburgh
Udh: Neeltje (gd 1753), Teunis Klaasz (gb 1757) en Helena (gd 1761) Kranenburg.
Mogelijk ook Pieter Kranenburg (gb 1752).
# DAK, SRM, GNS, DAB

Claes Cranenburgh (1728*-1788*):
Woont in Nieuwkoop.
** Klaas Teunisz Kranenburg

Claas Xzn Kranenburg (1730*-1790*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1695) en NN te Gouda.
Woont in Gouda. Ghm Grietje Bijman.
Genoemd april 1797 ivm erfenis goederen van Nela Bijman twv 150 gulden.
# GHA 29.1.09, SMH (ivn 155 p 7)

Claas Kranenburg (1735*-1795*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1700) en NN te Gouda*.
Woont in Gouda. Ghm Grietje Bijman.

Claas Xzn Kranenburg (1748-1807):
Ouders: Xx Kranenburg (gb 1713) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm Treintje Heere.
Overlijdt 28.8.1807. Begraven 1.9.1807 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Claas Dirksz Kranenburg (1752*-1812*):
Zoon van Dirk Xzn Kranenburg (gb 1719) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm Xx Cornelisdr Harinkheer.
Genoemd 20.7.1787 ivm begravenis schoonvader Cornelis Harinkheer te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Claas Xzn Kranenburg (1753*-1823*):
Ouders: Xx Kranenburg (gb 1718) en NN te Gouda*.
Woont in Gouda. Ghm Grietje Bijman.
Mogelijk is Grietje overleden vóór 1815 en is Claas hertrouwd met Margaretha Beyman.
Genoemd:
- 3.4.1781 ivm verzoekschrift aan stadsbestuur Gouda.
- 2.9.1788 ivm verzoekschrift aan stadsbestuur Gouda.
- 1.11.1815 als getuige bij huwelijk dochter Grietje met Laurens Donker te Gouda.
- 12.9.1835 ivm acte verzegeling waarin o.a. genoemd Margaretha Beyman (weduwe Nicolaas Kraanenburg) en Johannes Cornelis Kranenburg. (Vredegerecht Civiele Zaken Gouda ivn 27 acte 105)
Alias: Nicolaas Kraanenburg, Klass Kranenburg.
Udh: Johannes Cornelis (gb 1789 Gouda) en Grietje (gb 1790 Gouda).
# GHA (29.1.09, 16.3.09), SMH (ivn 216 p 148v; ivn 219 p 9), DAB

Claas Xzn Kranenburg (1767*-1827*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1733)en Annigje Maartensdr van Rossum in Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop.
Genoemd 6.1.1800 ivm begravenis Maria van Deeken in Nieuwkoop. (DTB Nieuwkoop)
Genoemd 30.11.1802 ivm begravenis Cornelis Hogenes in Nieuwkoop. (DTB Nieuwkoop)
# GHA 29.1.09

Claas Xzn Kranenburgh (1780*-1840*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1745) en NN te Gouda.
Geregistreerd 1790* in Weeskamer Gouda.
1802: Rapport Weeshuis over Cornelia van der Palm en C. Kranenburg.
Woont later in Gouda. Ghm NN.
# GHA 29.1.2009 (Streekarchief Midden-Holland (ivn 230 p 187, 189v)

Klaas Kranenburg (1782-1832):
Zoon van Teunis Klaasz Kranenburg en Marietje (Margje) Pieters van Leeuwen.
Gedoopt 3.3.1782 te Nieuwkoop.
Huwt 31.12.1804 te Nieuwkoop met Marijtje (Maria) van Es, geboren 15.12.1783 in Sluypwijk (Reeuwijk), dochter van Jan van Es en Geertje Koster.
In 1805-11 wonen Klaas en Marijtje in Zwammerdam.
Claas overlijdt 10.4.1832 en Marijtje op 21.7.1849 te Nieuwkoop.
Udh: Teunis (1805-06), Geertje, Teunis (1808), Margje (1811-11), Marrigje (1812-19), Jan (1816), Leendert (1819-19), Margie (1821), Johanna (1821-21) en Leendert.
** Claas Cranenburg
# René Kranenburg (Pg Forum 25.3.05), DAK, SRM, DAB

Nicolaas Kranenburg (1791*-1851*)
Mogelijk een zoon van Abraham Kranenburg en Susanne Brodelet in Vianen.
Woont in Schoonoven. Ghm Maria Slijtster.
Udh: Jan Kranenburg (gb 1826 Schoonhoven).
Vrij zeker ook Alebartus Kranenburg (gb 1832).
# Gen. Olthof, KBG

Nicolaus Cranenburg (1809-1869*)
Gedoopt op 8.4.1809 te Berlicum.

Klaas Kranenburg (1845-1933):
Geboren 6.5.1845 in Briltil (bij Zuidhorn/Gro). Overlijdt 6.3.1933. Begraven in Niekerk.
# graftombe.nl 8.4.07

Klaas Kranenburg (1855-1915*)
Mogelijk een zoon van Jan Kranenburg (gb 1815) te Nieuwkoop.
Klaas woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Klaas is smid.
Zoons*: Teunis (gb 1889) en Vries (gb 1891) Kranenburg.
** SLN
# GNS

Nicolaas Kranenburg (1862-1888):
Zoon van Pieter Kranenburg en Antje Mol. Geboren 25.7.1862 in Lisse.
Ghm Wilhelmina Louise Troost, geboren 23.4.1861 in Harderwijk.
Nicolaas overlijdt 10.5.1888.
Udh: Teunis Kranenburg (gb 1885).
Wilhelmina en zoon Teunis verhuizen 29.8.1891 naar Haarlemmermeer.
In 1913 migreren ze naar Amerika samen met Teunis Kranenburg (gb 1858), diens vrouw Gijsberta en hun gezin.
** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Nicolaas Kranenburg (1869-1929*):
Zoon van Alebartus Kranenburg en Sietske van der Steeg.
Geboren 30.11.1890 te Groningen.
Nicolaas is stoker en werkman.
Huwt 1e 30.11.1890 te Groningen met Klasina Luikinga, geboren 26.7.1870 te Groningen, dochter van Nanne Luikinga en Wilhelmina Berendina Struiwig.
Udh: Albertus (1891), Nanno (1893), Sietske (1894-95), Willemina Berndina (1895), Sietske (1897), Mamme Albertus (1899), Berendina (1901) en Jacobus (1907). Allen geboren te Groningen.
Huwt 2e 20.2.1919 te Groningen met Geertje Wilkes, geboren 10.9.1886 te Groningen.
Udh: Willem (1919) en Berend Jan (1921). Beiden geboren te Groningen.
# GKH

Nicolaas Kranenburg (1890-1950*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Gijsberta van de Wakker uit Lisse.
Geboren 10.12.1890 in Zijpe NH.
Vertrekt 27.5.1909 naar Leimuiden.
Migreert met z'n ouders in 1913 naar de USA.
Huwt aldaar Elizabeth Kratz.
Alias: Nicholas Kranenburg.
** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Klaas Kranenburg (1898-1958*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 17.7.1898 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Nicolaas Kranenburg (gb 1914):
Zoon van Albertus Kranenburg en NN. Geboren 7.12.1914 in Schoorl.
# GKH

Klaas Kranenburg (1936-2003):
Geboren 21.5.1936. Overlijdt 12.7.2003. Begraven in Lelystad.
# graftombe.nl 8.4.07

Claasje~
() Claasje, Claasge, etc

Claesge Lenertsdr Cranenburch (1569*-1629*):
Dochter van Lenert Maertensz Cranenburch en NN Huybrechtsdr van Alphen.
Geboren in Bleiswijk. Ghm Aelbert Corsz.
# HBB, AAB (780 fol 179 dd 1.2.1636)

Klaasje Cornelisdr Cranenburg (1695-1755*):
Dochter van Cornelis Geritsz Cranenburg en Maria Frans Zenly.
Gedoopt NH 24.4.1695 te Warmond.
# DTB Warmond

Claasje Kranenburg (1742*-1802*):
Woont in Amsterdam. Ghm Anthonij van der Most.
Udh: Johannes Lambertus (gd EL 8.12.1775 Ev.Lut. Kerk A'dam; get. Elisabeth Kranenburg en Hendrik de Vries).
# GA Amsterdam

Klaasje Kranenburg (1770*-1830*)
Woont in Scharmer. Ghm Kasper Scholtens.
Udh: Hindrik Kaspers Scholtens.
# Bijholt Parenteel

Clara~

Claer van Cranenburg (1447*-1507*):
Dochter van Engelbert IV van Cranenburg en Gerarda Geranda.
Geboren op hofstede Cranenburg te Eikenduinen.
Op 21.12.1469 ontvangt zij van haar vader een lijfrente van 1 pond groot per jaar uit zijn leen te Eikenduinen. Zij is in die tijd non in het Sint Lijsbettenzusterhuis in Den Haag. (OVG 1978)
Bron HRAC vermeld dit ook en schrijft achter de notitie 'Katwyck'. Mogelijk verhuist ze dus later naar Katwijk.
# HRAC, OVG 1978 (p 663)

Clara van Cranenburg (1759*-1819):
Op 27.6.1819 overleden te Oisterwijk.

Klara Kranenburg (1883-1943*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 12.1.1883 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Clasina~

Clasina Kraanenburg (1745*-1805*):
Mogelijk geboren in Haarlem of Amsterdam.
Woont in Amsterdam. Ghm Hendrik de Vries, gedoopt 5.9.1753 te Amsterdam.
27.1.1808 smm Hendrik de Vries in de NH Zuider Kerk A'dam doopgetuige bij Clasina en Maria, dochters van Hendrik van der Horst en Maria de Vries.
21.2.1810 in de NH Zuider Kerk A'dam doopgetuige bij Clasina, dochter van Hendrik van der Horst en Maria de Vries.
Udh: Maria (gb 1775* A'dam), Hendrik (gd NH 26.8.1778 Noorder Kerk A'dam), Grietje (gd EL 17.4.1784 A'dam).
** Elisabeth Kranenburg (gb 1744)
# GA Amsterdam, Richard Keijzer (Google 1.12.07)

Klazina Kranenburg (1756-1816*)
Dochter van Pieter Kranenburg en Johanna Hendriksze.
Gedoopt GF 19.12.1756 in Delfshaven.
Op 20.9.1797 getuige bij de doop van Willem Kranenburg in Delfshaven.
Op 24.10.1798 getuige bij de doop van Klasina Janssen in Delfshaven.
Op 20.2.1803 getuige bij de doop van Cornelia Kranenburg in Delfshaven.
Alias: Klasijn/Clasina (van) Kranenburg
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Clasina Kranenburg (1757*-1817*):
Woont in Amsterdam. Ghm Huijbert Bakker.
Alias: Gesiena Kraanenburg.
Udh: Gerrit (gd NH 28.1.1789 Zuider Kerk A'dam), Willem (gd NH 29.8.1792 Zuider Kerk A'dam).
# GA Amsterdam

Clasina Hinderiks Kranenburg (1758-1818*):
Dochter van Hindrik Harkes Kranenburg en Engel Ypes Stedema. Gedoopt NH 6.3.1758 te Scharmer.
Huwt 24.4.1791 te Scharmer met Casper Jan Scholtens, gedoopt 15.9.1757 te Zantvoort bij Groningen.
Casper overlijdt 29.3.1824 te Scharmer.
Udh: Jan (22.3.1792), Hillegijn (23.11.1794), Hendrik (9.6.1798), Engeltje (24.11.1800) en Johanna (16.10.1803).
# GKH

Klazina Kranenburg (1775*-1835*):
Woont in Delfshaven.
Huwt in 1803 (otr 17.8) te Delfshaven met Jan van Zijl, wonend in Delfshaven, weduwnaar van Klarijntje Kaas.
# DTB Rotterdam (ivn 11/0)

Klasiena Kranenborg (1832-1906):
Dochter van Xx Kranenborg (gb 1797) en NN.
Geboren 7.9.1832. Woont in Oostwold (Gro). Ghm O.S. Knottnerus.
Overlijdt 30.3.1906. Begraven op de Alg. Begraafplaats in Oostwold.
# graftombe.nl 4.2.08

Clasina Kranenburg (1893-1953*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 28.9.1893 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Clasina Neeltje Kranenburg (gb 1911):
Dochter van Albertus Kranenburg en NN. Geboren 19.5.1911 in Schoorl.
# GKH

 
Claudius Civilis (30*-90*)

Feitelijk: Gaius Iullius Civilis. Aanzienlijk Romeins burger en commandant afkomstig uit de stam der Batavieren.
Na de dood van keizer Nero ontstaat veel onrust in het Romeinse Rijk. Claudius en zijn broer Paulus worden gearresteerd en beschuldigd van verraad. Paulus wordt geëxecuteerd, maar Claudius weet te ontsnappen. Hij zweert wraak en verft zijn haren rood, naar oud Bataafs gebruik.
Bij de Batavieren heerst ondertussen veel onvrede over de gedwongen dienstplicht voor de Romeinen. Ze raken in verzet en Claudius wordt aanvoerder van de opstand tegen de Romeinen in 69-70 nC. Hij krijgt steun van de Kaninefaten en rukt op naar Castra Vetera bij Xanten. Deze stad kan hij pas innemen als de Gallische commandant Julius Classicus zich begin 70 aansluit bij de Bataafse opstand. Ook Keulen en Mainz worden ingenomen. Als Vespasianus keizer wordt van het Romeinse Rijk, keren orde en rust terug. Hij stuurt generaal Quintus Cerialis en uiteindelijk worden de Batavieren
en Galliers door de Romeinse legers teruggedreven naar de Rijndelta. Claudius wordt echter ook daaruit verdreven. De strijd gaat evenwel nog lang door. De Batavieren krijgen er echter genoeg van en beginnen te morren. In oktober 70 sluit Caludius daarom vrede met Cerialis. Wat er daarna gebeurt met hem is vooralsnog onbekend.
Tacitus, de beroemde Romeinse historicus, beschrijft Claudius Civilis als een éénogige Bataaf met lange, roodgeverfde haren en afkomstig uit een adellijk geslacht. Claudius spreekt Latijn en heeft jarenlang gediend als stafofficier in het Romeinse leger. Hij kent keizer Vespanianus, met wie hij in het Romeinse leger goed bevriend is en voor wie hij veel achting heeft.
In het Amsterdams Historisch Museum hangt een schilderij van Barend Wijnveld, gemaakt rond 1850. Op dit schilderij is Claudius te zien, die een eed aflegd in het heilige woud aan de vooravond van de Bataafse opstand in 69 nC.
Bovenstaande afbeelding stelt Claudius voor die de eed aflegt. Het is een uitsnede van een schilderij van Rembrandt.
Volgens een heel oude overlevering van het oorspronkelijke geslacht Van Wassenaar stammen zij in de verte af van deze Claudius Civilis. Aangezien het geslacht Kranenburg~ uit Zuid-Holland afstamt van deze Van Wassenaars, is Claudius Civilis derhalve volgens deze overlevering eveneens een oervader van hen.
# WP, N25 (d 1), DAB

Cleis~
** Claas

Cleis Teunisz Craenenburgh (1625*-1697*):
Zoon van Teunis Symonsz Craenenburgh en Leentje Jacobsdr.
Geboren rond 1625 in Kijfhoek, IJsselmonde.
1659 landbouwer in West Barendrecht bij Carnisse.
1659 24.8 huwt 1e NH Neeltje Wouters Kooiman, geboren in Dubbeldam, gedoopt 9.1.1633 in Dubbeldam, dochter van Wouter Huyghsz en Catalynk Adriaensdr.
1665 16.5 koopt huis aan de Koedood
1673 woont op de hoeve Heuvelstein in polder 'Het Buitenland van Rhoon'
1677 diaken NH Kerk
1679-95 ouderling NH Kerke
1680-96 dijkgraaf
1684 Neeltje Woutersdr overlijdt
1684 3.4 huwt 2e NH met Annetje Maertensdr, gedoopt 25.7.1632 in Barendrecht, begraven 23.3.1712.
1685,89 schepen van Rhoon
1688-96 penningmeester van de Molenpolder onder Rhoon
Alias: Cleis Teunisse Craenenburgh, Cleis Teunisz Craenenburgh, Kleis Teunesen Cranenburg.
Udh1: Arien Cleisz (1660), Ariaentje Cleisse (1664), Elisabeth Cleisdr (1664), Theunis Cleisz (1669) en Lena Cleisdr (1675) Cranenburgh. Alle kinderen gedoopt in Barendrecht.
** Tweelingen
++ Kranenburg IJsselmonde
# KBY, GKK, GGK, OVG jan 1969, Diakenrekening NH Kerk Rhoon (ivn 3-11), DAB

Cleis Ariense Kranenburg (1690-1750*):
Vrijwel zeker een zoon van Arie Cleijsz Cranenburgh en Neeltje Woutersdr Coymans te Rhoon.
Geboren in Rhoon*.
Woont in Pernis. Ghm Jaapje Pieters Sloof.
Vermeld in 1741 op de Lijst Weerbare Mannen van Rhoon. Hij is dan 51 jaar.
Udh: Leigje (Pernis 1719-20), Leigje (Pernis 1721).
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/005)

Klijs Teunisse Kranenburg (1711*-1771*)
Zoon van Teunis Xzn Kranenburg (gb 1676) en NN in Sommelsdijk.
Ghm Anna Jansdr van Santen.
Udh: Jan Klijsse (gd 27.11.1746 Sommelsdijk; jong ovl) en Jan Klijsse (gb 1753 Sommelsdijk).
# VDH 25.5.2005

Cleis Pietersz Kranenburg (1762*-1842*):
Landbouwer op hoeve Reestein te Rhoon.
Ghm Lijsbeth de Raadt.
Udh: Pieter Kranenburg (gb 1797).
++ Kranenburg IJsselmonde

Clement Kranenburg (1756*-1816*):
Geboren te Woubrugge. Woont in Roelofarendsveen.
Huwt 1e op 2.7.1786 (otr 16.6.1786) te Alkemade met Antje Gerritsdr Heemskerk, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt 21.4.1760 te Rijpwetering.
Huwt 2e met Leentje Cozijn.

Cleyn Cranenborch Antwerpen
** Groot Cranenborch Antwerpen, Joris van Cranenborch (gb 1525; Antwerpen), Leenhof Cranenborch Antwerpen

CLK
Clan List Kranenburg~
Onderstaande lijst is een overzicht van de diverse geslachten Kranenburg~ die in de loop der eeuwen te onderscheiden zijn. Zodra in een regio gedurende minstens een eeuw vele Kranenburgs~ wonen die eenzelfde stamvader hebben, dan kan men spreken van een geslacht. Op de lijst is tevens aangegeven uit welk geslacht een bepaald geslacht Kranenburg~ zelf voortkomt. Als begin van een geslacht wordt aangenomen het jaar waarin de stamvader zich aldaar vestigt, zijn geboortejaar, of een ander cruciaal jaar. Als geslachtsnaam wordt gekozen voor de oudste en/of meest voorkomende spelling plus de regionaam. Ipso facto voeren de leden van een bepaald geslacht vaak zelf afwijkende spellingsvormen. Deze kunnen dan weer overeenkomen met spellingsvormen binnen andere geslachten.

geslacht
Van Cranenburch Bleiswijk
Van Cranenburch Eikenduinen 
Van Cranenborch Horne
Cranenburgh Leiden
Van Cranenburg Delfland
Kranenburg Zutphen
Van Cranenburch Warmond
Van Cranenburch Harderwijk
Cranenburch Harlingen
Van Cranenburgh Amsterdam
Kranenburg Groningen
Kranenburg Rotterdam
Cranenburch Rijnsburg
Cranenborgh Beltrum
Kranenburg IJsselmonde
Kranenburg Nieuwkoop
Kranenburg Scharmer
Kranenburg Etten-Leur
Van Cranenburgh Utrecht
Van Cranenburgh Tiel
Cranenburgh Engeland
Kranenborg Bellingwolde
Kranenburg USA
Cranenburgh Australia
Kranenburg Canada

begin 
1276 
1330
1345
1381
1382
1435
1472
1475
1511
1535
1550
1564
1570
1580
1580
1595
1595
1628
1636
1640
1660
1833
1840
1900
1900

stamvader
Engelbert I van Cranenburg
Willem van Cranenburg
Jan van Cranenborch
Claas Willemsz van Cranenburg 
Engelbert II van Cranenburg
Johan van Cranenburch
Vranck Matheusz Cranenburgh
Jan van Cranenburch
NN Cranenburch
Claes Claesz Cranenburgh
Claes Thijsz Cranenburgh
Henricus Cranenburch
Rijck Hesselz van Cranenburch
Albert te Cranenborgh
Teunis Symonsz Craenenburgh
Huybert Cranenburgh
Thijs Claesz Cranenburgh
Pieter Cranenborgh
Pieter van Cranenburch
Willem van Cranenburg
John Cranenburgh
--
--
--
--

herkomst
Wassenaar
Bleiswijk
Horne
Eikenduinen
Eikenduinen
Eikenduinen
Leiden
Eikenduinen
Harderwijk*
Warmond
Warmond
Delfland*
Leiden*
Delfland*
Warmond*
Warmond*
Groningen
IJsselmonde*
Amsterdam
Harderwijk*
Warmond*
Groningen
Nieuwkoop, Groningen
Nederland, Engeland
Beltrum e.o.

** Demografie, VCK, Groepnamen
 

Cnebba van Mercia (485*-545*)
Zoon van Icel van Angeln. Geboren in de Cotswolds*.
Koning van Mercia. Woont in Stone, Staffordshire.
Mogelijk is hij de stichter van de Gewisse.
Zoon: Cynewald van Mercia (gb 510).
** Gewisse
# WKP, KBG

Coenradina Henrietta van Cranenburg (1711-1781):
Geboren 13.9.1711 te Arnhem*. Dochter van majoor Johannes van Cranenburgh en Maria Margaretha Michaux. Ghm Nicolaas Zaal. Echtpaar woont op boerenhofstede Middelburg in de Middelveldse Aker Polder te Osdorp bij Amsterdam.
In 1752 verzoekt Coenradina samen met haar zuster Maria Ida om een jaarlijks pensioen. Verzoek wordt ingewilligd.
Nicolaas overlijdt in 1766.
** Maria Ida van Cranenburg
# GA Amsterdam (Archief Collegiantenkas), JKE

Coert Hindrix Kranenburg* (1631*-1691*):
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF van Scharmer.
# KHF

Cole van Cranenborch (1420*-1480*):
Mogelijk een zoon van Henrik van Cranenborch (gb 1380) en NN.
Woont in Den Bosch.
Kleinzoon*: Theodorus van Cranenborch (Den Bosch).
# RLH, KBG

Collatierecht
Recht van benoeming van een dominee, schoolmeester, e.d.

Collectie Römelingh
** COR

 

Compagnie van Cranenburgh
Re-enactment groep te Bleiswijk, opgericht in september 2004. De groep voert in binnen- en buitenland gebeurtenissen op uit de 14e en 15e eeuw, door ze zo veel mogelijk overeenkomstig de historische werkelijkheid na te spelen (re-enact).
++ Compagnie van Cranenburgh

 
Conwulf van Mercia (758*-821):
Zoon van koning Offa van Mercia.
Mogelijk geboren in Tamworth, Staffordshire.
Koning van Mercia 796-821.
Gehuwd met Aelfthryth.
Bron BHO schrijft:
The monastery of Bredon continued under an abbot of its own for some time, (fn 19) but before 844 it seems to have become in some way subject to the see of Worcester, for Heming gives a charter of that year by which Aelhun Bishop of Worcester gave to the monks of Worcester 12 cassata of land in Bredon, or rather confirmed it, for it appears that the gift was made by Coenwulf, King of Mercia.
Bredon ligt 18 Km ZO van Worcester. Conwulfs voorouders hebben daar gewoond.
Alias: Coenwulf, Cenwulf
Zoon: Wiglaf van Mercia.
# BHO 9.10.2006, DAB

Cornelia~

Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg (1500-1567):
Dochter van Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh en NN.
Woont in Hoorn. Gehuwd met Jan Berkhout, burgemeester van Monnickendam, van Hoorn 1572, afgevaardigde ter Staten-Generaal te Dordrecht 1572, overleden te Hoorn 5.9.1587. Cornelia overlijdt in 1567.
Op een schilderij van onbekende datum is haar wapen geschilderd. Bron RKD schrijft hierover:

Wapen overschilderd, op fotokopie van oude foto (1999 onvindbaar) is nog wapen Rijser te zien (zie kopie in dossier t.v.b. en foto op inventariskaart st. t.v.b.). Op grond van nieuw wapen heridentificatie als mogelijk Cornelia Teding van Cranenburgh. ...
Wapen Tedingh van Cranenburg: zeven rode kepers op goud met broek (vrijkwartier) in blauw en daarop een kraanvogel in zilver; de twee bovenste kepers verdwijnende in de bovenrand. (> Tedingh van Cranenburg)

Udh: Jan Teding van Berkhout (1549-1633; ghm Lidewy in 1570). Hij voert het wapen: hartschild, groene boom op goud veld, over gevierendeeld wapen, 1 en 4 zoals Teding van Berkhout later. I.e.: zes rode kepers op goud veld met broek in blauw en daarop een zwaan in zilver.

• Opmerkelijk is dat het kind van Cornelia Jansdr Teding van Cranenburg en Jan Berkhout de naam krijgt Jan Teding van Berkhout. Het geslacht Van Berkhout neemt hier dus duidelijk de naam Teding over van het geslacht Tedingh van Cranenburg en noemt zich sindsdien Tedingh van Berkhout.

Volgens Jhr F. Teding van Berkhout en Mr J.W. Groesbeek heet Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg in feite Cornelia Jansdr van Crabbenburch. Door het veelvuldig voorkomen van de naam Cranenburg in Zuid-Holland, wordt Crabbenburg in oude documenten huns inziens soms abusievelijk gelezen voor Cranenburg en als zodanig geschreven. Waterdicht bewijs wordt niet geleverd. Alleen een simpele statement dat er een verschrijving plaatsvond. Deze vlieger gaat echter absoluut niet op. Het verschil tussen de naam Tedingh van Cranenburg en de naam Crabbenburch is te groot om een verschrijving denkbaar te kunnen maken. Bovendien wordt Cornelia Jansdr in diverse bronnen expliciet genoemd met de achternaam Tedingh van Cranenburgh. Het is niet denkbaar dat al deze bronnen de verkeerde achternaam hebben gebruikt. Een verschrijving zou immers veel sneller gesignaleerd zijn door o.a. belanghebbenden. Bovendien woont Cornelia Jansdr van Cranenburg in Noord-Holland, waar ook het geslacht Crabbenburch woont. Men kan zich dus niet beroepen op het feit dat de familienaam Cranenburg in Zuid-Holland veelvuldig voorkomt. Dat kan in die tijd nauwelijks een rol spelen, gezien de afstanden en reistijden. De naam Cranenburg~ komt in die tijd in Noord-Holland weinig voor! Het is overigens wel mogelijk dat er naast Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburgh in dezelfde tijd/regio ook een Cornelia van Crabbenburch leeft. Een dergelijke overeenkomst in voornamen komt bijna overal voor. Daarmee zijn het natuurlijk niet per definitie dezelfde personen. Zeker niet op grond van een simpele statement zonder waterdicht bewijs.
** Tedingh van Cranenburg, Tedingh van Berkhout
# Jaarboek CBG deel IX (1955), RKD 22.10.07

Cornelia Pietersdr van Cranenburch (1652-1712*):
Dochter van Pieter Cornelis van Cranenburch en Jannitgen Cornelis Corstiaens.
Gedoopt 1.4.1652 te Delft.

Cornely Peeters van Cranenburgh (1662-1722*):
Dochter van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 19.4.1662 te EttenLeur. Getuige: Henrica Matthijsen.
# planet.nl 24.11.09

Cornelia van Cranenburgh (1665*-1725*):
Woont in Oudenbosch. Ghm Matthias van Doremael (ovl 24.9.1719).
# Overlijdens RK Oudenbosch

Cornelia Ariensdr Cranenburg (1667*-1747):
Woont in Hazerswoude. Ghm Roel Jacobsz Prins.
Begraven 3.2.1747 in Hazerswoude.
Alias: Cornelia Arijsdr Cranenburgh.
Udh: Neeltje Roelendr Prins.
# hans-montanus.nl 29.1.08, DAB

Cornelia Peeters van Cranenborgh (1675-1735*):
Dochter van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 25.10.1675 te EttenLeur. Getuigen: Lambregt Steven Neijs en Catharina hendrix Maes.
Huwt 1e 30.4.1703 (otr 14.4) te Etten met Adrianus Marijnis van den Broeck, geboren te Oudenbosch.
Huwt 2e 7.9.1704 (otr 23.8) te Etten met Matthias van Doremael, geboren te Oudenbosch.
Vermeld bij geboorte van kinderen in Etten-Leur op 17.7.1705, 23.3.1708, 7.4.1709, 1.10.1710 en 13.9.1711.
Alias: Cornelia van Cranenborg, Cornelia Peter Cranenborgh.
# planet.nl 24.11.09, DAB

Cornelia van Cranenburg (1679-1758):
Dochter van Johannes van Cranenburg en Maria van Leeuwen.
Gedoopt op 29.4.1679 te Dordrecht.
Huwt 18.7.1709 te Dordrecht met Hendrik de Jager.
Overleden in 1758 te Dordrecht. Aldaar begraven op 17.5.1758 in de grafkelder van de Augustijnen Kerk, grafsteen 55K.
Alias: Cornelia van Kranenburg
Udh: Antonetta de Jager.
# JKE, SGA, DAB

Cornelia van Cranenborgh (1680*-1740*)
** Cornelia Peeters van Cranenborgh (gb 1675)

Cornelia Peters Cranenborgh (1683*-1743*)
** Cornelia Peeters van Cranenborgh (gb 1675)

Cornelia Claasse Cranenburg (1691*-1751*):
Dochter van Claas Xzn Cranenburg (gb 1656) en NN in West-Zaan*.
Woont in West-Zaandam. Wordt 29.4.1713 meerderjarig verklaard door de Staten van Holland middels acte van 'venia aetatis'.
# NAD Toegangsnr 176/Losse Aanwinsten

Cornelia Ariensdr Cranenburgh (1696-1715):
Dochter van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon. Geboren 1696 te Rhoon. Overleden 1715.

Cornelia Kranenburgh (1697-1750):
Dochter van Corstiaan van Cranenburg en Fijtie van Gijsen te Delft.
Gedoopt 29.12.1697 te Delft.
Huwt 1739 (otr 19.9) te Delft met Everd Mol.
Begraven 23.12.1750 te Delft (Oude Kerk).
Alias: Cornelia van Cranenburg
# GA Delft

Cornelia van Cranenburg (1698-1758*):
Dochter van Petrus van Cranenburgh en Anna Maria Rijken.
Gedoopt RK 17.11.1698 in de Raamgracht Kerk te Amsterdam.
Woont in Amsterdam. Ghm Niklaas (Nicolaus) Slagman.
Op 28.9.1722 smm Niklaas Slagman getuige bij de RK doop in de Begijnhofkerk te A'dam van Anna Maria, dochter van Hendrick van Cranenburg en Joanna Geertruyt Rijcke.
Alias: Cornelia van Craenenborg.
Udh: Petrus (gd RK 7.11.1721 Begijnhofkerk A'dam), Joannes (gd RK 17.10.1722 Begijnhofkerk A'dam; get. Hendrick van Cranenburg en Catharina Slagman), Pieter (gd RK 3.10.1723; getuige Jacobus van Cranenburg en Geertruijt Rijck), Agnes (gd RK jj in de Begijnhof Kerk te A'dam; get. Joannes Slagman en Joanna van Craenenburgh), Maria Regina (gd RK Begijnhof Kerk A'dam), Petrus (gd RK 1728 Begijnhof Kerk), Helena (gd RK 1729 Begijnhof Kerk), Catharina Maria (gd RK 1734 Begijnhof Kerk).
# GA Amsterdam

Cornelia van Craenenburg (1699-1759*):
Dochter van Simon van Craenenburg en Adriana Schurmans.
Gedoopt 20.2.1699 in Poppel, Vlaanderen.
** Poppel
# Doopboek Poppel

Cornelia Xdr Kranenburgh (1702*-1762):
Dochter van Xx Kranenburgh (gb 1667) en NN te Hazerswoude.
Begraven pro deo 13.8.1762 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09 (DTB Hazerswoude)

Cornelia Xdr Kranenburg (1721*-1781):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1685) en NN te Nieuwkoop.
Overleden 29.10.1781 en NH begraven 2.11.1781 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Cornelia Jansdr Kranenburg (1730*-1790*):
Dochter van Jan Xzn Cranenburgh (gb 1695) en NN. Huwt 24.3.1754 voor de Ger. Kerk te Woubrugge Paulus Paulusz Nonnekes, geboren 1.1.1711 te Katwijk a.d. Rijn.
Udh: Dirk Paulusz van Nonnekens.
Paulus was eerder gehuwd met Aaltje Klaasdr Noorduijn, gedoopt Katwijk a.d. Rijn voor de Gereformeerde Kerk op 7.9.1710.

Cornelia Xdr Kranenburg (1730*-1790):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1695) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm Xx de Wilde.
Begraven 7.7.1790 te Woubrugge.
Udh: Cornelis de Wilde.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Cornelia Kranenburg (1731-1781):
Dochter van Dirk Ariensz Kranenburgh (gb 1691) en Antje Jeremiasse Rook.
Gedoopt te Hazerswoude op 21.1.1731.
Cornelia huwt 1759 (otr 16.4.1759 Hazerswoude) Klaas Joha, geboren in 1733, gedoopt 11.3.1733 te Leiden, zoon van Joshua Joha en Elisabeth Walraven.
Udh: Elisabeth (gd 3.2.1760 Hazerswoude), Antje (gd 15.11.1761 Hazerswoude).
Klaas Joha huwt 2e in 1763 (otr 2.3.1763) te Hazerswoude Pleuntje Kooij, geboren 1736, gedoopt 1.4.1736 te Hazerswoude, dochter van Arij Jansze Kooij en Maartje Leendertse Kooij. Udh: Maartje, Josua en Leijsje.
Cornelia overlijdt 29.10.1781. Ze is NH begraven 2.11.1781 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop), DAB

Cornelia van Cranenburgh (1736-1803):
Dochter van Hendrick van Cranenburg/Craenenburgh en Constantia de Wit/Witt.
Gedoopt RK 31.12.1736 in De Lely Kerk te Amsterdam.
Op 26.10.1764 in kerk De Lely te Amsterdam getuige bij de RK doop van Henricus Hermanus, zoon van Jan van Westerloo en Joanna Cornelia van Cranenburg.
Overleden 3.3.1803 te Delft.
Alias: Cornelia van Cranenburg.
# NP 1949 (p 27), GA Amsterdam

Kornelia Adriaansdr Kranenburg (1744-1804*):
Dochter van Adrianus Dirksz Kranenburg en Lijntje Simonsdr Oudedeur.
Gedoopt 8.3.1744 in Strijen.
# KJS (OVG dec 2004)

Cornelia van Cranenburg (1748*-1808*):
Bezit 1774 huizen Het Hoefijzer en De Drie Roskammen aan de Amstel bij Blauwbrug, samen met Catharina van Cranenburg, Johanna van Cranenburg (wed. van Jan van Westerloo), Evert de Milde Steeger, Joan Christoffel Pauw en Harman Dionisius Ghesel.
Bezit 1783 huis+achterhuis+erven aan de Anjelierstraat (tussen 1e dwarsstraat en Violettenstr) in Amsterdam.
# GA Amsterdam

Cornelia Cornelisdr Cranenburg (1758-1818*):
Dochter van Cornelis Cranenburg en Anna van Strijp.
Geboren 8.10.1758 te Maasland.
# JKE

Cornelia Kranenburg (1761*-1821*):
Woont in Leiden.
Huwt 1 rond 1785 met Jacob van den Bosch.
Udh1: Maria (gb 1786, gd 22.8.1786; getuigen o.a. Evert van Kampen en vrouw Maria Moncourt). # vankampentree.com 22.12.2010
Huwt 2 1791 te Leiden Johannes de Ridder, gedoopt (Ned.Herv.) 1741 te Leiden, zoon van Pieter de Ridder en Marijtje van der Bergh. Johannes is lakenwever. In 1768 huwt hij te Leiden met Maria (Marijtje) de Munnik, 28 jaar oud.

Cornelia Elisabeth van Cranenburgh (1773-1855):
Geboren in Culemborg en gedoopt aldaar 25.12.1772. Dochter van Hendrik van Cranenburgh en Cornelia Maria Aloysia Vosch van Avezaat. Huwt 31.8.1794 te Cuyk met Joannis Cornelius van der Wielen, geboren 25.12.1772, ontvanger te Cuyk, zoon van Wilhelmus Franciscus van der Wielen en Leonora Catharina Sweermans.
Joannis overlijdt 1.12.1841 te Cuyck. Cornelia overlijdt aldaar 3.12.1855.
# NP 1949 (p 28), DAB

Cornelia Hendrika Kranenburg (1774-1834*):
Dochter van Hendrik Jan Kranenburg en Johanna Farret.
Gedoopt NH 26.10.1774 in de Zuider Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Cornelia Kranenburg (1783-1843*):
Gedoopt 29.10.1783 te Leiden. Dochter van Pieter Kranenburg en Stijntje Joha.
# Dopen in Leiden

Cornelia Kranenburg (1788*-1848*):
Geboren in Nieuwkoop. Mogelijk een dochter van Teunis Kranenburg (gb 1765) en NN.
Huwt 20.1.1811 (otr 29.12.1810) te Rotterdam met Abram van 't Hoff, jm uit Rotterdam.
# DTB Rotterdam (ivn 15/031)

Cornelia Aloysia Joanna van Cranenburgh (1800-1848):
Geboren 24.3.1800 te Cuyk. Dochter van Henricus Reynirus van Cranenburgh en Maria Petronella van den Boogaart. Cornelia is non. Zij overlijdt 24.7.1848 in Den Bosch.
# NP 1949 (p 28)

Cornelia Kranenburg (1803-1863*):
Dochter van Willem Kranenburg en Cornelia van Vliet.
Geboren 17.2.1803 en gedoopt GF 20.2.1803 in Delfshaven. Getuige is Klazina Kranenburg.
# DTB GF Rotterdam (1/033)

Cornelia Kranenburg (1804*-1884*):
Woont te Onwaard (Dirksland, ZH). Ze krijgt buitenechtelijk een dochter genaamd Jannetje met wie ze verhuist naar Texel. Jannetje huwt aldaar Willem Barhorst en emigreert in 1866 met haar man en acht kinderen naar New Jersey. In 1871 volgt Cornelia haar dochter en gaat eveneens wonen in New Jersey, waar ze waarschijnlijk ook overlijdt.
# Burg. Stand Texel, Staat van landverhuizers provincie Noord-Holland

Cornelia van Kranenburg (1821-1881*):
Dochter van Jacob van Kranenburg en Alida van der Helm.
Geboren 31.12.1821 in Moordrecht.
# FDK

Cornelia van Kranenburg (1833*-1893*):
Huwt 3.4.1858 in Deil met Reijer de Jager.
Udh: Willem Gijsbert.
# ws werkman.info 1.4.08

Cornelia van Kranenburg (1852-1912*):
Dochter van Adrianus van Kranenburg en Adriana Tuijnder.
Geboren 27.11.1852 in Moordrecht.
Huwt 30.4.1884 in Gouda met Leendert Roggeveen.
# FDK

Cornelia Kranenburg (1866-1933):
Dochter van Bruin Kranenburg en Gerritje Voskamp te Pijnacker.
Geboren 5.7.1866 te Pijnacker.
Huwt 6.5.1892 te Pijnacker met Paulus Bosch, geboren 18.9.1863 te Pijnacker, aldaar gedoopt 8.11.1863, zoon van Arie Bosch en Johanna van der Spek.
Cornelia overlijdt 8.4.1933 te Delft.
Udh: geen kinderen bekend.

Cornelia Kranenburg (1893-1953*):
Dochter van Willem Kranenburg en Geertje Streurman.
Geboren in Engelbert (Gro).

Cornelis~:
() Kornelis, Cornelius, etc
** Cors, Crelis

Cornelis Gheritsz van Cranenborch (1478*-1548*):
Zoon van Gherit Jan Meeus van Cranenborch en NN in Tilburg.
Vermeld januari 1543 in bron R289/37r-v van RHC Tilburg ivm erfpacht van 0.5 mud rogge.
** Cranenborch Tilburg
# RHC Tilburg

Cornelis Claesz van Cranenburch (1481*-1541*):
Mogelijk een zoon van Claes Vranckenz van Cranenburch te Lisse/Warmond.
Vermeld in 1523 als Welgeborene in Rijnland.
# LWR

Cornelis Wouter Gerritsz van Cranenburg* (1498*-1558*):
Mogelijk een zoon van Wouter Gerritsz van Cranenburg te Eikenduinen.
Vermeld in 1533 als Welgeborene in Rijnland.
# LWR, KBG

Cornelis Dirck Vranken Cranenburgh, Oude (1508*-1570*):
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN te Warmond.
Geboren op de Vrouwe Ven te Warmond.
Vermeld:
- 1531 als welgeborene op de lijst LWR, wonend in Stompwijk.
- 1543 in bron MBR als pachter van land van de Abdij van Rijnsburg in Alkemade, Woubrugge en Leimuiden.
- 1550 als welgeborene in Rijnland, woonplaats niet genoemd.
- 1568 in bron MBR als pachter van land van de Abdij van Rijnsburg in Lisse en Sassenheim.
Udh: Gerrit Cornelisz, Adriaan Cornelisz en Dirck Cornelisz (Oude) Cranenburgh.
=' Xx van Cranenburch (1503 Warmond)
** Warmond
# MBR, LWR

Cornelis Banen van Cranenburgh* (1520*-1580*):
Zoon van Baan Claasz van Cranenburgh (gb 1475) op de Vrouwe Ven te Warmond.
Pacht op 10.2.1544 boerderij Blankenhoeve op de Vrouwe Ven te Warmond van de Abdij van Rijnsburg. De pacht bedraagt 72 Carolis Guldens per jaar. Hij neemt de pacht over van zijn vader.
Zoons*: Dirck Cornelisz Cranenburch (Oude; gb 1555), Baen Cornelisz (gb 1560) en Sacharias Cornelisz (gb 1560) van Cranenburgh.
** Tweelingen
# SRO (p 172)

Cornelis van Bevere (1524-1586)
Zoon van heer Pieter van Beveren Mr Willemsz en Alid Muys van Holy Jacobsdr.
Geboren in Dordrecht. Gehuwd met jonkvrouwe Maria van der Valck.
Vrij zeker de bouwheer van Huis Bevereburch in Dordrecht aan de Wijnstraat 127.
Dit pand is gebouwd in 1556 in de Engelse Tudor stijl (15e-17e eeuw), hetgeen nogal uniek is in Nederland.
Cornelis introduceert het familiewapen met de bever. Voordien voert het geslacht Van Beveren te Dordrecht het wapen: op een blauw veld vier dwarsbalken in goud met over het geheel een Andrieskruis in rood. Dit is het wapen van het geslacht Van Beveren uit Vlaanderen.

# SGA schrijft over Cornelis als volgt:
Lid van de Raad van Holland in 1570-72.
Wordt in die hoedanigheid door Dordrecht gecommiteerd met burgemeester Arend van de Myle om de Graaf van Bossu, op de rivier verblijvende, te zeggen dat ze geen Spanjaarden in de stad willen hebben.
Op 23 juni 1572 gemachtigd om een verdrag te maken met Barthold Entens, Overste Luitenant van de Graaf van de Mark, en de stad over te geven aan de Prins van Oranje en de Hertog van Alva tot vijand te verklaren.
Door de stad Dordrecht in 1572 gecommiteerd naar Delft bij de Prins van Oranje, alwaar hij residentie houdt, tot hij op 15 november 1572 is gekozen tot burgemeester van Dordrecht.
# A. de Boon:
In 1572 verschijnt Willem van Oranje voor Dordrecht met zijn geuzen. Cornelis is burgemeester. Zonder dralen draagt hij de stad over aan de Prins. Een zeer belangrijk moment in de geschiedenis van Dordrecht en die van de Augustijnen Kerk aldaar. Op die dag komt namelijk de vrijheid van godsdienst en wordt de Augustijnen Kerk toegewezen aan de aanhangers van de 'Nye Leer', de Gereformeerden. Ook Cornelis behoort tot hen. Cornelis pleegt als eerst belangrijke daad de doop van Geert Aertsz, tijdens een openbare dankdienst onder de linden van de Kloveniersdoelen.
# SGA verder:
Op 15 oktober 1573 wordt Cornelis gecommiteerd tot Financiën.
Direct na zijn eerste burgemeesterschap weer gecommiteerd naar Delft om de dienst van het land 'in zoo trouble tijden' waar te nemen.
In 1576 gedeputeerd bij Prins Willem van Oranje te Middelburg, omdat de landen in uiterste nood verkeren.
In 1578 aanwezig op een vergadering van de Generale Staten in Gent.
In 1581 bij de Generale Staten in Amsterdam.
Cornelis is de eerste Gereformeerde burgemeester van Dordrecht in 1572-73, 1578, 1579-81 en 1585-86.
Sterft 27.1.1586 om 3 uur NM in de Weeskamer van het stadhuis.
Begraven in de Van Beveren Kapel in de Augustijnen Kerk te Dordrecht.
Graftekst:

Hier leyt begrave de Ed. heere Cornelis van Bevere heere Pieter(s) in syne leven borgemeester deser stede va Dordrecht en sterf de 27 (en) ianvary Ao XVcLXXXVI
Onderaan:
Hier leyt vrouw Maria van der Valck syne huysvrouwe sterft 12 desembris Ao 1576 ende weledele heer Iohan Heeren van Mewen in syn leven commysaris van de munte ende ontfanger gen.r. vande tolle van Geerevliet sterft 11 yuni 1608 ende vrouwe Alid van Beveren syn ed. huysvrouwe sterft den 11 yanuary 1606
Alias: Cornelis de Bevere
Udh: Willem (gb 4.12.1556).
Gezien de tweede graftekst moet Alid wel een dochter zijn.
** Bevereburch Dordrecht, Van Beveren Dordrecht
# Augustijnenkerk Dordrecht, Bakermat van Kerk en Staat (A. de Boon; ISBN 909011851-9), SGA, FRI, DAB

Cornelis Xzn Cranenburgh (1535*-1595*):
Woont in Heiloo*. Ghm NN.
Zoon: Jan Cornelisz Cranenburgh.
** Claes Jacobsz Cranenburgh, Cranenburgh Heiloo

Cornelis Dircksz Cranenburgh, Jonge (1538*-1598*):
Zoon van Dirk Vrankenz Cranenburgh (gb 1508) en NN te Warmond.
Woont in Warmond. Ghm NN.
Udh: Dirck Cornelisz Cranenburch (Jonge; gb 1573).
** Warmond

Cornelis Franken Cranenburgh* (1539*-1599*):
Mogelijk een zoon van Vrank Dirksz Cranenburgh te Warmond.
Woont in Zegwaard waar hij schout is.
Vermeld in 1574 als Welgeborene in Rijnland.
Zoon*: Jan Cornelisz Cranenburgh (gb 1570) te Heiloo.
=* Cornelis Xzn Cranenburch (gb 1538; Warmond)
# LWR

Cornelis Tijsz Cranenburgh* (1540*-1630*):
Mogelijk een zoon van Thijs Vranken Cranenburgh en NN.
Geboren op de Zuytvenne (Vrouwe Ven) te Warmond.
Pacht in 1568 in de Vrouwe Ven (Warmond) land van de Abdij van Rijnsburg.
Woont anno 1575 op een boerderij tzv de Moppehoeve aldaar. Cornelis bezit 18 morgen en 195 roeden land. Anno 1600 woont hij nog steeds in de Vrouwe Ven.
Vermeld in 1604 in een acte van boedelscheiding.
Vermeld in 1604 als Welgeborene in Rijnland.
Bezit anno 1629 land in Oude Wateringe en Kaag.
Alias: Cornelis Mathijsz, Cornelis Thijsse
Zoon: Aris Cornelisz (van de Ven) .
Mogelijk ook Willem Cornelisz Cranenburgh.
# VVB, KDL, SRO (p 141 ev), MBR (1568), LWR (1604)

Cornelis Dircksz Cranenburgh, Jonge (1555*-1630*):
Mogelijk een zoon van Dirck Woutersz van Cranenburch en NN.
Woont in Warmond. Ghm Geertje Willemsdr, dochter van Willem Dammesz van Griecken (schout van Warmond) en Duwertgen Willemsdr. Cornelis is vóór 1610 weduwnaar.
Vermeld in Morgenboek Warmond 1612:

(folio 22)
De kinderen van Corn.Dircxz. Jonge Cranenburch     - (sic)
(folio 22v)
Oude & Jonge Dirck Corn. soonen eijgen haer hoffstede     - (sic)
Dirck Cornelisz. Cranenburch eijgen sijn twee hoffsteden mette werve van Geerte Jonckers     -iij½ hont
(folio 32v)
Noch eijgen bij voop Dirc Cornelisz. Cranenburch     - j½ mor.
Kennelijk is Cornelis Dircksz Cranenburgh in bezit van twee hoeven en een werf.
Vermeld 20.2.1617 in bron ORA Warmond ivn 1192, register K, folio's 139v en 140v (xs4all.nl 20.10.08; Gen. Jan Buytendijck):

De 9 kinderen (van wie alleen Jorisgen Dammasdr mondig is) uit twee huwelijken van wijlen Dammas Willemsz (van Griecken) verkopen op 20.2.1617 aan Jan Jacobsz Cluft te Warmond:
1. Een woning (huis, barg, schuur en boomgaard met het kleine huisje erop waarin Dirck Dammasz Hopman placht te wonen) te Warmond. Belendingen: noordoost: Jan Gerritsz Beuckelair, zuidoost: de Leede, zuidwest: eerst: de kinderen van Cornelis Dircxz Jonge Cranenburch met twee voeten erf buiten hun muur, doorgaande tot in de Leede, en daaraan de na te noemen laan, en noordwest: het Buurpad. Tot de woning behoort een vrij overpad over de laan ten zuidwesten van de boomgaard en vandaar door de werf van Adriaen Willemsz van Griecken (baljuw en schout van Warmond en vaderlijke oom en voogd van de kinderen) tot aan de Herenweg. Daartegenover staat dat van Van Griecken met Henrick Henricxz Snijder en de kinderen van Cornelis Dircxz Jonge Cranenburch een vrij overpad zal hebben over het land van de verkochte woning tot de Leede en van daar tot de Herenweg. Koopsom: Fl 2.000,- waarvan een kwart gereed en de rest te betalen in 3 jaarlijkse termijnen.
2. 1/3 vn 15 hont teelland te Warmond, waarvan de overige 2/3 toebehoort aan voornoemde Adriaen Willemsz van Griecken en Cornelis Dircxz Jonge Cranenburch
[hij leeft dus nog]. Belendingen van het geheel: noordoost: de kerk van Warmond, zuidoost: de Herenweg, zuidwest: Lijclaes Bartoutsz en noordwest: de Lijtweg. Koopsom Fl 676. Uit de citaat blijkt dat Cornelis Dircksz in 1617 nog leeft, hoewel z'n kinderen eerst apart worden genoemd.

Bron LWR vermeldt in 1621 en -26 een welgeborene in Rijnland, met de naam Cornelis Dircksz, wonend in Aarlanderveen. Aangezien de meeste familienamen ontbreken in bron LWR en er in Aarlanderveen Cranenburghs~ plegen te wonen, kan dus Cornelis Dircksz Jonge Cranenburch zijn bedoeld. Hij zou dan na 1617 zijn verhuisd naar Aarlanderveen.
Alias: Cornelis Dircksz Jonge Cranenburgh, Cornelis Dirksz Jonge Neut, Cornelis Dircksz van Cranenburgh.
Udh: Dammus Cornelisz van Kranenburg, Jannet Cornelisdr en Gerrit Cornelisz Cranenburgh.
Mogelijk ook Ewout Cornelisz Cranenburgh.
Op 23.5.1610 zijn alle drie kinderen nog minderjarig (RA Warmond 4). Zij erven in dat jaar 1/3 in de helft van de nalatenschap van hun grootvader Willem Dammasz van Griecken.
# TVP, LWR, KBG

Cornelis Maarten Thijsz Cranenburgh* (1560-1630*):
Zoon van Maerten Mathijsz Cranenburgh en Maritgen Jacobsdr. Geboren op de Zuytvenne (Vrouwe Ven) te Warmond, op boerderij Moppehoeve. Erft de boerderij van zijn ouders en woont aldaar rond 1620. Het grondbezit bedraagt 20 morgen en 62 roeden.
# SRO (p 141 ev)

Cornelis Xzn van Cranenburgh (1565*-1625*):
Zoon van Xx van Cranenburgh (gb 1530) en NN te Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: Pieter Cornelisz (gb 1600 Hazerswoude) Kranenburgh, Adriaen Cornelisz (gb 1603 Hazerswoude) en Dirck Cornelisz (gb 1606 Hazerswoude) van Cranenburgh.

Cornelis Claesz Cranenburgh (1569*-1629*):
Zoon van Claes Dirck Vranken Cranenburgh en Maritgen Jacobsdr.
Geboren op de Vrouwe Ven te Warmond.

Cornelis Lenertsz Cranenburch (1571*-1610):
Zoon van Lenert Maertensz Cranenburch en NN Huybrechtsdr van Alphen.
Geboren in Bleiswijk.
# HBB, AAB (775 fol 7v dd 22.10.1610)

Cornelis Xzn Cranenburgh (1580*-1640*):
Woont in Hazerswoude*. Ghm NN.
Zoon: Arij Cornelissen Cranenburgh.
Vrij zeker ook Pieter Cornelisz Cranenburgh.
== Cors Pietersz Cranenburgh

Cornelis Reyniersz van Cranenburgh* (1582*-1642*):
Mogelijk een zoon van Reynier Claasz* van Cranenburgh te Amsterdam.
Zeilt met de VOC in 1610 naar het Verre Oosten. Het schip arriveert September 1610 op Madagascar. Ze vertrekken weer op de 24e september. Als aandenken laat de bemanning een steen achter waarop ze de volgende tekst beitelen:

1610
HIER GEARIVT
SEPTEMB
MET SCHIP DER GOES
EN VERTROCKN DEN 24 NAER MAU [Mauritius]
COOPM STE [Steven]
COTEELS SCH [schipper]
CORNS REY [Reyniersz]
De steen ligt anno 2006 nog steeds op Madagascar, waar nog meer stenen liggen met inscripties uit die tijd.
# De Telegraaf 23.12.2006, KBG

 
Cornelis Balthenss van Cranenburch (1586-1657*):
Mogelijk een zoon van Balthen Willemsz Cranenburgh in Zwammerdam.
Woont bij de Sevenhuysense Verlaet te Zevenhuizen/Bleiswijk op de hofstede van Margareta van Bancken, weduwe van Eeuwoudt Adreaenss van Bijlwerff, ontvanger van de gemeente landsmiddelen. Cornelis is oud-molenmeester van de Swanlaesse polder in Zevenhuizen.
Op 30.11.1646 verklaart Cornelis samen met Maerten Janss Roos en Pieter Prins, dat de eigenaren of huurders van genoemde hofstede altijd het banwerk van het land langs de Rotte hebben gemaakt en van de Sevenhuysense Verlaet tot het hoofd aan de Swanlaesse sloot toe en de grond rond de kade hebben beplant en de vruchten daarvan hebben genoten.
Op 30.11.1646 genoemd: 60 jaar en oud-molenmeester van de Swanlaesse polder, wonend op de hofstede van Margaretha van Bancken, weduwe van Eeuwidt Adreanss van Bijlwerff. (ONAR ivn 96 nr 116/186 opgemaakt in het Sootgen Visch)
Op 8.12.1646 verklaart Cornelis op verzoek van Margareta van Bancken, dat hij circa 18 jaar geleden op last van Eeuwoudt Adreaenss van Bijlwerff, de overleden echtgenoot van Margareta, diverse oude wilgenstoven op zijn land ten zuiden van de Rottekade en de Sevenhuysense Verlaet heeft omgehakt en andere wilgen daarvoor in de plaats heeft gezet.
Zoon: Floris Cornelisz van Cranenburch (gb 1623).
Mogelijk ook Pieter Cornelisz van Cranenburch (gb 1624).
# ONAR (30.11.1646 ivn 96; 8.12.1646 ivn 96)

Cornelis Xzn Kranenburgh (1587*-1647*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1552) en NN te Hazerswoude.
Woont te Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: Arij Cornelisz Cranenburgh (gb 1614; Hazerswoude).

Cornelis Xzn van Cranenburch (1588*-1648*):
Woont in Delft. Ghm NN.
Zoon: Pieter Cornelis van Cranenburch (gb 1623) te Delft.
=* Cornelis Balthenss van Cranenburch

Cornelis Baenen van Cranenburgh* (1595*-1655*):
Zoon van Baen Cornelisz van Cranenburgh* (gb 1560).
Cornelis is scheepmaker en woont in Leiden of Leiderdorp.
Zijn kinderen zijn ook scheepmakers en wonen in 1674 in Leiderdrop in het zelfde huis.
Dochter*: Grietge Cornelisdr van Cranenburch.
# KFR

Cornelis Dircksz van Cranenburch (1598*-1658*):
Zoon van Dirck Xzn van Cranenburch en NN.
Huwt kerklijk (NH) te Hazerswoude op 30.1.1628 met Saergen Claes, gb te Hazerswoude, gd NH te Hazerswoude.
Udh: Trintge, gb 1628 te Hazerswoude, gd 3.12.1628 te Hazerswoude (get Jaquemijn Claesdr, Pieter Corss en Pietertje Otten.
# M. Kranenburg, KBG

Cornelis Meesz Cranenburgh, Oude (1600*-1665*):
Zoon van Mees Claesz van Cranenburgh en Maritge Cornelisdr.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Heeft een jongere broer die eveneens Cornelis Meesz heet en wordt daarom ook Oude Cornelis Meesz genoemd.
Huwt te Warmond 20.12.1620 met Neeltje Jansdr Stijnen.
Cornelis is bouwman op de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade en bezit 16 morgen land.
In 1664 pacht Cornelis 6 morgen 423 roeden weiland + 11 morgen 121 roeden. Totaal dus 17 morgen 544 roeden weiland.
Op 24.3.1663 verkoopt Cornelis Meesz aan Dirck Jansz van Egmont voor 2600 gulden zijn woning in de Vrije en Lage Boekhorst, boven Oud Ade (RA Rijnsburg 7, fol 22). Kennelijk is hij dus uit Warmond verhuisd.
Alias: Oude Cornelis Meesz, Cornelis Meesz Kranenburg
Udh: Hendrick Cornelisz Cranenburg (gb 1631).
Vrij zeker ook Leentgen Cornelis van Cranenburgh (gb 1633).
** Pennings Vennemeer, NBL, Egmond van Cranenburgh
# VVR, TVP

Cornelis Jansz van Cranenburch (1603-1686):
Oorspronkelijk Cornelis Jansz Lubbe.
Landbouwer op hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Tevens ambachtsbewaarder van Segbroek onder Eikenduinen.
Huwt VG te Wassenaar op 12.7.1626 met Beatrix Teunis Ruijchrock uit Voorburg.
** Cranenburg Eikenduinen (Hofstede)
# JKE, GVP

Cornelis Meesz Cranenburgh, Jonge (1603*-1680*):
Zoon van Mees Claesz van Cranenburgh en Maritge Cornelisdr.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Woont in Warmond. Is NH. Ghm Neeltje Jansdr Steijnen.
Heeft een oudere broer die eveneens Cornelis Meesz heet en bij wie hij in 1623 inwoont. Wordt daarom ook Jonge Cornelis Meesz genoemd.
Alias: Jonge Cornelis Meesz Cranenburch.
Anno 1674 woont hij mogelijk in Warmond en is hij 'santvoerder'.
Udh: Dirk Cornelisz Kranenburg (gb 1624 Warmond).
** Pennings Vennemeer, NBL
# TVP, KFR, WS Gen. Willem Casteleijn 24.4.08

Cornelis Sachariasz van Cranenburgh (1605*-1670*):
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Zoon van Zachrias (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Cornelis woont in 1623-40 op Pennings, samen met zijn broer Gerrit.
Genoemd in 1640 (RA Rijnsburg 4) en in boedelscheiding 21.7.1640 (RA Rijnsburg 3).
Bij de boedelscheiding nemen Cornelis en zijn broer Gerrit boerderij Pennings van vader Zacharias over. Zij moeten daarvoor 712 gld 16 st betalen aan de andere erfgenamen en daarboven nog 400 gld 'aent weeskint'. Totaal 1221 gld 16 st.
** Pennings Vennemeer
# TVP

Cornelis Rijcksz van Cranenburch (1606*-1666*):
Zoon van Rijck Hesselsz van Cranenburch en Jannetgen Pietersdr te Rijnsburg.
Genoemd 1623 in bron KHR ivm hoofdgeld vader.
Genoemd 2.6.1638 in bron UPB ivm testament vader.
Genoemd 9.4.1640 in bron UPB ivm testament vader.
Alias: Cornelis Rijkcen van Cranenburch
=* Cornelis Xzn Cranenburg (Valkenburg ZH)
# Trouwboek NDG Rijnsburg, KHR, UPB

Cornelis Pietersz Craen (gb 1606* Hazerswoude)
** Dirck Cornelisz van Cranenburgh (gb 1606 Hazerswoude), Craen~

Cornelis Dircxz van Cranenburch (1607*-1667*):
Zoon van Dirck Fransz van Cranenburch (gb 1573) en NN in Warmond.
Is timmerman/ondernemer annex molenmaker in Warmond. Ghm NN.
Genoemd in transportacte dd 17.4.1633 (GA Warmond ivn 1195 Deel P. fol. 135):
De gebroeders Cornelis Dircxsz Cranenburch en Jan Dircxsz van Cranenburch, timmerluiden en erfgenamen van Dirck Fransz van Cranenburch, timmerman te Warmond, transporteren op 17 april 1633 aan Wijven Henricxdr, weduwe van Pieter Maertesz Rousch:

seecker huijsken ende erve, met alle 't geene daer inne, ende aen aert, ende nagelvast es, staende ende gelegen binnen de voorsz. heerlicheijt van Warmont. Belent ten noortwesten Benjamin Sampsonssz. Cuijper, met een gemeene scheijmuijer ten noortoosten Frans Bouderije boratwercker ende Pietertgen Bouderije sijn suster, ten suijtoosten Dirck Geritsz. Poelman mede met een gemeene scheijmuijer ende ten suijtwesten de gemeene laen.
Koopsom: 275 gulden.
Genoemd in transportacte dd 23.12.1636 (GA Warmond ivn 1195 Deel Q fol. 169v):
Jan Dircxsz van Cranenburch, timmerman te Warmond, transporteert op 23 december 1636 aan Albert van Wassenaer, heer van Alkemade etc.:
sekere oude huijsinge, schuijer ende erve staende ende gelegen in de voorsz. heerlicheijt van W[armon]t welcke oude huijsinge den heere cooper alreede heeft gedaen demolieren ende in plaetse vandien een nijeuwe huijsinge heeft doen bouwen ende dit soo groot ende cleijn als 't voorsz. erve in sijne naervolgende limiten begreepen wert. Belent ten noortoosten de wed[uw]e ende erffgenamen van Daniel Jansz. Smit, ten suijtoosten Gerit Dircxsz. Sichem, ten suijtwesten Dirck Cornelisz. Clinckenberch, ende ten noortwesten Corn[eli]s Geritsz. Schenaert, ende dit eerst mette belastinge van een oortgen sjaers thijns aencomende den heere van Haserswoude, noch met een halff waterbanwerck leggende in de Leede staende ten schouwe van Dijckgraeff ende Hooge Heemraiden van Rijnlant, ende noch mette belastinge van twee hondert vijftich gulden hooftsoms aencomende 't weeskint van Jan Corn[eli]sz. Cool tot Leijderdorp.
Koopsom: 288 gulden en 15 stuivers.
Genoemd 11.1.1641 in testament Neeltge Willems bijgenaamd Aeltge Buijr of Alebuers uit Warmond. Zij stelt tot haar erfgenamen aan:
Jan Dirxz. Cranenburch, Cornelis Dirxz. Cranenburch, Gerijt Dirxz. Scheur, timmerluijden, Geertgen Dircxdr. wedue van Gerrit Cornelisz. den Haen, Erm Dircxdr., huijsvrou van Jan Hendricxz. bijgenaemt Geus ende Dircxen Alebuers wedue van Crijn Crijnsz. alle wonende tot Warmont
dd. 11 januari 1641.
Genoemd in acte dd 19.1.1643 (GA Warmond ivn 1196 deel T fol 83):
Cornelis Dirxz. Cranenburch voor hem selven noch de rato caverende voor Jan Dirxz. sijn broeder, Geertgen Dirxdr. wedue van Gerrit den Haen, Gerrit Dirxz. Sichem ende Jan Henrixz. de Geus als man ende voocht van Ermpgen Dirxz. alle wonende tot Warmondt de welcke bekende vercoft te hebben aen Jan Gerritsz. Sichem als 't recht van naestinge van Gerrit Hermansz. van der Spoor vercregen hebbende volgens sententie gewesen bij schout ende schepenen van Warmondt op den VIe january 1642 ende dienvolgende wettelijc opdragende zijn bij desen aen den voorn. Jan Gerritsz. of sijns actie vercrijgende seker huijsge ende erve met alle 't gene daer inne aen aert ende nagelvast es, staende ende gelegen in de voors. heerlicheijt van Warmondt belent ten noortoosten de wedue van Gerrit Dirxz. van Griecken, zuytoosten de Buijrstraet, zuytwesten ende noortwesten Gerrit Hermansz. voorn[oem]t streckende uyt de noortwestgevel met een roede lenckte aen de Heerewech.
Koopsom 110 gulden
dd. 19 januari 1643
Bouwt samen met zijn broer Jan Dircxsz van Cranenburch de molen van Leimuiden.
** Van Cranenburch Warmond

 
Cornelis Xzn Cranenburg (1607*-1667*):
Woont in Valkenburg* ZH. Ghm NN.
Dochter: Aeggie Cornelisdr Cranenburgh.
=* Cornelis Rijcksz van Cranenburch (Rijnsburg)

Cornelis Jansz van Cranenburch (1608*-1668*):
Mogelijk een zoon van Jan Gerrits van Cranenburch en Jannetgen Jans van Croonensteyn te Warmond/Oegstgeest.
Vermeld in 1643 als Welgeborene van Rijnland, wonend in Zoetermeer.
Vermeld in 1644 als Welgeborene van Rijnland, wonend in Zoeterwoude.
# LWR, KBG

Cornelis Xzn Cranenburgh (1610*-1670*):
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Zoon: Cornelis Cornelisz Cranenburgh.
Dochter*: Aeggie Cornelisdr Cranenburgh.

Cornelis Gerritsz Cranenburg (1614*-1674*):
Mogelijk een zoon van Gerrit Adriaansz Cranenburgh (gb 1579) in Oudshoorn.
Woont in de bollenstreek. Mogelijk in Lisse.
Ghm Engeltje Jacobs van Leeuwen.
# STB, KBG

Cornelis Dircxz Cranenburch (1617*-1677*):
Vrij zeker een zoon van Dirck Cornelisz Cranenburch en Duijfgen Mourijnsdr in Warmond.
Vermeld 1640 in Morgenboek Warmond wegens boeking van 50 roeden land door Dammas Willemsz aan Corneils Dircxz Cranenburch. (xs4all.nl 20.10.08; Gen. Jan Buytendijck)
Vermeld 1652 in Morgenboek Warmond wegens verbouck op Cor's Dircxz Cranenburch [land] van 50 roeden.

Cornelis Willemsz* Kranenburgh (1620*-1680*):
Woont in Oudshoorn/Gnephoek*.
Dochters: Aechje Cornelis en Annetje Cornelis Kranenburgh.

Cornelis Xzn Kranenburgh (1621*-1681*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1586) en NN in Woubrugge*.
Woont in Woubrugge*. Ghm NN.
Udh: Mattheus Cornelisz Kranenburgh (gb 1656; Oudshoorn).

Cornelis Xzn Cranenburg (1622*-1682*):
Woont in Ridderkerk*. Ghm NN.
Zoon: Pieter Cornelis Cranenburg.

Cornelis Xzn Kranenburgh (1623*-1683*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1588) en NN in Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: Ary Cornelisz Kranenburgh (gb 1658 Hazerswoude) en Cornelis Cornelisz Cranenburgh (gb 1665 Hazerswoude).

Cornelis Kranenburg (1629*-1689*):
Woont in Rijnsburg. Ghm Louise Pieters.
Udh: Pieter Cornelis Kranenburg (gb 1664 Rijnsburg).
=' Cornelis van Cranenburgh (gb 1630)

Cornelis van Cranenburgh (1630*-1690*):
Zoon van Xx van Cranenburgh (gb 1605) en NN te Rijnsburg*.
Vermeld op de 'Gaarlijst van de asman te Rijnsburg anno 1686'.
Bezit een huis waarvoor hij maandelijks huur moet betalen.
Ghm Jannetje Bax.
Udh: Annetje Cornelisdr van Cranenburg (gb 1651).
Vrijwel zeker ook Pieter Cornelisz van Cranenburch (gb 1651).
=' Cornelis Kranenburg (gb 1629)
R* Hendrik van Cranenburgh (Rijnsburg)
** Tweelingen

Cornelis Pietersz Kranenburgh (1633*-1693*):
Zoon van Pieter Xzn Kranenburgh (gb 1598) en NN te Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: kind (bg 15.10.1670 Hazerswoude).
# GHA 29.1.09

Cornelis Symonsz Kranenburgh (1633*-1693*):
Zoon van Symon Xzn Kranenburgh (gb 1698) en NN te Alphen/Rijn.
Woont in de Steekt te Alphen/Rijn. Van beroep schipper. Ghm NN.
Genoemd:
- 9.11.1658, wonend in de Steekt, ivm schuld van 315 gulden aan Pieter Cornelisz, schipper te Hillegom, als restant van een bedrag wegens levering van een eikerschip. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 17 p 153)
- 10.2.1661 Cornelis Sijmonsz Cranenburgh ivm vordering van 253 gulden op Jan Claesz Stel, schipper te Woerden, wegens levering van een eikerschip. Onderpand: het eikerschip. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 18 p 91v)
- 30.12.1661 ivm vordering op Gijsbert Phillipsz Lucht van 180 gulden wegens leverantie van een oud damscheepje, tevens gesteld als onderpand. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 18 p 122)
- 16.2.1668 ivm volmacht die hij geeft aan Cornelis Jacobsz Maas te Alphen om te verkopen zijn huis en erf. Maas zal hiervan toekomen 700 gulden volgens een rentebrief.
# GHA 29.1.09

Cornelis Dircksz van Cranenburch* (1635*-1695*):
Mogelijk een zoon van Dirck van Cranenburch (gb 1600) en NN in Veenendaal*.
Woont in Veenendaal.
In 1665 fiscaal aangeslagen voor eigendom en gebruiker van haardstede.
Wapen*: op goud een kraanvogel in blauw met een steen in de poot.
** Slaperdijk Veenendaal
# Oud Archief Rhenen (ivn 423, Kohier Haardstedegelden), KBG

Cornelis Willemsz Cranenburch (1635*-1695*):
Vrijwel zeker een zoon van Willem Jansz Cranenburgh te Warmond (Vrouwe Ven).
Woont in de Molensteech te Leiden.
Huwt 1e 1660* met Maertge Dircx van Wassenberch, wonend aan de Molensteech. Maertge overlijdt in 1674*.
Udh*: Matheus Cornelisz Cranenburg (gb 1670) te Woubrugge.
Huwt 2e in 1675 te Leiden met Jannetge Gerrits, weduwe van Cornelis Coesveld, wonend aan de Molensteech.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12, fol 147), RA Leiden

Cornelis Xzn Kranenburg (1635*-1695*):
Woont in Woubrugge*. Ghm NN.
Zoon: Matheus Cornelisz Kranenburg.

Cornelis Xzn Kranenburgh (1638*-1698*):
Woont in Hazerswoude*. Ghm NN.
Udh: Abram Cornelisz Kranenburgh (gb 1673; Hazerswoude).

Cornelis Pietersz Cranenburgh (1640*-1700*):
Woont in 1679 te Zevenhuizen/Rijnland.
# KPR

Cornelis Ariensz Kranenburgh (1648*-1708):
Ouders: Arien Xzn Kranenburgh (gb 1613) en NN te Hazerswoude.
Begraven pro deo 21.9.1708 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09 (Impost Hazerswoude)

Kornelis van Cranenburch (1650-1710*):
Zoon van Jan Jansz van Cranenburch te Amsterdam en Harmpje Jacobs afkomstig uit Groningen. Geboren 20.3.1650 te Amsterdam.
# JKE

Cornelis Pietersz van Cranenburch (1650-1710*)
** Corstaan Pietersz van Cranenburch

Cornelis Xzn Kranenburg (1652*-1712*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1617) en NN te Woubrugge*.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Jannetje Cornelisdr Kranenburg (gb 1687; Woubrugge).

Cornelis Gerritsz Cranenburg (1654*-1714*):
Mogelijk een zoon van Gerrit Dircksz van Cranenburch en Grietje Dircksdr van Egmond te Endegeest.
Woont in Warmond. Ghm Maria Frans Zenly.
Genoemd 1712 in bron KPR ivm 100e penning wegens erfenis van Gerrit Leendertsz Vermy in Oudshoorn.
Udh: Klaasje Cornelisdr (gd NH 24.4.1695 Warmond).
# KPR, DTB Warmond

Cornelis Kranenburg (1655-1715*):
Zoon van Teunis Huybertsz Kranenburg en Gooltje Gerrits Kooy te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm Marritje van Wieringen.
Udh: Teunis Kranenburg (gb 1685).
Mogelijk ook Willem Kranenburg (gb 1680).
# DAK, SRM, KBG

Cornelis Teunisz Kranenburg (1656-1716*):
Zoon van Teunis Huybertsz Kranenburg en Gooltje Gerrits Kooy. Gedoopt 5.11.1656 te Nieuwkoop. Ghm Marritje Stoffels van Wieringen.
Udh: Annitje (gd 1679), Teunis Cornelisz (gd 1681) en Weyntje (gd 1682) Kranenburg.
# DAK, SRM

Cornelis Xzn Cranenburgh (1663*-1723*):
Zoon van Xx Cranenburgh (gb 1628) en NN te Nieuwkoop*.
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Udh: Teunis Cornelisz Cranenburgh (gb 1698; Nieuwkoop).

Cornelis Dammisz Cranenburg (1664-1724*):
Zoon van Dammis Teunisz Cranenburg en Pleuntje Cornelisse.
Gedoopt NH 9.11.1664 te Heerjansdam.
++ Kranenburg IJsselmonde
# KWS Geertrui Maria Bouwer

Cornelis Claesz Cranenburgh (1665*-1725*):
Mogelijk een zoon van Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630).
Woont op de Rijpwateringe (Rijpwetering; Alkemade).
Huwt 1e VG in Alkemade 17.5.1688 Jannetje Gijssen uit Roelofarendsveen.
Udh: een kindje (ovl mei 1701), een kind (ovl 1707).
Huwt 2e 5.1.1708 met Cornelia Aerts van Thol, wonend in Calslagen.
Alias: Cornelis Claesz van Cranenburgh.
# GVP, DAB

Cornelis Cornelisz Cranenburgh (1665*-1725*):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1623) en NN te Hazerswoude.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: Cornelis Cornelisz (bg 9.2.1705 Hazerswoude).
# GHA 29.1.09 (Impost Begraven Hazerswoude)

Cornelis Xzn Kranenburgh (1666*-1726*):
Zoon van Xx van Kranenburgh (gb 1631) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Gysbert Cornelisz (gb 1695 Woubrugge) en Claas Cornelisz (gb 1702 Woubrugge) Kranenburg en Jacob Cornelisz (gb 1700 Woubrugge) Kranenburgh.

Cornelis Xzn Kranenburg (1667*-1727*):
Woont in Rijpwetering. Ghm NN.
Zoon: Jan Cornelisz Kranenburg (gb 1702).

Cornelis Dircksz Kranenburgh (1668*-1708*):
Zoon van Dirck Claesz van Cranenburch en Huijbertgen Cornelisdr van Hogendorp te Voorschoten/Hazerswoude.
Woont 1693 aan de Waertgracht te Leiden en is reparateur.
Huwt 1e 11.4.1693 (otr 2.5) te Leiden met Catarina Hendrix, wonend aan de Middelste Gracht te Leiden. Catharina overlijdt in 1699*.
Huwt 2e 6.2.1700 te Leiden met Marijtje Willems van Noort (Oort?) uit Zoetermeer, wonend aan de St Jorissteegh te Leiden. Otr 22.1.1700.
Woont 1700 aan de Kraijerstraat te Leiden.
Cornelis overlijdt in 1708*. Marijtje hertrouwt 19.1.1709 te Leiden met Jan de Koenen, weduwnaar van Pieternella Verhoeve, aan de Haarlemstraat hoek van de Meren.
Alias: Cornelis van Cranenburg, Cornelis Kranenburg
# DTB SH Leiden (ivn 3, fol 110, 233), RA Leiden, M. Kranenburg, KBG

Cornelis Xzn Kranenburgh (1668*-1728*):
Woont in Hazerswoude*. Ghm NN.
Udh: Geurtje Cornelisdr Kranenburgh (gb 1703; Hazerswoude).

Cornelis Xzn Kranenburg (1669*-1729*):
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Udh: Annetje Cornelisdr Kranenburg (gb 1704; Nieuwkoop).

Cornelis Florisz Kranenburg (1670*-1714):
Zoon van Floris Cornelisz van Cranenburch en Adewij Cronelisdr.
Geboren in Hillegersberg. Ghm Aaltje Janszdr.
Woont in Bergschenhoek (bij Bleiswijk) 1708, 1714 en 1720(??).
In 1710 procedeert Cornelis tegen z'n eigen vrouw.
Aaltje overlijdt te Hillegersberg en is aldaar begraven in de kerk op 27.11.1713.
Cornelis overlijdt te Hillegersberg en is aldaar begraven in de kerk op 26.2.1714.
Alias: Cornelis Florisz Craanenburg, Cornelis Floren Cranenburgh
# GA Rotterdam, archieven.nl 28.9.08, DAB

Cornelis Xzn van Cranenburg (1670*-1730*):
Zoon van Xx van Cranenburg (gb 1635) en NN te Vriesekoop.
Woont in Vriesekoop. Ghm NN.
Dochter: Pietertje Cornelis van Cranenburg (gb 1704).

Cornelis Aartsz Cranenburch (1673*-1728):
Zoon van Aart Xzn Cranenburch (gb 1638) en NN te Aarlanderveen*.
Woont aan de Lage Zijde van Aarlanderveen. Ghm Willemtje Willemsdr Bleijswijk.
Udh: Aart Cornelisz Cranenburch (gb 1708).
# GHA 29.1.09 (Protocollen Aarlanderveen ivn 9 p 199v 11.10.1728)

Cornelis Thomasz Kranenburg (1678*-1738*):
Zoon van Thomas Xzn Kranenburg (gb 1653) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge, waar hij mogelijk visser is. Ghm Lijsbet Jans van Boutten.
Vermeld in bron BMM (p 296; ex SRAM: RA Esselickerwoude ivn 93 fol 147 dd 7 januari 1737 en fol 263 dd 13 januari 1738) ivm verhuur van viswaters bij Esselickerwoude (Woubrugge) en Oudshoorn. Ook wordt daarbij genoemd Maarten Cornelisz Kranenburgh, die derhalve vrij zeker een zoon is van Cornelis Thomasz.
Lijsbet is begraven pro deo 31.3.1745 te Woubrugge.
Udh: Jan Cornelisz (gb 1702 Woubrugge), Maarten Cornelisz (gb 1705 Woubrugge), en Neeltje Cornelisdr (gb 1717 Woubrugge) Kranenburg.
# GHA 29.1.09, MBB

Cornelis Xzn Kranenburg (1678*-1738*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1653) en NN te Woubrugge*.
Woont in Woubrugge. Ghm Lijsbet Jans van Boutten.
Lijsbet is begraven pro deo 31.3.1745 in Woubrugge.
Udh: Jan Cornelisz Kranenburgh (gb 1702 Woubrugge), Maarten Cornelisz Kranenburg (gb 1703 Woubrugge) en Neeltje Cornelisdr Kranenburg (gb 1717 Woubrugge).
# GHA 29.1.09

Kornelis Berents Kranenburg' (1672*-1740)
Vrij zeker een zoon van Berent Jans Kranenburg (1631*-1691*) te Scharmer.
Woont op Heerd Eenkema te Zeerijp.
Vermeld op z'n grafsteen in de NH Jacobus Kerk te Zeerijp in Groningen.
Wapen: Drie klavers 1-2 geplaatst; daarin letters K.B. Drie pluimen op schild.
Zoon: Berent Kornelis Kranenburg gb 1697.
# KBG, FRI/aug2013

Cornelis Stevens van Cranenborgh (1680*-1740*):
Huwt 23 april 1713 te Etten-Leur met Maria Willems van den Beemd.
Alias: Cornelis Stevensse van Cranenbergh
Udh: kinderen gedoopt te Etten-Leur op 26.12.1713, 11.12.1717 (Cornelius), 10.11.1722 en 30.4.1725 (te Hoeven).
Mogelijk ook Catharina van Cranenborgh (gb 1709).
# NDG Kerkboek, DAB

Cornelis Gerrits Kranenburgh (1688*-1748*):
Mogelijk een zoon van Gerrit Cranenburch (gb 1651) te Amsterdam.
Is op 11.5.1723 te Rotterdam getuige bij de doop van Marijtje van der Kol.
Dochter*: Elisabeth van Kranenburg (gb 1734).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/278)

Cornelis Xzn Kranenburg (1690*-1750*):
Woont in Blankenburg, later Rozenburg. Ghm NN.
Udh: Simon Cornelisz Kranenburg (gb 1725 Blankenburg).
# familiedenboer.nl 10.11.08

Cornelis Thomasz Kranenburgh (1692*-1752*):
Zoon van Thomas Xzn Kranenburgh (gb 1650) en NN te Oudshoorn/ZH*.
Genoemd 22.12.1727 voor zichzelf en zijn broer Abraham ivm verkoop van de opstal van een huisje van wijlen Annetje Thomasdr Kranenburgh in het Westeinde van de Ridderbuurt te Oudshoorn/ZH, staande op een erf van Willem Symonsz Coleyn.
Genoemd 31.1.1731 ivm aangifte dood Willempje Maartens Wassenaar in Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Cornelis Jansz Kranenburgh (1693*-1753):
Zoon van Jan Xzn Kranenburgh (gb 1658) en NN te Woubrugge.
Genoemd 26.11.1749 ivm begravenis pro deo van zoon Claas te Woubrugge.
Begraven 1.1.1753 in Woubrugge.
# GHA 29.1.09

Cornelis Abrahamsz Cranenburg (1695*-1755*):
Vrij zeker een zoon van Abraham Thomasz Kranenburgh uit Woubrugge.
Geboren in Rijnsaterwoude. Huwt 8.12.1720 in de Gereformeerde Kerk te Rijnsaterwoude met Leuntje Cater, geboren 1695* in Rijnsaterwoude, dochter van Cornelis Kater en Aachie Watelaer. In 1729 overlijdt Leuntje in Rijnsaterwoude en Cornelis mogelijk in Kudelstraat.
Cornelis heeft een veenbedrijf in Woubrugge, gespecialiseerd in slagturven. Hij wordt vermeld in bron MBB (p 26, 199 en 206) ivm in dienst nemening van Cornelis Woutersz van Clincq op 2e Paasdag eind maart 1731. Cornelis Abrahamsz Cranenburg levert hem daarbij het nodig gereedschap, hetgeen in die tijd nogal zeldzaam is.
Udh: Jan Kranenburg (gb 1721).
# DVB, JKE, MBB

Cornelis Jansz Kranenburg (1696*-1756*):
Zoon van Jan Xzn Kranenburg (gb 1661) en NN in Jacobswoude*.
Woont in Jacobswoude.
Genoemd 1731 ivm verkoop door hem aan Johan Burghart in TerAar van een perceel land en water in de Heerewegse Polder.
# GHA 16.3.09 (Oud Archief TerAar ivn 261 acte 151.1.01)

Cornelis Xzn Kranenburg (1700*-1760*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1665) en NN te Woubrugge*.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Marijtje Cornelisdr (bg pro deo 14.9.1744 Woubrugge).
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge), KBG

Kornelis Kranenburg (1705*-1765)
In 1765 overleden te Oud en Nieuw Gastel.

Cornelis Tonisz Kranenburgh (1705*-1765*):
Zoon van Tonis Xzn Kranenburgh (gb 1670) en NN in Oudshoorn/ZH.
Woont in de Ridderbuurt te Oudshoorn/ZH (bij Woubrugge). Ghm NN.
Genoemd 9.10.1739 ivm lening van 600 gulden van Jacob Raaphorst te Leimuiden ivm koop en levering van houtwaren. Onderpand: de opstal van een huis en portaal in het westeinde van de Ridderbuurt op de grond of het erf van Dirk Dirksz Lelijvelt, zijnde het grootste of westwaartse huis. (SRM ivn 18 p 1; geroijeerd 7.8.1755)
Genoemd 1.3.1740 ivm verkoop van een huis plus schuurtje in het Westeinde van de Ridderbuurt te Oudshoorn, zijnde het oostwaartse huis dat op die grond staat. Prijs: 525 gulden.
Udh: Marijtje Cornelisdr Kranenburg (gb 1740 Oudshoorn/ZH).
# GHA 29.1.09

Cornelis Xzn Kranenburg (1706*-1766*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1671) en NN te Woubrugge*.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Jan Cornelisz Kranenburg (gb 1751 Woubrugge).
# GHA 29.1.09, KBG

Cornelis Kranenburg (1707-1767*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Beertje van Wieringen.
Geboren 18.12.1707 in Nieuwkoop.

Kornelis Kranenburgh (1707*-1767*):
Mogelijk een zoon van Hendrick van Cranenburgh en Francijntje Brouwers te Rotterdam.
Woont aan de Slaka in Rotterdam. Ghm Geertie den O.
Zoon: Frans Kranenburgh (gb 1748).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

Cornelis Ariensz Cranenburgh (1707-1767*):
Zoon van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon.
Geboren 1707 te Rhoon. Overleden 1767*.

Cornelis Claasz Kranenburg (1709*-1769*):
Zoon van Claas Xzn Kranenburg (gb 1674) en Marijtje Cornelisdr van Tol te Woubrugge.
Udh: Marijtje Cornelis Kranenburg (gb 1744*; bg pro deo 13.5.1754 Woubrugge), kind (doodgeboren; bg pro deo 7.3.1747 Woubrugge).
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Cornelis Xzn Kranenburg (1711*-1771*):
Woont in Reeuwijk*. Ghm NN.
Zoon: Willem Cornelisz Kranenburg
=* Cornelis Willemsz Kranenburg

Cornelis Cranenburg (1713*-1773*):
Woont in Nieuwveen (Oosteinde Oosterpolder).

Cornelis Claesz Kranenburgh (1715*-1775*):
Zoon van Claes Xzn Kranenburgh en NN te Bloemendaal/Haarlem.
Woont 2.6.1747-5.5.1752 in Gouda. Nadien in Haestrecht.
# GHA 29.1.09

Cornelius van Cranenborgh (1717-1777*):
Op 11.12.1717 gedoopt te Etten-Leur.
Zoon van Cornelis Stevens van Cranenborgh en Maria Willems van den Beemd.

Cornelis Cranenburg (1719-1779*):
Zoon van Maarten Willemsz Cranenburg en Cornelia Cornelisse Overgaauw. Geboren 12.8.1719 in Maasland. Huwt 1755* met Anna (Antje) van Strijp uit Delft.
Alias: Cornelis Maartensz Cranenburg.
Udh: Maerten Cornelisz (gb 1756) en Cornelia (gb 1758) Cranenburg.
# JKE

Cornelis Dirksz Kranenburgh (1721*-1781):
Zoon van Dirk Xzn Kranenburgh (gb 1685) en NN te Nieuwkoop.
Overleden 3.4.1781 en begraven 7.4.1781 in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09

Cornelis Willemsz Kranenburg (1725*-1785*):
Woont in Reeuwijk (Zwammerdam). Ghm NN. Is meester timmerman.
Vermeld 31.1.1774 als buurman van Boudewijn van der Leqc, vader van de vrouw van zoon Willem Cornelisz Kranenburg te Reeuwijk.
Zoon: Willem Cornelisz Kranenburg.
# OVG 1982 (p 273)

Cornelis Cranenburgh (1727*-1787*):
Vermeld op de lijst Weerbare Mannen in Hendrik-Ido-Ambacht dd 1747. Volgens deze lijst is Cornelis onvermogend. Mogelijk is hij nog erg jong.
Alias: Cornelis Kraenenburg
# WHI

Cornelis Kranenburg (1728*-1788*):
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Zoon: Teunis Kranenburg (gb 1765).

Cornelis Kranenburg (1729-1797):
Gedoopt GF 18.9.1729 te Delfshaven. Zoon van Willem Pieterse Cranenburgh en Geertje van der Velde.
Huwt 1e 17.10.1762 (otr 24.9) te Delfshaven met Maria (Marija, Marietje) Nobel, wonend in Delfshaven.
Maria overlijdt in 1771*.
Udh: Willem (1762 Delfshaven), Geertruij (1764 Delfshaven), NN en NN (bgr 13.12.1764 Delfshaven) en Jan (1765 Delfshaven).
Huwt 2e 23.2.1772 (otr 9.2) te Delfshaven met Jannetje Blok.
Udh: Geertje (10-23.3.1775 Delfshaven), NN en NN (bgr 21.2.1777 Delfshaven).
Cornelis overlijdt in 1797 te Delfshaven en is aldaar begraven op 12.5.1797.
Alias: Cornelis/Kornelis Cranenburg
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033; 11/0; 14/9; 4/012 (2x); 4/006 (2x), etc)

Cornelius Cranenborgh (1729-1789*):
Op 23.1.1729 gedoopt in Etten-Leur.

Cornelis van Kranenburg (1732*-1792*):
Vermeld in 1772 bij een sterfgeval in Ouwgastel.

Cornelis Xzn Kranenburg (1739*-1799*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1704) en NN te Sluipwijk*.
Udh: Cornelis Cornelisz Kranenburg (gb 1769; Sluipwijk).

Kornelis Berents Kranenburg' (1740*-1800*):
Zoon van Berent Kornelis Kranenburg (gb 1697) en Frouke Hindricks (1680-1755) op Eenkema Heerd in Zeerijp bij Loppersum.
Woont op Eenkema Heerd te Zeerijp. Ghw 1775* met Lizabeth Harms Boukema.
Na de dood van Kornelis huwt Lizabeth met Nanno Haakse Coolman.
Lizabeth sterft januari 1826. Ze is begraven in de Jacobus Kerk van Zeerijp. Op haar grafsteen prijkt het wapen van Kornelis Berents Kranenburg: drie klavers 1-2 gepaaltst; op 't schild drie pluimen 1-1-1.
# KBG, FRI aug 2013

Cornelis Thomasz Kranenburg (1750*-1766):
Zoon van Thomas Xzn Kranenburg (gb 1715) en NN te Woubrugge.
Woont in het Weeshuis te Woubrugge.
Begraven pro deo 26.4.1766 in Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Cornelis Xzn Kranenburg (1750*-1810):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1715) en NN te Nieuwkoop.
Overlijdt 11.12.1810 in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09, KBG

Kornelis Kranenburg (1752-1812*):
Zoon van Jan Kranenburg en Antje Bilkshof.
Gedoopt NG 22.3.1752 in Thamen aan de Amstel (Uithoorn).
# Dopen Geref. Kerk Thamen a.d Amstel

Cornelis Xzn Kranenburg (1765*-1825*)H:
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1730) en NN te Gouda*.
Udh: Johannes Cornelis Kranenburg (gb 1800; Gouda).

Cornelis Cornelisz Kranenburg (1769*-1829*):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburg (gb 1739) en NN te Sluipwijk.
Woont in Sluipwijk.
Genoemd 28.1.1796 als schuldeiser van Levi Heymans van Lisse (koopman in Den Haag) ivm obligatielening van 1226 gulden. (notaris Joan Boers Jz)
Genoemd 31.1.1799 als schuldeiser van Arnoldus van Gennep te Rotterdam ivm een obligatielening van 800 gulden. (notaris Cornelis van Alphen).
# GHA 29.1.09, SMH (ivn 154 p 1; ivn 157 p 1)

Cornelis Kranenburg (1770*-1830*):
Geboren in Nieuwkoop. Huwt 13.10.1796 te Nieuwkoop met Antje Stigter, geboren in Waverveen.
Udh: Teunis Kranenburg (gb 1805).
# RKL

Cornelis Xzn Kranenburg (1770*-1830*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1665) en NN te Reeuwijk.
Woont in Reeuwijk.
Genoemd 24.1.1805 ivm verkoop van land door en aan derden. Woont dan nabij de Oudeweg. (Protocollen Zwammerdam ivn 33 p 207v)
# GHA 29.1.09, KBG

Cornelis Xzn Kranenburg (1792-1810):
Ouders: Xx Kranenburg (gb 1757) en NN te Nieuwkoop.
Overlijdt 11.12.1810. Begraven 15.12.1810 te Nieuwkoop. (DTB Nieuwkoop)
# GHA 29.1.09, KBG

Cornelis Cranenburg (1795*-1855*):
Zoon van Xx Cranenburg (gb 1760) en NN te Gouda*.
Vermeld in volkstelling Gouda 1830.
# GHA 17.11.2008 (Bevolkingsregister Klappers na 1811)

Cornelis van Kranenburg (1797-1857*):
Zoon van Jan van Kranenburg en Cornelia Ketel te Moordrecht.
Geboren 25.2.1797 te Moordrecht. Aldaar NH geboopt op 5.3.1797.
# FDK

Cornelis Kranenburg (1806*-1866*):
Vermeld in 1846 als nachtwacht op de lijst 'Veldwachters van Nieuwkoop en Noorden aangesteld in de periode 1795-1940'.
# BNK (p 134)

Cornelis Teunisz Kranenburg (1819-1894):
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Cornelis is smid.
** SLN
# GNS

Cornelis Kranenburg (1828*-1888*):
Woont in Mijdrecht. Ghm Petronella Kruid.
Udh: Teunis Kranenburg (gb 1853 Mijdrecht).
# vulperhorst.eu 25.1.08

Cornelis van Kranenburg (1833-1893*):
Zoon van Jacob van Kranenburg en Alida van der Helm.
Geboren 11.11.1833 in Moordrecht.
# FDK

Cornelis Kranenburg (1845-1905*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Jannetje Ten Bulten.
Geboren 9.9.1845 te Nieuwkoop.
Huwt 1870* Naatje van den Berg, geboren 11.4.1857 in Maarsseveen.
Udh: Hendrik Cornelis Kranenburg (gb 1890).
# RKL

Cornelis Kranenburg (1878-1938*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 9.6.1878 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Cornelis Maarten Kranenburg (1880*-1940*):
Woont in Utrecht. Ghm Mary de Monchy.
Udh: Cornelis Kranenburg (gb 1915 Utrecht).

Cornelis Kranenburg (1886-1946*):
Zoon van gijsbertus IV Kranenburg en Petronella de Graaff.
Geboren 1886 te Voorschoten. Woont in Haarlem aan de Ged. Raamgracht 25.
# GKA, KBG

Cornelis van Kranenburg (1891-1951*):
Zoon van Frans van Kranenburg en Gerritje Beatrix van Blijderveen.
Geboren 31.1.1891 in Moordrecht.
# FDK

Cornelis Kranenburg (1915-1975*):
Zoon van Cornelis Maarten Kranenburg (gb 1880*) en Mary de Monchy.
Geboren 27.5.1915 te Utrecht.
Directeur Tabakhandel Schleicher & Van de Wetering NV te Amsterdam.
Huwt 30.4.1947 te Southam (Warw., England) met Jkvr Cecile Marguerite Backer, geboren Den Haag 20.1.1917, dochter van Jhr Jacob Hendrik Backer (gb Loenen/Utr 7.12.1881, ordon.-off. van Koningin Wilhelmina, kapt. gren., ovl 2.9.1924 Den Haag) en Jkvr Margaretha Jacoba Wilhelmina Beelaerts van Blokland (gb De Haag 21.8.1886, ovl aldaar 28.12.1961, dochter van Jhr Frans Agathus Gerard en Jkvr Martha Maria Jacoba Gevers Deynoot)
Udh: geen kinderen bekend.
Broers*: Frits en Evert Kranenburg, beiden geboren 1914 te Utrecht.
# NAB 1966, KBG

Cornelis Adrianus Kranenburg (gb 1928):
Geboren 15.10.1928 in Kampen. Opleiding: Hotel Vakschool.
Woont in Kampen. Ghm Marrigje Zwanenpol.
Werkt in de horeca. Lid van de PvdA. Achtereenvolgens raadslid, fractievoorzitter en wethouder in Kampen.

Cors~
** Corstiaan~

Corstiaan~
() Corstiaan~, Cors~, Kors~, etc

Cors Pietersz van Craenenburch (1580*-1647):
Zoon van Pieter Xzn van Craenenburch (gb 1545) en NN te Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm Trijntgen Dircxdr.
Cors is in 1627-1629 schepen van Hazerswoude. Als zodanig compareert hij op diverse dagen (ORA Hazerswoude 24).
Cors en Trijntgen zijn overleden vóór donderdag 3.1.1647.
Alias: Cors Pietersz van Craenenburch. Als zodanig wordt hij genoemd in de boedelscheiding ORA Hazerswoude 202/120 dd 3.1.1647. Dit is een belangrijk feit, aangezien zijn mogelijke voorouders in Warmond ook Van Cranenburch worden genoemd. Letterlijk staat geschreven:

... ende erffgenamen van Cors Pietersz van Craenenburch ende Trijntgen Dirckxdr heurluijden vader ende moeder ...
Udh: Pieter Corsz (1602*), Trijntje Corsdr (1609*), Maritgen Corsdr (1613*), Neeltgen Corsdr (1614*-14*), Neeltgen Corsdr (1615*) en Annetge Corsdr (1619*).
Mogelijk ook Jan Corsz Cranenburgh (gb 1615; Woubrugge)
** Craen
# MVS, ORA Hazerswoude (24; 26 fol 202/120 dd 3.1.1647)

Kors Xzn Kranenburg (1580*-1640*)
Woont in Hazerswoude*.
** Cors Pietersz Cranenburgh

Cors Pietersz Craenenburgh (1644*-1704*):
Zoon van Pieter Corsz Craenenburgh en Grietge Hendricksdr te Hazerswoude.
Huwt Geref. vrijdag 30.11.1668 (otr 2.11.1668) te Hazerswoude met Neeltgen Leendertsdr de Jongste.
Alias: Cors Pietersz Craen
Udh: Leendert Corsz Craenenburgh.
** Craen~
# MVS, ORA Hazerswoude (35 dd 29.5.1679)

Corstiaan Pietersz van Cranenburch (1650-1725*):
Zoon van Pieter Cornelisz van Cranenburch en Jannitgen Cornelis Corstiaens. Gedoopt 30.1.1650 te Delft. Van beroep plateelschilder in de porseleinmakerij.
Woont in 1683 aan de Vlamingstraat in Delft.
Huwt 16.10.1683 te Delft met Sophia Hendrix van Gijsen (Sijtie Hendrix van Gilse/Giesen; Fijtie Hendricks van Gijsen).
1.5.1699 te Delft doopgetuigen bij Joannis van Maastrigt.
Bron Histoire de la faïence de Delft (Henry Havard en Leopold Flameng, 1878) schrijft:

420. CORSTIAEN PIETRSZ VAN CRANENBURCH, 1683.
Il habitait la Vlamingstraat. Le 31 octobre 1683, il épousa Sophia Hendricks van Gysen, et prit, sur son acte de mariage, la qualité de plateelschilder
Alias: Corstiaan/Corstiaen Cranenburg/Kranenburgh, Christiaen Pieters van Cranenburch
Zuster*: Catarijna. Broer*: Bastijaen.
Udh: Pieter (1684-85), Jannetie (1685), Elisabeth (1687), Hendrik (gb 1689), Henderick (1691), Pieter (1693-93), Pieter (1694-95), Pieter (gb 1696-96), Cornelia (1697), Maria (gb 1700), Pieter (1703), Sara (1705), Annetie (1709).
** Kunstenaars
=* Corstiaen van Cranenburgh
# GA Delft, Histoire de la faïence de Delft (Henry Havard, 1878)

Cors Xzn Cranenburg (1655*-1715*):
Woont in Valkenburg (ZH). Dochter: Trijntje Corssen Cranenburg.

Corstiaen van Cranenburgh (1655*-1715*)V:
Vermeld:
23.7.1690 ivm begrafenis te Delft (Oude Kerk).
22.9.1690 ivm begravenis te Delft (Oude Kerk).
8.10.1693 ivm begrafenis te Delft (Oude Kerk).
12.10.1696 ivm begravenis te Delft (Oude Kerk).
3.6.1702 ivm begravenis te Delft (Oude Kerk).
4.7.1703 ivm begravenis te Delft (Oude Kerk).
7.6.1706 ivm begrafenis te Delft (Oude Kerk)>
5.4.1710 ivm begrafenis te Delft (Oude Kerk).
=* Corstiaan Pietersz van Cranenburch
# GA Delft

Corstiaan Kranenburg (1770*-1832):
Geboren te Hendrik-Ido-Ambacht. Huwt 28.7.1802 te Heerjansdam met Jannetje Grandia. Jannetje is geboren 24.2.1762 en overlijdt 19.4.1832. Corstiaan overlijdt 14.5.1832 te Barendrecht.
Udh: Jillis Kranenburg

Cotswolds:
Heuvelgebied in Gloucestershire (Engeland), tussen Stratford-upon-Avon (Warwickshire) in het noorden, Bath (Somerset) in het zuiden, Oxford in het oosten en Gloucester in het westen. Meest karakteristiek deel van Engeland. Ook wel Heart of England genoemd. Oppervlakte circa 40Kmx145Km. Voornamelijk platteland dat sinds de 16e eeuw nauwelijks is veranderd. De Cotswolds Hills zijn de waterscheiding tussen de Thames en de Severn. De heuvels zijn ruim 300 Meter hoog. Hoogste punt is Cleeve Hill, 330 M hoog. De Cotswolds heeft de status van Area of Outstanding Natural Beauty. Cirencester is de grootste stad, waar ook het bestuurcentrum zetelt. Bij het dorp Kemble nabij Cirencester ontspringt de Thames. Economie: sinds de 15 eeuw schapenteelt en wolindustrie. Daarnaast steengroeven waar gele leisteen wordt gewonnen. Deze leisteen wordt er veel gebruikt voor muren en daken, wat de architectuur een typisch karakter en okergele kleur geeft.

          

In Oud Saxisch betekent wold niet woud, maar landschap. In Oud Fries is dat woud, wolt. Oud Engels wudu. Bron Vrouger (nov 2007 p 41) schrijft hierover: Wold is geen bos (woud letterlijk), maar een gebied met landerijen (open plekken, grasland of bouwland) tussen bossen en bossingels in gelegen. Deze definitie lijkt zeker van toepassing op de Cotswolds.

De Cotswolds liggen precies tussen de Anglische gebieden in Noord Engeland en de meer Saxische gebieden in Zuid Engeland. Rond 370 nC vestigen zich er de eerste Angelen uit NW Europa onder aanvoering van Wig. Later volgen meer Angelen uit dat gebied. Rond het jaar 550 komen er ook Saxen van het Continent wonen. Uiteindelijk zijn de Cotswolders een mix van Angelen, Saxen en autochtone Britten. Anno 2010 wonen er circa 85.000 mensen, inclusief de mensen die daar alleen een vacantiehuis bezitten.
** Angelen, Wig, Gewisse, UTR/UK, Wychwood, Wold
# WP, WKP 30.11.07, Vrouger, BBCTV 5.2.2010, DAB

Courtine
Rechte of licht gebogen wal tussen twee bastions. Ook wel gordijn genoemd.
** Ravelijn
# WP

Craanen~
** Craen~

Craen~
De naam Craen~ komt al sinds de 12e eeuw voor in Nederland. Udo en Wolter Crane getuigen in 1200 voor de bisschop van Utrecht. (OGZ IVa; Gysseling-1966 p 15) Henric de Crane (Heer van Kuinre wordt in 1204-13 genoemd in oorkonden van de bisschop van Utrecht. Naar zeggen heet hij feitelijk Hendric van Cranenburch. (> Hendric de Crane gb 1160) Opmerkelijk is in ieder geval dat de naam Kranenburg~ vaak formeel en informeel wordt verkort tot Kraan~. Dat is o.a. terug te vinden bij molen de Kraan in Warmond, die in de 20ste eeuw eigendom is van een familie Kranenburg. Ook vinden we dit verschijnsel bij twee kinderen van Cors Pietersz Craenenburgh (gb 1587) in Hazerswoude. Te weten: Trijntje Corsdr en Pieter Corsz Cranenburgh (Craen). De kinderen van Pieter noemen zich weer Craenenburgh. Verder: Hendrick Pietersz Craenenburg (alias Craen/Kranenburgh) en Neeltje Aris Cranenborg (alias Neeltje Aris Kraan). Verder bij Leendert Pietersz Cranenburgh (gb 1640; Hazerswoude). Ook in de persoonlijke sfeer gebeurt het vaak dat iemand met de naam Kranenburg~ wordt aangeroepen met Kraan. Verder is het opmerkelijk dat het geslacht De Kraane in Utrecht een wapen voert met een kraanvogel die een steen houdt in de opgeheven rechter poot. Dit wapen wordt ook gevoerd door het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck.
¶ Een opmerkelijk geval doet zich voor in Leiden. Daar woont in het verleden een geslacht Van Cranenburch dat het wapen voert: op zwart een adelaar in zilver, links gekeerd. Bovendien woont er in dezelfde tijd in Leiden een geslacht Craanen dat het wapen voert: op blauw een adelaar in zilver, links gekeerd. De wapens suggereren sterk dat de families met elkaar te maken hebben. Hoe?, dat is vooralsnog niet bekend. (> FW Cranenburch Adelaar)
** Crane, Hendric de Crane (gb 1160), De Kraane, In de Crane, Cranbury Manor Otterbourne, De Kraane~, Van Cranenburch Bleyswyck, FW Cranenburch Adelaar, Kranenburg Haaksbergen (hoeve De Kraane)
# meertens.knwa.nl 26.7.08, DAB

Craenenburgh Brugge
** Cranenburg Brugge

Craenenburgh Zichem
** Zichem

Craenhals
** Kranenburgh Bergen

Crahill
Samentrekking van Van Cranenburgh Hillegom: een bedrijf in spiegelreflectors voor projectors in bioscopen. Opgericht in 1950 door Pieter Gerard van Cranenburgh.
** Pieter Gerard van Cranenburgh (gb 1893)

Cran
Engeland, i.b. East Anglia:
- mand gebruikt in de zeevisserij
- maat voor gezouten haring: 1 cran = 170 liter

Cranborne
** Cranbourne

Cranborough:
- Engelse familienaam
- landgoed in Buckinghamshire, Engeland
- township in Dorset, Engeland; woonplaats Sir Edward Ernle of New Sarum, Bart. (17e eeuw)
- Cranborough Road in Bournemouth, Dorset, Engeland
- town in East Sussex, Engeland
- Cranborough Arms: vml pub aan de Cranbourne Street in East Sussex, Engeland
- district bij Longborough, Gloucestershire, Engeland
- township in Hampshire, Engeland
- geslacht uit Ierland, met in de 17e eeuw vele militairen in buitenlandse legers
- township in Kent, Engeland
- hamlet bij NW Londen, Engeland; heeft een belangrijk station
- Cranborough (1815-75) New Orleans, USA
- adellijk huis in Sussex, Engeland
- town in Wiltshire, Engeland
- Cranborough House in Winchester (1735)
- Cranborough Mews in Windsor, Engeland
NB Cranborough wordt soms verward met Granborough. Mogelijk is Granborough een verbastering van Cranborough. In Bleiswijk staat een heel oude hoeve met de naam Granenburg. Mogelijk is de naam afgeleid van chranuh, wat Oud Hollands eveneens kraan, kraanvogel betekent. De hoeve heet dus feitelijk ook Cranenburg. Mogelijk dat deze klankverschuiving identiek is als in Engeland.
** Thomas Goodspeed, S. Cranborough
# UKA, DAB

Cranborough House Winchester
In 2006 verschijnt het kunstboek "Nathaniel Dance-Holland, London 1735-Cranborough House, Winchester, Hampshire 1811" van Christopher Wright, Catharine May Gordon e.a. Nathaniel bezit in 1780-91 Cranbury Manor in Hursley in Hampshire. In 1791-1811 bezit zijn vrouw Lady Holland het huis. (> Cranbury Manor). De titel van het boek suggereert dat Nathaniel Dance Cranbury House in 1791 sterft en dat het huis overgaat om zijn vrouw Lady Holland. Hoe het ook zij, kennelijk wordt met Cranborough House gewoon Cranbury House bedoeld. De vraag is dan waarom de auteurs in 2006 het huis Cranborough House noemen, terwijl van hen toch zeker mag worden verwacht dat Cranbury House de gangbare naam is/was. House in Winchester. Het enige juiste antwoord op deze vraag lijkt, dat de auteurs op grond van belangrijke feiten tot de overtuiging zijn gekomen dat Cranbury House feitelijk Cranborough House heet of moet heten. Het lijkt nu haast onvermijdelijk te veronderstellen dat dit huis te maken moet hebben met Hugh Craan (gb 1330) te Winchester of nazaten van hem. Daarmee lijkt dit huis een bevestiging te zijn van alle feiten en thesen over de herkomst van Hugh Craan, alias Hughe Hughesz van Cranenburg uit Eikenduinen bij Den Haag.
** Hugh Craan (gb 1330; Winchester), Cranbury House Otterbourne
# books.google.nl 13.12.09, KBG

Cranborough Mews
Een gebied in East Windsor, grenzend aan Englefield in Berkshire. Halewijn I, burggraaf van Leiden, woont volgens het Doomsday Book rond 1075 in Englefield (Berkshire), dat ligt tussen Chertsey en Windsor. Hij bezit daar 25 Ha grond en een molen. Hij zal daar ook wonen en z'n huis hebben staan. Dat huis voert vrijwel zeker de naam Cranesbury.
** Cranesbury Manor Englefield, Van Cranenburch Leiden

Cranbourne Chase, England
Een groot natuurgebied in centraal Zuid Engeland (Dorset, Hampshire en Wiltshire), grenzend aan Salisbury Plain, de West Wiltshire Downs en de South Downs. Het gebied is zeer wijds en heuvelig, met prachtige vergezichten. Er staan vele prachtige landhuizen, waarvan sommige dateren uit de 16e eeuw.
Tijdens de Angel-Saxische invasie van Engeland bouwen de oorspronkelijke bewoners de Bokerley Dyke, een verdedigingswal langs de Roman Road, die loopt van Dorchester naar Old Sarum.
** Old Sarum
# BBC TV 6.11.09, DAB

Cranbourne Dorset, England
Village in het hart van Cranborne Chase in Dorset, Zuid Engeland. De naam verschijnt voor het eerst in 1086 in het Domesday Book als Creneburne. In 1163 als Craneburna en in 1207 als Craneborne. De naam betekent: de stroom waar veel kraanvogels komen. Deze stroom heet tegenwoordig River Crane. De naam Cranborne komt trouwens ook voor in Berkshire en Hampshire, maar dan als Cranbourne.

Cranbourne Manor Dorset, England
Cranborne Manor is een fraai landgoed gelegen in Cranborne, Wimborne in Dorset (UK). Het is gebouwd in 1207 als een Hunting Lodge, ofwel jachthut. Later uitgebouwd tot een motte en kasteel.
Kennelijk bestaat er toch al eerder een Manor. Volgens een oud verhaal is namelijk een zekere Brictric, zoon van Algar, de Heer van Cranborne Manor. Hij wordt ooit verliefd op Mathilde, een Vlaamse prinses. Zij moet daar niets van hebben en richt haar aandacht op een grote, kalende man genaamd Willem, de zesde hertog van Normandy. Ze trouwt met hem en hij wordt Willem de Veroveraar. Als Mathilde terugkeert naar Cranborne speelt ze de boze vrouw en gooit ze Brictric in de kerker.
De huidige manor dateert uit de tijd van koning Hendrik VIII. Anno 2007 is het een buitenverblijf van de 7e Markies van Salisbury. De Manor Garden is open voor publiek elke woensdags van maart tot oktober.
** Willem de Veroveraar, Boudewijn V van Vlaanderen

Cranbourne Tower Windsor, England
Cranbourne Tower in Windsor ligt op een hoge heuvel in Cranbourne Forest aan de A332 (Windsor > Bracknell) tegenover Great Park.
¶ Tegenover Cranbourne Forest ligt het dorp Cranbourne, gesticht in de 19e eeuw als locatie voor leden van het Engelse koningshuis. Daar staat een oude eik met de naam de Connqueror's Oak, een herrinnering aan Willem de Veroveraar, die in 1066 Engeland onderwerpt. Ook ligt daar de Millstone, kennelijk van een oude molen die reeds lang geleden is verdwenen.
¶ Nabij Windsor Great Park liggen o.a. Flemish Farm en Cranbourne Chase. Flemish Farm duidt op vestiging van Vlamingen. Verderop ligt Cranbourne Chase, waar in het verre verleden o.a. zich veel Vlamingen hebben gevestigd.
Architectuur 2010 De huidige Tower is opgetrokken uit rode baksteen en bestaat uit een hoge toren, waartegen een kleinere toren en lagere delen zijn aangebouwd. De voordeur zit in de hoge toren en is gericht naar het zuidoosten. In de 17e eeuw is de Tower gerenoveerd in Gotische stijl, krijgt ze de naam Cranbourne Lodge en komen er leden van het Engelse koningshuis wonen.
¶ Gezien de architectuur moet Cranbourne Tower gerekend worden tot de zaaltorens. Deze lijken sterk op mottekastelen en worden doorgaans gebouwd door landadel als versterkte woontorens, tevens gebruikt als uitkijkpost. Ze bestaan meestal uit twee etages, hebben vierkante torens met plat dak en kantelen. Rond de toren is vaak een ringgracht met een aarden wal of palissade. (> Zaaltorens)
Bouwjaar De Tower behoort tot de oudste historische bouwwerken van Windsor. Ze dateert al van vóór de regering van Henry IV (gb 1387; ovl 1422). Ze wordt in de 13e eeuw gebruikt als woning en kantoor van de Keeper of the Chase, ofwel de beheerder van Cranbourne Chase, dat onderdeel is van Windsor Forest. Aangezien mottekastelen alleen werden gebouwd in 1000-1400nC, zal ze vrijwel zeker van veel oudere datum kunnen zijn. (> Motte) Het lijkt vrijwel zeker dat ze is gebouwd rond 1067, als Willem de Veroveraar zich vestigt in Windsor, omdat hij daar de Thames onder militaire controle kan houden. Zijn aanwezigheid wordt gememoreerd door genoemde Conquerer's Oak bij Cranbourne village.
Naam Het is vooralsnog niet bekend waarom de Tower de naam Cranbourne heeft. Een bourne = een stroom, beek (COD). Maar in de directe nabijheid van Cranbourne Tower is geen beek te bespeuren. Het Twentse Borne betkent echter volgens streekhistorici oorspronkelijk zoiets als vluchtheuvel, burcht, afgeleid van berg = veilig onderkomen of bergen = in veiligheid brengen. Er heeft daar inderdaad ooit een soort burcht gestaan in het verre verleden. Gezien de Angel-Saxische herkomst van de toenmalige bewoners in beide regio's, kan het Engelse bourne inderdaad deze betkenis ook hebben. Maw: Cranbourne = Kranenburcht ofwel Kranenburg~. Aangezien de regio rond Cranbourne niet bepaald moerassig is, maar eerder hooggelegen bosgebied, lijkt het of de naam afkomstig is van de bouwheer, zoals toen algemeen gebruikelijk is. (> LNK)
Architectuur 1067 Uitgaande van het bouwjaar rond 1067 zal de oorspronkelijke toren gezien de eisen en mogelijkheden van die tijd vrijwel zeker zijn gebouwd van natuursteen. De stijl in die tijd is Romaans. De ramen en deuren zijn daarom vrijwel zeker aan de bovenakent recht of gerond. De layout zal vrij zeker gelijk zijn aan die van de huidige Tower. Als zodanig lijkt de Tower opmerkelijk veel op Huys Cranenburch te Leiden, gebouwd rond 1080 door Halewijn I van Leiden (alias Of Cranesbury, Van Cranenburch), afkomstig van uit de regio Englefield, grenzend aan East Windsor. Opmerkelijk is dat zelfs de voordeuren van beide mottekastelen gericht op het zuidoosten.
Aangezien Halewijn I van Leiden (1050-1110) vrijwel zeker rond 1066-1080 in Englefield, grenzend aan East Windsor, grond en een molen bezit, en vrijwel zeker in die tijd de naam Alwin of Cranesbury voert, lijkt het zeker mogelijk dat hij de bouwheer en naamgever is van Cranbourne Tower, temeer daar het mottekasteel dat hij rond 1080 bouwt in de buurt Cranenburch te Leiden nagenoeg dezelfde bizonder architectuur vertoont als Cranbourne Tower in Windsor.
** Cranenburch Leiden, Van Cranenburch Leiden, Zaaltorens

 
Cranbury Commons Hursley, Hampshire/England
Markegronden in Cranbury in Hursley (Hampshire, Engalnd). Bron fieldclub.hants.org.uk 6.3.08 schrijft:

At the time of the 1588 [Hursley] map, much of Chandler's Ford was covered by Hiltingbury and Cranbury Commons, part of the wide expanse of common land that made up the southern part of the Hursley parish (in those days it incorporated the later parish of Ampfield as well as much of modern Chandlers Ford).
** Cranbury Hursley/Hampshire, Hursley Hampshire/England, Hursley Map 1588, Markegronden
# HFA (Newsletter 43, Spring 2005)

Cranbury Family Hursley
Geslacht afkomstig van Cranbury Manor in Hursley (Hampshire, Engeland) en afstammend van Hugh Craan en Isabel Colshill. Bekend en verondersteld zijn momenteel:

1330-1405 Hugh Craan (Crane) // Winchester-Otterbourne -- "1377-78-86
1352-1412 John Craan (zv Hugh) // Winchester-Cranbury*
1381-1441 Xx Craan/Cranbury (zv John; vv Xx 1410) // Otterbourne-Hursley
1410-1470 Xx Cranbury (vv Xx 1440 en Xx 1450) // Hursley-Devon (=Devonshire)
1440-1500 Xx Cranbury (vv John) // Devon
1450-1510 Xx Cranbury (vv Thomas, William, Richard) // Devon
1475-1535 John (alias Jule) Cranbury // Devon -- "1535-36
1483-1443 Thomas Cranbury // Devon -- "1543-44
1485-1545 William Cranbury // Devon -- "1545-46
1486-1546 Richard Cranbury // Woolfardishworthy/Devon -- "1538-44
1616-1676 William Cranbury // Coldridge/Devon -- "1651-52
1626-1686 Xx Cranbury // Whittington/Glos. -- "1661
1660-1720 Xx Cranbury // Westbrooke/xx -- "1695

Vijf van deze personen wonen in Devon (= Devonshire), op circa 35 Km afstand van Hursley in Hampshire. Whittington in Gloucestershire ligt circa 20 Km van Hursley. Aangezien deze afstanden relatief kort zijn, kunnen deze Cranbury's zeker afkomstig zijn van Cranbury Manor in Hursley (Hampshire). Temeer daar de naam Richard mogelijk te maken heeft met Richard de Winton, van wie Hugh Craan de grond van Cranbury Manor in 1378 kocht. De naam Richard komt bij de De Wintons veel voor. (> Otterbourne Manor) Mogelijk dat Isabel (de vrouw van Hugh Craan) een De Winton is en zo de naam Richard in de familie Cranbury bracht. Ook de transactie van (Little) Otterbourne Manor en haar widow (weduwgoed) kan dankzij haar zijn verkregen van Richard de Winton. Haar weduwgoed lijkt namelijk de basis te vormen van Cranbury Manor. E.e.a. betekent dan dat de naam Cranbury voor Cranbury Manor in Hursley al vroeg in gebruik is.
Wapen: op rood drie kraanvogels in zilver, 2-1 geplaatst, links gekeerd, houdend een steen in de rechter opgheven poot. (> FW Van Cranenburg Duinen)
** Cranbury Hampshire, Cranbury Manor Hursley, Otterbourne Manor Hampshire

Cranbury Hampshire, England
De naam Cranbury in Hampshire verschijnt in diverse relaties:
- het gehucht Cranbury in Hursley (xxxx-1588?-xxxx)
- Cranbury Manor in Hursley (xxxx-1580-xxxx)
- Cranbury Commons in Hursley (xxxx-1588-xxxx)
- Cranbury Park in Otterbourne (xxxx-1588-heden)
- Cranbury House in Cranbury Park in Otterbourne (xxxx-1588?-heden)

A. De relaties tussen deze aspecten zijn vooralsnog onduidelijk en complex. Opmerkelijk is dat de beschikbare bronnen de diverse aspecten door elkaar lijken te halen. Zo begint de beschrijving van het gehucht Cranbury gaat dan haast onmerkbaar over op iets wat eerder een Cranbury Manor moet zijn.
B. De Eigenaars/Bewoners-lijst van Cranbury Manor gaat uiteindelijk over op de idem-lijst van wat bekend is van Cranbury House & Park in Otterbourne. Dit betekent dan dat Cranbury House & Park onderdelen moeten zijn van Cranbury Manor.
C. De vraag die nu rijst is waar de naam Cranbury Manor vandaan komt. Is deze manor genoemd naar een reeds bestaand gehucht Cranbury aldaar of is dit gehucht genoemd naar de manor? (> LNK) Als het gehucht is genoemd naar de manor, is de manor dan genoemd naar de stichter van de manor of naar een loactie aldaar met die naam? Een zgn kranenberg dus, zoals elders ook is gebeurd. Ofwel een zandplaat in een moerassig gebied, waar kraanvogels bivakkeren. (> Kranenberg)
D. Cranbury Commons in Hursley is een groot gebied dat op de Hursley kaart van 1588 centraal ligt nabij Cranbury Park. Aangezien Cranbury Commons hoort bij het gehucht Cranbury in Hursley, zal het gehucht Cranbury liggen nabij Cranbury House & Park in Otterbourne. Temeer daar Otterbourne oorspronkelijk hoort tot Hursley Parish.
E. Cranbury Manor zal dus deels liggen in Hursley en deels in aangrenzend Otterbourne, waar Cranbury House & Park liggen. Dat gebied is turfig en moerassig schrijft Charlotte Mary Yonge (1823-1901) in bron JKP:

The soil in the parish of Hursley, ..., is of several different sorts; in some parts it is light and shallow, and of chalky nature; ... Towards the west, it is entirely covered with wood, not in general bearing trees of large size, but some beautiful beech-trees; and breaking into peaty, boggy ground on the southern side [of Hursley].
F. De ingredienten zijn dus aanwezig voor een kranenberg. Echter, de ingredienten lijken ook aanwezig voor een andere optie. Het naburige (Little) Otterbourne Manor komt in 1378 in handen van ene Hugh Craan (Craan; gb 1320) In 1386 verkoopt Hurgh Crane de manor aan William van Wykeham. Het gezin Crane blijft daar echter wonen tot zeker 1405. Hugh is inmiddels tussen 1386 en 1404 gestorven. (> Otterbourne Manor) Hugh Craan lijkt vrij zeker afkomstig uit Eikenduinen en een zoon van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) aldaar. Feitelijk heet hij dus Hugh Hughesz van Cranenburg. (> Hugh Craan; gb 1330)
G. In 1580 verschijnt de naam Cranbury Manor voor het eerst. De manor is dan in bezit van ene Shoveller. (> Cranbury Manor Hursley) Hij kan de manor rond 1550 hebben verkregen. Deze manor zal dan zeker al de naam Cranbury hebben. Het lijkt in deze optiek goed mogelijk dat een zoon van Hugh Craan de manor in Hursley heeft gesticht rond 1400 en de naam Cranbury heeft gegeven aan de manor. Deze Xx Crane (alias Cranenburg/Cranbury) zal ergens rond 1355 zijn geboren in Winchester en sinds 1378 wonen op Little Otterbourne Manor van zijn vader. Zijn nazaten hebben Cranbury Manor dan tot circa 1550 in bezit kunnen hebben gehad. Daarna gaat de manor over op ene Shoveller. (> Cranbury Manor Hampshire)
H. Een mogelijke bevestiging van punt F is het feit dat Hugh Craan's vader en familie in Eikenduinen in een gelijksoortig moerassig gebied wonen (ib Segbroek) en mogelijk inkomsten verwierven met turfwinning. Hugh Craan en zijn zoon Xx Crane hebben mogelijk op gelijke wijze inkomsten verworven.
I. De vraag rijst nu hoe, waar en wanneer Cranbury Manor is ontstaan. Een reëele optie is het weduwgoed van Isabel. Na de dood van Hugh Craan circa 1404 behoudt zijn vrouw Isabel 1/3 deel van (Little) Otterbourne Manor. (> Otterbourne Manor) Vrij zeker blijft ze daar nog enige jaren wonen met één of meer kinderen. Dit weduwgoed is onderdeel van (Little) Otterbourne Manor, dat o.a. Cranbury Park omvat, waar Cranbury House staat. Gezien de naam Cranbury Park en de omvang van dit gebied, kan dat heel wel het weduwgoed zijn van Isabel (1/3 van Otterbourne Manor). Dat lijkt dus de oorspronkelijke kern van Cranbury Manor te zijn, waar later ander bezit aan toegevoegd is. Park en Manor hebben dan vrij zeker hun naam te danken aan Hugh Craan (Crane), die vrij zeker een zoon is van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg te Eikenduinen bij Den Haag. (> Hugh Craan; gb 1330)
J. Bij item Cranenbury Family zijn personen vermeld die de familienaam Cranbury voeren. Vooralsnog is Richard Cranbury de oudst bekende. Hij is geboren rond 1486, woont in Woolfardishworthy (Devonshire) en is vermeld in 1538-44. Mogelijk is hij afkomstig van Cranbury Manor in Hursley en is hij een nazaat van Hugh Craan (alias Craan, Van Cranenburg'). Dat zou betekenen dat de naam Cranbury voor de Manor al in de 15e eeuw wordt gebruikt. Dus niet zo lang na de stichting van de manor.
K. Er bestaat een familiewapen van een oud Engels geslacht Crane. Het wapen lijkt qua compositie te verwijzen naar roots in Eikenduinen. (> Crane) Dit geslacht Crane lijkt daarom af te stammen van Hugh Craan. Van de Cranbury Family in Engeland is het wapen nog niet gevonden. Het zal echter vrij zeker identiek zijn aan dat van het geslacht Crane. Sterker nog: het wapen van het geslacht Crane lijkt eerder afkomstig van het geslacht Cranbury. Het wapen van Crane heeft namelijk drie kraanvogels, terwijl de naam Crane synoniem is voor slechts één kraanvogel. De naam Cranbury is echter identiek aan Cranenburg, wat op meer kraanvogels duidt. Het wapen Crane zal dus zeker van oorsprong het wapen Cranbury zijn.
** Cranbury Manor Hursley, Otterbourne Manor, Cranbury Hursley, Hugh Craan (gb 1330)

Cranbury House Otterbourne, Hampshire/England
Cranbury House is een adellijk huis in Cranbury Park in Otterbourne (Hampshire, Engeland), circa 7 Km ZW van Winchester, halverwege de weg naar Southampton.

          

Cranbury House in Otterbourne (foto Courtesy Geograph.org.uk/reuse)

Bron BHO 5.3.08 schrijft over dit huis:

Cranbury House is a large eighteenth-century red-brick building, with a projecting entrance porch on the south front, the main rooms being arranged round a central hall and staircase. There is a good deal of fine plaster decoration in the Adam style, especially in the saloon on the south front, which has a circular domed ceiling. The house contains a good number of valuable paintings, there being one very fine Romney, of Lady Hamilton as a maenad, and several of less merit. In the rooms of the east front are a number of pictures by Richter and Westall, and a curious unfinished subject painting, said to be by Romney.
Het huidige huis is gebouwd in 1780. Voordien stond er de woonstede van Isaac Newton (1643-1727). Bron cprehampshire.org.uk 12.6.08 schrijft daarover:
Sir Isaac Newton formerly owned Cranbury park until his death in 1727. The house as seen today was rebuilt in 1780 and the Chamberlaynes came to live at Cranbury Park around 1800.
 
- Anno 1588
Op de Hursley Map van 1588 is op de locatie van het huidige Cranbury House een kasteel afgebeeld. (> Hursley Map 1588) Daaronder is geschreven 'Place'. Misschien als afkorting voor Cranbury Place. Deze naam is terug te vinden in Southampton. Het afgebeelde kasteel op de Hursley Map ziet er zodanig uit dat ze daar zeker al ruime tijd moet staan. De stijl lijkt zeker 14e eeuws.
@ Image Courtesy of Hampshire Record Office in Winchester, England
 

- Anno 1386
In 1386 verkoopt Hugh Craan (Little) Otterbourne Manor aan William Wykeham, bischop van Winchester. Echter, 1/3 van de manor blijft buiten de transactie. Dit deel bestemt Hugh als dower (weduwgoed) voor zijn vrouw Isabel Colshill. Dat zo doende, betekent dat er in het weduwgoed een huis moet staan waar Isabel kan wonen na de dood van Hugh. Uit nadere analyse van de feiten blijkt dat dit weduwgoed van Isabel vrij zeker Cranbury Manor omvat, alwaar haar toekomstig huis moet staan. (> Otterbourne Manor Hampshire) Gezien de voorgaande tekst onder 'Anno 1588' lijkt het redelijk om te veronderstellen dat het huis van Isabel de voorloper is van het latere Cranbury House in Cranbury Park.

- Anno 1380
In 1386 krijgt Isabel Colshill zoals gezegd een weduwgoed van haar man Hugh Craan. Zij zal daar gaan wonen als Hugh komt te overlijden. Als Hugh deze clausule opneemt bij de verkoop van Little Otterbourne Manor aan William of Wykeham, zal er waarschijnlijk al een huis staan in het weduwgoed van Isabel. Hugh kan immers geen onnodige risoco's nemen, noch zal Isabel genoegen nemen met onzekerheid omtrent een toekomstige woning. De vraag rijst dan wanneer en door wie het huis van Isabel is gebouwd. Onder Anno 1588 is al gesteld dat het afgebeelde pand qua stijl uit de 14e eeuw lijkt te stammen. Als Hugh Craan het kasteel heeft gebouwd, dan zal dat zijn nadat hij in 1377 Little Otterbourne Manor heeft gekocht en ruim vóór 1386, als hij het weduwgoed voor Isabel claimt. Dus ergens rond 1380. Het is overigens opmerkelijk dat het pand op de Hursley Map van 1588 qua stijl nogal doet denken aan Huys Cranenburch in Den Haag. (> Cranenburch Den Haag) Dat huis is gebouwd rond 1370 door Eggebrecht Jansz van Cranenburch (gb 1341), een zoon van Jan Enghebrechtsz van Cranenburg, die een broer is van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg, de mogelijke vader van Hugh Craan.

- John Craan (gb 1352)
Zoon van Hugh Craan en Joan van Winchester. Woont in Winchester. Ghm Eleanor Xx. Bron SMW vermeldt hem in 1390, 1391 en 1400 (ivm granting property aan ene Frank en diens vrouw Juliana in Winchester; aldus bron SMW p 468) Het is opmerkelijk dat John na 1400 niet meer wordt genoemd door bron SMW. Hij heeft immers normaal gesproken nog een ruim aantal jaren te leven. Dit kan erop wijzen dat John en Eleanor met hun kinderen na de dood van vader Hugh Craan in 1404 zijn ingetrokken bij stiefmoeder Isabel Colshill op Cranbury House, gelegen in het weduwgoed van Isabel. Voor Isabel is dat natuurlijk zeer prettig. Zij is behoorlijk op leeftijd en kan de aanwezigheid van John en diens gezin dus goed gebruiken daar in de verlatenheid van haar weduwgoed. John kan in deze optiek na Isabel's dood in 1409 het weduwgoed in leen hebben gekregen van Merdon Manor van de bisschoppen van Winchester na overdracht door Isabel Colshill.

- De naam
Gezien de feiten zal het huis van Isabel in het weduwgoed vrij zeker de naam hebben gekregen van Hugh Craan. Immers, de regio heet in de 14e eeuw nagenoeg zeker nog niet Cranbury. (> Cranbury Hursley) Deze naam zal dus afkomstig moeten zijn van de eigenaar/bouwer van het huis, hetgeen gebruikelijk is. (> LNK) I.c. Hugh Craan. Op grond van diverse gegevens lijkt hij een zoon te zijn van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) te Eikenduinen. (> Hugh Craan; gb 1330; Winchester) De naam Cranbury is dan een verengelsing van de naam Cranenburg.

- William Cranby (gb 1434)
In bron SMW ('Survey of Medieval Winchester' van Derek Keene en Alexander Rumble, Oxford University Press, 1985) komen o.a. voor Cranes~ wonend in Winchester:
1330-1404 Hugh Craan/Crane (div pg); ghm Joaan Xx (1350-73); Isabel Colshill (1375+)
1352-1412 John Craan/Crane, zv Hugh (p 468, 489, 904, 1453); ghm Eleanor Xx
1363-1423 Robert Cranebourne/Cranbourne "1398, 1404, 1417 (p 706, 794, 891, 1207)
1430-1490 William Cranby "1462-3, 1467-8 (p 800, 1207)
1436-1496 Richard Craan "1471-2 (p 800, 980)
1437-1497 Joan Crane, mgl zuster v Rchard "1471-2 (p 980, 1207)
1438-1498 William Crane "1473-4 (p 651, 1207) =* William Cranby

William Cranby "1462-3 en 1467-8 en William Crane "1473-4 zijn vrij zeker dezelfde persoon. Deze William Cranby/Crane zal dan rond 1434 geboren kunnen zijn en derhalve een broer van Richard Craan en Joan Craan. Hun vader is dan ene Xx Craan/Crane die ergens rond 1400 geboren moet zijn en derhalve heel goed een zoon kan zijn van John Craan/Crane en diens vrouw Eleanor Xx. John Craan is volgens bron SMW een zoon van Hugh Craan/Crane. Hij is geboren rond 1352. Zijn moeder is dan Joan van Winchester*, de eerste vrouw van Hugh. De naam Joan Crane betekent in deze optiek dat zij nagenoeg zeker een nazaat is van Hugh Craan en Joan van Winchester. Robert Cranebourne/Cranbourne kan in deze regio/tijd-optiek een zoon zijn van Hugh Craan en diens vrouw Joan. De naam Cranby lijkt een sterke verwijzing naar de herkomst van Hugh Craan, die waarschijnlijk een zoon is van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) in Eikenduinen bij Den Haag. (> Hugh Craan gb 1330) Bovendien lijkt daarmee de naam Cranby rond 1462+ (nog) in zwang te zijn. Dat lijkt te bevestigen dat Cranbury House in Otterbourne inderdaad is genoemd naar Hugh Craan of een nazaat van hem, zoals op andere gronden reeds is verondersteld. De namen Cranby en Cranbury zijn namelijk identieke varianten van de Engelse vorm van de naam Cranenburg.

Per saldo mogen we op grond van alle relevante gegevens concluderen dat Cranbury House te Otterbourne in Hampshire vrijwel zeker rond 1380 is gebouwd door en genoemd naar Hugh Craan (gb 1330), zoon van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg in Eikenduinen bij Den Haag.
- Bewoners/eigenaars
1380-1386 Hugh Craan + Isabel Colshill
1386-1404 idem
1404-1409 Isabel Colshill + John Craan, Eleanor Xx en gezin
1409-1412 John Craan, Eleanor Xx en gezin
1412-1447 Xx Craan/Cranby/Cranbury (gb 1377), zv John en Eleanor Xx
1447-1550 Nazaten Xx Craan/Cranby/Cranbury
1550-1580 Xx Shoveler
etc > Cranbury Manor Hursley
** Cranbury Hampshire, Cranbury Manor Hampshire, Hugh Craan (gb 1320), Hursley Map 1588, John Craan (gb 1352)
# BHO 5.3.08, RHH, SMW, DAB

 
Cranbury Hursley, Hampshire/England
Een gehucht in Hursley dat ooit schijn te hebben bestaan. Bron JKP (p 21) schrijft circa 1880:

Cranbury is a low wooded hill, then part of the manor of Merdon, nearly two miles to the south-east of Hursley, and in that parish, though nearer to Otterbourne. Some tenements seem to have been there, those in the valley being called Long Moor and Pot Kiln. Shoveller is the first name connected with Cranbury, but Mr. Roger Coram, the champion of the haymakers, held it till his death, when it passed to Sir Edward Richards.
Cranburry is dus een lage, beboste heuvel. Gecombineerd met de locatienaam, lijkt het dus in eerste instantie dat er sprake is van een zgn kranenberg: een zandheuvel in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren. (> Kranenberg) Echter, nergens in de tekst of andere relevante teksten wordt melding gemaakt van kraanvogels in dat gebied. Bron JKP dateert van circa 1880. In die tijd komen kraanvogels nog vrijwel overal voor in moerasgebieden van NW Europa. De citaat noemt de heuvel trouwens bebost. Dat is normaliter niet de ideale pleisterplaats voor kraanvogels. Die zoeken meer open terrein, waar ze makkelijk kunnen neerstrijken en opvliegen. (> Kraanvogels) De naam Cranbury lijkt dus niet afkomstig van een typische kranenberg.

Bron BHO 5.3.08 schrijft:

CRANBURY seems originally to have been an important hamlet of Hursley and to have consisted of many distinct tenements or copyholds, but now the name belongs only to Cranbury House and Park [in adjacent Otterbourne].
Deze tekst suggereert dat het gehucht Cranbury Hursley = Cranbury Manor. Het kan natuurlijk zijn dat het gehucht is ontstaan na de stichting van Cranbury Manor. Zulks is niet ongewoon. Het lijkt zelfs vrij waarschijnlijk. Deze manor zal zijn genoemd naar Cranbury House, dat daar reeds rond 1380 staat. (> Cranbury House) Dit manorhouse lijkt op grond van diverse feiten vrij zeker te zijn genoemd naar de oorspronkelijke bouwer/eigenaar Hugh Craan. Hij is rond 1330 geboren en is waarschijnlijk een zoon van Dirck Cranenburg in Eikenduinen bij Den Haag. (> Hugh Craan)

Cranbury omvat o.a. Cranbury Commons. Dit zijn markegronden, hetgeen aangeeft dat er inderdaad een dorp of gehucht Cranbury moet zijn waar deze gronden bij horen.
** Cranbury Manor Hursley, Cranbury Commons Hursley, Hugh Craan (gb 1330)
# HFA (Newsletter 43, Spring 2005), DAB

Cranbury Manor Hursley, Hampshire/England
Een manor in Hursley (Hampshire, Engeland). Mogelijk gesticht rond 1405 door Xx Craan/Crane/Cranbury (gb 1355; Otterbourne), zoon van Hugh Craan (Craan, Van Cranenburg'; gb 1320) en Joan Xx (gb 1335). De manor omvat o.a. Cranbury Park, Cranbury House en Cranbury Commons. (> Cranbury Hampshire) Bron BHO 5.3.08 schrijft:

CRANBURY seems originally to have been an important hamlet of Hursley and to have consisted of many distinct tenements or copyholds, but now the name belongs only to Cranbury House and Park. Of the proprietors of Cranbury, who held of course of the bishop as of his manor of Merdon, the first mentioned seems to be a certain Schoveller, who surrendered to a Roger Coram before 1580. The latter according to Marsh, seems to have been 'a zealous assertor of the tenants' rights against the lords of the manor.' (fn 49) On the death of this Roger Coram Sir Edward Richards seems to have held the property until 1640-3, (fn 50) when he let it, with the lord's consent, to Dr. John Young, dean of Winchester, who lived in quiet retirement at Cranbury during the Commonwealth. His widow, Mrs. Young, was holding in 1650, and probably resigned the house to Sir Charles Wyndham, who married the doughter in 1665. Sir Charles, who seems to also to have been 'a zealous assertor of the tennans' rights,' and 'of a most respectable family,' died in 1706, before his wife, who survived him until 1720. (fn 51) On her death the house and estate were sold to Jonathan Conduit [alias Cranbury], who sold the whole in 1737 or 1738 to Thomas Lee Dummer. The latter died in 1765, leaving a son and heir Thomas, from whom the estate devolved to Sir Nathaniel Holland. (fn 52) On the death of Lady Holland, widow of Sir Nathaniel, the estate passed into the Chamberlayne family, and is held at the present day by Mr. Tankerville Chamberlayne.
De tekst begint met de hamlet Cranbury en gaat dan snel over op een bescrhijving die te maken heeft met Cranbury Manor. Daarna gaat de tekst over op een bescrhijving van de eigenaars/bewoners van Cranbury House. Hiermee wordt feitelijk aangegeven dat Cranbury House & Park onderdelen zijn van Cranbury Manor.

- Eigenaars/Bewoners
1405-1550 Geslacht Cranbury, nazaten van Hugh Craan en Joan Xx (H)
1550-1580 Xx Shoveller
1580-1612 Roger Coram
1612-1643 Sir Edward Richards
1643-1650 Dr John Young, dean of Winchester
1650-1665 Mrs Young
1665-1706 Sir Charles Wyndham
1706-1720 Mrs Wyndham
1720-1737 Jonathan Conduit (alias Cranbury)
1737-1765 Thomas Lee Dummer
1765-1781 Thomas Dummer
1781-1790 Sir Nathaniel Holland
1790-1811 Lady Holland
1811-hedn Chamberlayne family

** Cranbury Hampshire, Cranbury Hursley, Cranbury House Otterbourne, Cranbury Park Otterbourne, Cranbury Commons Hursley, Hugh Craan (gb 1330), Xx Crane (gb 1355), Cranbury Family Hursley

Cranbury New Jersey USA
Township in Middlesex County, New Jersey, USA. Sinds 7.3.1872 zelfstandig. Op 9.8.1979 vermeld op de New Jersey Register of Historic Places en op 18.9.1980 op de National Register of Historic Places.
Cranbury ligt in een moerassig gebied en verschijnt in de 18e eeuw voor het eerst op kaarten als Cranberry en Cranberry Town. In 1857 toont Rev. Joseph G. Symmes aan dat de naam incorrect is geschreven en dat het in feite Cranbury moet zijn. In 1869 wordt de township derhalve officieel Cranbury genoemd.
++ Cranbury New Jersey

Cranbury Park Otterbourne, Hampshire/England
Groot park in Otterbourne waar Cranbury House staat.
Het park bestaat mogelijk pas na 1588. (> Hursley Map 1588)
** Cranbury House Otterbourne, Hursley Map 1588, Otterbourne Hampshire/England

Cranbury Place Southampton, Hampshire/England
Plein in centrum van Southampton. Op Nr 1 is geboren John Jellicoe (1859-1935), 1st Earl Jellicoe, Admiral of the Fleet. Cranbury Place gaat over in Cranbury Ave.

Crane~
** Crane, Craen~, De Crane, Kraan~, Kraan, De Kraane

Crane:
1. Oud Nederlands, Engels: kraanvogel, kraan, hijskraan. (> Hijskranen)
2. Geslachten in Nederland, Vlaanderen en Engeland.
** De Crane, De Kraane~

Crane Engeland
Oud geslacht in Engeland. Wapen: op rood drie kraanvogels in zilver, 2-1 geplaatst, links gekeerd, houdend een steen in de geheven rechter poot. Dit wapen is gelijk aan het wapen van Cranbury Family Hursley. Dit wijst er vrij zeker op dat ze afstammen van Hugh Craan (gb 1330) uit Winchester, alias Hughe Hughesz van Cranenburg uit eikenduinen. Temeer daar de familienaam Crane verwijst naar slechts één kraanvogel. De familienaam Cranbury wordt daarentegen gezien als de Engelse vorm van Cranenburg, dat de burcht van meer kraanvogels impliceert. Het wapen lijkt afkomstig van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) in Eikenduinen bij Den Haag, de veronderstelde vader van Hugh Craan.
** Crane~, Hugh Craan (gb 1330), De Kraane, FW Van Cranenburg Duinen

Craneberch Burgen
Burcht te Burgen in Oostenrijk. Gebouwd circa 1130 door Siggefridus de Craneberch of diens vader, in Craneberch (nu Kranichberg) te Burgen in Oostenrijk.
** Siggefridus de Cranenberch (gb 1115)

Craneburcht Kuinre
Restaurant in Kuinre genoemd naar de eerste burcht van Kuinre waar Hendrik de Crane - ook wel Hendrik de Craenvogel genoemd - woonde. De ruïne van deze burcht ligt tegenover de Craneburcht bij de ingang van het Kuinrebos.
** Hendrik de Craenvogel, Kuinre

Cranenberch Casteren/NB
Stuk land nabij de Cranenbocht in Casteren (NB), gemeente Bladel. Genoemd 22.3.1678 ivm deling nalatenschap Willem Peeters.

Cranenberch Deurne/NB
Regio genoemd 27.3.1539 ivm erfenis Heylwich, Henrick en Dries en zijn zoon Cleas van Cuyck en Jacob van Gassel: eenen ecker op die Craenenberch. Er is dus sprake van een akker gelegen in een regio met de naam Craenenberch.
# Rechterlijk Archief Deurne (ivn 73)

Cranenberch Tilburg
** Cranenborch Tilburg

Cranenborch Amsterdam
** Amsterdam

Cranenborch Antwerpen
** Groot Cranenborch Antwerpen

Cranenborch Beltrum
** Beltrum

 

Cranenborch Bergen op Zoom:
Dit pand staat in het centrum aan de Grote Markt 11. De oudste vermelding dateert van 1397. Wouter de Brouwer verkoopt dan zijn pand met erf aan Janne Wayen de Kersmaker. In 1407 verkoopt Arnout Rombouts pand en erf aan Jan van Goirle. Vermeld 1.10.1551 in Vonnisboeken Brabant (fol 28/16) ivm transport van goederen tbv Michiel de Beys. In de 17e eeuw is Cranenborch in gebruik als tabakswinkel. In 1737 wordt vermeld dat het pand wordt gebruikt als café. Het heet dan 'Bredasch Koffijhuis'. De muur van Cranenborch is ca. 70 cm dik en opgetrokken met kloostermoppen. De zijgevel behoort tot de oudste van de stad. De onderbouw van de gevels was geheel van hout. Rond 1500 vond een grote verbouwing plaats aan de zijgevel. In 1739 maakt Abraham de Haan een
tekening waarop het pand in de huidige vorm te zien is. De huidige voorgevel is omstreeks 1850 gebouwd. In 1909 wordt de oorspronkelijke bekapping gesloopt en het linker raamkozijn verplaatst, waardoor een asymmetrie in de voorgevel ontstaat. De oude empirieramen worden weer aangebracht. De huidige pui is van 1924. Met Cranenborch is een belangwekkend laatmiddeleeuwse architectuur bewaard. In 1739 had het voor Bergen op Zoom een gebruikelijke hoogte. Op 24 januari 1973 liep Cranenborch grote schade op door de brand van Grote Markt 8 en 9. Vooral de zijgevel werd getroffen. De reiniging van de zijgevel en een eerder onderzoek maakten duidelijk dat Cranenborch tot de meest belangwekkende laatmiddeleeuwse panden van Bergen op Zoom behoort. Het pand werd gerestaureerd en tegenwoordig is er restaurant 'Het Lokomotiefke' in gevestigd. Daarmee heeft Cranenborch weer een zinvolle plaats ingenomen in het fraaie stadsbeeld van de Grote Markt. Opmerkelijk is dat de Grote Markt zichtbaar hoger ligt dan de stad daar omheen en dat bij Bergen op Zoom veengebieden lagen. Kan dit betekenen dat Cranenborch zijn naam dankt aan kraanvogels die op dit hoger gelegen gebied bivakkeerden en dus een kranenberg was?
Wie de bouwheer is van Cranenborch is vooralsnog onbekend. Aangezien niet ver achter het pand de Van Wassenaarlaan loopt, lijkt het niet ondenkbaar dat de bouwheer een Van Cranenborch~ is uit Bleiswijk of daaromtrent.
** Roelof Dircx van Cranenborch
# Het huis Cranenborch (Ir JLC Weyts), Vonnisboeken Raad van Brabant

Cranenborch Maastricht
Hoeve in Maastricht. Vermeld in 1554. Mogelijk gesticht rond 1480 door Xx Cranenborch (gb 1449), een nazaat van Petrus van Cranenborch (gb 1291) in Roermond. De hoeve staat mogelijk nabij kasteel Borgharen in Maastricht Noord. Mendoza, officier in het leger van Alva, schrijft dat Alva op 7 oktober 1568 de Sint Pietersberg ontruimt en zijn hoofdkwartier verlegt naar de landhoeve Cranenburg.
¶ Schepenbrief (237) van Borgharen schrijft dat Paeschen, burgeres van Antwerpen, dochter van wijlen Adam van der Hagen in bijzijn harer moeder Gertrude van Meer de "carte" van Adam van der Hagen overdraagt aan Peter Louwerynsz in de Cranenborch te Maastricht.
¶ Hoeve Cranenborch stond mogelijk op de locatie van hoeve Wiegershof aan de Wiegershofweg 1 te Borgharen, anno 2010 in bezit van de familie Limpsen. Het is de enige oude hoeve die ooit stond in het buitengebied van Borgharen. Het huidige complex dateert van 1793. Gezien de gegevens en de context lijkt daar vóór 1793 de oude hoeve Cranenborch te hebben gestaan. Temeer daar er sprake is van een landhoeve, dus een hoeve op het land en niet in de dorpskern, alwaar een oude hoeve staat horend bij kasteel Borgharen. Nader onderzoek moet meer zekerheid brengen.
** Peter Lauwerynsz Cranenborch
# mestreechonline.nl 24.11.09, FRI juli 2010, DAB

Cranenborch Middelbeers:
Akkerland met de naam Cranenborch in Middelbeers vermeld in 1542 in het Cijnsboek van Beerze, i.c. Oost- en Middelbeers nabij Oirschot en Eindhoven.

f63  Census domini ducis in Beerze.
67v Idem pro eodem de heriditate quondam Jacobi filii Franconis de Baest de agro dicto Cranenborch pro parte sua, VI denarios novos.
Mogelijk stond daar ook een hoeve met de naam Cranenborch en is die naam ontleend aan Cranenborchs~ die daar hebben gewoond. Gezien de nabijheid van Tilburg kunnen dat Cranenborchs~ uit Tilburg zijn geweest.
** LNK
# ARAB Rekenkamer 450568 (WS Amelsvoort 25.12.2003)

Cranenborch Rosbeke
** Leenhof Cranenborch Rosbeke

Cranenborch Tilburg
Vermeldingen in Rechterlijk Archief Tilburg en de Oisterwijkse Protocollen:
1517: een acker die Craneborch in stersthoeve (Tilburg)
1531: lant Den Cranenborch (Oisterwijk)
1532: lant genaamd die Sterts Hoeft, genaamt die Afterste Cranenberch (Tilburg)
1542: heide en weide in Sterts hoeve (Tilburg)
1551: stuk heide en weide De Cranenborch genaemd die Hasselt (Tilburg)
1556: lant den Cranenberch in die Hasselt (Oisterwijk)
1562: lant den Cranenberch (Oisterwijk)
1590: de Cranenberch (Tilburg)
1594: de Cranenberch, een stuk saylants in de Stershoeve aen de Hasselt (Tilburg)
1719: perceel weijde De Cranenbergh, noort de gemeene heijde (Tilburg)
1817: stuk land Den Kranenberg (Tilburg)
2008: Kranenberg, industrieterrein bij de Albionstraat (kaart)

Vermelding van 5.12.1532 (R 280/22r) naar bewerking van J.R.O. Trommelen:

Hiertegen zal Peter voors hebben, houden en erfelijk blijven bezitten een stuk land ongeveer drie lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Sterts Hoeft, genaamd de Afterste Cranenberch, gelegen tussen:
erfenis van Heijn Neel Heijnen een zijde
erfenis van Cornelis de Beer ander zijde
erfenis van Michiel Gerit Wouters een einde
de gemeijnt van Tilburg ander einde
Mocht hier enige cijns op staan, die zal Hanrick voors voor Peter voors afkopen.
Afterste Cranenberch in Tilburg is dus dezelfde als de Sterts Hoeve.

Het lijkt hier te gaan om twee separate items mbt De Cranenborch. In feite grenzen de buurten Stertshoeve (De Reitse Hoeven; De Hoeven) en Hasselt aan elkaar. De Cranenborch ligt dus zowel in de Stertshoeve als in het aangrenzende Hasselt. (> Tilburg) Kennelijk gaat het om een vrij groot complex. Anno 2008 komt het nagenoeg overeen met het gebied rond het NS Station in Tilburg West. Het gebied is uiteraard volgebouwd in de loop der tijden. Voornamelijk sinds eind 19e eeuw. In de Middeleeuwen is het echter nog een agrarisch annex woest gebied met weinig bebouwing. Bron historietilburg.nl 3.9.08 schrijft daarover:

Vanaf omstreeks het jaar 1000 werden door kloosters en adellijke grootgrondbezitters geïsoleerd gelegen hoeven gebouwd, die als basis dienden voor ontginning van woeste gronden. Deze hoeven duidt men aan met de term Einzelhöfe. (6) Door latere splitsing konden hieruit kleine nederzettingen ontstaan. (Mogelijke) voorbeelden in Tilburg zijn de gehuchten Enthoven, de Kouwenberg, Vijfhuizen en Broekhoven.
...
In de late Middeleeuwen (1050-1500) was de bevolking van Tilburg in hoofdzaak geconcentreerd in een aantal bewoningskernen ('herdgangen') zoals [Kerk &] Heuvel (het latere bestuurlijk en kerkelijk centrum), Veldhoven, Hasselt, Reit, Korvel, Oerle en Loven. (5) Tussen de bewoonde kernen lagen open akkercomplexen en woeste grond. Daarnaast was er enige bewoning langs de verbindingswegen tussen de bewoningskernen en langs de wegen die leidden naar de verder afgelegen akkercomplexen en beemden [weiden]. Voorbeelden van deze 'straatnederzettingen' zijn de (Reitse) Hoeven, Stokhasselt, Kraaiven, Rugdijk, Quirijnstok en Berkdijk.
 
De Cranenborch lijkt vrij zeker genoemd naar eigenaars/bewoners van het erf aldaar. I.c. Gherit Jan Meeus van Cranenborch (gb 1438), of zijn zoon Adriaen Gheritsz van Cranenborch (gb 1473). Dit wordt bevestigd door het Rechterlijk Archief Tilburg (ivn 284, 1537-1538; bewerkt door J.R.O. Trommelen). I.c.: 17 januari 1538 (n.st. R 284/26v) ivm verkoop door Henrick Jan Peter Meeusdr aan Ariaen (zoon van wijlen Gherit Jan Meeus) een stuk land, groot 1½ lopensaet, gelegen in Tilburg in Stertshoeve. Belendingen: de percelen van Cornelis Wouter Jan Wouters, Jan Wouter Vermee, Ariaen Gherit Meeus en Willem Veramelvoert. Ariaen Gherit Meeus is een zoon van Gherit Jan Meeus van Cranenborch, een zoon van Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400) uit Delfland, later graafschap Zutphen.

Aangezien er sprake is van een stuk agrarisch land met de naam Cranenborch en er daaromtrent ook mensen blijken te wonen met de naam Cranenborch, is het zeer aannemelijk dat er ook een hoeve stond met de naam Cranenborch. Vooralnog is daarvan echter nog geen formele bevestiging gevonden. Toch moet ze er zijn geweest. Andere hoeven daaromtrent worden in de bronnen namelijk ook niet of nauwelijks genoemd. En hoeven krijgen en kregen normaliter de naam van de eigenaars/bewoners. (> LNK)

Gezien de oudste vermelding in 1517 zal hoeve Cranenborch ergens rond 1470 kunnen zijn gebouwd door Gherit Jan Meeus van Cranenborch (gb 1438). Na diens dood circa 1500 is De Cranenborch dan overgegaan op zoon Ariaen (gb 1473). Mogelijk stond de hoeve ergens aan of nabij de huidige Reitse Hoevenstraat, niet ver van het NS Station in Tilburg West en grenzend aan de wijk Hasselt. Ongeveer daar waar anno 2008 het Reptielenhuis staat. Of nabij het R. Kranenburgplein aldaar, genoemd naar Roelof Kranenburg (gb 1880; Groningen, Leiden). Een ander optie zou kunnen zijn de locatie Kranenberg nabij de Albionstraat in het industriegebied Vossenberg. Dit Kranenberg staat echter vrij ver van Hasselt en De Hoeven. Bovendien hebben de straten daaromtrent namen, die duidelijk niet lang geleden zijn bedacht en toegekend. Overigens lijkt de buurt Vossenberg van oude datum. Zeker is dat hoeve De Cranenborch daar niet stond, maar in het eerder genoemde grensgebied tussen De Hoeven en Hasselt. Op een kaart van landmeter Diederik Zijnen uit 1759 (coll. RHC Tilburg) is langs en nabij de Reitse Hoevenstraat (ca. 1.7 Km lang) inderdaad enige bebouwing te zien. Gezien de perceelgrootten gaat het kennelijk om boerderijen. De buurt rond het Reptielenhuis lijkt derhalve vooralsnog de meest waarschijnlijke plek waar hoeve De Cranenborch moet hebben gestaan.
** LNK, Tilburg, Oisterwijk, Cranenborch Middelbeers, Kranenberg Tilburg, Kranesites
# RHC Tilburg (ws 22.12.2003), historietilburg.nl 3.9.08

Cranenborch Utrecht * Jaarbeursplein 17-19 :
Groot kantorenflat. Ruim 8.518 m2. Gebouwd in 1980-85.

Cranenborch Utrecht * Oude Gracht 158
Huis Cranenborch (Kranenborch, Kranenburg) in stad Utrecht stond aan de Oude Gracht 158, pal aan de brug bij het oude stadhuis. Het wordt beschouwd als een zgn stadskasteel ofwel versterkt huis. Het pand is gebouwd in de 13e eeuw, hetgeen aan de vroeg Gotische stijl (1260-1400) ook duidelijk is te zien. Op nummer 156 stond Huis Blijdenstein (links van Cranenborch), dat eveneens uit de 13e eeuw stamt. Op nummer 160 stond Huis Ter Hogherstraten. Rond 1359 koopt de priester Ghijsbert Weddeloep Huis Cranenborch en het naastgelegen pand Ter Hogherstraten. Hij voegt beide panden samen en vestigd er het St Barbara & Laurens Gasthuis. In 1380 wordt Huis Cranenborch enige tijd bezet door opstandige Gunterlingen tijdens gevechten met het stadsbestuur. In 1402 wordt de grote stadskraan gebouwd aan de Oude Gracht tussen het St Barbara & Laurens Gasthuis en het oude stadhuis. De kraan moet wijntonnen uit boten takelen. Deze wijntonnen worden opgeslagen in de werven (kelders) aan de Oude Gracht.

Het St Barbara & Laurens Gasthuis wordt rond 1834 afgebroken om plaats te maken voor de beroemde Winkel van Sinkel. Eind 19e eeuw sluit de winkel en dan komt de bank Vlaer & Kol in het pand. Anno 2005 is er een restaurant in gehuisvesd.

Huis Cranenborch moet ergens rond 1277 gebouwd zijn, hetgeen blijkt uit de geschiedenis van de Oude Gracht. In 1275 worden er sluizen gebouwd, waardoor het waterpijl zakt en onder controle komt. Hierdoor kunnen de kaden aangelegd worden en wordt de grond sterk en droog genoeg voor woningen en andere bouwwerken. Ook op andere locaties wordt gebouwd. Er komen markten en havens en de waterwegen worden verbeterd. Utrecht is booming. Het is juist in die tijd dat de eerste huizen van baksteen worden gebouwd, met name aan de Oude Gracht en de Nieuwe Gracht. En juist in die tijd is het ook dat de kerk en de geestelijkheid zo een zwaar stempel drukken op de architectuur van Utrecht. Het klerikale Trecht, zoals Utrecht dan nog heet, kent vele kerken en immuniteiten, een bisschoppelijk paleis, talrijke kanunnikenhuizen en niet te vergeten: de grote Domkerk in het centrum. Domproost Bartholomeus II van Wassenaar moet zich daar goed thuis voelen.

Bartholomeus II van Wassenaar, de stamvader van het geslacht Kranenburg~ uit Bleiswijk, verblijft in 1280*-1308* als domproost in Utrecht. De vraag rijst derhalve of het Huis Cranenborch door hem is gebouwd en of hij het de naam heeft gegeven van zijn ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk, waar hij vele jaren heeft gewoond. De locatie zelf lijkt immers niets van doen te hebben met een kranenberg: een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels tijdelijk bivakkeren. De naam moet derhalve te maken hebben met een familienaam en/of een andere pand- of locatienaam. Gezien de bouwperiode en het verblijf van Bartholmeus in Utrecht in die periode, lijkt het pand en de naam ervan veel met hem te maken te hebben. Temeer daar Bartholomeus toch vermogend genoeg moet zijn om het pand te bekostigen. Hij komt immers uit een vermogende familie en is verder domproost, een functie die zeker redelijk goed betaald moet zijn.

Een andere belangrijke reden om te veronderstellen dat Bartholomeus II van Wassenaar de bouwheer van Huis Cranenborch is, zijn de extreem hoge en spits toelopende vensters van het pand. Normaliter worden deze zgn spitsboogvenster in de Gotiek (1230-1560) alleen toegepast in kerkgebouwen. Andere panden, zoals woningen, krijgen normaliter in de Gotiek rechte of iets gebogen ramen. Huis Cranenborch doet daardoor sterk denken aan een soort kerkgebouw. Dit kenmerk is zo sterk tot uitdrukking gebracht, dat we mogen aannemen dat het opzettelijk zo gebouwd is met die associatie. Derhalve moet de bouwheer een zeer kerkelijk ingesteld persoon zijn geweest. Als domproost van Utrecht past Bartholomeus II van Wassenaar uitstekend in dat profiel. Temeer daar het pand ook nog de naam Cranenborch heeft, identiek aan zijn ridderhofstad Cranenburg in Bleiswijk, waar hij vele jaren heeft gewoond.

De vraag die overblijft is, welke Kranenburgs~ hebben gewoond in Huis Cranenborch in de periode 1280-1359? In ieder geval lijkt Bartholomeus er gewoond te hebben. Hij verlaat in 1280* Cranenburg Bleiswijk en gaat dan in Utrecht wonen, waar hij domproost is geworden. Al zijn kinderen zijn in 1280 volwassen en staan inmiddels naar het schijnt op eigen benen. Als Bartholomeus in 1308 overlijdt, dan is mogelijk een erfgenaam van hem in Cranenborch komen wonen. Maar wie? De enige die vooralsnog in aanmerking komt lijkt Everardus van Cranenburgh (1280*-1359*). Hij verblijft kennelijk in Utrecht, waar hij in 1330 getuige is van bisschop Guido van Utrecht. Mogelijk dat hij en nazaten van hem er nog tot 1359 wonen. Vooralsnog is echter helaas onbekend wie zijn nazaten zijn.
** Utrecht, Bartholomeus II van Wassenaar, Cranenburg Bleiswijk, Oudste Kranenburgs~, Domproostgerecht Kranenburg, Cranenhofstede Utrecht
# 'Utrechts Oudheid in afbeelding en beschrijving' (J. Liefland, Utrecht 1857), 'Een paradijs vol weelde' (De geschiedenis van de stad Utrecht. Uitg. Matrijs, 2000), 'De getekende stad' (Utrecht in oude tekeningen, C.C.S. Wilmer, Uitg. Matrijs, 2005), BIN, HV Utrecht, DAB

Cranenborch Zandwijk/Almkerk
Hoeve + land in Zandwijk bij Almkerk (gem Woudrichem).
** DBA

Cranenborgh Lochem
DTB Lochem schrijft 17.4.1685: Jan Henricksen sone van Henrick op den Cranenborgh en Jenneken Henricks dochter van sal. [Salland*] Henrick op Groot Moetstege in Clein Dochteren.
Volgens deze tekst lijkt er in Lochem een hoeve te staan met de naam Cranenborgh. In de DTB wordt verder normaliter de herkomst aangegeven van mensen buiten Vorden. Aangezien dat in de geciteerde tekst niet gebeurd, mogen we aannemen dat Henrick op den Cranenborgh en zijn zoon Jan Henricksen afkomstig zijn uit Lochem. Ipso facto staat de hoeve dus ook in Lochem en gezien de tekst mogelijk zelfs in Klein Dochteren, een buurtschap in Lochem, westelijk grenzend aan Almen en zuidelijk aan Kranenburg/Vorden. In Almen woont eind 16e eeuw Henrick Cranenborch (gb 1548). Hij heeft drie zoons, van wie de namen vooralsnog onbekend zijn. In Kranenburg/Vorden staat hoeve Cranenborg, dat mogelijk is gesticht door Christian Kranenborch (gb 1575). Hij kan gezien de tijd/regio optiek heel wel een zoon zijn van genoemde Henrick Cranenborch in Almen. Mogelijk dat een andere zoon van Henrick de hoeve in Klein Dochteren heeft gesticht. Dat kan dan ergens rond 1590 zijn gebeurd. Henrick op den Cranenborgh is dan mogelijk een zoon van hem.
Verder staat/stond in Lochem nog een hoeve Klein Cranenborch/Cranenberg. De naam Klein Cranenborch geeft normaliter aan dat daaromtrent een oudere hoeve staat met de naam Cranenborch. De veronderstelling dat er in Klein Dochteren of daaromtrent een hoeve Cranenborgh staat/stond lijkt dus zeer reëel. Nader onderzoek is echter nodig voor een duidelijke bevestiging.

- Kranologie
1528-1600 Henrick Cranenborch X!x// Almen
1561-1621 Xx Cranenborch (z1v Henrick) X!+// Almen
1563-1623 Xx Cranenborch (z2v Henrick) X!+// Almen-KleinDochteren/Lochem*
1565-1625 Xx Cranenborch (z3v Henrick) X!+// Almen
1565-1625 Christian Kraneborch X!x// Zutphen":Almen*-Vorden*
1590-1650 Xx Cranenborgh (vv Henrick) X!+// Almem*-KleinDochteren/Lochem
1590-xxxx  hoeve Cranenborgh in KleinDochteren/Lochem
1625-1685 Henrick Cranenborgh X!+// KleinDochteren/Lochem
1660-1720 Jan Henricksz Cranenborgh X!+// KleinDochteren/Lochem
1671-1731 Xx Kranenburg (vv Fenne+Derk) X!x// Lochem
1676-1736 Xx Kranenberg (vv Dirk+Hendrik) X!x// Almen*-Lochem*
1687-1747 Derk Cranenborg X!+// KleinDochteren/Lochem
1704-1764 Derk Kranenborg X!x// Lochem-Wildenborg/Vorden
1709-1769 Fenne Kranenburg X!+// KleinDochteren/Lochem
1711-1771 Dirk Kranenberg X!x// Lochem
1720-1780 Hendrik Kranenberg X!x// Almen*-Zutphen
1722-1782 Grietjen Cranenborg X!+// KleinDochteren/Lochem
1727-1787 Albert Kranenberg X!+// KleinDochteren/Lochem
1745-1805 Everdina Kranenborg X!+// KleinDochteren/Lochem
1746-1806 Aaltjen Kranenberg X+// Lochem-Vorden*
1871-1945 Willemina L. Kranenberg X!// Gorssel-Grouw
etc

Wie de vader is van Henrick Cranenborch (gb 1528*), is vooralsnog niet met zekerheid bekend. Er zijn echter belangrijke argumenten om te veronderstellen dat Henrick Cranenborch en Hendrick van Cranenburch (gb 1525*) uit Harderwijk dezelfde personen zijn. Op de Veluwe wonen sinds de 15e eeuw vele Van Cranenburchs~, die hun roots hebben in Bleiswijk. Hendrick is een Geus die tegen de Spanjaarden vocht. O.a. in Frankrijk. De afstand Harderwijk-Almen bedraagt hemelsbreed circa 50 Km. De reis van Harderwijk naar Almen zal voor Hendrick van Cranenburch dus zeker niet onoverkomelijk zijn geweest.

Wie de vader is van Henrick Cranenborgh (gb 1625), is vooralsnog niet bekend. Het kan nauwelijks anders dan dat deze Xx Cranenborgh ergens rond 1590 is geboren en op hoeve Cranenborgh woont. Gezien de regio-tijd-milieu optiek kan deze Xx Cranenborgh zeker een kleinzoon zijn van Henrick Cranenborch (gb 1528) in Almen. C.q. een zoon van één van de zoons van Henrick Cranenborch uit Almen. Waarschijnlijk zoon 2, die ergens rond 1563 geboren zal moeten zijn.
** Klein Dochteren, Achterhoek
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08), KBG

 
Cranenbroek:
Nazaten van Joannes van Cranenborgh (gb 1638) te Nieuwstraat voeren de naam Cranenbroeck.
** Kranenbroek, Cranenbroek Heiloo, Heiloo, Cranenburch Castricum

Cranenbroek * familiewapens
Volgens Rietstap zijn er twee familiewapens Cranenbroek~ uit Nederland:
> op een veld van goud zes kepers in rood met in het vrijkwartier een veld van azur (blauw) met daarop een zwaan in zilver
> op een veld van azur een zwaan in zilver
# Rietstap

Cranenbroek Heiloo:
Kasteel dat volgens diverse bronnen reeds in de 13e eeuw heeft gestaan in Heiloo aan de Westerweg op een hoogte (terp?) en omgeven door een vierkante gracht. Het grensde aan de Brede Venne. Het kasteel zou zijn verwoest op 31 juli 1573 bij het beleg van Alkmaar door de Spanjaarden. Het wordt later weer opgebouwd, maar dan op kleiner schaal.

Cranenbroek is een zelfstandig leen van de Heren van Egmond. Het leenschap wordt in een leenacte van 1335 afgedwongen door Jan van Egmond. De heren van Egmond beginnen in die jaren hun macht aanzienlijk te vergroten, o.a. door de landadel te dwingen hun allodiaal bezit af te staan. Ze krijgen hun eigen bezit dan retour in de vorm van een eeuwig leen. Florisz Jansz van Cranenbroek, ridder, is een van deze slachtoffers. Hij compareert in 1335 voor Jan van Egmond, door wie Floris 'onse neve' wordt genoemd. Floris wordt desondanks gedwongen zijn bezit af te staan, i.c.: 3,5 morgen land, dat tot dusver Van Cranenbroek's vol en vrij eigendom (allodium) is geweest, gelegen 'binnen den ban van Nuwenleckwoude' het Keweijde genaamd. Daarnaast omvat het familiebezit andere eigendommen in Wognum bij de Oude Gouwe.

De Van Cranenbroeks wonen enige generaties lang op hun goed, maar op 11 maart 1477 komt het landgoed in handen van Janna van Cleef, dochter van Catharina Florisdochter van Cranenbroek. Daarna komt het landgoed in diverse andere handen. Uiteindelijk staat er nu een stolpboerderij.

Het wapen van het geslacht Van Cranenbroek is 'gekeperd van goud en rood van twaalf stukken, gebroken door een vrijkwartier van blauw, beladen met een zilveren kraanvogel'. Ofwel: op goud zes rode kepers + een broek in blauw met daarop een kraanvogel in zilver. Hiermee lijkt te worden bevestigd dat het geslacht Van Cranenbroek langs vrouwelijke lijn voortspruit uit het Huis Egmond. Het komt immers meer voor dat het wapen van moeders kant wordt overgenomen en aangevuld met een eigen element.
 
Door de gelijkenis van de wapens van Cranenbroek Heiloo, Cranenburg Egmond en Tedingh van Cranenburg, kan men afvragen of er sprake is van inconsistent naamgebruik. Is het dat Cranenbroeks zich steeds vaker Cranenburg~ zijn gaan noemen of omgekeerd? Dit is nogal lastig. In Heiloo e.o. wonen namelijk van oudsher ook al diverse Cranenburghs~.
** Cranenburg Egmond, Tedingh van Cranenburg (wapen), Cranenburgh Heiloo, Cranenbroek (o.a. familiewapens), Jan II van Egmond, Heiloo, Catharina Florisdr van Cranenbroek (gb 1442), Cranenburch Castricum, Egmondwapens
# CHB, KBG

Cranenburch Castricum:
Onderstaande bron noemt een Huys Cranenburch dat waarschijnlijk in Castricum staat:

Vaderlandsche Historie vervattende de geschiedenissen der nu Verenigde Nederlanden inzonderheid die van Holland van de vroegste tijden af. Uit de geloofwaarstighte Schryvers en egte Gedenkstukken samengesteld. Met Kansiplaaten en Kaarten opgehelderd. Fyfde Deel. Beginnende in 't jaar 1529 en eindigende met de Overdragt der Landen, door Keizer Karel den Fyfden, aan zynen zoon Filips in 't jaar 1555. TWEEDE DRUK 3set Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. Te AMSTERDAM, By de Wed. ISAAK TIRION MDCCLXX [1770]
De BYLAGED van dit boek bevat orginele notities van vergaderingen, afspraken, etc. Op pagina 108 van deze BYLAGED schrijft de bron:
Cranenburch "Item myn Heere van Castre [Castricum] heeft up thuys te Cranenburch noch doen leggen vier Knechten tot sterckenisse van dien.
Het gaat dus om een Huys Cranenburch in de periode 1529-1555. Het huis is kennelijk bezit van de Heer van Castre. Gezien de regio/tijd optiek moet hier Castricum zijn bedoeld.

In Noord-Holland bestaat in de 15e eeuw een geslacht Tedingh van Cranenburgh. Op een triptiek uit die tijd zijn afgebeeld Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh (gb 1475) en zijn vrouw NN in Hoorn. Hieronder een tekening van de triptiek (RKD IB-107873):

          

De opschrift luidt:

Een teickeningetje na een porretie, en Antijkie uyt 't Huijs van Tedingh van Cranenburgh voort gecome.
Bij nadere analyse van de feiten lijkt er een Huys Cranenburgh te bestaan. (> Tedingh van Cranenburgh > 't Huys) Gezien de banden van het geslacht Tedingh van Cranenburgh met het geslacht Van Egmond, is het zeer wel denkbaar dat dit adellijk Huys identiek is aan Huys Cranenburch in Castricum. Het geslacht Van Egmond zetelt namelijk in Egmond, dat aan Castricum grenst. Het wapen van het geslacht Tedingh van Cranenburgh heeft echter als basis het wapen van Egmond-Binnen: 7 rode kepers op goud. Egmond-Binnen grenst direct aan Castricum en Heiloo, waar Cranenburghs wonen. Het is dus zeer wel denkbaar dat Huys Cranenburch in of nabij Bakkum-Noord stond. Dus nabij Egmond-Binnen en Heiloo. Het kan zijn dat het geslacht Tedingh van Cranenburgh afkomstig is van Egmond-Binnen, doch op een zeker moment een Huys sticht in of nabij Bakkum-Noord, dat onder Castricum ressorteert. Meer gegevens over Huys Cranenburch ontbreken helaas vooralsnog. Verder onderzoek is dus zeker nodig.

In Castricum stond ooit ook het Huys Cronenborch. Oorspronkelijk Huys te Castricum geheten. Dit huis stond in Castricum Zuid, nabij de buurt Oosterhout. In 1441 krijgt Willem (III) van Cronenborg het kasteel in leen van Jan van Polanen, ofwel heer Van der Lecke. Sindsdien wordt Huys Castricum veelal Huys Cronenborch genoemd en later kasteel Kronenburg. Willem is een kleinzoon van Willem van Cronenborg, een bastaardzoon van graaf Willem IV van Holland. (> Willem III van Cronenborg)

Of met Huys Cranenburch in feite Huys Cronenborch wordt bedoeld valt vooralsnog te betwijfelen. Er zijn daarvoor nog geen aanknopingspunten c.q. argumenten gevonden die dat kunnen bevestigen. Bovendien lag Huys Cranenburch vrij waarschijnlijk in Castricum Noord (bij Bakkum-Noord) en Huys Cronenborch in Castricum Zuid (bij Oosterhout). Ook een verwarring met kasteel Cranenbroek in Heiloo lijkt ondenkbaar. Cranenbroek lag in Heiloo Noord richting Alkmaar. Huys Cranenburch lag waarschijnlijk bij Bakkum-Noord en dat ligt zuidwestelijk van Heiloo. Bovendien lijkt Huys Cranenburch vooralsnog vrij zeker gesticht door de stamvader van het geslacht Tedingh van Cranenburgh. Die zal zijn Huys toch eerder Cranenburch noemen dan Cronenborch of Cranenbroek.

De mogelijke locatie van Huys Cranenburch bij Bakkum-Noord lijkt zeer reëel. Rond die locatie wonen al van oudsher vele Kranenburgs~. Met name in Egmond/Zee, Egmond/Hoef en Heiloo. Naar zeggen (FRI 12.4.08) staan in die regio anno 2008 diverse landhuizen met de naam Kranenburg~. Die huizen zullen zeker niet allemaal in of rond hetzelfde jaar zijn gebouwd. Veeleer zal dat zijn gebeurd met ruime tussenpozen. Dat betekent dat zich daar al lang geleden Kranenburgs~ duurzaam hebben gesetteld. Dat strookt helemaal met de historische gegevens over Cranenburghs~ aldaar in de 16e eeuw en de Tedingh van Cranenburghs die daar vrij zeker al eerder wonen.

Op grond van de gekende relevante feiten is de volgende kranologie te reconstrueren:

1290-1350 Xx van Cranenburch (ghm Xx van Egmond) Xx// xx-Egmond ... xx
1325-1385 Xx van Cranenburch (vvv Jan) Cx// Egmond-Castricum ... cc
1360-1420 Xx van Cranenburgh (vv Jan) Cx// Castricum ... cc
1360-xxxx Huys Cranenburch te Castricum
1395-1455 Jan Xzn van Cranenburgh (ghm Xx Teding; vv Joost) Cx// Castricum ... cc
1430-1490 Joost Jansz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum ... ct
1465-1525 Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum-Hoorn* ... ct=
1500-1565 Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg C+// Hoorn ... ct
1500-1560 Xx Cranenburgh Cx// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1535-1595 Cornelis Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1535-1595 Jacob Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1542-1542 Huys Cranenburch te Castricum vermeld
1570-1630 Claes Jacobs Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1570-1630 Jan Cornelisz Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1614-1674 Jacob Cranenburg C+// Enkhuizen-VOC-Malabar-Batavia ... cc*

** Cronenborch Castricum, Tedingh van Cranenburgh (Huys), Cranenburgh Heiloo, Cranenbroek, Kranenburg Noord-Holland

 
Cranenburch Den Haag
Bron HVH (p 224) noemt in 1466 een perceel met de naam Craenenburch gelegen aan:

Noch die noirtsijde van der PAPESTRAET tot die geest [geestgrond] toe ende is gehieten die NOBELSTRAET ende dat soe after ommegaende [ze daarachter omheen gaat]
Bron Die Haghe 1997 (p 23) schrijft bij de Papestraet/Nobelstraat over een perceel met de naam Craenenburch in 1373-76:

1373 2 februari. N. 335(?). 'Papestraet'. In margine kopie: 'Craenenburch'.
HGA. Sint Nicolaasgasthuis, inv.nr. 94.f5.
HB 1466 (p. 224): 'Noch die noirtsijde van der Papestraet tot die geest [geestgrond] toe ende is gehieten die Nobelstraet ende dat soe after ommegaende [ze daarna er omheen gaat]'. Daarna tweede erf = Cranenburch.
1376 20 mei. N. 335. In margine kopie: 'in die Papestraet up dat huys dair Engebrecht van Cranenburch in woent'.
ARA. Kapittel Sint Maria op het hof, inv,nr. 59,fo 37. HB 1466 (p. 224): 'Cranenburch'.
...
HB = De Hofboeken van 's-Gravenhage 1458-1561 (N.J. Pabon, Den Haag 1937)
ARA = Algemeen Rijksarchief
Bron Die Haghe 1997 plaatst Huys Craenenburch op het tweede perceel van de Nobeltraat (Nr 335), direct na het pand op de hoek met de Oude Molenstraat. De locatie is als volgt aangegeven:

          

Op de stadkaart van Bos en Van Harn uit de 16e eeuw vinden op die locatie onderstaand bouwcomplex:

          

Gezien de aangegeven locatie in bron Die Haghe 1997 omvat Huys Craenenburch het hele weergegeven complex op de kaart van Bos en Van Harn, exclusief de woning links en de hoekwoning rechts. Een nogal groot complex dus. Langs de straatkant een doorlopende muur met twee porten. Het lijken wel twee percelen met twee tuinen (erven). Toch is dat in strijd met het begrip erf in bron HVH. Daar betekent betekent een erf het hele perceel waarvoor erfhure wordt betaald. Als auteur Pabon in Die Haghe 1997 schrijft Daarna tweede erf = Cranenburch moet hij dus dienovereenkomstig het perceel bedoelen en niet de tuin alleen. Temeer waar hij de omvang van het erf zodanig tekent dat daarin nagenoeg precies het hele complex past dat is aangegeven door de kaart van Bos en Van Harn. Temeer ook daar tussen beide voortuinen geen muur of andere erfafscheiding is aangegeven. De aanwezigheid van twee poorten doet daar niets aan af. Dat is meer het geval op grote wooncomplexen. Bijvoorbeeld op landgoederen. Maar ook op grote stadswoningen.

          

Hierboven: Huys Cranenburch anno 1649 in de atlas van Blaeu. De verhoudingen op de kaart wijken enigzins af van de kaart uit de 16e eeuw van Bos & Van Harn (eerdere afbeelding). Van kaartmaker Blaeu is bekend dat hij oude kaarten van andere kaartmakers gebruikt en naar eigen dunk interpreteerd om z'n kaarten te maken. Bovendien kleurt hij muren meestal wit en daken oranje/rood, wat vaak niet conform de werkelijkheid is. (> ATB) Bos & Van Harn maken daarentegen altijd eerst schetsen ter plekke, waardoor hun kaarten meer naumkeurig zijn.

Op Huys Craenenburch woont in 1376 ridder Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1330), alias Engebrecht van Cranenburch. Hij is een zoon van Jan Engelbrechtszn van Cranenburch en Badeloge Pietersdr van Minnichem in Eikenduinen. In 1371-1375 is Eggebrecht geregistreerd als Welgeborene te 's-Gravenhage (ZLB p 472). Aangezien hij de titel van Welgeborene voert, moet zijn woning een zekere alure hebben in die tijd. Welgeborenen werden immers geacht een zekere voorname status te voeren. Huys Craenenburch heeft daarom mogelijk de status van een hofstede. Rond 1370 hebben in de Haagse Hofkwartier namelijk zeker één of twee van dergelijke hofsteden gestaan. Rond 1390 woont Eggebrecht aan de Molenstraat met zijn zuster Alijd Jansdr van Cranenburg (gb 1340). Wie anno 1466 woont in de Papestraet/Nobelstraet 335 is vooralsnog niet bekend. Gezien bron HB 1466 kan dat een Cranenburch zijn. Maar welke?

Anno 2008 staat op de locatie van Huys Craenenburch het Nobelhuis, gelegen aan de Papestraat 1-E. Daarin is nu gevestigd buro VIS Restauratie Architecten van Ir Laurens Vis. Eind 17e eeuw is de voortuin van Huys Craenenburch gebruikt voor de bouw van een voorhuis aan het oude huis, dat sindsdien het achterhuis heet. In de dakbalken van het voorhuis zijn wapenschilden uitgesneden. Anno 2008 zijn die nog niet geïndentificeerd. Mogelijk zijn ze aangebracht door eigenaars die daar na 1500 wonen, nadat Huys Craenenburch overging naar andere families. Wanneer en waarom het oude huis de naam Nobelhuis krijgt, is vooralsnog niet bekend.

Eerder genoemde acte van 2.2.1373 (waarin huis Craenenburch wordt genoemd) luidt als volgt:

Schepenen in den Haag oorkonden dat heer Willem Gherijtszoen met Adriaen Jacobszoen als zyn gekoren [gekozen] voogd verklaarde schuldig te zijn ten behoeve van de kapelanie die in het gasthuis bediend wordt een rente van 4 pond 12 schellingen hollants, verzekerd op zijn woonhuis [Craenenburch] en erf in de Papenstraat, belend: W. Heer Aernt Spiker, N. Winant de bonghenair, O. Griete Louwen kind dat zij bij Claes smid had. Deze rente heeft meester Jorys gegeven ten behoeve van de kapelanie.
1373 februari 2 (up Onser Vrouwendach te lichtmisse)

NB Afschrift in inv.nr 94 fol. v Afschrift in inv.nr 95 fol.ii vso/iii In margine: Craenenburch. Gedrukt bij De Riemer I,430.
Regesten St Nicolaas Gasthuis (Haags Gemeentearchief)
archieven.nl 28.9.08
Heer Willem Gherijtsz woont dus op Huys Craenenburch. Hij is vrijwel zeker een zoon van Gherijt Heinricsz van Kranenburg (gb 1295; Eikenduinen/DenHaag), rentmeester van Holland. Adriaen Jacobsz lijkt gezien de context vrijwel zeker zijn overbuurman Mr Adriaen van der Goes (landsadvocaat) op ZZ 337. (> Eggebrecht Jansz van Cranenburg gb 1330; # HVH)

Vooralsnog is niet bekend door wie en wanneer Huys Cranenburch is gebouwd. Op de prent is te zien dat het een dwarshuis is met trapgeveltjes. Gezien deze kenmerken is een bouwjaar in de 13e-14e eeuw goed mogelijk. Om de volgende redenen lijkt Huys Craenenburch vrijwel zeker gebouwd door Gherijt Heinricsz van Kranenburg, de waarschijnlijke vader van genoemde Heer Willem Gherijtsz (gb 1335).

• De bebouwing van de Nobelstraet start pas in de 14e eeuw. (# HGS p 48)
• Gherijt Heinricsz van Kranenburg is het aan zijn functie van rentmeester van Holland welhaast verplicht om op stand te wonen en wel zo dicht mogelijk bij het Binnenhof, waar de graven van Holland zetelen.
• Willem Gherijtsz van Kranenburg is geboren rond 1345.
• Het pand in kwestie aan de Nobelstraet heet in 1373 Craenenburch. (> HVH)
• In dit pand woont 1373 Heer Willem Gherijtsz van Kranenburg (gb 1335).
• In 1376 woont Enghebrecht (Eggebrecht) van Cranenburch op Huys Craenenburch (> HVH)
• Aangezien Willem Gherijtsz in 1373 door een voogd wordt vertegenwoordigd, zal hij in dat jaar kennelijk handelingsonbekwaam zijn. En aangezien in 1376 zijn neef Eggebrecht Jansz van Cranenburg op Huys Craenenburch woont, moet Huys Craenenburch ergens in 1373-76 zijn overgegaan op Eggebrecht Jansz van Cranenburg. Dat kan dan te maken hebben met de kennelijke handelingsonbekwaamheid van Willem Gherijtsz van Kranenburg.

Gezien de genoemde jaartallen en feiten en de genoemde bouwstijl zal Huys Craenenburch ergens rond 1330 kunnen zijn gebouwd. Welke andere Cranenburchs daar allemaal wonen is vooralsnog niet bekend. Ergens in de 16e eeuw is het waarschijnlijk verkocht aan een andere familie. Vooralsnog is de kranologie als volgt:
1330 Bouw Huys Craenenburch door Gherijt Heinricsz van Kranenburg.
1373 Willem Gherijtsz van Kranenburg woont op Huys Craenenburch.
1373 Willem Gherijtsz handelingsonbekwaam.
1373 Eggebrecht Jansz van Cranenburg woont op Huys Craenenburch.
1396 Eggebrecht Jansz woont aan de Molenstaat.
1466 Huys Craenenburch vermeld.
1550 Huys Cranenburch mogelijk overgegaan naar andere familie.
1700 Voortuin Huys Cranenburch dichtgebouwd met zgn Voorhof. Oorspronkelijk huis wordt Achterhof genoemd.
1800 Huys Craenenburch wordt Nobelhuis genoemd.
2008 VIS Restauratie Architecten gevestigd in Nobelhuis.
** HVH, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341), Welgeborenen
# Die Haghe 1997 (p 23), Ir Laurens Vis (VIS Restauratie Architecten), archieven.nl 28.9.08, DAB

 

Cranenburch Dordrecht
Huys aan de Wijnstraat 78 in Dordrecht. Vermeld circa 1419 als Cranenborch, zijnde dat oude steenhuys in bezit van Ide Zarijs Cranenborch, die daar waarschijnlijk ook woont. Rond 1900 staat daar Huize Cranenburch. Gezien de stijl dateert dit pand vrij zeker uit de 19e eeuw.

Vermeld 27.10.1543 als staande naast huis Die Camer aan de Poortzijde tegenover het Vrankenstraatje. (ORA Dordrecht ivn 693, acte 192).

In 1580 woont ene Herman Thijsz in Huys Cranenburch. Hij moet in dat jaar 14 gulden belasting betalen wegens de 50ste Penning. (# Stadsarchief Dordrecht; uwpassieonline.nl 28.5.08) De bron schrijft:

f. 22    Herman Thijsz. in Cranenburch    14
Het is niet bekend of Herman Thijsz navenant de naam Van Cranenburch. De kans is echter reëel. Bij hem is geen beroep genoteerd. Bij de overige namen meestal wel. Herman lijkt vermogend. Hij woont in een voornaam pand en betaald een vrij hoog bedrag aan belasting. Zijn vader is Mathijs Gerritsz.

- Bouwjaar
Voor de datering van het oorspronkelijke steenhuis gelden de volgende factoren:

• steenhuizen worden pas sinds eind 13e eeuw gebouwd
• de oudst bekende vermelding (obv) van Huys Cranenburch is van 1419
• het steenhuis zal er dan toch al geruime tijd kunnen staan
• het steenhuis kan echter niet zo heel lang vóór 1419 zijn gebouwd, want dan was het toch zeker al eerder in de 14e eeuw genoemd

Op gron van deze feiten zal het oorspronkelijke steenhuis ergens halverwege 1350-1419 kunnen zijn gebouwd. Dus circa 1385.

- Naam
Vooralsnog is niet bekend of de locatie van het steenhuis vóór het bouwjaar 1385 al de naam Cranenburch~ had. Het valt zelfs te betwijfelen. Er lijkt vooralsnog niet al eerder een hijskraan te staan, waaraan de locatie haar naam te danken heeft. (> Hijskraan) Noch lijkt de locatie al veel ouder een zgn kranenberg te zijn geweest: een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren. (> Kranenberg) In dat geval zou vrij zeker de hele buurt die naam hebben gekregen. Het kan dus niet anders dan dat de naam van het steenhuis afkomstig is van de bouwheer. Dus ene Xx van Cranenburch.

- Bouwheer
Uitgaande van het bouwjaar 1385, zal bouwheer Xx van Cranenburch ergens rond 1350 kunnen zijn geboren. Dat zal dan welhaast zeker Zarijs Xzn van Cranenburch zijn, de vader van Ide Zarijs van Cranenburch. Maar wie is deze Zarijs en waar komt hij vandaan? Een belangrijke sleutel voor de beantwoording van deze vraag lijkt Roberta Kranenburg. Zij is geboren rond 1555 en huwt circa 1580 met Johan van Kuyl Aalbrechtsz, ambachtsheer van Kortemolen en heemraad van de Zwijndrechtse Waard. Gezien de werkregio's van Johan van Kuyl zal het gezin vrij zeker ergens in of nabij Dordrecht wonen. De kans is dus zeer groot dat Roberta zelf daarvandaan komt en haar roots heeft in Huys Cranenburch aldaar. Zij voert het wapen van Kranenburg Wassenaar: op een zwart veld drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst. Dat betekent dat zij een nazaat moet zijn van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300), de enige in zijn tijd van wie zeker is dat hij het Van Cranenburch Wassenaar wapen voert. (> Cranenburg)

- Kranologie
Op grond van eerder genoemde feiten en veronderstellingen kan de volgende kranologie worden opgesteld:

1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:zh:
1300-1380 Jan Engelbrechtsz van Cranenburg B!r+// Eikenduinen ...ww=:c
1341-1421 Eggebrecht Jansz van Cranenburg B!w+// Eikenduinen-DenHaag ...ww=:
1345-1405 Johan Jansz van Cranenburg B!+// Eikenduinen-xx ...ww
1350-1410 Zarijs Jansz van Cranenburch B!+// Eikenduinen-Dordrecht ...ww
1382-1442 Xx Zarijsz van Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww
1385-1445 Ide Zarijs van Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww
1385-hedn Huys Cranenburch Dordrecht
1395-1455 Gielis Jansz van Cranenburg' B!+// Maasland*-Dordrecht ...ww:
1417-1477 Xx van Cranenburch (zv Xx Zarijsz) B!+// Dordrecht ...ww
1419------ obv Huys Cranenburch
1449-1509 Xx van Cranenburch (zv Xx1417; vv Gerrit) B!+// Dordrecht ...ww
1484-1544 Gerrit Xzn van Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww
1519-1579 Mathijs Gerritsz van Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww
1553-1613 Willem Xzn Cranenburch (vv Pieter) B!+// Dordrecht* ...ww
1554-1614 Herman Thijsz van Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww
1554-1624 Henricus Cranenburch B!+// Dordrecht-Rotterdam ...ww
1554-1624 Rookette van Cranenborch B!+// Dordrecht ...ww:
1555-1625 Roberta Kranenburg B!+// Dordrecht-Gorcum-Riederwaard ...ww=
1588-1648 Pieter Willemsz Cranenburch B!+// Dordrecht ...ww

Soms is Huys Cranenburch abusievelijk Huize Cronenburch genoemd. De oudst bekende bronnen spreken echter over Huys Cranenborch. Later komen we veelal de naam Huize Cranenburch tegen. Verder komt de familienaam Van Cranenburch~ in Dordrecht door de eeuwen heen veel voor. Cranenborch~ beduidend minder en Cronenborch~ nauwelijks. De naam Cranenburch lijkt dus de meest juiste voor dit Huys. Ook hier is dus weer sprake van de historische verwarring tussen Cranenburch~ en Cronenburch~, zoals elders ook voorkomt.
** Geneametrie, Kronenburg~, Herman Thijsz van Cranenburch (gb 1554), Van Cranenburch Dordrecht
# Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 (Willem Frijhoff en J. van Herwaarden; Uitg. Verloren, 1996), DAB, KBG

 
Cranenburch Gent
Huis aan de Kraanlei (Cranelei) Nr 1 hoek St Faraïlde in centrum van Gent.
Vermeld 1458 in de Kronyk van Vlaenderen als Cranenborch.
Op 13.5.1504 verkocht door Joessin de Sadelaere aan de boekbinder Victor van Crombrugghe.

Mogelijk is Huys Cranenburch genoemd naar de twee hijskranen die wat verderop aan de Kraanlei stonden. Zeker is dit echter nog niet, aangezien nog niet precies bekend is wanneer het oorspronkelijk huis is gebouwd en wanneer de hijskranen aan de kade zijn geplaatst. Hijskranen komen pas halverwege de 14e eeuw in gebruik bij het laden en lossen van boten. De Gotische trapgevel laat het pand echter dateren uit de 13e-14e eeuw. Het pand kan dus al circa 1300 zijn gebouwd. Dus vóór de komst van kadekranen.
Links: tekening van Huys Cranenburch rond 1906.
 
Mogelijk is Huys Cranenburch gebouwd door Xx Craenenburch (gb 1421), of door een voorvader van hem. Deze Xx Craenenburch lijkt in Gent te wonen en gehuwd met Xx Wychuuse. Zijn wapen is afgebeeld als kwartierwapen op de grafsteen van Mr Nicolas van Lauwe (gst 1584) in het St Elisabeth Begijnhof te Gent.
** Hijskranen, Xx Craenenburch (gb 1421; Gent)
# Inventaire archéologique de Gand (Uitg. Société d'histoire et d'archéologique de Gand; 1907), WP, KBG

 
Cranenburch Gouda/Waddinxveen:
Een huis met de naam Cranenburch is vermeld in 1574 op een lijst van Huisrenten in Gouda en Waddinxveen. Het huis staat op 'de houck van het kerkhof' en moet per jaar 2 sch 6 d huisrente betalen. Het huis is eigendom van het klooster Emaus in het Land van Steyn bij Haestrecht.
** Haestrecht, Sluipwijk
# OVG jun 1984

Cranenburch Leiden:
Een zgn gebuurte (buurt, wijk) in Leiden, gelegen aan de Aalmarkt/Vismarkt, daar waar de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn samenkomen. In het centrum en nabij de Burcht van Leiden. Bron BBL (p 119) schrijft:

De gebuurte Kranenburg was gelegen aan de tegenwoordige Aalmarkt in de omgeving van het Waaggebouw. De buurt dankte haar naam aan de kraan, bedoeld voor het laden en lossen van de aangemeerde schepen. In de Waag werden de aangevoerde goederen gewogen.
- buurt Cranenborch (1550nC++)
De buurt bestaat al zeker vóór 1550. Eerdere vermeldingen zijn er echter niet. Ten tijde van Jacob Deyman (stadsecretaris 1531-1553) wordt de ligging omschreven als:
Craneveld of Cranenborch no. xiiij
Begint van 't hart opte Vischmarkt tot de Vrouwenbrugge toe
aen 't beyde de zijden van de Mandemaeckersteech
plach te hebben huysen of cameren 24.

SA II ivn 1220 fol 9
Het is niet duidelijk of de buurt zowel Craneveldt als Cranenburch wordt genoemd, of dat Jacob Deyman niet weet of de buurt Craneveldt of Cranenburch heet. Na zijn statement rond 1550 lijkt alleen nog de naam Cranenburch in gebruik. Het zou kunnen betekenen dat Craneveldt meer betrekking heeft op het stuk grond waarop een hijskraan staat. Wel is wonderlijk dat hij die hijskraan verder niet lijkt te noemen.
1596: In 1596 doet de buurt mee aan de Grote Loterij. Ze koopt 128 loten van 30 gulden (lotnr 17207). De prose luidt: Tgelt is ingeleyt vanden dooden lijcken; geeft Godt een guet lot; men salt ane den armen doen blijcken. Ook de vrijsters van de buurt doen mee. Ze zetten in voor 41 loten (lotnr 17163). Hun prose luidt:
De vrijsters van de buert van Cranenburch geheten
geeft Godt haer en guet lot
zij zullen den armen niet vergeten.

AGH ivn 429
1617: Op 10.8.1617 klagen de buren van Cranenburch over de kapotte walkant tussen de Craen ende de Vrouwenbrugge. Bovendien vinden ze het water te ondiep voor de aanleg van schepen. Men vraagt daarom met de omliggende buurten aan de Stadsraad (het Gerecht) om nieuwe beplanting, dieping en volledige bestrating. De Raad gaat accoord. De kosten van de beplanting worden hoofdelijk omgeslagen onder de huiseigenaars.
SA II ivn 52 fol 267-267 vso, 27.7 en 10.8.1617
1624-72: De buurt wordt nog zeker tweemaal genoemd in latere stukken. In 1624 als Cranenburch en in 1672 als Kranenburg.
SA II ivn 55 fol 57-58 (28.1.1624) en SA II ivn 191 fol 124 (11.2.1672)
1796: In 1796 worden nagenoeg alle buurten in Leiden opgeheven. Zo ook Kranenburg. De naam Kranenburg is anno 2006 zodoende niet meer te vinden op de kaart van Leiden.

- zandplaat Cranenberg~?
Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen of vermoedens dat ter locatie van de buurt Cranenburch~ eerder een kranenberg lijkt te hebben bestaan, ofwel een zandplaat in een drasland waar kraanvogels bivakkeerden, zoals elders voorkomt, en waarnaar de buurt kan zijn vernoemd. (> Kranenberg) De uitgang -burch van Cranenburch verwijst normaliter naar een burcht of borg die staat of heeft gestaan op een kranenberg. Later krijgt dan vaak de hele omgeving die naam. Als er oorspronkelijke helemaal geen kranenberg was, dan werd de burcht normaliter genoemd naar de bouwheer. In dit geval dus een persoon die de naam Cranenburch~ voert. > LNK

- Huys Cranenburch
Gezien de persistentie waarmee buurt Cranenburch als zodanig wordt genoemd, mogen we aannemen dat deze naam terecht. Aangezien een regio niet uit zichzelf een naam met achtervoegsel -burch krijgt, maar normaliter door de aanwezigheid aldaar van een werkelijke burcht, mogen we aannemen dat in of bij de buurt Cranenburch inderdaad ooit een burcht (huys) heeft gestaan met de naam Cranenburch.

- locatie
Huys Cranenburch stond ipso facto ergens in de buurt Cranenburch te Leiden. De enige locatie die daarvoor in aanmerking lijkt te komen is een soort semironde toren met uitgebouwd front naast het Catherijne Gasthuis (82). Deze toren is rechts duidelijk te zien op de kaart van Leiden in de Atlas van Blaeu uit 1649. De toren lijkt opgebouwd uit natuursteen. Ze doet denken aan een zaaltoren, de oudste vormen van kastelen. (> Zaaltorens) Langs het erf van het Huys is een muur te zien met daar valkbij een soort palissade. Langs de muur loopt een pad. Sinds 1826 staat op deze locatie de Stadsgehoorzaal van Leiden, die in april 1890 wordt gerenoveerd.
 
De renovatie wordt aanvankelijk ernstig vertraagd door 'resten van bebouwingen uit vroegere eeuwen'. (WKP 24.12.2009) Gezien de ligging kunnen deze resten heel wel afkomstig afkomstig zijn van Huys Cranenburch, dat daar in 1649 nog staat. Temeer daar de term 'vroegere eeuwen' een periode van vele eeuwen geleden suggereert, hetgeen overeenstemt met een bouw rond 1080. Gezien de ernstige vertraging die de renovatie van het Stadsgehoorzaal oploopt, valt te denken aan omvangrijke resten van steenbouw.

 

- architectuur 1649
Huys Cranenburch ziet er rechts inderdaad uit als een motte: een semi ronde woontoren met ramen en een ingang met uitgebouwde gevelpoort. Gezien het bouwjaar van circa 1080, zal het huis oorspronkelijk zijn gebouwd van blokken natuursteen. (> Steenbouw) Zowel de afbeeldingen (rechts) van Huys Cranenburch op de kaart van Leiden van de Atlas van Blaeu (1649) als de gevonden resten van eerdere bebouwing tijdens de renovatie van de Stadsgehoorzaal sterken deze these. Uitgaande van de hoogtes van de grote panden er omheen, zal
 
Huys Cranenburch circa 6 meter hoog kunnen zijn, hetgeen overeenkomt met de normale hoogte van een motte uit de 11e-12e eeuw. De voordeur is gericht naar het zuidoosten. Er zijn duidelijk twee ramen boven elkaar te zien, wat betekent dat er twee woonlagen zijn en bovenin een grote zolder. Het dak loopt spits toe met bovenop iets dat lijkt op een klokketoren. Het hele pand lijkt in zodanig goede conditie dat het in 1649 en nog vele jaren daarna bewoond zal kunnen zijn. Gezien de bouwresten uit 1891 zal Huys Cranenburch ergens in de 18e-19e eeuw in verval moeten zijn geraakt. Dus ergens rond 1800. > Zaaltorens

- bailey
De grond rond een motte heet in het Engels de bailey. Een bailey is normaliter omringd door een palissade van boomstammen en een ringgracht. (> Motte) Op de afbeelding sub Locatie is te zien dat Huys Cranenburch is omgeven door een stuk grond en een soort palissade van dikke palen. Dit lijkt dus een bevestiging van de optie dat Huys Cranenburch oosrponkelijk een motte is.

- terrein
Tot de bebouwing van buurt Cranenburch sinds 1200nC omvat het terrein Cranenburch circa 100x200M2=2Ha. Deze omvang van het terrein komt nagenoeg overeen met die van de Burcht (motte) van Kuinre van Hendric de Crane (1160-1213), alias Hendric van Cranenburch. Na de bebouwing sinds 1200 omvat uiteindelijk in 1649 volgens de kaart van Leiden in de Atlas van Blaeu het terrein van Huys Cranenburch nog maar circa 60x80M2. De panden van buurt Cranenburch zijn rondom Huys Cranenburch heen gebouwd en waardoor Huys Cranenburch aan het oog onttrokken wordt.

- enclosure
Zoals gezegd staat Huys Cranenburch in 1649 op de kaart van Leiden in de Atlas van Blaeu ingelsoten tussen de panden aan de Breestraat, Vrouwensteeg, Aalmarkt en Mandemakersstraat. Langs het erf is een muur en op enige afstand daarvan naar het lijkt een soort palissade. De insluiting door genoemde panden voltrekt zich volgens bron GHS in de periode 1250-1350. Gezien de bewoning zal er een verbinding moeten zijn geweest met de nabijgelegen straten. Die verbinding lijkt het brede pad langs de muur naar de Aalmarkt, zoals duidelijk is te zien op de kaart van Blaeu.

- architectuur zaaltorens (1050nC++)
Huys Cranenburch Ao 1649 heeft veel weg van een verbouwde zaaltoren. Rond 1050 hebben zaaltorens platte daken met kantelen. De punttorens Ao 1649 moeten dus veel later zijn gebouwd. In de 11e eeuw bestaan zaaltorens normaliter uit een grote rechtkantige toren met bijgbouw. Soms is een tweede toren aangebouwd, die lager is dan de hoofdtoren.

          

Hierboven een aquarel van Huys Cranenburch te Leiden gemaakt door Hester Jans-Molenberg op grond van de historische gegevens en zorgvuldig historisch onderzoek van architectuur en bouwmaterialen uit die tijd. (@ aquarel © B.C. Kranenburg)
¶ Huys Cranenburch heeft Ao 1649 een grote en een kleine toren. Dat is vrij zeker ook Ao 1080 zo. De bouwstijl is in de 11e eeuw Romaans. De ramen en deuren hebben dus normaliter ronde bogen aan de bovenkant. Het bouwmateriaal is veelal natuursteen in die tijd. Het bouwschema lijkt identiek aan kasteel Cranenburg te Bleiswijk, gebouwd in 1106 door burggraaf Halewijn II van Leiden, zoon van Halewijn I. Huys Cranenburg Bleiswijk lijkt derhalve oorspronkelijk een copie van Huys Cranenburch Leiden. Zelf lijkt Huys Cranenburch Leiden op de zaaltoren Cranbourne Tower te Windsor, die naar het lijkt rond 1070 is gebouwd, mogelijk zelfs door Halewijn I, alias Alwin of Cranesbury, als hij daaromtrent nog woont in Englesfield, voordat hij rond 1080 verhuist naar Leiden.

- Cranenburg Bleiswijk (1106nC++)
Burggraaf Halewijn II van Leiden, zoon van Halewijn I, bouwt in 1106 de zaaltoren (kasteel) Cranenburch aan de Rotte/Lede te Bleiswijk. Er zijn geen redenen om te veronderstellen dat de zaaltoren aldaar is vernoemd naar de locatie. Niets wijst erop dat die locatie een typische kranenberg was, waar kraanvogels bivakkeren op doortocht naar het noorden en later weer naar het zuiden. (> Kranenberg, Cranenburg Bleiswijk) Normaal is dan dat de bouwheer zijn naam geeft aan het bouwwerk. In deze optiek moet Halewijn II dan de naam Cranenburg~ hebben gevoerd. Deze naam correspondeert 100% met de buurt Cranenburch te Leiden, waar hij dan vrij zeker woont.
Architectuur: De architectuur van Huys Cranenburg Bleiswijk toont opmerkelijke overeenkomst met Huys Cranenburch te Leiden. > Cranenburg Bleiswijk

- Cranbourne Tower Windsor (c 1070nC++)
Deze zaaltoren lijkt opmerkelijk veel op Huys Cranenburch in Leiden en op Huys Cranenburg in Bleiswijk (gb 1106nC).

- Halewijn I van Leiden (c 1050-1110)
Burggraaf van Leiden cq eerste kastelein (kasteelheer) van de Burcht te Leiden. Vrij zeker geboren te Diksmuide in Vlaanderen als zoon van Diederik III van Beveren, burggraaf van Diksmuide, en Beatrix van Gent. Ghm Xx.
¶ Halewijn I lijkt in 1066 te wonen in Engelfield bij Windsor, zeer nabij Cranbourne Tower, die rond die tijd moet zijn gebouwd. Rond 1080 treedt hij als burggraaf in dienst van de graaf van Holland.
¶ Halewijn II van Leiden (1080*-1121) is een zoon van Halewijn I.

- bouw Huys Cranenburch (c 1080nC)
Gezien:
- de grote architectonische gelijkenissen tussen Cranbourne Tower bij Windsor, Huys Cranenburch te Leiden en Huys Cranenburg te Bleiwswijk
bij Windsor
- en het feit dat Halewijn I vrij zeker in Engelfield bij Windsor heeft gewoond en derhalve Cranbourne Tower aldaar moet hebben gekend, mogelijk zelfs heeft gebouwd
- en het feit dat Halewijn II van Leiden, zoon van Halewijn I, de bouwheer is van Huys Cranenburg te Bleiwsijk
>> lijkt het vrij zeker dat burggraaf Halewijn I van Leiden de bouwheer is van Huys Cranenburch te Leiden.

- Leiden 1000-1350nC
Leiden is niet veel ouder dan de 10e eeuw. Circa 1080 wordt de Burcht gebouwd op een opwas in de Rijn door burggraaf Halewijn I van Leiden. (> Burcht van Leiden) In de 12e eeuw (1100-1200) volgen het gravenhuis Lockhorst, een boerderij en de Pieters Kerk. Daarna (1200-1300) wordt het gebied tussen de Burcht en Lockhorst (het gravenhof) volgebouwd. In dit gebied ligt buurt Cranenburch. Bron ATB (1649) schrijft:

Tot hier toe van Leyden in 't gemeen: wy sullen nu voortgaen tot de bysondere dingen, en eerst van de Burgh, om sijn outheyt, spreken. Dit is een cieraet deser stadt, haer eerste gebouw, en ouder dan sy self, dat eerst buyten, en daer na door het vergrooten binnen de wallen gekomen is; ...
Bron GHS p 2 toont op een kaart van Leiden de groei van Cranenburch in de periode 1250-1350. In 1250 beslaat de bouw circa 72% van de buurt. In 1350 is de buurt volgebouwd. In 1350 is Cranenburch volgebouwd. Er staan dan circa 48 panden, inclusief het grote Catharine Gasthuis. (# WP, GHS, ATB/1649, KBG)

- woning burggraaf (1400nC++)
Bron GHS p 2 toont op de kaart van Leiden de Woning van de Burggraaf, staande links beneden op de hoek van de trap naar De Burcht. Het is niet zeker wanneer deze woning is gebouwd. Bij de trap naar De Burcht staat echter een poort met daarop de wapens van de burchtheren. Het oudste wapen is dat van Van Wassenaar.
Burggraven van Leiden:
Halewijn I van Leiden (1050-1110)
Halewijn II van Leiden (1080-1121)
Halewijn III van Leiden (1110-1198)
Jacob II van Bokel (1181-1241)
Hendrik van Leyden (1224-1284)
Willem van Leyden (1259-1319)
Dirc III van Wassenaar (1250-1310)
Filips IV van Wassenaar (1283-1343)
Dirc IV van Wassenaar (1331-1391)
Filips V van Wassenaar (1367-1427)
Hendrik van Wassenaar (1387-1447)
Jacob van Wassenaar (1391-1451)
Jan I van Wassenaar (1436-1496)
Jan II van Wassenaar (1463-1523)
Maria van Wassenaar (1484-1544)
etc
De Wassenaarse burggraven leven dus in de periode 1250-1544. Dat betekent dat de woning ergens rond 1400 kan zijn gebouwd. Gezien de architectuur van de woning lijkt dit bouwjaar zeker redelijk. Het pand is nogal rechthoekig en fantasieloos. Ao 2005 is ze zwart geblakerd door de luchtvervuiling en zure regen.

- Huys Cranenburch (1080nC++)
Halewijn I burggraaf van Leiden vestigt zich in Leiden rond 1080 met zijn gezin vanuit Cranesbury Manor in Englefield bij Windsor in Berkshire, Engeland. Hij en z'n nazaten worden door sommige bronnen Kranenburg~ of Kreenenburg~ genoemd. De naam Krenenburg~ is vrijwel zeker de vernederlandste vorm van het Engelse Cranesbury. Boek "Kijken naar Monumenten in Nederland" (Bosch & Keunings NV, 1979) schrijft op pagina 52:

De Burcht te Leiden, waarvan het oudste muurwerk waarschijnlijk uit de 12e eeuw dateert, is een op een al in de 10e of 11e eeuw bestaande kunstmatige heuvel gebouwde ringburcht, die binnen zijn ronde muur met weergang nooit permanente gebouwen heeft bevat. De burggraaf, die deze sterkte voor de graaf van Holland beheerde, woonde ergens anders.
Helaas schrijft de bron niet waar de burggraaf (Halewijn I) dan wel woont. We mogen echter aannemen dat Halewijn en z'n gezin zeker in een fraai huis wonen nabij De Burcht van Leiden. Gezien het voorgaande zal hij kunnen hebben gewoond in een motte in de nabijheid van de Burcht die door Halewijn I wordt gebouwd. Een motte = een versterkte ronde woontoren met een gracht en een ophaalbrug. (> Motte, Kuinre) Het lijkt vrijwel zeker dat deze motte Huys Cranenburch wordt genoemd en ruime tijd de woning is van Halewijn I en z'n nazaten. Huys Cranenburch zal dan ergens rond 1080 zijn gebouwd, het jaar waarin Halewijn I zich in Leiden vestigt. Halewijn I moet dan welhaast zeker de bouwheer zijn.

 

- Kasteleinswoning (1250nC++)
Bij de opening van de nieuwe Stadsgehoorzaal wordt ook de Kasteleinswoning aan de Aalmarkt 7 opgeleverd als aanbouw en doorgang voor artiesten en goederen. In dat pand woonden gedurende lange tijd diverse beheerders van de oude Stadsgehoorzaal. Waarom de Kasteleinswoning zo heet, is vooralsnog niet zeker. Een kasteleinswoning is in afgelopen paar eeuwen normaliter de woning van een kastelein, zijnde een kroegbaas. De Kasteleinswoning van Leiden op foto rechts is daarvoor echter abnormaal groot, zodat kastelein in dezen waarschijnlijk meer te maken heeft met een kastelein in de oorspronkelijke betekenis, zijnde een slotvoogd of burggraaf. (> Kastelein) Halewijn I en II worden kasteleins (burggraven) van Leiden genoemd. Het pand zal dan vrij zeker met hen te maken hebben. In hun tijd is die plek echter nog niet bebouwd. Dat gebeurd pas sedert circa 1250. De locatie Aalmarkt 7 kan daarom oorspronkelijk de oprit zijn geweest vanaf de kade aan de Rijn naar Huys Cranenburch. Op de kaart hierboven rechts is een breed pad
 
te zien dat loopt van Huys Cranenburch naar de Aalmarkt. Dit pad is identiek aan de doorgang vanaf de Aalmarkt naar de Stadsgehoorzaal. Het pand aan de Aalmarkt waar het pad uitkomt moet dus Nr 7 zijn, ofwel de Kasteleinswoning. Waarschijnlijk is dit pand Nr 7 oorspronkelijk een poort geweest naar het pad richting het Huys. Deze poort is dan later (vóór 1649) verbouwd tot een huis. Gezien de architectuur moet het pand uit de vroege Middeleeuwen stammen. De raambogen zijn immers Romaans. Het pand zal gezien de relevante data zijn gebouwd rond 1300. Het rechte dak van dit pand is te herkennen op de kaart boven rechts uit de Atlas van Blaeu (1649). De naam van de Kasteleinswoning correspondeert vrij zeker met Huys Cranenburch, waar de oorspronkelijke kasteleins (burggraven) van Leiden hebben gewoond. Het pand is 1889 afgebroken om plaats te maken voor de Aalmarkt School, die rond 2000 ia afgebroken, om plaats te maken voor het muziekhuis de Aalmarktzaal van de Stadsgehoorzaal.

 
- de naam
Eerder is geconstateerd dat burggraaf Halewijn I van Leiden de bouwheer moet zijn van de mottekasteel (zaaltoren) Cranenburch te Leiden. Ook is geconstateerd dat de mottekasteel gezien de hele context moet zijn vernoemd naar de bouwheer. Dus naar Halewijn I. Per saldo zal burggraaf Halewijn I van Leiden dus feitelijk de naam Cranenburch voeren. Zijn feitelijk naam is dus Halewijn van Cranenburch.

- bouwjaar (c 1080nC)
Aangezien burggraaf Halewijn I van Leiden vrij zeker de bouwheer is van Huys Cranenburch als onderkomen voor hem en zijn gezin, zal het huys circa 1080 zijn gebouwd, vlak na zijn aankomst in Leiden vanuit Engeland.
** Hijskranen, Locatienamen, Burcht, Borg Kranenburg, Cranesbury Manor Englefield, Van Cranenburch Leiden, Zaaltorens, Steenbouw, Kuinre, Cranbourne Tower Windsor
# janvanhout.nl/buurthouden/kranenburg 15.12.2006, BBL, FRI, KBG

 
Cranenburch Pijnacker
Erf in Pijnacker. Vermeld 23.11.1644 als ledig erf aan het westeinde van de Catwijckerlaen in Pijnacker. Ook genaamd Honderd Morgen. Op die datum verkocht door Dirck Adamsz van Kerckhove aan Cornelis Claesz Langevelt. De Catwijckerlaen (anno 2008 Katwijkerlaan) loopt van Pijnacker Noord, door de buurt Katwijk-en-Keulen (# AWA), oostwaards naar centrum Zoetermeer (nabij Palenstein). Bron ORA Pijnacker ivn 119 f. 242 schrijft:

(gesworens: Crijn Dircxsz. Zuijerkerck en Gerrit Leenertsz. van der Hoef)
23-11-1644: Comp.[comparant] Dirck Adamsz. van Kerckhove onze inwonenende buurman en heeft verkocht aan Cornelis Claesz. Langevelt, een ledig erf gelegen in Pijnacker aan het westeinde van de Catwijckerlaen genaamd Cranenburch of de Hondert morgen.
Gezien de bijnaam Honderd Morgen (= 90 Ha) is erve Cranenburch van grote omvang te noemen. Vreemd is dat het erf in 1644 ledig wordt genoemd. Gezien de naam Cranenburch heeft daar kennelijk een huis gestaan met die naam. Temeer daar een leeg (= onbebouwd) stuk land normaliter wordt aangeduid zonder de toevoeging 'ledig'. Door de nadrukkelijke vermelding van de term 'ledig', lijkt 't of het erf voordien 'vol' is geweest, ofwel bebouwd. Aangezien het erf in 1644 ledig is, moet dat huis dan in dat jaar of eerder zijn afgebroken. En aangezien het erf circa 90 Ha groot is, zal het Huys Cranenburch vrijwel zeker van enige allure zijn geweest. Het zal daar dan zeker ook ruime tijd hebben gestaan en misschien tijdens de Tachtigjarige Oorlog zijn verwoest, zoals is gebeurd met kasteel Cranenburg te Bleiswijk. (> Cranenburg Bleiswijk) Of het is uiteindelijk wegens verval afgebroken. Zulks gebeurd bij aanzienlijke huizen normaliter circa 300 jaar na de bouw. Rekening houdend met de mogelijkheid dat erve Cranenburch in 1644 reeds enige tijd ledig is, zal het huis dus zeker circa 350 jaar eerder kunnen zijn gebouwd. Dus ergens rond 1294. Dat zo zijnde kan Huys Cranenburch wel het stamhuis zijn waarover onder item Zoetermeer wordt geschreven. Huys Cranenburch ligt namelijk aan de Catwijckerlaen (anno 2008 Katwijkerlaan) van Pijnacker naar Zoetermeer op circa 3 Km van de oude dorpskern aldaar. De bouwer van Huys Cranenburch is dan mogelijk ene Xx van Cranenburch, die geboren moet zijn rond 1259. Hij moet dan welhaast zeker een zoon zijn van Bartholomeus II van Wassenaar en Vrouwe Godilt van Bleyswyck op kasteel Cranenburg te Bleiswijk.

Volgens de vermelding van 1644 bron ORA ligt Cranenburch aan de Catwijckerlaen Westeinde. Volgens de gemeentekaart van 1869 heet dat gebied Achter Nieuwkoop. In de lijsten van de 10e Penning van 1553 en 1557 heet dat gebied After Nijencoep. Op de kaart van 1869 hieronder is dat gebied duidelijk aangegeven.

          

Op de kaart hierboven is Achter Nieuwkoop duidelijk aangegeven. Het bestaat uit de parten 1, 2 en 3. Uit meting en berekening blijkt:
Part 1 = ca 1 cm br x 2 cm dp = ca 0.5 Km X 1 Km = 5 Hm x 10 Hm = 50 Ha = 55.6 morgen
Part 2 = ca 0.8 cm x 2 cm = 0.4 Km x 1 Km = 4 Hm x 10 Hm = 40 Ha = 44.4 morgen
Part 3 = ca 0.7 cm x 2.1 cm = 0.35 Km x 1.5 Km = 3.5 Hm x 15 Hm = 52.5 Ha = 58 morgen
totaal 1+2+3 = 55.6 + 44.4 + 52.5 morgen = 152.5 morgen
totaal 1 + 2 = 55.6 + 44.4 morgen = 100 morgen = westeinde = Cranenburch

Uit de lijsten van de 10e Penning van 1553 en 1557 blijkt het gebied After Nijencoep versnipperd en in bezit van diverse eigenaars.

totaal 1553: 29 eigenaars en 131.5Morgen+61Hont=131.5M+9.8M= 141.3 M
totaal 1557: 15 eigenaars en 72Morgen+4.3Hont=72M+4.3M= 76.3 M

In 1557 zijn er dus 9 eigenaars minder op de 10e Penning Lijst en in totaal 65 morgen minder vergeleken met 1553. Er lijkt dus sprake van fraude. Maar de onlusten in de Nederlanden door de vervolgingen van Protestanten door de Inquisitie zijn inmiddels verhevigd. (> Inquisitie) Er kunnen dus andere factoren een rol spelen. O.a. onteigening, arrestatie, terechtstelling en/of voorzichtigheid.

De lijsten van de 10e Penning van 1553 en 1557 staan nagenoeg geen familienamen. In die tijd gebeurd dat overigens uiterst zelden. Het begrip familienaam ontstaat pas eind 18e eeuw. Op de genoemde 10e Penning Lijsten staan de aangeslagen personen alleen met hun patroniemen. Een enkele met een soort familienaam. O.a. Spit en Van Stompwijck. De buurten van Pijnacker zijn wel allemaal vermeld. Opmerkelijk is dat de naam Cranenburch daarin ontbreekt. Mogelijk omdat het gebied maar een deel (65.6%) van After Nijencoep omvat en derhalve niet als buurt wordt gezien.

Waar alle belaste percelen in 1553 binnen After Nijencoep liggen, is niet vermeld. In totaal gaat het om 141.3 morgen land verdeeld over 29 percelen. After Nijencoep is 152.5 morgen groot en het gebied Cranenburch 100 morgen. De percelen zullen dus over alle drie parten zijn verdeeld. Circa 11 morgen wordt niet genoemd! Of en waar Cranenburchs hun grond hebben, is vooralsnog niet met zekerheid te achterhalen. In 1649 wordt ene Heijnrick Pietersz Cranenburch genoemd, die in 1648 in Pijnacker is gestorven. Hij is getrouwd met Maritgen Meldersdr en heeft twee dochters. Heijnrick zal dus ergens rond 1588 kunnen zijn geboren. Zijn vader zal dan ene Pieter Xzn Cranenburch zijn, die rond 1555 is geboren. Deze Pieter zal dus niet voorkomen op de lijsten van 1553 en 1557. Misschien zijn vader Xx Cranenburch (gb 1520*). Op de 10e Penning Lijst van 1557 komt echter ene Pieter Heijnrijcxz voor die ergens rond 1537 geboren zou kunnen zijn. Hij komt namelijk niet voor op de lijst van 1553 en is dus mogelijk een jonge boer, die pas begint.

Huisbelasting
1553 Eerst tot Catwijck.
Heijnrijck Claeszs. huijs getauxeert siaers voor VI £.
Jan Heijnrijcxzs. huijs getauxeert siaers voor VII £.
Pieter Heijnrijcxzs niet vermeld!
1557 Eerst tot Catwijck
Heijnrijck Claeszs. huijs voor VI £ siaers compt XII st.
Jan Heijnrijcxzs. huijs voor VII £ siaers compt XIIII st.
Pieter Heijnrijcxzs. huijs voor VI £ siaers compt XII st.
Heijnrijck Claesz, Jan Heijnrijcxsz en Pieter Heijnrijcxz wonen dus in 1557 alle drie in de buurt Catwijck, palend aan Zegwaard, dat bij Zoetermeer hoort. (> Zoetermeer) Het moet haast wel dat het gaat om vader Heijnrijck Claesz en zijn zoons Jan Heijnrijcxz en Pieter Heijnrijcxz. In 1557 woont Pieter Heijnrijcxz zelfstandig. Mogelijk is hij net getrouwd. Zijn broer Jan Heijnrijcxz betaalt al in 1553 huisbelasting en woont dus in dat jaar al zelfstandig.

Als Pieter Heijnrijcxz inderdaad rond 1537 is geboren, dan kan zijn zoon Heijnrick Pietersz Cranenburch rond 1572 zijn geboren. Hij is in 1648 gestorven en is dus rond de 76 jaar oud geworden. Lijkt heel aannemelijk. Grootvader Heijnrijck Claesz zal ergens rond 1502-1562 kunnen hebben geleefd. In 1553 is hij kennelijk nog actief. In 1557 schijnbaar enigermate minder.

1553 Heijnrijck Claesz. bruijct van Michiel Dircxz. upte Leede XIII hont om VII £ X st. Idem bruijct noch van meester Vincent Dammasz. rekenmeester in den Hage twee mergen om VII £ X st. Idem bruijct noch als eijgen after Catwijck ende after Nijencoep negen mergen getauxeert voor XVIII £ XVIII st. [doorgehaald: Idem bruijct van de K.Mt. X½ hont om IIII £ ofgetogen die II delen voor de exemptie, blijft XXVI st. VIII p.] [marge: Dit staet upte naem van Huijbrecht Engelsz. ergo daer slagen.] Compt voor den Xen penninck III £ VII st. VIII p. ½
1557 Heijnrijck Claesz. bruijct van Michiel Dircxz. tot Pijnacker XIII hont gelegen voor Catwijck om IX £. Idem bruijct noch van Johan de Heuijter binnen Delft II mergen gelegen voor Catwijck om XI £. Idem bruijct noch als eijgen VI½ mergen gelegen after Catwijck getauxeert voor XIIII £ XII st. VI p. Somme XXXIIII £ XII st. VI p. compt voor den Xen penninck III £ IX st. III p.
Deze Heijnrijck Claesz kan heel wel een zoon zijn van Claes Engelbrechtsz van Cranenburch (gb 1467; schout van Maasland) en NN. Maasland ligt circa 14 Km ZO van Oijnacker. Of Heijnrijck Claesz de stichter is van Huys Cranenburch in Pijnacker is vooralsnog niet zeker. Het is mogelijk dat het huis al eerder is gebouwd door een oudere Cranenburch daaromtrent.

- De hamvraag
De 10e Penning Lijsten van 1553 en 1557 stellen ons voor een raadsel. Uit ananlyse van de lijsten blijkt namelijk dat het gebied After Nijencoep erg versnipperd is. In 1553 zijn er 29 percelen van gemiddeld 5.3 morgen per perceel. In 1557 15 percelen van gemiddeld 5.1 morgen per perceel. De lijst van 1557 is echter incompleet. After Nijencoep omvat namelijk 152.5 morgen land, terwijl de lijst van 1557 slechts 76.3 morgen aangeeft. Gezien de gemiddelde perceelgrootte is te verwachten dat het ontbrekend deel van 1557 even versnipperd is als in 1553. Hiervan uitgaande, rijst de vraag of het deel (1+2) met de naam Cranenburch even versnipperd is als de rest van After Nijencoep. Zo ja, dan rijst de vraag wanneer de versnippering begint. Ofwel: vormde Cranenburch vóór 1553 één ongedeeld geheel of na 1557. Gezien eerder genoemde acte van 23.11.1644 lijkt het antwoord duidelijk: na 1557. Immers in die acte verkoopt Dirck Adamsz van Kerckhove het gebied Cranenburch aan Cornelis Claesz Langevelt. Dat moet dan in dat jaar één ongdeeld geheel zijn. Het gebied kan dus na 1557 door iemand helemaal zijn opgekocht en naar deze koper zijn vernoemd. Dat moet dus een Cranenburch zijn. Gezien de periode 1557-1644 kan dat Jan Heijnrijcxz van Cranenburch zijn. Zijn broer Pieter Heijnrijcxz lijkt een goede tweede optie. Op grond van beide 10e Penning Lijsten is onderstaand schema gemaakt van veronderstelde zoons van Heijnric Claesz die in Pijnacker wonen.

Adriaen H. (1530-90)
1553: totaal: 4Hont
1557: NG (Niet Genoemd). Verhuisd*.
Jan H. (1532-92)
1553: totaal 1.5Morgen+6M+Huis=7.5M+Hs (vnml in Catwijck)
1557: totaal 1M+2M+1.5M+4M+8M+4H+Hs=17.1M+Hs (vrnml Catwijck)
groei per jr = 0.32 >>> 1563 90.5 M > 1564 119.4 M !!!
Quirijn H. (1533-93)
1553: NG
1557: totaal 50 Gaerden = 50/600 Morgen = 0.08 M
Willem H. (1534-94)
1553: NG
1557: huurt huis Ande kerck (doorgehaald)
Harman H. (1536-96)
1553: NG
1557: huurt huis Ande kerck
Pieter H. (1537-97)
1553: NG
1557: totaal 3M+5.5M+Hs=8.5M+Hs (in Catwijck)
bij 0.32 groei per jaar >>> 1565 78.3 M > 1566 103.4 M
Volgens bovenstaand overzicht zou Jan of Pieter Heijnricxz van Cranenburch rond 1565 circa 100 morgen land door koop kunnen bezitten in After Nijencoep gelegen in de parten 1 en 2. Dat gebied zou dan in de daarop volgende jaren door gewenning in de volksmond de naam Cranenburch kunnen hebben gekregen naar de eigenaar van dat gebied. Rond 1614 zou dit gebied dan door een erfgenaam van de eigenaar kunnen zijn verkocht aan Dirck Adamsz van Kerckhove, die het in 1644 doorverkoopt aan Cornelis Claesz Langevelt. De naam Cranenburch voor dat gebied is dan kennelijk volledig ingeburgerd. Zo sterk dat het na circa 80 jaar de mogelijk oorspronkelijke naam 100 Morgen heeft verdrongen. Het lijkt mogelijk. Maar of het zo is gegaan, is de vraag. Wat tegen deze redenering pleit is dat locaties normaliter niet zozeer naar de eigenaar worden genoemd, maar naar het pand dat er staat. Bij de verkoop in 1644 is het gebied echter ledig. Als daar ooit een huis is gebouwd rond 1565, dan zou dat dus binnen 80 jaar in verval zijn geraakt en snel zijn afgebroken. Gezien de kennelijke kapitaalkracht van de eigenaar/bouwer is echter een huis te verwachten dat enige allure bezit en zeker voor die tijd ook duurzaam. Alles wijst er dus op dat er al vóór 1565 een huis moet hebben gestaan met de naam Cranenburch, waarbij de 100 morgen land aldaar hoorde. In latere jaren kan het huis door verwaarlozing zijn verlaten en afgebroken. Aangezien de 10e Penning Lijst van 1553 in After Nijencoep 29 grondbezitters kent, zal de versnippering vóór 1553 zijn begonnen. Kennelijk hebben de oorspronkelijke eigenaars Van Cranenburch hun goed ruim vóór 1553 verkocht en verlaten. De Cranenburchs~ die na dat jaar in Pijnacker wonen, zijn vrijwel zeker nazaten van hen.

- Kranologie
Op grond van de bekende feiten en enige veronderstellingen kan de volgende chronologie worden gereconstrueerd.
1222-1222 Oudste vermelding van Pijnacker ivm schenking door graaf Willem I van Holland aan St Marie Kerk in Rijnsburg uit renten van bezittingen in o.a. Delf (Delft) en Pinacker (Pijnacker).
xxxx-1257 Aanstelling pastoors te Pijnacker door de graven van Holland.
1250-1250 Bouw houten kerk in centrum dorp.
1259-1319 Xx van Cranenburch B!+// Bleiswijk-Pijnacker (wk)
Vrij zeker een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Vrouwe Godilt van Bleyswyck.
Afkomstig van kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Ghm NN.
Stichter van Huys Cranenburch te Pijnacker.
1294-1594 Huys Cranenburch te Pijnacker
1295-1519 Circa 6 generaties Van Cranenburch op Huys Cranenburch in Pijnacker. (H)
1467-1527 Claes Engelbrechtsz van Cranenburch B!+// Maasland-Pijnacker* (wk)
1500-1553 Huys Cranenburch raakt in verval. Het goed wordt verkocht. Waarschijnlijk in delen. Daardoor versnippert het gebied.
1502-1562 Heijnrijck Claesz van Cranenburch B!+// Catwijck/Pijnacker (wk)
Woont 1553-57 in buurt Catwijck te Pijnacker. Ghm NN.
Zoons: Pieter Heijnrijcksz en Jan Heijnrijcksz van Cranenburch.
1535-1595 Jan Heijnrijcksz van Cranenburch B!+// Catwijck/Pijnacker (wk)
1537-1597 Pieter Heijnrijcksz van Cranenburch B!+// Catwijck/Pijnacker (wk)
Zoon: Heijnrick Pietersz Cranenburch.
1572-1648 Heijnrick Pietersz Cranenburch B!+// Pijnacker (wk)
Woont in Pijnacker. Ghm Maritgen Meldersdr (Maritgen Pietersdr Melder?).
Udh: Heijltgen Heijnricxsdr en Trijntgen Heijnricxsdr Cranenburch.
# Testament 11.6.1649 Pijnacker; ORA Pijnacker ivn 120
1619-1644 Erve Cranenburch in bezit van Dirck Adamsz van Kerckhove. Dirck Adamsz is een telg uit het geslacht Van Kerckhoven, dat stamt uit Pijnacker. Hun stamhuis 'Kerkhoven' staat achter het oude kerkhof van Pijnacker, achter de kerk in het centrum van Pijnacker. In 1681 is het echter verdwenen en staat er alleen nog een boerderij. Wapen Van Kerkchoven: op goud drie zwarte vogels. (AWA sub Pijnacker)
1620-1680 Heijltgen Heijnricxsdr Cranenburch B!+// Pijnacker (wk)
Dochter van Heijnrick Pietersz Cranenburch en Maritgen Meldersdr in Pijnacker.
Ghm Joris Heijndricksz van den Berch. Erft 11.6.1649 van haar ouders.
1625-1685 Trijntgen Heijnricxsdr Cranenburch B!+// Pijnacker (wk)
Dochter van Heijnrick Pietersz Cranenburch en Maritgen Meldersdr in Pijnakker.
Erft 11.6.1649 van haar ouders.
1640-1700 Jannitje Dammus van Kranenburg B!+// Warmond-Pijnacker (ww)
Dochter van Dammus Cornelisz van Kranenburg en NN. Geboren in Warmond. Huwt 1665* Cornelis Bouwensz van Ycken en gaat wonen in Pijnacker.
Cornelis krijgt 26.12.1674 attestatie om elders te hertrouwen met Dievertge Jans Bogaert uit Pijnacker. Het betekent mogelijk niet dat Jannitje is gestorven. In een acte van 21.6.1697 wordt namelijk door ene Johan Weylant uit Amsterdam Fl 1500,- overgemaakt naar ene Jannetie Dammes (weduwe) te Nieuwpoort. Deze Johan Weylant is gehuwd met Sijtje Grounwouts, weduwe van Nicolaas Cranenburg uit Rotterdam. Als het hier inderdaad om de zelfde Jannitje gaat, dan kan dit betekenen dat er tussen Nicolaas van Cranenburg (gb 1643) uit Rotterdam en Jannitje Dammus van Kranenburg een familiaire relatie bestaat. Gezien hun geboortejaar kunnen het zelfs broer en zuster zijn. Het betekent dan mogelijk ook dat Jannitje en Cornelis Bouwensz zijn gescheiden en dat ook Jannitje daarna is hertrouwd.
Alias: Jannetgen Dammas.
** Nicolaas van Cranenburg
# Huwelijken Gereformeerde Gemeente te Pijnacker (1669-1695)
1644-1644 Verkoop ledig erf Cranenburch in Pijnacker door Dirck Adamsz van Kerckhove aan Cornelis Claesz Langevelt.
1649-1649 Trijntgen en Heijltgen Heijnricxsdr Cranenburch erven 11.6.1649 van hun ouders Heijnrick Pietersz Cranenburch en Maritgen Meldersdr in Pijnacker.
1700-1760 Xx van Kranenburg (vv Dirk) B!x// Delft*-Pijnacker*
1710-1770 Xx Kranenburg (vv Willem) B!x// Delft*-Pijnacker*
1735-1795 Dirk van Kranenburg B!x// Delft*-Pijnacker
Begraven 14.10.1795 te Pijnacker. (# GA Delft)
1745-1805 Willem Kranenburg B!x// Pijnacker
Vermeld 3.6.1780 ivm begravenis te Pijnacker.
Begraven 23.1.1805 te Pijnacker.
Kind: 3.6.1780 begraven te Pijnacker.
# GA Delft

** Zoetermeer
# google 13.10.08 (Transporten, schuldbrieven en kavelingen van Pijnacker 1636-1646; ORA Pijnacker ivn 119; bewerking Teun van der Vorm, nov 2006), AWA, KBG

Cranenburch Utrecht
btr hofstede/havezathe
** Kranenburg Utrecht

Cranenburch-Heringa Leiden
Sajetfabriek te Leiden.
** Van Cranenburgh & Heringa

Cranenburchgoed Hierden:
Op 5 april 1696 verkopen Claes Harmsen en zijn mondige kinderen Jacob, Henrick, Gerritje en Jutte Claes, aan Willemtje Cornelis, weduwe van Jochem Harmsen 1/3 van een huis, hof en land te Hierden, waarvan de koopster al 2/3 bezit, voor 330 toenamlige guldens. Dit landgoed heeft de naam Cranenburchgoedje en is gelegen aan de Munnekesteeg zuidelijk van Hoophuizen. Gezien de term '-goedje' zal het mogelijk niet bijster groot zijn geweest. Die verkleinvorm heeft het echter in 1696, als het nog maar 1/3 van de oorspronkelijk grootte heeft. Oorspronkelijk heet het dus vrij zeker gewoon Cranenburchgoed.

Gezien de naam Cranenburchgoed mogen we aannemen dat het landgoed is gesticht door iemand met de naam Cranenburch. In het nabijgelegen Harderwijk hebben inderdaad door de eeuwen heen aardig wat Kranenburgs~ gewoond, zodat goed mogelijk is dat ze ook in Hierden hebben gewoond. In ieder geval is zeker dat in 1559 aldaar ene Johan van Cranenburch woont op een stuk eigen land. Deze Johan is mogelijk de zelfde Johan van Cranenburch (gb 1520) die rond die tijd schepen te Harderwijk is. Aangezien iemand normaliter in die tijd alleen schepen kan worden bij adellijke afkomst en voldoende bezit van presitigieuse aardse goederen, kan het Cranenburchgoedje mogelijk toch aardig prestigieus zijn geweest. Dit wordt bevestigd door een kaart uit 1650 van Willem Blaeuw, waarop het Cranenburchgoed is afgebeeld als een havezathe. Namelijk als vorm tussen een hoeve en een kasteel en wel met een mast op het dak. Zie oranje vierkantje op onderstaande kaart, waar de havezathe staat.

          

Schaal: 1 cm = 0.8km. De locatie van havezathe Cranenburch op de kaart is bepaald op grond van informatie van een streekhistoricus te Hulshorst over de locatie in Hierden anno 2005. Hij wist precies dat de havezathe stond op de binnenhoek van de Lageweg en de Wijtgraaf. Daarna is de locatie geometrisch geprojecteerd op bovenstaande kaart. Aangezien kaartenmaker Willem Blaeuw betrouwbare kaarten maakte en bovenstaande kaart geometrisch juist lijkt, is de locatiebepaling zeker verantwoord. Temeer daar na omrekening op de berekende plaats op de kaart inderdaad een pand blijkt te staan.

Zoals gezegd, het Cranenburchgoed is vrij zeker gesticht door Johan van Cranenburch, geboren rond 1520 als zoon van Johan van Cranenburch en Anna van Speulde. In 1557 is hij schepen te Harderwijk. Mogelijk heeft hij het Cranenburchgoed ergens rond 1555 gesticht.

Oorpsronkelijk loopt de Munnekesteeg vanaf Hoophuizen helemaal naar Harderwijk. Het stuk in Hierden is echter in de 20e eeuw gesplitst in de Waterweg en de Lageweg. Het Cranenburchgoedje lag tzv de Munnekesteeg tussen Hierden en Hoophuizen. Anno 2005 ligt de locatie op de hoek Lageweg en de Wijtgraaf in Hierden. Daar staat later een boerderij die is gebouwd in 1787. Anno 2007 staat er een nieuwbouw huis. De oude boerderij is dus afgebroken.

Het begrip 'goed' is van oudsher een regioterm voor landgoed. In Hierden en omgeving bestaan meer locaties met de naam 'goed' erin. Zoals bijvoorbeeld Grevengoed. De naam Cranenburchgoedje of gewoon Cranenburchgoed bleef lang behouden en is nog tot in deze tijd bij enkelen in de regio bekend. Bijvoorbeeld omdat hun ouders of voorouders daar zijn geboren. Naar zeggen hebben daar tot in de 19e eeuw nog enige Kranenburgs~ gewoond.
** Johan van Cranenburch (gb 1520), Essenburg Hierden, Herengoederen
# GA Harderwijk (Rec.150, fol.53), WHH, FRI, DAB

Cranenburchgoedje Hierden
** Cranenburchgoed Hierden

 

Cranenburg:
Geslacht uit Zuid-Holland, afstammend van het geslacht Van Wassenaer.
Wapen: Op een zwart veld drie wassenaars van zilver. Afgedekt met een gekroonde helm. Daarboven kop en hals van een brak (jachhond), rood getongd.
Het wapen is een kleurvariant van het wapen dat Dirc II van Wassenaar rond 1294 invoert. Volgens de Collectie Muschart (CBG) wordt dit wapen daarna gevoerd door de geslachten Van Cranenburg, Kranenburgh en Kranenburg. York Insignia Ltd bevestigt dit t.a.v. het geslacht Kranenburg. Dit gebeurt door enkele takken in Zuid-Holland. Andere takken van de Kranenburgs~ blijven het oorspronkelijke wapen met de blauwe kraanvogel voeren.
 
Bron AWA schrijft over Cranenburg bij Bleiswijk:
CRANENBURG, voorml.adell.huis in Rijnland, prov. Zuid-Holland, te Bleiswijk, aan de Rotte.
Het werd, in het jaar 1106, gesticht door Halewijn, Kastelein van
Leyden, wiens afstammelingen het een reeks van jaren hebben bezeten. Halewijn, de derde Kastelein van Leyden, gaf het, met twee morgen (1 bund. 7 v. r. 31 v. ell.) daar aan en omgelegen, aan zijnen zoon Filips, den eersten Heer van Wassenaar, wiens kleinzoon Bartholomeus van Wassenaar, die men op het jaar 1268 vermeld vindt als het hoofd van een nieuw geslacht, naar dit huis den naam VAN CRANENBURG aannam, en zijn wapen veranderde, voerende hij en zijne afstammelingen, op een schild van sabel [zwart], drie halve wassende manen van zilver, en op den helm eene kroon, waaruit kwam de kop van eenen hond of brak, tot den halsband toe van zilver, getongd van keel [rood]. Bij gebrek aan mans oir kwam dit huis, door huwelijk van Elizabeth van Cranenburg, Engelberts dochter, in dat van Van der Hoeve, waarin het niet lang bleef, aangezien hunne dochter, Margaretha van der Hoeve, het door haar huwelijk met Huybert van der Meer Pietersz. in diens geslacht bragt.
Dit slot is waarschijnlijk in de Hoeksche en Kabeljauwse twisten
verwoest, en door de verveening van den grond zijn er geene overblijfselen meer van te vinden.
** Cranenburg Bleiswijk, Kranenburg Wassenaar, Familiewapens Kranenburg~, Van Cranenburch Bleiswijk, Dirc II van Wassenaar, FW Kranenburg Wassenaar, Roberta Kranenburg, Wassenaars, Brak, Rietstap, Armorial de Gelre
# AWA, Bron 1380, HRAC, BRQ, WBH (p 48), AWB (p 84), HCM, Rietstap, York Insignia Ltd

 
Cranenburg  * Mathenesse
Een geslacht Van Cranenburgh uit Amsterdam voert een wapen dat in feite een kleurvariant is van het wapen van het geslacht Van Mathenesse uit Rotterdam. Bij Van Mathenesse: op zilver een rode rechter schuinbalk met daarop drie zespuntige sterren van goud. Bij Van Cranenburgh: op zilver een zwarte rechter schuinbalk met daarop drie zespuntige sterren van goud. Het is vooralsnog onbekend wie van wie het wapen heeft overgenomen en waarom. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat er een familiaire relatie bestaan. Maar vooralsnog is die nog niet exact gevonden. Wel bestaan er hier en daar close relations, waaruit blijkt dat de geslachten elkaar kennen en met elkaar te maken hebben. Het is vrijwel zeker dat de geslachten elkaar in de 13e eeuw al kennen.
> Dirk van Mathenesse (gb 1285) vermeld als Dirric Buekel in 1317 in bron RHH (p 85) wegens een grafelijke leen up de Gheest in Eikenduinen. Hij moet 21 d. aan renten betalen wegens landhuur.
> Dirk van Mathenesse, alias Van Bokel, een geslacht dat afstamt van de Van Wassenaars. Dirk woont in 1324-1346 in Eskamp, grenzend aan Eikenduinen. In 1346 gaat zijn leen daar over naar Mathijs Willemsz van Cranenburg*. In 1317 woont hij up de Gheest in Eikenduinen. In 1334 wonen kinderen van hem up de Veen in Eikenduinen.
> Sinds de 13e eeuw wonen in Eikenduinen ook vele Van Cranenburgs~.
> In 1382 gaat Dirks leen in Sluipwijk, Reeuwijk, etc., over naar Alijd Jansdr van Cranenburg. Zij komt van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. (> Dirk van Mathenesse)
> Ene Jan van Mathenesse is in 1447 leenman van de heerlijkheid Bleiswijk. In die tijd wonen er nog Van Cranenburgs op ridderhofstad Cranenburg in Bleiswijk. O.a. Engelbert III van Cranenburg (1380-1461) met zijn gezin.
> In Lisse is van 1510-1550 Dirck Vranken Cranenburgh kastelein en pachter van Huys Dever, een kasteel dat in die tijd in bezit is van het geslacht Van Mathenesse.
> Warmond is in de 16e en 17e eeuw een heerlijkheid van het geslacht Van Mathenesse. In die tijd wonen in Warmond ook vele Cranenburghs~.
Mogelijk dat in een van die episoden een close relation is ontstaan. Bijvoorbeeld door huwelijk. Mogelijk dat toen ook een van beide clans het wapen van de andere heeft overgenomen met een eigen kleurvariant. Het meest waarschijnlijk is dat gebeurd in Lisse rond de 16e eeuw. We vinden het wapen terug bij het geslacht Van Cranenburgh Amsterdam. Dit geslacht lijkt uit Lisse te stammen in de tijd dat daar ook het geslacht Van Mathesse woont.
** OV85, Dirk van Mathenesse, Alijd van Cranenburg, Jan Engelbrechtsz van Cranenburg, Huys Dever te Lisse, Cranenburg Bleiswijk (bewoners), Bleiswijk, Hazerswoude, Van Cranenburgh Amsterdam, Van Mathenesse, Ghijsbrecht Jansz van Cranenburg
# RBM, DAB

Cranenburg  * VOC fluitschip
Fluitschip genaamd Cranenburg in dienst van de VOC. Genoemd ivm ontvangen per d'fluijt Cranenburg:
1690 (17.6.) missive van de opperkoopman Basting en Raad aan de Hoog Eds. dd 17.5.1690
1695 (21.9) copie resolutie genomen te Makassar 12 en 19 juli 1695 wegens overgave van de coninginne van Biema
idem: copie notulen van gouverneur Van Thije dd augustus 1695 nopende de conferentie met Radja Bonij et cetera aangaande de coninginne van Biema
idem: aparte missive van gouverneur Van Thije te Makassar aan haer Eds. tot Batavia de dato 29 Augustus 1695
# Reconstructie van de VOC Vestiging te Banda en idem te Makassar (Oost-Indië)

 
Cranenburg Bleiswijk:

Ridderhofstad aan de rivier de Rotte (Oude Lede, Klappolder). Gesticht door Halewijn II, burggraaf van Leiden omtrent 1106. O.a. te zien op de historische kaart van Schieland. In die tijd begint de vervening van Schieland. Gezien het bouwjaar en de ronde raambogen op onderstaande tekeningen, moet de bouwstijl van Cranenburg primair tot de Romaanse architectuur (950-1250) worden gerekend. Zeer waarchijnlijk was het omringd door een gracht. Via Halewijn III van Leiden komt Cranenburg met 200 morgen land aan zijn zoon
Filips I van Wassenaar. Via diens zoon Dirk van Wassenaar (1205-1243) komt het aan Filips kleinzoon Bartholomeus II van Wassenaar. Rond 1330 woont er Willem van Cranenburg, die Cranenburg Eikenduinen bouwt en zich daar vestigt.

Op de tekening hieronder is Huys Kranenburg te Bleiswijk te zien. De tekening bevindt zich in een boekje van Cornelis Pronk uit 1729 en is gemaakt in 1609, als er in feite niets meer rest van de voormalige ridderhofstad. Dat is te zien aan de traptoren. Die is rond en gelijk aan de voorgevel. Op de tekening van 1571 (verderop hieronder) is de traptoren rechthoekig en verder van de voorgevel. Die tekening is gemaakt van de ruïne zoals die in 1571 concreet bestaat. De tekening van 1609 moet dus zijn gemaakt op basis van ouder beeldmateriaal en/of overlevering en de minieme resten van het huis anno 1609. Die minieme resten zullen nagenoeg nihil zijn geweest. De tekenaar schrijft immers onder de tekening dat het kasteel is verlaten en door de erfgenamen in partijen is verkocht. Helaas is vooralsnog niet bekend wie deze tekenaar is.

Kranenburg Bleiswijk
Onder de tekening staat met de hand geschreven de tekst:
't Huys Kranenburg heeft gelegen in Schieland by Blijswijk aan de rivier de Rotte en was een van de oudste Riddermatige gebouwe gesticht omtrent den jaare 1106 door Halewijn de twede kastelyn van Leyden welkers nakomelingen het lang beseten hebbe tot dat het daar na verdeeld wierd en by partyen verkocht is.

Qua bouwstijl vertoont Huys Kranenburg duidelijk verschillende tijdperken. Gezien de tijd (1106) waarin het is gebouwd, moet het oorspronkelijk puur Romaans zijn geweest. Dat is nog te zien aan de ronde raambogen. De trapgevels horen meer thuis in de Gotiek (1230-1560). Het Huys moet dus in de loop van de jaren zijn verbouwd. Op de tekening is duidelijk te zien dat 't Huys wat hoger ligt dan de andere kant van de gracht. De brug loopt namelijk vanaf 't Huys omlaag. Ook de bomen bij 't Huys staan hoger. Mogelijk heeft het dus gestaan op een zandplaat omgeven door een moerassig gebied.

Volgens deskundigen is Huys Kranenburg een zaalbouw kasteel met traptoren en enkele aanbouwingen. Het telt boven de kelder mogelijk twee verdiepingen en een zolder. (> Zaaltorens) Ook Huys Cranenburch te Leiden was een zaaltoren, gebouwd door Halewijn I van Leiden rond 1080. (> Cranenburch Leiden) Op grond van de beschikbare tekeningen is nevenstaande bouwprent gemaakt van de funderingen. Door de sumiere gegevens is e.e.a. uiteraard speculatief.
 
Gezien het bouwschema van Huys Kranenburg te Bleiswijk lijkt dit huis een copie van Huys Cranenburch te Leiden, gebouwd rond 1080 door burggraaf Halewijn I van Leiden, vader van Halewijn II, in de buurt te Leiden die later de naam Cranenburch krijgt. Zelf lijkt Huys Cranenburch te Leiden op de zaaltoren Cranbourne Tower te Windsor, die naar het lijkt rond 1067 is gebouwd, mogelijk zelfs door Halewijn I, alias Alwin of Cranesbury, als hij daaromtrent nog woont in Englesfield, voordat hij rond 1080 verhuist naar Leiden. Huys Cranenburch te Leiden had een grote toren en een kleine toren. De bouwstijl is in de 11e eeuw Romaans. De ramen en deuren hebben dus normaliter ronde bogen aan de bovenkant. Het bouwmateriaal is veelal natuursteen in die tijd. (> Cranenburch Leiden)

          

Hierboven een aquarel van Huys Cranenburch te Leiden gemaakt door Hester Jans-Molenberg op grond van de historische gegevens en zorgvuldig historisch onderzoek van architectuur en bouwmaterialen uit die tijd. (@ aquarel © B.C. Kranenburg)

- Ligging
Op de kaart hiernaast is de ligging van ridderhofstad Cranenburg duidelijk aangegeven. De kaart is een uitsnede van de kaart van 'De Ambachten van het Heemraadschap Schieland', gemaakt in 1600. Duidelijk is te zien dat het kasteel aan de sloot langs de dijk ligt en wordt omgeven door een andere, nogal kronkelige sloot of gracht. De aangegeven ligging zal heel betrouwbaar zijn aangezien in die tijd de resten van het oude kasteel nog duidelijk zichtbaar moeten zijn geweest.
** Rotte
 
- Verwoesting
In 1536 geven de Hoge Heemraden toestemming aan Jacob Boem uit Delft en zijn 'erfven' om een brug met poort te bouwen over de Rotte (Oude Lede) tussen hofstede Cranenburg en Zevenhuizen. In het archief van het Hoogheemraadschap Schieland bevindt zich de volgende tekst:
Mijen heeren die hoge hijemraden die hebben gheconsenteert mijt sinte Loureijs scow anno xxxvj dat Jacob Boem van Delft ende sijnen erfven dat hij een bregge sal mogen maeken mijt eenen poertgen ower die bescoude van rijch legende op dat moer eende in Zevenhussen ende desse bregge sall staen op die hoefstet die ghenaemt is Craenenbruch gheconcenteeert tot wederseggen van mijen heeren voirschreven ghedaen in die voirschreven scowe van sinte Lourijs scowe.
In 1536 moet hofstede Cranenburg dus nog bestaan. Ook in 1558 bestaat de hofstede nog. In dat jaar staat Arent van der Meer de hofsteden Cranenburg Bleiswijk en Cranenburg Eikenduinen af aan Adriaen van Duivenvoorde, na een juridisch proces i.v.m. de eigendomsrechten (zie HRAC). Onderstaande tekening uit 1573 van een onbekende meester toont echter de ruïne van Cranenburg Bleiswijk. De tekening bevindt zich in het Gemeentearchief van Rotterdam. Ergens in 1558-1573 is de hofstede dus verwaarloosd en in verval graakt of ze is verwoest door brand of een andere nog onbekende oorzaak. Een optie is de Tachtigjarige Oorlog, die in 1566 uitbreekt. Mogelijk is de hofstede in de beginperiode verwoest tijdens militaire operaties van de Spanjaarden. Op grond van onderstaande tekening van de ruïne lijkt deze optie zeer plausibel. Sinds 1558 kan verwaarlozing en verval niet een dergelijk gehavend resultaat opleveren. De ruïne vertoont veel meer de gevolgen van militair geweld. Gezien de gegevens moet dat rond 1570 zijn gebeurd en kan te maken hebben met de strategische functie van Huys Kranenburg.


          

 
De vraag rijst nu wie Huys Kranenburg heeft verwoest. Het antwoord op deze vraag is nog niet definitief gevonden. Was het uit enig belang of uit pure wraak? Wie heeft een reëel motief voor de verwoesting? Het kunnen in principe de Spanjaarden zijn, maar evengoed Nederlanders. Voor de Spanjaarden heeft de verwoesting zin om de vrije doorgang naar het Noorden (Leiden, Amsterdam, etc) te garanderen. Voor de Nederlanders echter eveneens. De kardinale vraag is daarom wie het kasteel in handen heeft in 1570. Op die vraag is helaas het antwoord nog niet gevonden. Verdere speculatie heeft dus vooralsnog geen reëel nut. Het enige wat we weten is dat in 1570 Huys Kranenburg bezit is van Adriaan van Duivenvoorde (1500-1580). Dat hij een reden kan zijn voor de verwoesting valt te betwijfelen. Adriaan heeft een neef die Arent heet, een zoon van zijn broer Jan. Deze Arent (1528-1599) is een watergeus. Hij heeft een zoon die zich Johan van Wassenaar noemt. Johan bezit het Huis te Warmond, dat in 1573 door de Spanjaarden wordt vernield. Uit wraak voor Johans hulp bij de inname van Den Briel op 1 april 1572. Adriaans kasteel Duivenvoorde in Voorschoten blijft echter gespaard. Vermoedelijk komt dat door zijn positie als hooggeplaatste katholieke geestelijke. (> Adriaan van Duivenvoord gb 1500)

Dat Huys Kranenburg uit wraak is verwoest, lijkt dus uitgesloten. Blijft over militair en economisch belang of zinloos militair geweld. Gezien de strategische locatie van Huys Kranenburg lijkt militair belang het meest waarschijnlijk.

De vraag die overblijft is waarom voor verwoesting is gekozen. Was het niet beter om Huys Kranenburg zo ongeschonden mogelijk te veroveren? Daarmee is een sleutelpositie te verkrijgen in de controle op de scheepvaart naar het Noorden. Voor beide partijen in de oorlog toch heel belangrijk. Aangezien daarvoor niet is gekozen, lijkt overmacht in het spel. Voor de hand ligt dan de optie dat Huys Kranenburg in handen is van de Nederlandse opstandelingen, die kranig stand weten te houden. Voor de ongeduldige Spanjaarden blijft dan niets anders over dan het bolwerk te verwoesten. Volgens een andere optie is het echter ook mogelijk dat in en rond Huys Kranenburg te weinig Staatse troepen zijn om het kasteel te verdedigen. Noodgedwongen wordt daarom besloten Huys Kranenburg dan maar te verwoesten om te voorkomen dat de Spanjaarden de strategische locatie in handen krijgen. Dit past in het beleid van admiraal Boisot die in 1573 grote delen van Zuid Holland onder water zet om de Spanjaarden te immobiliseren. Vooralsnog is echter niet duidelijk welke optie de juiste is.

- Geografie
Vreemd genoeg lijkt ook de zandplaat waarop Huys Kranenburg moet hebben gestaan (zoals op de tekening van 't Huys is te zien), ook geheel verdwenen. Er zijn althans geen resten meer goed zichtbaar. Dit is nogal opmerkelijk, daar bodemstructuren normaliter toch uiterst duurzaam zijn en vele eeuwen hun karakter bewaren. De reden dat ze is verdwenen, kan zijn dat de zandplaat is afgegraven. Bijvoorbeeld om het zand elders te gebruiken voor andere doeleinden. Zoals laag gelegen land ophogen, wat in Bleiswijk of elders toch vaak nodig geweest kan zijn.

Bartholomeus II van Wassenaar en zijn nakomelingen hebben de naam Cranenburg (later Kranenburg) als familienaam aangenomen. In het huidige Bleiswijk parallel aan de spoorlijn en de A12 loopt anno 2004 nog steeds het Craenenborgpad langs het gebied waar de ridderhofstad heeft gestaan. Aan de Hoefweg in Bleiswijk staat een boerderij met de naam Cranenburg. Het winkelcentrum 'Kranenburg' in Bleiswijk dank de naam eveneens aan de oude ridderhofstad.

In de 16e eeuw bezit ene Crijn Jorisz Breetveldt 3 morgen land in 'Cranenborch Bleiswijk'. Hiermee wordt polder Cranenburch bedoeld, dat rond het kasteel ligt. Mogelijk heet het gebied waarin kasteel Cranenburg stond reeds in oude tijden Cranenburg en heeft het kasteel zijn naam aan dit gebied te danken. Onwaarschijnlijk is dit niet. In feite is dit een gebruikelijke gang van zaken. We vinden dat terug in Kranenburg Vorden, Kranenburg Zwolle, Kranenburg Neder-Saxen en Kranenburg bij Kleef. Dit betekent dat Cranenburg Bleiswijk mogelijk op een hoger gelegen grond lag waar veel kraanvogels bivakkeerden. Het hele gebied was in die tijd één groot moeras, waar zeker veel kraanvogels leefden. In Zevenhuizen aan de overkant van de Rotte/Oude Leede, ter hoogte van kasteel Cranenburg, bevindt zich in die tijd het Reigerbos, hetgeen aangeeft dat daar veel reigers moeten hebben geleefd. Reigers en kraanvogels lijken op elkaar en worden soms zelfs met elkaar verward. In ieder geval leven ze vaak in dezelfde moerassige gebieden.
Van een verhoogde ligging is anno 2004 niet veel meer te bespeuren. Het kan betekenen dat het hele gebied rond de ridderhofstad inderdaad door vervening en inklinking is gezakt. Inclusief de zandplaat waarop Huys Kranenburg heeft gestaan.

Op bovenstaande foto's is links de Rotte (Oude Lede) te zien en rechts, vlak langs het Craenenborgpad, de vermoedelijke locatie van de oude ridderhofstad Cranenburg ofwel Huys Kranenburg.
** Halewijn II van Leiden, Bleiswijk, Kranenberg, Kranenburg, Van Cranenburch Bleiswijk, Oudste Kranenburgs~, LNK, FW Van Cranenburch Bleiswijk, Bom van Cranenburgh, Rotte
# S. van Leeuwen (p 1294)
Tegenwoordige staat van Holland deel VII (p 38)
Over de oudste geschiedenis van Schieland, S. Muller Hzn, 1914
HRAC, AWA, BIN, LHS, AHB, RBM, BRQ, DKK, NPN, Compagnie van Cranenburgh, Blesewic Nr 10 (dec 1988), Verzameling Gemeentearchief Rotterdam, HBB, WP

 
- Naam
De gangbare mening is dat Huys Kranenburg is genoemd naar een zgn kranenberg waarop het huys zou zijn gebouwd. Een kranenberg is een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren. Sub -Geografie is echter geconstateerd dat er ter plekke waar Kranenburg stond helemaal geen sporen zijn te vinden van een dergelijke zandplaat. Normaliter blijft er in die tijd dan 1 optie over mbt de herkomst van de naam. Namelijk de naam van de bouwheer. (> LNK) Dat zou betekenen dat genoemde bouwheer Halewijn II van Leiden feitelijk Halewijn II van Cranenburg~ zou moeten heten. Dat blijkt inderdaad zeer waarschijnlijk. De achtenraam Van Leiden kreeg Halewijn II omdat hij burggraaf (kastelein) van Leiden is. Verder wordt hij genoemd Alewinus de Ledene, wat betrekking heeft op de ligging van Huys Kranenburg aan rivier de Lede, het voorstuk van de Rotte. Uit historische gegevens blijkt echter dat Halewijn II vrij zeker Halewijn II van Cranenburch heet. Zijn vader Halewijn I heeft namelijk rond 1075 de naam Cranesbury aangenomen, toen hij in die tijd woonde in Englesfield bij Windsor in Engeland, omdat zijn broer Drogo Beuvriere (Van Beveren) in Engeland in ongenade was gevallen bij koning Willem van Normandy (de Veroveraar). Bovendien bouwt Halewijn I rond 1080 in Leiden vlakbij de Burcht een mottekasteel met de naam Cranenburch. (> Van Cranenburch Leiden)

- Status
Bron 'Batavia Illustrata' (Van Leeuwen, p 1294) schrijft:

Bartholomeus hadde getrout N. van Bleyswijk, na welkers dood hij wierde Domproost van Utrecht, nalatende bij sijn Vrouwe voornoemt Engelbert, Heere van Cranenburch. Ridder, vermeld in den jare 1305 en 1308 ....
Uit deze tekst moet men afleiden dat Cranenburg Bleiswijk een heerlijkheid is geweest. Engelbert wordt immers Heere van Cranenburch genoemd. Het gebied zal wel niet erg groot zijn geweest, want dan zou er toch meer melding van zijn gemaakt. In 1579 wordt gesproken van de polder Cranenburch, die opgenomen moet worden in de Clappolder.
E.e.a. sluit mogelijk aan bij de primaire functie van Huys Kranenburg als militair bolwerk dat de vaart op de Rotte moet controleren. Voor deze functie is geen groot gebied nodig. Er moet ruimte zijn voor de burcht en wat extra ruimte voor allerlei andere nevenfuncties. Meer niet. De heerlijkheid mag dus klein zijn.

Uit het feit dat Huys Kranenburg een militaire functie heeft en de eerste bezitters van het huys burgraven zijn (Halewijn II en IV), volgt automatisch dat de heerlijkheid een grafelijke status heeft. Burggraven zijn namelijk feodale heren met grafelijke burchten. En alleen de graaf heeft de bevoegdheid om militaire complexen te bouwen. Het is alleen de vraag wanneer de grafelijke status is veranderd in een gewone status. Het leen volgt ruwweg de volgende lijn langs de geslachten: Van Leiden > Van Wassenaar > Van Cranenburg > Van der Meer > Van Duivenvoorde. Het lijkt erop dat de status verandert bij de overgang naar Van Wassenaar. Met hun wordt de heerlijkheid Cranenburg Bleiswijk immers een Wassenaars leen.
** Burggraaf, - Bolwerk

- Eigenaars/bewoners
Onderstaande lijst is een overzicht van de eigenaars c.q. hoofdbewoners. De lijst is samengesteld op grond van diverse gegevens, verspreid over diverse bronnen. Gezien de grootte van het kasteel zullen op een bepaald tijdstip wel meer bewoners zijn geweest.

1106  Halewijn II van Leiden (gb 1080); bouwheer
1121  Christiaan van Wassenaar (gb 1100); zoon vv
1160  Halewijn III van Leiden (gb 1115); broer vv
1198  Halewijn IV van Leiden (gb 1140); zoon vv
1200  Filips I van Wassenaar (gb 1150); broer vv
1223  Dirc I van Wassenaar (gb 1195); zoon vv
1276  Bartholomeus II van Wassenaar (gb 1225); zoon vv (> Utrecht)
1281  Engelbert I van Cranenburg (gb 1255); zoon vv (> Eikenduinen)
1320  Willem van Cranenburg (gb 1305); zoon vv (> Eikenduinen)
1330  Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300); broer vv (> Eikenduinen)
1367  Engelbert II van Cranenburg (gb 1335); neef vv
1421  Engelbert III van Cranenburg (gb 1380); zoon vv
1465  Engelbert IV van Cranenburg (gb 1414); neef vv
1484  Gerrit van Cranenburg (gb 1442); zoon vv
1484  Elisabeth van Cranenburg (gb 1444); zuster vv
1499  Margaretha van der Houve (gb 1478); dochter vv
1499  Huybert van der Meer (gb 1470); man vv
1514  Adriaen van der Meer; zoon vv
1550  Arent van der Meer; zoon vv
1558  Adriaan van Duivenvoorde; via rechtszaak
1570  Cranenburg Bleiswijk verwoest, mogelijk door de Spanjaarden. Daarna in verval geraakt.
1571  tekening ruïne Huys Kranenburgh van onbekende meester
1573  Grote delen van Zuid-Holland onder water gezet om de Spanjaarden te verdrijven.
         Mogelijk restanten van kasteel Cranenburg weggespoeld.
1582  Ruïne gesloopt en restanten verkocht in partijen door Laurentius van Bronkhorst.

** Van Cranenburch Bleiswijk, HRAC
# HRAC, RIH, BWG, R505, LHS, DAB

- Geslacht
De nazaten van Bartholomeus van Wassenaar noemen zich Van Cranenburch~. In diverse bronnen wordt Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg genoemd. Soms ook alleen Van Cranenburg. Gezien het principe VNH mag alleen hij zich in zijn tijd Van Cranenburg noemen. Deze naam is evenwel overgenomen door zijn kinderen en verder nazaten. Dergelijks vinden we terug bij Van Wassenaar en andere geslachten.
** VNH, Van Cranenburch Bleyswyck, Cranenburg, Patrilocalisme

- Polder
Het gebied rond ridderhofstad Cranenburg heet vroeger de Cranenburch Polder. Volgens bron bron WAD (2007) bestaat deze polder in 1480*-1582. De polder ressorteert onder ambacht Bleiswijk. In 1579 verzoeken de grondbezitters van polder Cranenburch en de Clapmolenpolder de aanwezige kade, die vaak doorbreekt, te leggen op de ring van Cranenburch en de polder te trekken bij de Clapmolenpolder. Op 3 novermber 1579 verleent Hoogheemraadschap Schieland toestemming.

Hoogheemraeden van Schielant, gesien hebbende die Requeste hemluijden gepresenteert bij de ingelanden van Cranenburch gelegen in 't ambocht Bleyswyck, mitsgaders van den inlanders van de Clapmoelen aldaer, te kennen gevende, dat die kae leggende an de noortwestzyde van Cranenburch zeer snoede van groont is ende dat in de selve kaede veel inbraecken zyn geweest ende te besorgen staet meerder in te comen, ende om 't selve te verhoeden, versochten dat se opten rinck van Cranenburch, daer een oude kade op leyt ende beter van gront is dan die voors(eyde) binnenkaede, een kaede opten rinkc van Cranenburch te leggen omme alsoe Cranenburch te trecken onder die Clapmoelen; ende naedien hoegheemraeden voors(creven) hierop gehoirt hebbende 't advys van die van Bleyswyck, Zevenhuysen ende den Berch, hebben den supplianten geconsenteert, ende consentenren by dezen huer versouck.
Gedaen by Pieter van Willigen, hoegheemraet voors(eit) by advys van 't collegie derselver heemraeden hierop gehadt, in Victorisschouwe lestleden.
Actum den IIIen novembris 1579.
In het archief van Bleiswijk bevinden zich vele boedelbeschrijvingen met belenden van land tot op Cranenburgh. Dit zijn verwijzingen naar Polder Cranenburch.
** Ingelanden
# Blesewic Nr 23 (maart 1992) en Nr 10 (dec 1988), Archief Hoogheemraadschap Schieland, HBB

- Archeologie
Door vervening van de omgeving zou de ridderhofstad uiteindelijk na 1573 langzaam geheel verdwijnen. Volgens de tekst bij de tekening van 1609 moet van de hofstede in dat jaar niets meer te zien zijn. Er staat immers: 't Huys Kranenburg heeft gelegen ... M.a.w.: in dat jaar 1609 ligt 't er niet meer. Het is te interpreteren als dat er niets meer te zien valt. Ofwel: na bijna 40 jaar is ter plekke van de hofstede geen spoor meer te bekennen. Dat is archeologisch gezien biezonder snel. De enige plausibele verklaring kan zijn dat na de destructie rond 1570 de resten van het kasteel zijn gebruikt als materiaal voor andere bouwwerken. Dat is ook in die tijd heel gebruikelijk. De verdere tekst bij de tekening uit 1609 zegt ook dat de nakomelingen van Halewijn II Huys Kranenburg lang hebben bezetenen tot dat het daar na verdeeld wierd en by partyen verkocht is. Volgens bron R505 (rapport RAAP 505) is dit geschied in 1582 door Laurentius van Bronkhorst. Hoe 't ook zij, dit kan binnen de gegeven context m.i. alleen betekenen dat de restanten van het kasteel zijn verkocht en elders wederom als bouwmateriaal gebruikt. Dat is heel normaal in de bouwwereld. Zowel toen als nu. Wat moet je anders doen met restanten van een bouwwerk? E.e.a. betekent dan ook dat het kasteel dusdanig is vernield, dat verdere bewoning zo goed als onmogelijk of oninteressant is en dat er ook geen belangstelling is voor restauratie. Noch bij de eigenaar, noch bij derden. Er blijft derhalve niets anders over dan de restanten zo goed mogelijk zien te verkopen. Dat kan kennelijk alleen in partijen. Dit kan betekenen dat kasteel Cranenburg toch een behoorlijke omvang moet hebben gehad. Anders moet verkoop in één partij zeker mogelijk zijn geweest. Iets wat normaliter meer praktisch en efficient is en derhalve de voorkeur heeft. De omvang van het sloopmateriaal bevestigt overigens de tekening van Huys Kranenburg uit 1609. Daarop is duidelijk te zien dat het kasteel uit een aantal behoorlijk grote panden bestaat.

Een reden voor de snelle aftakeling van kasteel Cranenburg na 1570 kan zijn dat in 1573 een groot deel van Zuid-Holland onder water is gezet om de Spanjaarden te verdrijven. Dat gebeurd op commando van admiraal Lodewijk van Boisot, als hij met zijn watergeuzen optrekt naar Leiden en deze stad bevrijdt na een langdurig beleg. Het hele gebied tussen Bleiswijk en Zevenhuizen komt onder water. Zo ook Huys Kranenburgh, zoals te zien is op onderstaande tekening van een ooggetuige, een detail uit diens prent Ontsettinge der stad Leyden.

          

Het water zal de restanten van kasteel Cranenburg zeker niet goed hebben gedaan. Toch zal de schade beperkt zijn gebleven, want in 1582 worden de restanten in partijen verkocht door Laurentius van Bronkhorst. Dat gebeurt in partijen, hetgeen aangeeft dat de hoeveelheid restanten zeer groot moet zijn geweest. Of daarmee alle restanten zijn verdwenen is niet bekend. Het is de vraag of ook de fundamenten zijn gesloopt en verkocht. Aangezien deze fundamenten in 1106-1582 onder de grondlijn liggen, zal het materiaal ernstig aangetast kunnen zijn door zuur grondwater van het omliggende laagveengebied. Dat zal de bruikbaarheid c.q. de verkoopbaarheid ervan natuurlijk geen goed hebben gedaan.

Bron R505 beschrijft archeologisch onderzoek in de Bleiswijkse Zoom, waarin de Klappolder en Polder Cranenburch liggen. Het rapport dateert van 20.1.2000. Het archeologische onderzoek vindt dus plaats rond 1999. De locatie van kasteel Cranenburg wordt eerst bepaald op grond van een aantal kaarten uit de 17e en 18e eeuw. Van het kasteel is in die tijd boven de grondlijn niets meer over. De situering berust dus op oudere bronnen en/of overlevering. Daarna volgen veldverkenningen en een tiental boringen langs de oude Rottekade, langs de westkant van de rivier en daar waar het oude kasteel mogelijk heeft gestaan. In de veldverkenning wordt ontdekt dat er een trede is in de Rottekade, daar waar de Rotte een flauwe bocht maakt en volgens kaarten kasteel Cranenburg ligt. De boringen leveren hoofdzakelijk puinmateriaal en enig scherfmateriaal op, dat niet ouder is dan de 18e/19e eeuw. In boring 9 is schelphoudend, lichtgrijs zand met puinspikkels gevonden. In andere kleilagen wordt in die boring ook baksteenpuin gevonden. Er is daarbij echter geen materiaal gevonden, waarmee de ouderdom van de lagen kan worden bepaald. Per saldo lijken deze vondsten te behoren tot het ophogingsmateriaal van de kade.

          

De conclusies van bron R505 bieden ruimte voor enige speculatie. Volgens bovenstaande kaart van Schieland (Aertsz, 1639) ligt Cranenburg op enige afstand van de kade. De genoemde trede in de kade (recht tegenover de Molensloot) kan erop duiden dat daar een aanlegplaats is geweest. Die ligt daar natuurlijk niet zomaar. Er moet een reden zijn om daar aan te leggen. Dat kan praktisch gezien alleen maar zijn om transport naar en van een direct daarachterliggende locatie mogelijk te maken. Dat zal dan hoogstwaarschijlijk kasteel Cranenburg zijn. Op de tekening van Huys Kranenburgh uit 1609 is ook een brug te zien. Dit kan niet de brug van Jacob Boem uit 1539 zijn. Simpelweg omdat de poort van die brug ontbreekt. De brug ligt trouwens volgens de kaart van Schieland verderop in het verlengde van het huidige Craenenborgpad (op de kaart: ... Laen). Daar waar die brug anno 2006 ook ligt. De brug bij Cranenburg moet dus een brug over een ander water zijn. Op de genoemde kaart van Schieland lijkt er inderdaad een sloot te zijn vanaf de Hoefweg, langs de Lange Vaart, langs de Rotte en langs kasteel Cranenburg. Waar de sloot in de Rotte watert, daar staat ook een molen getekend op de kaart. Dit kan de Heulsloot en/of verlengde daarvan zijn, die op de huidig kaart van Bleiswijk nog duidelijk te zien is. E.e.a. zo zijnde, lijkt het erop dat het archeologisch onderzoek zich mogelijk te beperkt heeft gehouden tot de directe nabijheid van de Rottekade. Er had ook enige meters daarachter gezocht kunnen worden. Daarbij kan een seismic scan van de diepere bodemlagen veel informatie opleveren. Eventuele fundamenten of resten daarvan zullen dan duidelijk zichtbaar worden.

De eindconclusie in bron R505 mbt de Bleiswijkse Zoom ondersteunt de eigen veronderstellingen. Het rapport stelt dat de resterende fundamenten mogelijk door het water zijn weggeslagen. Tot slot schrijft het rapport dat bij latere graafwerkzaamheden het niet geheel uitgesloten is dat alsnog aanwijzingen voor de de aanwezigheid van resten van het kasteel Kranenburg kunnen worden aangetroffen.
** Rotte
# R505 (rapport RAAP 205), BWG, FRI

- Functie
Waarom Halewijn Huys Kranenburg laat bouwen is nog een open vraag. Gezien de ligging aan de Rotte temidden van een uitgestrekt moerasgebied, is Kranenburg mogelijk een soort veenborg met een strategische functie. De Rotte is een druk bevaren route tussen de Oude Rijn en de Hollandse IJssel. Controle daarop is natuurlijk een vorm van macht. Het is niet ondenkbaar dat bij Kranenburg ook tol wordt geheven, hetgeen een aardige bron van inkomsten is. Het omliggende gebied wordt sinds 1242 systematisch ontgonnen, waardoor het aantal bewoners toeneemt. In 1276 bezit Bleiswijk een kerk, wat betekent dat er inmiddels een behoorlijk aantal mensen woont. In 1386 start de vervening, als graaf Albrecht veengrond uitgeeft aan Floris Gijsbrechtsz, tollenaar te Geervliet. Huys Kranenburg kan in deze ontwikkelingen een belangrijke controlerende functie vervullen. O.a. tegen binnendringende vijanden. Maar zeker ook voor een veilige transport van grondstoffen en goederen naar Den Haag en Leiden. O.a. turf. Deze turf is van levensbelang voor de kalkbranderijen, stokerijen en huisverwarming in die regio's. Onderstaande kaart laat de verbinding zien van de Rotte naar de Oude Rijn. De kaart is gebruikt tijdens een proces in 1589-1613 voor het Hof en de Hoge Raad, in opdracht van de Staten van Holland i.v.m. de vaart over de Rotte via de Hildam naar de Oude Rijn. Hildam is de noordelijke locatie op de grens van Bleiswijk en Benthuizen. Oorspronkelijke werden daar de boten over land naar de volgende vaarweg gesleept. Later is dit stuk alsnog bevaarbaar gemaakt door aanleg van een verbindingskanaal.


          

Naast de economische functie heeft Huys Kranenburg kennelijk toch ook een militaire functie. Dat zou in ieder geval geconcludeerd kunnen worden uit de verwoesting in 1570. De preciese reden is nog niet achterhaald. Gezien het jaar 1570 kan het haast niet anders dan dat de verwoesting te maken heeft met de Tachtigjarige Oorlog. Maar door wie is het verwoest? Door de Spanjaarden lijkt vooralsnog een reëele optie.

Als Huys Kranenburg inderdaad meer een militaire functie heeft en eventueel tol heft, dan rijst de vraag waarom het kasteel zo in trek is als leengoed. Vele generaties Van Cranenburg~ bezitten het. Maar kastelen zijn in de Middeleeuwen tochtige oorden. De omgeving is ook niet erg opvrolijkend: een schier eindeloos moerassig veengebied. En zomers al die insecten. Hoe kan een mens daar duurzaam gelukkig leven? Maar waarom is Huys Kranenburg dan toch een gewild leengoed? De enige verklaring lijkt vooralsnog, dat het toch ook bewoond wordt en dat er turf wordt gewonnen en mogelijk ook tol geheven van de passerende schepen op de Rotte. Belangrijke bronnen van inkomsten dus. Misschien wordt er ook niet permanent gewoond, maar meer afwisselend met een meer leefbare stadsomgeving. Mogelijk is daarvoor Cranenburg Eikenduinen uitgekozen. Dicht bij het mondaine Den Haag, waar ook de politiek macht ligt. En dan ook nog vlak aan zee voor de aangename verpozing. Strandwandelingen, kaatsen en lekker eten zijn daar in die tijd al erg populair. Waarachtig, een echt herenleven!
# FRI, DHG (p 124), DAB

- Bolwerk
Burggraven zijn feodale heren met grafelijke burchten. De oudste bezitters van Huys Kranenburg zijn inderdaad burggraven: Halewijn II van Leiden en Halewijn III van Leiden. Huys Kranenburg moet derhalve wel een burcht zijn geweest. En burchten zijn bolwerken met een militaire functie. Ze controleren de regio en weren vijanden. Daarnaast heffen ze ook vaak tol, om hun eigen existentie te kunnen financieren. Dit past goed in het beleid van graaf Floris II van Holland (1085-1122). Hij is in zijn tijd de grote motor achter de veenontginningen en tolheffingen in de mondingen van de grote rivieren in zijn graafschap. Daarnaast laat hij de houten burcht van Leiden ombouwen tot een stenen burcht. Daaruit blijkt dat hij streeft om de militaire kracht van Holland te vergroten en zijn gebied veilig wil stellen tegen vijandelijke aanvallen. Hij is immers primair pacifistisch en daardoor meer defensief ingesteld. In ieder geval zorgt hij voor vrede met de bisschop van Utrecht. Zijn graafschap zal hij echter hoe dan ook toch moeten beschermen.

Floris II zetelt in Vlaardingen, niet ver van Bleiswijk. Halewijn II is zijn burggraaf van Leiden. Alles duidt erop dat Floris II in 1106 opdracht heeft gegeven om Huys Kranenburg te bouwen. Het past in ieder geval heel goed in zijn beleid. Het is trouwens goed denkbaar dat Halewijn II hem daarbij heeft geadviseerd. Halewijn komt immers uit een geslacht van ware burchtenbouwers en burggraven met grote militaire kennis en vaardigheden. Per saldo moet Huys Kranenburg dus wel een militair bolwerk zijn. Een vooruitgeschoven post vlakbij de toenmalige grens van de graafschap. En als zodanig moet het ook oorspronkelijk een grafelijke leen zijn geweest. De graaf is immers het hoogste militaire gezag in de graafschap Holland. Hij bepaalt dus uiteindelijk wat er allemaal gebeurd op militair gebied in zijn graafschap. Niemand anders buiten hem is daartoe bevoegd.

De ligging van Huys Kranenburg sterkt de veronderstelling dat het primair een militaire functie heeft. Gelegen aan de flauwe binnenbocht van de Rotte maakt het de wachters van Kranenburg mogelijk om tijdig schepen te signaleren op de rivier. Er kan dan snel gereageerd worden om tol te heffen of mogelijke vijandige agressie het hoofd te bieden. In dit kader lijkt het zelfs mogelijk dat er een ketting ligt in de Rotte, die opgetrokken kan worden om schepen tot stoppen te dwingen. Na de betaling van de tol kunnen de schepen dan weer doorvaren. Een dergelijke constructie zien we ook bij de veenborg Kranenburg in Neder-Saxen, tussen Bremen en Hamburg. Ook deze borg heeft daarnaast een militaire functie. Voornamelijk om raids van Vikingen, Denen en Zweden te weren. Op grond hiervan kan men zelfs menen dat de naam Kranenburg mogelijk samenhangt met een belangrijke functie van de burcht of borg. Namelijk het afsluiten van een waterweg. Net zoals een tapkraan de toevoer van water of een andere vloeistof opent of sluit. Het toeval wil dan dat dergelijke kranenburchten juist in moerassige veengebieden liggen, waar ook veel kraanvogels vertoefen. Deze kraanvogels symboliseren dan meteen ook de typische waakzaamheid die nodig is bij de controlerende functie van de kranenburcht.

Het feit dat Huys Kranenburg in 1570 wordt verwoest in de strijd tussen de opstandige Nederlanders en de Spaanse troepen, ondersteunt de conclusie dat het huys een militaire functie heeft. Waarom zou het kasteel anders worden verwoest in die turbulente oorlogstijd? Vele andere kastelen in de regio zijn niet verwoest. Die zijn voor beide partijen kennelijk niet belangrijk genoeg in de oorlogvoering. Na de Vrede van Munster in 1648 is het huys ook niet weer opgebouwd. Dat is militair gezien ook niet nodig. De Nederlanden zijn een relatief grote natie geworden. Niet alleen politiek en economisch, maar ook geografisch. De grenzen zijn naar Zuid en Oost verlegd. Huys Kranenburg is in de nieuwe contouren een onbelangrijke locatie geworden. Alleen nostalgische gevoelens en financiële middelen hadden het kunnen laten herrijzen. Kennelijk waren die er niet. De nazaten van de oude Cranenburgs~ waren trouwens inmiddels al lang gemigreerd naar andere delen van het land en de wereld. Er waren dus hele andere uitdagingen voor hen.
** Floris II van Holland, Halewijn II van Leiden, Burggraaf, Kranenburcht

- Reconstructie
Huys Kranenburg is zoals gezegd rond 1570 verwoest en in 1582 afgebroken en in partijen verkocht. In 1573 maakt een onbekende meester een tekening van de ruïne. En in 1609 maakt een andere onbekende meester een tekening van Huys Kranenburg op grond van overleveringen en/of oudere tekeningen. Anno 2007 beschikken we niet over meer precies beeldmateriaal van de hofstad. Onderstaande schets is gemaakt op basis van beide tekeningen.

          

De geschetste hofstede lijkt nagenoeg precies op de klassieke Middeleeuwse hofsteden in Zuid-Holland. Aangezien de tekening van 1609 is gemaakt 39 jaar na de verwoesting van Huys Kranenburg in 1570 en 26 jaar na de volledige afbraak in 1583, is het de vraag in hoeverre de tekening een getrouw beeld geeft van de oorspronkelijke riddermatige hofstad. Om die reden heeft Ria Vet te Bleiswijk een maquette gemaakt van Huys Kranenburg, zoals het rond het jaar 1400 eruit kan hebben gezien. Zij baseert zich hierbij op de twee genoemde tekeningen, maar ook op de kennis over kastelenbouw in de Middeleeuwen in Zuid-Holland. Verder is gekeken naar de militaire functie, die Huys Kranenburg mogelijk had bij de controle van de scheepvaart op de Rotte. Onderstaande foto toont het resultaat.


          

Huys Kranenburg moet op grond van deze maquette circa 14 M hoog x 15 M diep x 27 M lang zijn geweest. Latere verbouwingen kunnen het aanzien natuurlijk enigszins hebben veranderd. De grondvormen zullen echter gelijk zijn gebleven.

Ridderhofsteden zijn per definitie versterkt en omgracht of ommuurd. Huys Kranenburg lijkt op de eerder getoonde kaart anno 1600 van het Hoogheemraadschap Schieland inderdaad omgracht. Op andere kaarten is dat niet altijd te zien. Kaarten van hoogheemraadschappen zijn per definitie zeer betrouwbaar, zodat we mogen aannemen dat Huys Kranenburg inderdaad omgracht was. Op de tekeningen is verder niet te zien dat ze is ommuurd. Wel omheind. Aangezien Huys Kranenburg vrij zeker een militair strategische functie heeft, zijn de muren van het huys waarschijnlijk extra dik, stevig en hoog om aanvallen van buitenaf te kunnen weren. Dat geldt evenzo voor de tinnen op de muren. Vandaaraf zijn aanvallen goed af te slaan. Althans in Middeleeuwse omstandigheden. Per saldo lijkt de maquette daarom een reëel beeld te geven van het Huys Kranenburg te Bleiswijk.
@ foto maquette © B.C. Kranenburg
** Ridderhofstad, Kastelen, HRAC, Patrilocalisme
# CVC, DAB

 

Cranenburg Brugge:
Op Markt 16 (hoek Sint Amandstraat) in Brugge staat een historisch pand met de naam Cranenburg. Het is een van de oudste panden van de stad en is genoemd naar het geslacht Cranenburg dat daar al in 1305 woont. Vrij zeker is dat Watier van Cranenburch (gb 1267). Watier wordt genoemd in 1302 wonend in Brugge. Hij is welhaast zeker een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Godilt van Bleyswyck op kasteel Cranenburg te Bleiswijk.
Rechts: een tekening van Huis Craenenburg naar een impressie van Chris Veldhof in Albergen (chrisveldhof.nl).

Huys Craenenburg is door de eeuwen heen een belangrijk pand. Het wordt al genoemd in de Rekeningen van de stad Brugge uit de periode 1280-1319. Aangezien Watier van Cranenburch leerbewerker is, zal het pand vrij zeker oorspronkelijk zowel woon- als bedrijfspand zijn. In de 15e eeuw is het een herberg. Het pand schijnt vrij lang familiebezit te zijn, zodat een nazaat van Watier daar mogelijk herbergier is. De graven van Vlaanderen logeren er vaak met hun aanhang om vanuit Huys Craenenburg te kijken naar de tournoois, de optochten en de schouwspelen op de Grote Markt.

In 1468 is Margaretha van York er gast tijdens de ridderspelen bij het huwelijk van Karel de Stoute. Keizer Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519) beleeft er een vernederende tijd in zijn strijd tegen de Vlaamse steden. Tijdens een bittere confrontatie in Brugge verandert de Grote Markt in een vesting en op 1 februari 1488 wordt hij door de Bruggenaren vastgehouden in zijn eigen logement en daarna gevangen gezet in de Cranenburg. Vanuit dit pand aanschouwt hij de terechtstelling van zijn schout Pieter Lanchals.
 
In een brief van 14 februari 1488 vraagt de aartshertog van Oostenrijk steun bij de steden in de Nederlanden. In de brief aan Elburg op de Veluwe staat volgens de bronbeschrijving:
De aartshertog van Oistrijck roept burgemeesters, schepenen en de raad der stad van der Elborch op tot het zenden van afgevaardigden naar eene dagvaart te Mechelen, om te beraadslagen over het gevangen houden van zijnen vader in het huis Cranenborch te Brugghe.
Gescreven in onse vors, stede van Mechelend en XIIIIen dach in Februario anno LXXXviii.
Maximiliaan wordt echter pas na vier maanden weer vrijgelaten, nadat hij zijn ordonnanties heeft herroepen, die voor Brugge zo ongunstig waren. Ook moet hij plechtig zweren de Duitse krijgsbendes in België af te danken, de vrede met Frankrijk te herstellen en de voorschriften van het land getrouwelijk te onderhouden.

In 1905 wordt Cranenburg de pub voor de Rokers Club van Brugge. In 1956 wordt dit mooie pand gerenoveerd. Tegenwoordig is het een biezonder fraai en gezellig café met de naam 'Craenenburg'.
Het interieur is in typisch Vlaamse stijl gebouwd en versierd. Langs de muren staan fraaie houten banken. De houten bar is prachtig gebeeldhouwd en de glas-in-lood ramen laten diverse stadia van het brouwproces zien.
** Watier van Cranenburch (gb 1267; Brugge)
# SUB, SNV (ivn 73)

 

Cranenburg Damme:
Huis te Damme, een stad grenzend aan de oostkant van Brugge. Het huis wordt voor het eerst genoemd op 22 juli 1286 in een acte van schenking aan de kerk van Vuacelles. (Archief Rijsel). Ze staat op de hoek Korenmarkt x St Jacobstraat. Aan de Korenmarkt wonen eeuwenlang de rijkste kooplieden. De Cranenburg staat daar in 1355 nog steeds. Ze wordt in 1273 gekocht van een vrouw die haar schulden niet kan betalen.
¶ Wanneer het huis precies is gebouwd en door wie, is vooralsnog niet bekend. Gezien de vermelding in 1273 moet ze dus zeker al rond 1250 staan. De naam Cranenburg krijgt ze echter mogelijk pas ergens rond 1280.
¶ Mogelijk heeft Cranenburg iets te maken met schapen en wolhandel. De Abdij van Vuacelles houdt namelijk schapen en werkt in de wolhandel. Daartoe bezit het in Damme een pand aan de Korenmarkt.
¶ Mogelijk heeft Cranenburg Damme iets te maken met Watier van Cranenburch (gb 1267) te Brugge, waar hij in bezit is van huis Cranenburg aan de Markt.
¶ Hughe Hughesz van Cranenburg (gb 1330 Eikenduinen; alias Hugh Craan) is rond 1350 wolhandelaar in Winchester. Deze Hugh is vrij zeker een neef van Wartier van Cranenburch.
** Cranenburg Brugge, Watier van Cranenburch, Hughe Hughesz van Cranenburg
# "Het huis Cranenburg te Damme en de Abdij van Vaucelles" van Rene De Keyser en Antoon Lowyck circa 1960.

 

Cranenburg Egmond:
Familiewapen: in goud vier rode kepers en in de broek (vrijkwartier) op blauw een zilveren kraanvogel, rood gesnaveld en gepoot, met opgeheven rechterpoot waarin een zilveren steen.

De vier rode kepers op goud zijn het wapen van het geslacht Van Egmond. De blauwe vrijkwartier met de kraanvogel en een steen wijzen op het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. (> betreffende geslachten)


Volgens bron RIH (p 256-7) voeren sommige lieden het wapen van hun moeder of echtgenote en plaatsen ze daarop een eigen vrijkwartier. Gezien de rode kepers in goud van het familiewapen, hebben we hier dus te maken met een geslacht Cranenburg, dat in vrouwelijke lijn afstamt van het grafelijk geslacht Van Egmond. Over dit geslacht Cranenburg is vooralsnog helaas niets bekend. Gezien de kraanvogel met een steen in de opgeheven rechter poot, moet het welhaast zeker gaan om Cranenburgs~ afkomstig uit Bleiswijk. (> Van Cranenburch Bleyswyck) Gezien bron WBH moet het een aanzienlijk en/of adellijk geslacht zijn geweest, dat in ieder geval in de periode 1543-1648 heeft geleefd.

Gezien de woongebieden van de geslachten Cranenburg~ en Van Egmond moet het geslacht Cranenburg Egmond ergens in een overlapgebied in Zuid- of Noord-Holland met elkaar verwant zijn geraakt. Belangrijke opties zijn vooralsnog:

- Willem van Cranenburg (gb 1305). Hij woont op hofstede Cranenburg te Eikenduinen, nog geen 15 minuten gaans van Huys Egmond aan de Kneuterdijk in Den Haag. Willem zal de Van Egmonds dus zeker moeten kennen.

- Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355), zoon van Willem van Cranenburg in Eikenduinen. Hij woont in 1360-1380 in Zoetermeer. In die periode zijn de heren van Egmond Jan I (1321-1369), Aernt (1369-1370) en Willem (1370-1423) ambachtsheren van Zegwaart, dat onder Zoetermeer ressorteert. In 1380 bouwt Willem van Egmond er kasteel Palenstein. Mogelijk woont Claas Willemsz enige jaren bij hen na de dood van zijn vader in 1362. Dat kan dan betekenen dat zijn moeder inderdaad een Van Egmond is. In 1381 is Claas Willemsz van Cranenburg getrouwd en vestigt hij zich in Leiden.

- Engelbert III van Cranenburg (gb 1380; Maasland). Hij is leenman van hofstad Egmond. Mogelijk is hij gehuwd met een Xx van Egmond. (> Engelbert III van Cranenburg)

- Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400) en/of zijn nazaten. Jan lijkt namelijk nauwe banden te hebben met Arnold van Egmond, hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Mogelijk is Jan gelieerd met het geslacht Van Egmond. (> Groot Hoenlo)

- Bartholt Florisz van Cranenburch (gb 1407), zoon van Floris Diericsz* van Cranenburch en NN in Delft*. Ghm NN van Egmond. Udh: Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437). Genealogische Vereniging Prometheus te Delft (Kwartierstaten I tm XII, Kronieken 1992-2000) noemt dit geslacht Egmond van Cranenburch. Het wapen van Dieuwertje van Cranenburch vertoont echter in geen enkel opzicht de kenmerken van het wapen Cranenburg Egmond. Eerder die van het wapen van het geslacht Cranenbroek te Heiloo. (> Dieuwertje van Cranenburch)

- Gerrit Dircksz van Cranenburch (gb 1623) te Endegeest. Hij is gehuwd met Grietje Dircksdr van Egmond. Deze Gerrit voert echter reeds een eigen wapen met alleen een kraanvogel in natuurlijke kleur op een zilver veld. Mogelijk dat nazaten van hem het bovenbeschreven wapen hebben gecreëerd. Gezien de periode die bron WBH beschrijft (1543-1648) lijkt deze optie echter niet zo reëel.

Gezien de mogelijke relaties tussen Willem van Cranenburg, Claas Willemsz van Cranenburg en de Van Egmonds in Den Haag en Zoetermeer, en gezien de periode 1543-1648 waarin het wapen wordt genoemd, lijkt het wapen Cranenburg Egmond het meest met hen en hun nazaten te maken te hebben.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat een andere Kranenburg~ is gelieerd met de Van Egmonds. Vooralsnog is helaas niet bekend wie dat is.
** Egmondwapens, Van Egmond, FW Cranenburch van Loo, FW Van Cranenburch Endegeest, VWW, Tedingh van Cranenburg, Cranenburgh Heiloo, Cranenbroek Heiloo, Groot Hoenlo, Gerrit Dircksz van Cranenburch, Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437 Dordrecht), Bartholt Florisz van Cranenburch (gb 1407), Kranewacht
# CBG, WBH, DAB

Cranenburg Eikenduinen:
Adellijke hofstad in Eikenduinen (gem. Loosduinen). Het kasteel wordt in 1330 gebouwd door Willem van Cranenburg uit Bleiswijk. Hij ontvangt het in leen van zijn neef, de heer van Wassenaar (Filips IV). Waarschijnlijk is dit leen daarvoor allodiaal bezit van zijn oom Kerstant van Kranenburg. Deze is rond 1330 gestorven.
Naast de tiende op Scheveningen en Sleebosch krijgt Willem het recht om twee zwanen te houden in het Wijndaeler Meer. Deze zogenaamde zwanendrift wordt in die tijd alleen verleend aan de adel.

Vermeld in 1452 in de zgn Manboeken van de Abdij van Rijnsburg ivm transportkosten voor het halen van hoenders te Cranenburch en 's-Gravenzande. Het houden van hoenders duidt erop dat de hofstede toch van grote omvang moet zijn volgens bron MHD.
De vermelding te Cranenburch betekent dat de omgeving van de hofstede eveneens Cranenburch wordt genoemd. Samen omvatten ze kennelijk het landgoed Cranenburch, zoals in andere bronnen ook wordt geschreven en bedoeld.
Verde vermeld in 1558 in het Leidse Stadsarchief. I.c.:
de woning van Cranenburch te Eyckenduynen met 7 morgen land en de zwanendrift
en
de woning van Cranenburch met een paar zwanen in het Wynendaelermeer
In de 16e eeuw raakt het kasteel in verval en wordt uiteindelijk in 1603 afgebroken. Anno 2004 zijn er nog ondergrondse muurresten aanwezig en mogelijk nog een oude poort en een wal.
** Willem van Cranenburg (gb 1305), Kerstant van Kranenburg (gb 1260)
# AWA, HRAC, KOH, WS janvanhout.nl/buurthouden/kranenburg 15.12.2006, BBL (p 20, 220), () Overvoorde: Inventaris en regesten uit het Archief der Secretarie der stad Leiden 1253-1575 (ivn 1803 en reg.nr 1913)

- Plateau
Bron OV78/194 vermeld over hofstede Cranenburg:

De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), ...
De term werf heeft hier vrij zeker de betekenis van het Oud Hollandse woord werf, dat terp betekent. (> Terp) Van een scheepswerf is immers nergens sprake. De betekenis tuin geldt hier evenmin. (> Werf) Immers, een tuin wordt in leencontracten normaliter beschouwd als onderdeel van het land. Bovendien zou er dan staan De woning die op de tuin staat, hetgeen een nietszeggende en overigens ongebruikelijke beschrijving is. De woning die op een terp of plateau staat zegt wel iets zinnigs. Temeer daar op het wapen van Wijbrandus Kranenborg (gst 1713) de hofstede inderdaad op een plateau lijkt te staan. Er zijn diverse familiewapens in Groningen en elders waarin een borg is afgebeeld. Doorgaans is dat echter een algemene, standaard afbeelding: vlak en zonder specifieke details. Het wapen van Wijbrandus kenmerkt zich daarentegen door een zeer specifieke, afwijkende afbeelding van de borg. Heel in het biezonder zijn daarin de traptreden onder de voordeur van de borg. Die traptreden zitten niet in de borg, maar daarbuiten en leiden kennelijk naar de begane grond. (> Borg Kranenburg) Deze feiten geven expliciet en duidelijk aan dat de borg op een verhoogde grond staat, wat men doorgaans een plateau noemt. Ook het Catshuis, dat in 1609-42 op de oude locatie van hofstede Crnenburg is gebouwd, staat op een plateau. (> Catshuis) E.e.a. is overigens niet vreemd. De Haagse Beek waaraan hofstede Cranenburg staat, stroomt namelijk na regenval meestal over en zet dan het aanliggende land onder water. Deze context komt overeen met de term werf (mnl) = erf, verhoogde grond langs water in bron EWB.
** OV78/194, Werf, Haagse Beek

- Architectuur
Hoe zag hofstede Cranenburg te Eikenduien er precies uit? Hierover is vooraslnog niets met zekerheid te zeggen. Er zijn nog geen historische beschrijvingen of prenten gevonden. Bron KOH schrijft echter:

Het moet een kasteel van betekenis zijn geweest, want Willem van Wassenaer had onder meer het recht van 'Swaenendrift', dat wil zeggen dat hij zwanen mocht houden en die mocht laten zwemmen in het Wijndaelermeer. Het was een z.g. Heerlijk recht dat niet vaak werd verleend, zo komen wij b.v. het recht van Duivenslag, het recht om duiven te houden, veel vaker tegen.
Met Willem van Wassenaer bedoelt bron KOH Willem, heer van Cranenburg uit Bleiswijk, ofwel Willem van Cranenburg.
Het feit dat bron KOH stelt dat Cranenburg een kasteel van betekenis moet zijn geweest, wordt indirect bevestigd door bron MHD (p 17). Daar staat:
Bij de aanwezigheid van hoenders en grond verwacht men juist zoals in Wassenaer een hof van domaniale snit ...
Zoals boven is vermeld, blijkt dat in 1452 op hofstede Cranenburg te Eikenduinen hoenders worden gehouden. En aan grond bezit Cranenburg 7 morgen (6.3 Ha) land.

Als de veronderstellingen over Borg Kranenburg en item VWW juist zijn, dan stelt de borg op het wapen van Wijbrandus Kranenborg zeer waarschijnlijk hofstede Cranenburg te Eikenduinen voor. Dit wapen van Wijbrandus is afgebeeld op zijn grafsteen in de NH Kerk te Wedde (Gro). De stijl van deze borg past precies in de Gotiek (1230-1560) en past verder ook goed in de Zuid-Hollandse bouwstijl in die periode. Zo heeft het veel weg van de Binckhorst in Den Haag, gebouwd circa 1306.

Op een kaart uit de 14e eeuw is hofstede Cranenburg eveneens te zien. Kasteel Westerbeek kan het niet zijn, want de bouw daarvan begint pas in 1430. (KOH p 27) Een ander kasteel daaromtrent bestaat in die tijd nog niet. Het afgebeelde pand (uitsnede hieronder) ligt geometrisch exact in het huidige park Zorgvliet aan de Scheveningse Weg en ter hoogte van de Scheveningse Bosjes. Uit alle feiten blijkt dat hofstede Cranenburg daar heeft gestaan, zoals verderop in dit bestek wordt beschreven. Op het afgebeelde pand van de 14e eeuwse kaart is duidelijk te zien dat het een dwarshuis is. Er zijn twee gevels te zien. De middengevel is nauwelijks te ontwaren door de geringe omvang van de tekening. Die is mogelijk ook kleiner dan de twee buitentste gevels.

          

De traptreden van de borg van Wijbrandus verraden dat we te maken hebben met een heel oude borg. E.e.a. past uitstekend bij het bouwjaar 1330 van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Dat deze hofstede in de leenboeken van het Hof te Wassenaar huis of woning wordt genoemd, doet daar niets aan af. Hofsteden en kastelen worden in die tijd normaliter zo genoemd. Dat vinden we nog steeds terug in de voorvoegingen Huis of Huize van voorname woningen. Zoals bijvoorbeeld Huis Ten Bosch in Den Haag of Huize De Voorst in Eefde.
** Hofstede, Kastelen, Huizen, Catshuis
# KOH, BIN, MHD

- Trapgevels
Trapgevels komen al in de 12e eeuw voor. Ze horen bij de Gotiek (1230-1560). Ook in Den Haag en omstreken komen ze in die periode voor. Voorbeelden zijn kasteel Santhorst (ovm 1224), Binckhorst (ovm 1355) en Ter Lips (ovm 1389). Op bovenstaande 14e eeuwse kaart ziet de rechter gevel van de hofstede enigermate gekarteld uit. Voorlasnog mogen we dus aannemen dat de hofstede trapgevels heeft. Sinds de 18e eeuw zijn echter vele trapgevels in Den Haag vervangen door puntgevels.
# BIN, KOH, WKP 8.11.07, DAB

- Reconstructie
Hoe heeft de oorspronkelijke hofstede Cranenburg te Eikenduinen eruit gezien? Op grond van drie beschikbare bronnen is een reconstructie mogelijk. Namelijk: CE1350, CZ1650 en CE1713. Door zorgvuldige analyse en vergelijking van deze bronnen is de reconstructie CE1330 haalbaar.

• CE1350
Op grond van bovenstaande kaart uit de 14e eeuw is nevenstaande schets gemaakt. Op de kaart is te zien dat hofstede Cranenburg twee brede puntgevels heeft met in het midden een lagere en smallere puntgevel. De zijgevels zijn naar voren geschoven en hebben elk een eigen dakdeel. In de schets zijn de vormen en maten overeenkomstig weergegeven.
 

• CZ1650
Op nevenstaande prent (uitsnede) is het Catshuis circa 1650 afgebeeld. Bij de bouw van het Catshuis in 1609-1642 zijn delen van de oorspronkelijke hofstede Cranenburg opgenomen. Het Catshuis moet dus op enigerlei wijze lijken op de voormalige hofstede. Dat blijkt ook uit de volgende bron CE1713. (> Catshuis)
 

• CE1713
Afbeelding links is een detail van de grafsteen van Wijbrandus Kranenborg die in 1713 is begraven in de NH Kerk te Wedde in Groningen. Het komt voor in zijn wapen en representeert nagenoeg zeker hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Gezien de afbeelding van de hofstede, moet het zeker weergeven hoe Cranenburg Eikenduinen er vóór 1609 uitziet. Dus vóór de afbraak in dat jaar. De afbeelding CZ1650 van het Catshuis toont immers een sterk veranderde architectuur.
** Wijbrandus Kranenborg (gb 1668), FW Kranenborg Wedde
 

• CE1330
Links een reconstructie van hofstede Cranenburg rond 1330 op grond van analyse en vergelijking van bovenstaande bronnen CE1350, CZ1650 en CE1713. De reconstructie is een projectie van CE1713 in de juiste vormen en verhoudingen, gebaseerd op onderstaande uitgangspunten.

 
Primaire conclusies:

A. Bron CE1350 geeft de oervormen en verhoudingen van hofstede Cranenburg waarschijnlijk het best weer. Ze komen in ieder geval sterk overeen met de vormen en verhoudingen volgens bron CZ1650.
B. Bron CE1713 lijkt diverse details van de hofstede getrouw weer te geven, aangezien de afbeelding moet zijn gebaseerd op oude informatie binnen de familiekring. Alleen lijken de verhoudingen van de hofstede nogal hoog en smal.
C. CE1330 zal dus qua basisvormen en maten lijken op CE1350 en CZ1650, aangevuld met biezondere details van CE1713.

Op grond van de primaire conclusies A, B, en C en de eerdere bevindingen zijn de volgende specifieke conclusies mogelijk tav hofstede Cranenburg te Eikenduinen:

1. De hofstede is een dwarshuis met een dak belegd met leistenen pannen.
2. De hofstede heeft drie puntgevels met in elke gevel een oeil-de-boeuf (koeienoog), een rond gat voor licht op de zolders.
3. Gezien de eerdere tekst sub Trapgevels mogen we aannemen dat deze drie puntgevels in feite trapgevels zijn.
4. De hofstede heeft drie bouwlagen.
5. De zijgevels en hun dakdelen zijn enigzins naar voren geschoven ten op zichte van de middengevel en hebben op elke bouwlaag 2 ramen.
6. Tussen de middengevel en de zijgevels bevinden zich smalle verzonken muren zonder ramen. Of misschien met 1 smalle raam op elke bouwlaag.
7. In de middengevel bevindt zich een grote gebogen voordeur. Boven de voordeur is op de 2e en 3e bouwlaag elk 1 raam.
8. De hofstede is gebouwd op een verhoogd plateau met schuin aflopende muren. Ter hoogte van de voordeur voert een smalle trap met 2 treden naar de begane grond. Het plateau is aangelegd omdat de nabij stromende Haagse Beek regelmatig buiten de oevers treed.
9. Aangezien op de locatie van de oorspronkelijke hofstede zich anno 2007 nog bakstenen muurresten bevinden van de hofstede, moet de hofstede zijn opgebouwd met bakstenen. Gezien het bouwjaar 1330 is dat ook aannemelijk. De steenbouw is namelijk ergens eind 13e eeuw op grote schaal begonnen.


          

Op grond van alle genoemde feiten, bevindingen en conclusies is het mogelijk een finale reconstructie te maken. Hierboven: een montagefoto van hofstede Cranenburg te Eikenduinen, zoals het in de 14e eeuw uitgezien moet hebben.
@ montagefoto © B.C. Kranenburg

- Boerderij
In de 16e eeuw raakt kasteel Cranenburg te Eikenduinen steeds meer in verval. De bewoners hebben het waarschijnlijk reeds lang verlaten en verder onderhoud achterwege gelaten. Anno 1603 wordt de bouwval daarom afgebroken en op het oude landgoed van Cranenburg wordt bij de Houtrustbrug een woning gebouwd. Deze woning krijgt de naam de St Maartenswoning. In 1642 woont daar de pensionaris Mr Nicolaes van Kinschot, gehuwd met Clara Hessels van Dinter, in zijn leven raad en advocaat-fiscaal van Holland. In dat jaar wordt de waterafvoer van de Haagse Beek verbeterd door de Oostbeek bij de St Maartenswoning een nieuwe bedding te geven richting de Westerbeek, langs de weg die later Beeklaan gaat heten. Later wordt de woning 'boerderij Cranenburg', genoemd. Dat wordt althans beweerd. Onderstaande foto van deze boerderij is rond het jaar 1901 gemaakt. Voor de boerderij ligt de brug over de Schutsluis van het Afvoerkanaal. Sluis en brug bestaan anno 2005 nog steeds.


          

Naar zeggen zou boerderij Cranenburg tussen 1603 en 1642 moeten zijn gebouwd. Op de foto hierboven doet de bouwstijl van de hoeve echter eerder vermoeden dat ze ergens in de 14e-16e eeuw moet zijn gebouwd. Dus circa 1450. Dit jaartal past ook bij het feit dat in 1452 hoenders worden gehouden op Cranenburg volgens de eerder genoemde Manboeken van de Abdij van Rijnsburg. Deze hoenders zullen zeker niet op het huiserf van hofstede Cranenburg zelf zijn gehouden. Zoals bij andere hofsteden of kastelen gebeurt dat normaliter op een nabijgelegen boerderij. Het geschatte bouwjaar 1450 van hoeve Cranenburg lijkt derhalve zeer reëel. Of ze de naam Cranenburg meteen al heeft, is niet zeker. Gebruikelijk is dat wel. De hoeve kan na de verkoop van hofstede Cranenburg in 1603 derhalve ook zijn verkocht en daarna opgeknapt tot normale woning. Nadien kan ze dan de amper gebruikte naam St Maartenswoning hebben gekregen, om later officeel weer de eigenlijke naam Cranenburg te krijgen.

Het bezit van boerderij Cranenburg beslaat rond 1830 een gebied van 60 ha landbouw- en veeteeltgrond. Rond 1835 wordt de boerderij met grond gekocht door Koning Willem II. In 1865 wordt Sophie van Saxen-Weimar eigenaresse van dit gebied. Dwars door dit gebied is van 1886 tot 1888 het bovengenoemd kanaal aangelegd. In 1907 koopt gemeente Den Haag het hele gebied voor 1.363.797,50 toenmalige guldens. Rond 1925 wordt de boerderij afgebroken.
# KOH, DHB, Die Haghe (1902, p 405), DAB

- Boerderij * ligging anno 1913
Onderstaande kaart is een uitsnede van een kaart van Den Haag gemaakt in 1913. Hierop is de ligging van de oude boerderij Cranenburg duidelijk aangegeven. Vlakij de Houtrustbrug en de Schutsluis. De afstand tot de plaats waar het voormalige kasteel Cranenburg mogelijk heeft gestaan (Zorgvliet), is ongeveer 1 Km.

          

 
- Boerderij * ligging anno 2004

Op nevenstaande kaart is de
actuele sitautie weergegeven.
Boerderij Cranenburg heeft
gestaan op de plaats waar
anno 2004 de Hogere
Economische School staat.
Rechts boven de Houtrustbrug
langs het kanaal loopt de
Kranenburgweg schuin omhoog.

 

- Haagse Beek
De Beeklaan in Den Haag is genoemd naar de Haagse Beek, een beek met twee takken: de Oostbeek en de Westbeek. Beide beken worden op de kaart aangeduid met 'De Beek'. De Oostbeek ontspringt in de duinen bij Kijkduin en stroomt langs de duinen richting Scheveningseweg om daar scherp af te buigen richting Binnenhof. Op sommige plaatsen is de beek ruim tien meter breed. De Westbeek ofwel Westerbeek stroomt van Eikenduinen richting Den Haag, waar het samen met de Oostbeek de Haagse Beek vormt. Deze Haagse Beek stroomt naar Den Haag (deels ondergronds) en mondt uit in de Hofvijver bij het Binnenhof. Op een eilandje in de Hofvijver stond het kasteel van de graven van Holland dat thans de Ridderzaal is. De Haagse Beek vormt de grens tussen Loosduinen en Den Haag, maar is inmiddels deels gekanaliseerd. Langs de noordzijde van het huidige Afvoerkanaal loopt de Kranenburgweg, die is genoemd naar Willem van Cranenburg, stichter van de ridderhofstad. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat deze weg naar hofstede Cranenburg toe liep.
Bovenstaande kaart is een onderdeel van de grote kaart van het Hoogheemraadschap Delfland en is gemaakt in 1611 door F. Balthasars. Ze bevindt zich in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. De mogelijke locatie van kasteel Cranenburg is aangegeven met een X in de binnenbocht van de Oostbeek.
In 1664 wordt de Beek verlengt en loopt dan langs de Scheveningseweg naar de Zeestraat in Den Haag. Daar loost de Haagse Beek zijn water in de Hofvijver van het Binnenhof.
# DHB (p 22 etc), DAB
 
- Wijndaeler Meer
Het Wijndaeler Meer wordt in latere tijden het Segmeer genoemd. Het meer is tot in de 17e eeuw circa 1,6 km lang en 0,5 km breed. Het waterpeil wisselde nogal sterk door de onregelmatige neerslag en de aanvoer vanuit de duinen. Hierdoor trad het regelmatig buiten de oevers en liep het omliggende gebied onder water. Door betere afwatering sinds de 17e eeuw wordt het Segmeer geleidelijk kleiner. Willem van Cranenburg heeft het recht van zwanendrift, wat inhoudt dat hij twee zwanen mag houden op het Wijndaeler Meer. Hofstede Cranenburg zal dus in de buurt van het Wijndaeler Meer hebben gestaan. Hooguit één of anderhalf Km van het meer. Zwanendrift betekende namelijk niet persé, dat de de zwanen direct aan huis of hofstede worden gehouden. De contouren van het Wijndaler Meer veranderen echter continu door regenval of droogte en door menselijk ingrijpen. Dit maakt het extra moeilijk om nauwkeurig te bepalen waar de hofstede precies heeft gestaan.
De restanten van het Wijndaeler Meer vormen tegenwoordig een langerekte keten van vijvers, sloten en plantsoenen langs de Segbroeklaan tot aan de Houtrustbrug en gaan dan na de brug verder langs de Kennedylaan tot aan het Catshuis in Zorgvliet.
** Zwanendrift
# DVB, FRI

- Landgoed
** Cranenburggoed Eikenduinen

- Hofstede
Cranenburg moet een kasteel of hofstede van betekenis zijn geweest. Het recht van 'Swaenendrift' is namelijk een recht dat niet vaak werd verleend. Het recht van Duivenslag komt veel vaker voor. Helaas zijn er geen afbeeldingen bekend van het kasteel. Gezien echter het bouwjaar 1330 en de regio zal de bouwstijl zeer waarschijnlijk behoren tot de Gotiek (1230-1560). Deze bouwstijl kenmerkt zich door een sterke verticaliteit, dwz: hoog en relatief smal lijkend. Een voorbeeld van deze stijl is de St Jacobskerk in Den Haag gebouwd tussen 1434 en 1455.

Links een reconstructie van hofstede Cranenburg rond 1330 op grond van drie oude afbeeldingen. (> - Architectuur > CE1330)
 
Gezien de betekenis van kasteel Cranenburg en het grote grondbezit, moet het bouwwerk qua omvang voor zijn tijd vrij groot zijn geweest. Toch zijn kastelen in die tijd vaak niet meer dan een kapitale boerderij of een grote havezathe, soms simpel aangeduid als 'woning' of 'stenen huis'. Het is echter vreemd dat tot op heden van ridderhofstad Cranenburg te Eikenduinen geen afbeeldingen bekend zijn. Misschien dat die wel bestaan, maar nog niet zijn getraceerd. We weten dus niet met zekerheid hoe de hofstede er uitgezien heeft. Mocht het inderdaad zo zijn dat Borg Kranenburg in feite hofstede Cranenburg Eikenduinen is, zoals aldaar beschreven, dan moet Cranenburg Eikenduinen oorspronkelijk hebben uitgezien zoals afgebeeld op het wapen van Wijbrandus. Zie afbeelding hierboven.
Hofstede Cranenburg heet in 1603 te zijn afgebroken. Vreemd genoeg wordt nog decennia later gesproken over Hofstede Cranenburgh. Cornelis Jansz Lubbe (alias Van Cranenburch; 1603-1686) is er landbouwer. Tevens is hij ambachtsbewaarder van Segbroek onder Eikenduinen. Het kan betekenen dat de hofstede veel later is afgebroken. Het kan echter ook beteken dat de hofstede weliswaar in 1603 is afgebroken, maar dat het landgoed, zijnde de grond horende bij de hofstede, nog heel lang die naam heeft. Dit landgoed moet dan zuidelijk van het latere Zorgvliet liggen en mogelijk oostelijk tegen of (gedeeltelijk) in Segbroek.
** Borg Kranenburg, Zwanendrift, Cornelis Jansz van Cranenburch
# BIN, KOH, KWS W.A.M. Luyten, DAB

- Hofstede * ligging
Hofstede Cranenburg lag in een gebied dat werd aangeduid met 'Terra de Sceveninghe'. Dit gebied omvatte een belangrijk deel van het huidige Scheveningen, inclusief de Wildernisse (het oude en het nieuwe duin), Eikenduinen en het Wijndaeler Meer (later Segmeer genaamd). Het gebied wordt in 1280 in leen ontvangen van graaf Floris V door een lid van het geslacht Van Wassenaar.

Bron KOH schrijft hierover:

Omstreeks 1280 ontving een lid van het geslacht Van Wassenaer van graaf Floris V in leen een gebied dat werd aangeduid met het 'Terra de Sceveninghe'. Het besloeg een belangrijk deel van het huidige Scheveningen, inclusief de Wildernisse (het oude en het nieuwe duin), Eikenduinen, dat lag ten noorden van Loosduinen en het Wijndaelermeer. Hier lag ook Segbroek met het Segmeertje en de Beek, die later zijn naam zou geven aan de Beeklaan. Rond 1330 woonde de Van Wassenaer die heer was van dit gebied, op het kasteel Cranenburch onder Bleiswijk. In deze tijd gaf hij dit gebied opnieuw in leen uit aan zijn neef Willem van Wassenaer, die hier een kasteel bouwde dat hij ook Cranenburch noemde.
Met Willem van Wassenaer bedoelt bron KOH Willem, heer van Cranenburg, ofwel Willem van Cranenburg. De Van Wassenaer van wie Willem de leen ontvangt is zijn neef Filips IV van Wassenaar.

Uit de citaat is op te maken dat de oorspronkelijk locatie van hofstede Cranenburg gezocht moet worden:

- in 's Graven Wildernisse (> Den Haag)
- derhalve in het duingebied van Eikenduinen
- ten noorden van het Wijndaelermeer
- in, aan of nabij het Segmeertje
= Stadhoudersplantsoen
- aan of nabij De [Haagse] Beek
Aangezien wildernisse volgens bron RKR (p 38) in de Middeleeuwen ook de betekenis van broekland heeft, kan hofstede Cranenburg zeer nabij de Haagse Beek (ic tak Oostbeek) liggen. De Haagse Beek stroomt in die tijd namelijk vaak buiten haar oevers door neerslag in de duinen. Het land is daar dus drassig en kan dan in broekland zijn veranderd. De kans is reëel gezien het aldaar gelegen Segbroek. Bron DHG (p 39) noemt de Segbroekvallei een veengebied dat door de verstuivingen net gespaard was gebleven. En bron RHH meldt ene Willem uten Broeke, die in 1334 voor een stuk land Up den Veen in Eikenduinen 4 sc. 3½ d. aan renten betaalt wegens landhure. Deze Willem woont dus in broekland. Gezien de context van bron RHH kan dit misschien zelfs Willem van Cranenburg zijn, die dan kennelijk aan de Haagse Beek woont. (> Uten Broeke) Voglens bron OV78/194 ligt het Cranenburgoed in 1607 deels in Segbroek. Dit moet al in 1330 het geval zijn. Willem wordt namelijk in 1330 beleend met 7 Morgen land door zijn neef Filips IV van Wassenaar. Het Leengoed Wassenaar omvat in die tijd o.a. die Wildernisse, een gebied dat zich uitstrekt over delen van Scheveningen, Eikenduinen en Wassenaar. (> Leengoed Wassenaar). Onder wildernisse verstaat men in de Middeleeuwen ook broekland. Aangezien Willem van Cranenburg is beleend door het Hof te Wassenaar, moet zijn leengoed derhalve ook in die Wildernisse liggen. Segbroek ligt bovendien dicht tegen Scheveningen aan. Het oorspronkelijke Cranenburggoed moet dus ook daaromtrent liggen. Op de kaart van 1611 sub Haagse Beek loopt Segbroek inderdaad helemaal door tot aan de scherpe bocht van de Haagse Beek richting Binnenhof. De beek loopt precies langs de duinen. En daar wonen ook Dirck van Cranenburg en Hein van Kranenburg, ooms van Willem van Cranenburg. Het kan dus haast niet missen. (> Wildernisse, Eikenduinen/Segbroek, Naamvermelding, RHH)

Uit deze gegevens kunnen we concluderen dat hofstede Cranenburg heeft gelegen in de noord-west hoek van Eikenduinen. In of bij de duinen dus en wel aan de Haagse Beek (tak Oostbeek) en nabij het Segmeertje. Ongeveer daar waar later het Catshuis staat.

Volgens bron OV78/194 is het Cranenburggoed rond 1607 circa 45 Morgen ofwel 40.5 Ha groot. Het goed ligt deels in Segbroek en is in dat jaar begrensd door:

Noord: 's-Graven Wildernis = Scheveningse Bosjes/Scheveningseweg
Oost: de Scholdamse Weg = Groothertoginnenlaan + Jacob Catslaan
Zuid: de Banwatering = Afwateringkanaal/Conradkade
West: erfen Arend Harcxz = Stadhoudersplantsoen + Adr. Goedkooplaan
Dit gebied is smal en lang. Circa 0.3 x 1.4 Km = 42 Ha. Dit komt aardig overeen met de taxatie van 1607. Ergens in dit gebied lag dus hofstede Cranenburg. (> Cranenburggoed)

Over de exacte ligging van Huis Cranenburg bestond lange tijd geen absolute zekerheid. Sommigen menen dat ze op de plaats van de latere boerderij Cranenburg heeft gestaan. Maar de aanwijzingen daarvoor zijn onvoldoende overtuigend. Men beroept zich op de bewonersgeschiedenis zoals vermeld in bron OVG 1978, die is gebaseerd op het archief van het Hof te Wassenaar:

De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, ...).
De grote misvatting wordt veroorzaakt door deze tekst. Ze is ergens in de 20e geschreven als inleidende plaatsbepaling op de navolgende orginele registraties in het Wassenaarse Leenboek. (> OV78/194) De schrijver heeft kennelijk zonder verdere historische kennis boerderij Cranenburg uit begin 17e eeuw gezien als een natuurlijke voorzetting van de oorspronkelijke hofstede Cranenburg. Nadere studie maakt duidelijk dat dit geenszins het geval is.

Werf heeft in het Middel-Nederlands diverse betekenissen. O.a. erf, kade of dam. Het is vooralsnog niet zeker welke betekenis aan dit woord in dit bestek moet worden gegeven. Waarschijnlijk wordt er gewoon erf mee bedoeld.
'De woning te Cranenburch' impliceert dat de regio waar genoemde woning staat 'Cranenburch' heet. Dit duidt eerder op een landgoed Cranenburch dan op een gehucht Cranenburch, want van een gehucht Canenburch aldaar is niets bekend. Bron DH50 (p 72) bevestigd het vermoeden. Volgens het Kohier van de Tiende Penning uit 1561 wordt met Cranenburg een huis en erf met 10 morgen weiland ten noorden van De Beek bedoeld. Andere bronnen bevestigen dit.
De verdere tekst '1724: ook genaamd Sint Maertenses woning' maakt duidelijk dat hier sprake is van een verwarring van feiten. Kasteel of Huis Cranenburg te Eikenduinen is immers in 1603 afgebroken. En niets wijst erop dat de latere boerderij Cranenburg ofwel St Maartenshuis op de zelfde plaats als het afgebroken kasteel is gebouwd. Dat lijkt vooralsnog te gemakshalve aangenomen. Het is immers zeker niet ongebruikelijk dat als een kasteel wordt afgebroken er later ergens anders in de regio een boerderij de zelfde naam verrijst. Kasteel Cranenbroek en boerderij Cranenbroek in Heiloo hebben op ruime afstand van elkaar en na elkaar bestaan. Deze situatie geldt mogelijk ook voor Huis Cranenburg en de latere boerderij. Er zijn in ieder geval een aantal redenen om dat te veronderstellen.
Bron DH50 (p 73) stelt in dezen heel nadrukkelijk:

Dit oude huis Cranenburg verwarre men niet met de boerenhoeve Kranenburg, die oudere Hagenaars zich nog zullen herinneren als gelegen ten zuiden van de Beek aan het eind van de Beeklaan en na het graven van het Verveningskanaal vlak ten westen van de binnensluis daarvan. De reeds in dit stuk genoemde Nicolaas van Kinschot had omstreeks 1630 door aankoop beslag weten te leggen op de woning van Cent Maartsz zowel als op de terreinen van het Eikenduinse Cranenburg. Dit gezamenlijke bezit ging als een geheel op zijn nakomelingen over. Volgens Van der Aa had men het oude huis Kranenburg reeds in 1603 afgebroken. De latere boerenhofstede Kranenburg nam niet de plaats in van dit oude huis, maar van de hoeve van Cent Maartsz.
Gezien de zwanendrift van Willem van Cranenburg en zijn leenvolgers moet de hofstede in de buurt het Wijndaeler Meer hebben gestaan. Hooguit één of twee Km van de oevers van het meer. Zwanendrift betekende namelijk niet persé, dat de zwanen direct aan huis of hofstede worden gehouden. Aangezien de contouren van het Wijndaler Meer continu veranderen door regenval of droogte en door menselijk ingrijpen, lijkt het schier onmogelijk te gissen waar de hofstede precies heeft gestaan. Gaan we uit van een normale stand, dan moet de omvang van het Wijndaler Meer halverwege de hoogste en laagste stand van het water genomen worden. Uitgangspunt is dat de orginele kaart (zie bij Wijndaler Meer) deze normale omvang heeft. Binnen een bereik van ongeveer 1,5 Km van de oevers van het meer en binnen de regio Eikenduinen moet dan ergens hofstede Cranenburg hebben gestaan.

Gaan we uit van de overlevering van Borg Kranenburg, dan moet hofstede Cranenburg ergens staan in een sterke bocht van een rivier of beek. De locatie die daar het meest aan beantwoordt is de scherpe bocht van De Beek vlakbij de Scheveningse Weg richting Den Haag. Dus daar waar tegenwoordig het Catshuis staat. Het Catshuis dateert echter van 1642, lang nadat hofstede Cranenburg is afgebroken in 1609. In de koopacte van Jacob Cats is vermeld dat op die plaats een oude bouwval en wat schuren staan. Dit komt overeen met de woning of buitenplaats die is te zien op de kaart van Jacob van Deventer anno 1565. Deze locatie ligt circa 2 Km van de noordelijke oevers van het oude Wijndaler Meer.

Onderstaande kaart geeft de situatie anno 1800 weer. Duidelijk is te zien hoe de Haagse Beek loopt en dat precies in de binnenbocht van de Oostbeek een bouwwerk is aangegeven. Dit is waar sinds 1642 het Catshuis staat en waar ridderhofstad Cranenburg mogelijk ooit heeft gestaan.


           Onderstaande kaart is een uitsnede van de oudste kaart van Den Haag, gemaakt door Jacob van Deventer rond 1565. In die tijd is hofstede Cranenburg nog intact. Het is dus goed mogelijk dat het bouwwerk met oprijlaan linksboven vlak naast de Scheveningse Weg hofstede Cranenburg voorsteld. Temeer daar in die tijd de kastelen Cranenburg en Westerbeek de enige kastelen zijn in dat gebied. Kasteel Westerbeek is te zien pal zuidelijk onder Cranenburg, tegen de zuidkant van Den Haag aan. De Oostbeek (blauw) loopt langs de Scheveningse Weg richting Hofvijver. De beek is maar gedeeltelijk weergegeven. Het deel vanaf de duinen langs Segbroek is niet te zien. Uit andere historische gegevens blijkt dat hofstede Cranenburg in Eikenduinen aan de duinrand moet hebben gelegen. Dat wordt op de kaart duidelijk bevestigd.

          

Anno 2004 ligt de plaats waar Cranenburg waarschijnlijk heeft gestaan in Zorgvliet, daar waar tegenwoordig het Catshuis staat. In 1642 koopt Jacob Cats het gebied op inclusief een bouwval en schuren die daar staan. In 1645 bouwt hij daar een eigen woning en noemt het Sorghvliet. In de tuinen van het huidige Zorgvliet staan anno 2004 twee bruggen, die zijn gebouwd in de 17e eeuw. Er is ook nog een poort met een aarden wal van oude datum. Navraag bij Monumentenzorg in Den Haag wat de herkomst is van deze objecten leverde niets op. Ook bij het Gemeente Archief Den Haag weet men niet te vertellen wat de poort voorstelt en wat daar ooit heeft gestaan zoals aangegeven op de kaart van Jacob van Deventer.

          

Bovenstaande foto van de poort is gemaakt op 8.2.2005 in Zorgvliet. De poort blijkt bij persoonlijke inspectie op die datum, te zijn gebouwd met een klein formaat baksteen en past qua stijl goed bij de oude bakstenen muur om het huidige Zorgvliet. Het lijkt dus eveneens in de zelfde periode te zijn gebouwd als het oude Sorghvliet in 1645, hetgeen wordt bevestigd door het Gemeente Archief Den Haag. Maar met welk doel? Als monument ter nagedachtenis aan wat daar ooit werkelijk heeft gestaan? Het lijkt niet onwaarschijnlijk. De poort past qua stijl immers aardig in de vroege Gotiek (1230-1560) en nauwelijks in het Classicisme (1620-1700) van het Catshuis. Gezien de stijl past de poort dus aardig bij hofstede Cranenburg dat in 1330 is gebouwd.
Er is echter meer om te veronderstellen dat de poort een monument ter nagedachtenis moet zijn. De buitenste bovenkanten zijn namelijk alle vier afgbrokkeld en wel zodanig dat doelbewust zodanig moet zijn gebouwd. De poort wekt zo de indruk dat ze de ruïne van een groter geheel moet zijn geweest. Vooralsnog is het daarom niet onwaarschijnlijk dat de e.e.a. iets te maken heeft met de hofstede Cranenburg Eikenduinen en dat de poort dus de locatie en het restant van de oude hofstede zou kunnen symboliseren.

Een andere reden om te veronderstellen dat de poort iets met hofstede Cranenburg te maken heeft, is een notitie in bron RHH (Grafelijke Lenen). De notities hebben betrekking op renten wegens landhure in Eikenduinen:

1334    Up den Veen
Jan van Walcheren,
1334   Up die Gheest
Jan van Walcheren, van ere hofstede, daer die porte plach te staen,   
Jan van Diest, van denselven [als hierboven],
  
13 sc. 3½ d.
  
  6 sc. 8 d.
13 sc. 4 d.
Het woord ere betekent zoveel als eerder, voordien. In het Duits vinden we dit woord terug als ehere. In het Oud Engels als ere met de betekenis voordat, voordien. In de Anglo-Saxon Chronicle Part I A.D. 1-748 (dd 832-1154) staat de tekst: Sixty winters ere that Christ was born, Caius Julius [100-44 vC], emperor of the Romans, with eighty ships sought Britain. Ere betekent hier dus voordat. Jan van Walcheren en Jan van Diest woonden dus Up de Gheest en hebben in 1334 renten betaald voor een voormalige hofstede bij een poort. Dus voor een hofstede die in 1334 niet meer bestaat en die stond bij een poort, die in 1334 ook niet meer bestaat. Wanneer die hofstede en poort zijn verdwenen (afgebroken) is niet bekend. In ieder geval vóór 1334. In dat jaar betalen ze immers renten voor een hofstede die er inmiddels niet meer is. Aangezien die hofstede Up die Gheest stond en wel bij die porte kan dit heel goed te maken hebben met de locatie van de hofstede die Willem van Cranenburg in 1330 sticht. Er is namelijk vooralsnog geen andere hofstede bekend in Eikenduinen. En ook geen poort! Behalve een poort die staat in Zorgvliet achter het Catshuis. Kennelijk als herinnering aan een poort die daar vroeger ooit gestaan moet hebben. Aangezien volgens de gegevens Willem van Cranenburg zijn hofstede in 1330 sticht, moeten we aannemen dat hij nieuwbouw pleegt en dat er dus eerder een andere hofstede stond. Die hofstede is dan eerst afgebroken, waarna Willem er een nieuwe hofstede bouwt. De architectuur van zijn hofstede past uitstekend voor het bouwjaar en de regio. We mogen daarom aannemen dat er eerder inderdaad een andere hofstede stond, die Willem eerst heeft afgebroken om er zijn eigen, nieuwe hofstede te bouwen. De poort is daarbij kennelijk ook afgebroken. In latere tijd (17e-19e eeuw) is toen het monument gebouwd in het huidige Zorgvliet, als herinnering aan de oude poort die daar ooit stond.

Gezien de renten die Jan van Walcheren en Jan van Diest voor hun lenen Up die Gheest betalen en de huurprijzen in die tijd, lijkt het erop dat Willem de leen van hen heeft gekocht. Samen betalen beide Jannen namelijk 19 sc. 12 d. aan renten. Omgerekend is hun goed bij die porte circa 7 Morgen groot. (> RHH) Exact de omvang van de leen van Willem van Cranenburg. E.e.a. verklaart meteen de hiaat in bron OV78/194 die betrekking heeft op de leen van Cranenburg Eikenduinen. De leen begint vóór 1367 met Jan van Cranenborch (= Jan Engelbrechtsz van Cranenburg). Het leen is van het Wassenaarse Hof. Maar de hierboven geciteerde tekst over de renten van Jan van Walcheren en Jan van Diest, hebben betrekking op leengoed van de Graaf van Holland. Althans in en/of vóór 1334. Kennelijk heeft Willem van Cranenburg zijn hofstede gebouwd op grond dat hij in leen heeft van de graaf. En kennelijk is die grafelijke leen ergens in 1335-1360 verkocht aan het Leenhof Wassenaar. In die periode is de leen kennelijk ook overgegaan op Jan Engelbrechtsz van Cranenburg, een broer van Willem. (> Leenoverdracht) Gezien genoemde interpretatie C van de citaat, kan het leengoed echter inmiddels al behoren tot het Hof van Wassenaar. Het feit dat Willem van Cranenburg in bron RHH niet wordt genoemd, kan erop wijzen dat de leen (hofstede + grond) inderdaad in 1334 al in bezit is van Leenhof Wassenaar. E.e.a. stemt overeen met de latere vermeldingen dat Willem van Cranenburg hofstede Cranenburg plus 7 Morgen land in 1330 in leen krijgt van zijn neef, de Heer van Wassenaar (Filips IV). Helaas is e.e.a. niet te verifieren in bron RHH. Voor latere jaren zijn namelijk geen namen meer genoemd voor Eikenduinen. Bovendien zijn vele pagina's verdwenen.

Een andere reden om te veronderstellen dat de poort in park Zorgvliet iets te maken heeft met hofstede Cranenburg (of een voorloper daarvan) is de locatie van deze poort. Op de kaart van Jacob van Deventer is (zoals boven vermeld) te zien dat er een markante woning staat op de mogelijke locatie van Cranenburg en dat die woning een oprijlaan heeft naar de Scheveningse Weg. Deze situatie vinden we anno 2005 terug in het huidige Zorgvliet. De ingang van dit ommuurde park bevindt zich namelijk aan de Scheveningse Weg en het pad naar de poort loopt grotendeels kaarsrecht en haaks op de Scheveningse Weg. Vlakbij de poort maakt het pad een flauwe bocht naar links naar de poort toe. Per saldo lijkt het er dus op dat hofstede Cranenburg in de buitenbocht van de Haagse Beek heeft gestaan en niet in de binnebocht, zoals eerder gedacht. Daar die buitenbocht wat hoger ligt dan de binnenbocht is dat ook waarschijlijker. Immers, de Haagse Beek stroomt in de 14e en 15e eeuw vaak over en legt dan het hele gebied blank.

Zoals hierboven sub 'Hofstede' (laatste alinea) is geschreven, wordt nog decennia na de officële afbraak in 1603 gesproken en geschreven over Hofstede Cranenburg. Mogelijk wordt dan echter het (resterende) grondbezit (landgoed) bedoeld, gelegen ten zuiden van Zorgvliet en oostelijk (gedeeltelijk) tegen Segbroek aan. Dus tussen het huidige Catshuis en de afgebroken boerderij Cranenburg. E.e.a. betekent dat Cranenburg zich oorspronkelijk uitstrekt van de Scheveningse Weg tot diep in Eikenduinen en tegen of gedeeltelijk in Segbroek.

Uit de drie afgebeelde kaarten bij dit item Cranenburg Eikenduinen valt af te leiden dat hofstede Cranenburg te Eikenduinen moet hebben gestaan in het gebied dat sinds de 17e eeuw Zorgvliet heet en waar het Catshuis staat aan de binnenbocht van de Haagse Beek. (> Cranenburg Eikenduinen)

Recapitulatie van de relevante feiten mbt tot de ligging van hofstede Cranenburg te Eikenduinen:

1. Gezien de leengegevens mbt hofstede Cranenburg ligt de hofstede in het gebied Segbroek-Duinrand/Scheveningen-ScheveningseBosjes, aan de hoge oever van De Beek en nabij het Wijndaeler Meer.
2. Op de kaart uit de 14e eeuw is in het gebied de Gheest van Eikenduinen slechts één woning te zien tegen de duinrand bij Schevingen, en wel nabij de Scheveningse Weg. Verder is er geen woning getekend aan de Scheveningse Weg of elders in de Gheest van Eikenduinen tussen Den Haag en Schevingen. Deze woning ligt geometrisch exact in het gebied waar later park Zorgvliet is aangelegd.
3. Op de kaart van 1565 van Jacob van Deventer zijn in het gebied de Gheest van Eikenduinen twee woningen te zien. Vanaf de Nobeltraet ligt de eerste woning aan de Scheveningse Weg, precies in de grote bocht richting Scheveningen en met een recht pad naar de Scheveningse Weg. Dat gebied is waarschijnlijk bebouwd rond 1425. In 1708 heet het Hessenhof en sinds eind 18e eeuw Buitenrust. Dat is dus het eerste erf dat de geciteerde bronnen noemen.
4. Op de kaart van het jaar 1800 zijn Zorgvliet en het Catshuis afgebeeld. Achter het Catshuis richting Scheveningse Weg is een vierkant getekend met daarin een ruïne. Dat moeten dan zijn de resten van hofstede Cranenburg, dat in 1603 is afgebroken om er het Catshuis te bouwen in 1609-42.
5. De mogelijke ligging van hofstede Cranenburg volgens punt 4 komt geometrisch overeen met de genoemde woning in punt 2 uit de 14e eeuw, gelegen tegen de duinrand van Scheveningen (= de hoge oever van De Beek). De locatie beantwoordt aan een overlevering van het geslacht Kranenburg uit Scharmer. De afgebeelde woning op de 14e eeuwse kaart komt overeen met een historische afbeelding op de grafsteen van Wijbrandus Kranenborg (gst 1713) in Wedde. (> Borg Kranenburg)

Op grond van alle bovengenoemde feiten en eerdere constateringen in dit bestek, mag worden aangenomen dat hofstede Cranenburg inderdaad heeft gestaan in Zorgvliet en wel aan de Haagse Beek, tegenover het Catshuis. Op de hoge oever dus en ter hoogte van de Scheveningse Bosjes.
** Borg Kranenburg, Zwanendrift, Cranenburgerwech Den Haag, Kranenburgweg Den Haag, Cranenburggoed Eikenduinen, Huizen, Lenaert Cornelisz van Cranenburch
# OVB 1978, BIN, DAB, FRI

- Kranologie
1330 Willem van Cranenburg beleend met 7 Morgen land te Eikenduinen + Sleebosch + tienden van Scheveningen + zwanendrift op Wijndaelermeer door zijn neef Filips IV van Wassenaar. Willem sticht hofstede Cranenburg te Eikenduinen aan de noordkant van de Haagse Beek.
1334 Poort bij hofstede, Willem uten Broeke (Segbroek) en Jan die Ridder te Eikenduinen genoemd (> RHH).
1350 Hofstede Cranenburg afgebeeld op 14e eeuwse kaart.
1362 Jan Engelbrechtsz van Cranenburg leenman. Hij is broer van Willem en neef van Dirc IV van Wassenaar. Volgens de regel naar de oudste van de oudste tak en man voor vrouw is de leen naar hem overgegaan. (> Leenoverdracht)
1367 Engelbert II van Cranenburg leenman.
1390 Willem Willemsz van Cranenburg bezit 34 morgen land in Cranenburggoed.
1421 Jan van Cranenburg leenman.
1422 Cranenburgerwech genoemd in acte.
1447 Engelbert IV van Cranenburg leenman.
1450 Bouw boerderij Cranenburg aan de zuidkant van landgoed Cranenburg, nabij de Beeklaan.
1452 Hoenders afgehaald van Cranenburch door Abdij Rijnsburg. Cranenburg Eikenduinen moet volgens bron MHD derhalve van vrij grote statuur zijn. (> Hoenders, Hofstede)
1484 Gerrit van Cranenburg leenman. Hij sterft dat jaar, mogelijk aan de pest.
1484 Elisabeth van Cranenburg leenvrouwe.
1499 Huybert van der Meer leenman na overdracht door Elisabeth, zijn vrouw. E.e.a. mogelijk met consent overige Van Cranenburgs~.
1519 Beijer van der Meer beleend met Cranenburg Eikenduinen
1530 Arent van der Meer bezit beide Cranenburgs. Hij is advocaat van het Hof van Holland.
1555 Arent van Duivenvoorde claimt beide Cranenburgs. Hij verliest het proces.
1558 Arent van der Meer draagt uit vrije wil beide Cranenburgs over aan Adriaen van Duivenvoirde, broer van overleden Arent.
1603 Hofstede deels afgebroken wegens verval.
1607 Cranenburggoed is 45 Morgen (40.5 Ha) groot. (> OV78/194)
1609 Noordelijk deel Cranenburggoed mogelijk verkocht aan Jacob Cats. Inclusief restant hofstede. (> Catshuis)
1609 bouw boerderij Cranenburg
1623 Cornelis Jansz Lubbe landbouwer op hofstede Cranenburg. (> Lenaert Cornelisz van Cranenburch). Bedoeld wordt het resterend Cranenburggoed.
1642 Bezit Nicolaes van Kinschot.
1713 Hofstede Cranenburg afgebeeld op grafsteen Wijbrandus Kranenborg in Wedde.
1830 Cranenburggoed 60 Ha groot
1835 Bezit koning Willem II.
1886 Bezit Sophie van Saxen-Weimar.
1907 Bezit gemeente Den Haag.
1925 Afbraak boerderij Kranenburg.
** OV78/194, RHH, HRAC, Cranenburggoed Eikenduinen

- Topografie
Met alle gegevens en veronderstellingen die we nu hebben, is het mogelijk een kaart te schetsen met daarop alle relevante items. De kaart rechts is het resultaat. Het is een zogenaamde historische combikaart. De oude situatie en de situatie anno 2007 zijn door elkaar heen geprojecteerd. Hofstede Cranenburg moet volgens de gegevens staan aan het eind van het pad vanaf de Scheveningseweg naar de poort in Zorgvliet. Boerderij Cranenburg staat nabij de Houtrustbrug over het Afwateringkanaal. De Kranenburgweg loopt vanaf die locatie naar Scheveningen. Deze weg wordt al in 1422 genoemd in een acte als Cranenburgerwech. Het Cranenburggoed moet in die tijd dus al een behoorlijke omvang hebben.
** Cranenburggoed Eikenduinen
 

- Eigenaars/bewoners
1330-1362  Willem van Cranenburg (gb 1305); bouwheer
1362-1367  Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300); boer vv
1367-1421  Engelbert II van Cranenburg (gb 1335); zoon vv
1421-1447  Jan van Cranenburg (gb 1370); zoon vv
1447-1484  Engelbert IV van Cranenburg (gb 1414); zoon vv
1484-1484  Gerrit van Cranenburg (gb 1442); zoon vv
1484-1499  Elisabeth van Cranenburg (gb 1444); zuster vv
1499-1499  Margaretha van der Houve (gb 1479); dochter vv
1499-1603  Families Van der Meer, Van Duivenvoirde, La Begge, Van Zuylen van Nievelt, etc
** OV78/194

- Geslacht
Willem van Cranenburg (gb 1305) woont op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. In 1330 sticht hij de ridderhofstad Cranenburg te Eikenduinen en gaat daar wonen. Na zijn dood gaat de leen over naar Engelbert II van Cranenburg, de zoon van Dirk van Cranenburg, een broer van Willem. In 1362 is de leen in haden van Jan Engelbertsz van Cranenburg, zoon van de vorige leenman. In 1367 gaat de leen over naar diens zoon Enghebrecht. In 1421 sterft Enghebrecht en wordt zijn zoon Jan beleend met Cranenburg. Op 29 mei 1447 gaat de leen over op diens zoon Enghebrecht. Op 17 maart 1484 volgt diens zoon Gerijt bij dode van zijn vader in de leen van Cranenburg. Gerrit sterft juni* 1484 en door gebrek aan wettige nakomelingen, gaat op 6 december 1484 de leen van Cranenburg naar zijn Gerrits zuster Jonkvrouwe Lijsbeth. Op 25 juli 1499 gaat Cranenburg over op Hubrecht van der Meer, waarbij een Jan Claesz als haar voogd optreedt. Lijsbeth overlijdt 25 juli 1499. Cranenburg Eikenduinen is daarna nog vele jaren in leen bij het geslacht Van der Meer.
Het geslacht Van Cranenburg dat vanaf 1330 op kasteel Eikenduinen woont, is daarmee echter niet uitgestorven. Via diverse takken heeft het zich inmiddels verder uitgebreid, voornamelijk in Zuid-Holland.
** Willem van Cranenburg (gb 1305), Kranenburg Wassenaar
# HRAC, KOH, KJS, OVG 1978, DAB

- Ruïne
Anno 2007 staat er naar zeggen nog een ruïne op het terrein van het Catshuis. Een vrij grote en dikke muur. Helaas is vooralsnog hierover verder niets bekend. Een restant van het oude Catshuis kan het niet zijn. Dat stond exact op de plaats van het huidige Catshuis, dat is ontstaan na grondige restauratie van het oude pand. Als hofstede Cranenburg inderdaad heeft gestaan op het terrein van het Catshuis, dan is de muur mogelijk een restant van de oude hofstede. Verder onderzoek in dezen is daarom zeker nodig om meer zekerheid te krijgen.
# FRI

Cranenburg Heusden:
** Heusden

Cranenburger Boomgaard Den Haag
In 1402 wordt gesproken over 'Cranenburger boomgaard' gelegen in Westambacht (Haagambacht). Mogelijk ligt deze boomgaard op het landgoed horend bij de ridderhofstad Cranenburg in Eikenduinen.<
** Cranenburggoed Eikenduinen
# OVG 1985 p 18

Cranenburgerblok Den Haag
Volgens bron OVG 1978 (p 204 sub 113) wordt Eikenduinen in 1658 het Cranenburgerblok genoemd. Dit blok omvat dan een gebied van circa 900 Ha. Mogelijk omvat dat het oude landgoed van ridderhofstad Cranenburg.
** Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen

Cranenburgerwech Den Haag
In een acte van 22.4.1422 wordt de vogelarij geregeld in het gebied tussen Huytienshoeck (Hutgenshoek) en de Cranenburgerwech in Haagambacht (Den Haag). Waar deze Cranenburgerwech precies ligt, wordt verder niet aangegeven. Vermeldingen na 1422 van deze weg zijn vooralsnog niet gevonden. De huidige (2008) Kranenburgweg in Den Haag kan het niet zijn. Die weg is namelijk pas in 1629 zonder naam te vinden op de kaart van Henricus Hondius, vanaf kasteel Westerbeeck naar Segbroeck. Althans, aldaar is een weg getekend die deels identiek loopt aan de huidige Kranenburgweg. Deze weg is mogelijk in 1893 doorgetrokken naar Scheveningen. Op oudere kaarten zijn de Cranenburgerwech of de Kranenburgweg vooralsnog helaas op generlei wijze gevonden. I.c. de 14e eeuwse kaart van Zuid-Holland, de kaart van Jacob van Deventer (1565) en de kaart van F. Balthasars (1611). (> Cranenburg Eikenduinen)

Bron Die Haghe 1910 (p 351) schrijft over de huidige Kranenburgweg:

1893. Naar de woningen en landen genaamd Cranenburch.
M.a.w.: De huidige Kranenburgweg is aangelegd in 1893. De bewering dat de weg loopt (van waaraf?) naar de woningen en landen genaamd Cranenburch, lijkt niet helemaal te kloppen. De Kranenburgweg van 1893 loopt namelijk langs het Afvoerkanaal naar Scheveningen, vanaf de boerderij Cranenburg (1450-1919) aan de overkant i.c. bij de sluis aan de Houtrustweg net iets voorbij de Beeklaan. (> Cranenburg Eikenduinen) In de 17e heet de boerderij St Maartenswoning. Feitelijk loopt de Kranenburgweg dus vanaf de grens van het oude Cranenburggoed en Den Haag, langs het Afvoerkanaal naar Scheveningen. Per saldo lijkt het er sterk op dat de beschrijving volgens Die Haghe 1910 van toepassing is op de oude Cranenburgerwech. Dus: vanaf de rand van Den Haag naar de woningen (ridderhofstad + bijgebouwen) en landen genaamd Cranenburch. Deze definitie sluit namelijk aan bij de beschrijving in bron "Straatnamen in Den Haag" (2006) bij de huidige Kranenburgweg:
Genoemd naar Willem van Cranenburg, stichter van ridderhofstad Cranenburg in Eikenduinen.
De huidige Kranenburgweg loopt van de 2e Binnehaven te Scheveningen langs het Afvoerkanaal naar de Houtrust Brug, daar waar ooit boerderij Cranenburg stond. Deze boerderij dateert van 1450 en is in 1909 afgebroken. Ridderhofstad Cranenburg (1330-1603) stond daarentegen tussen het huidige Catshuis en de Scheveningseweg. Het gebied tussen de voormalige ridderhofstad Cranenburg en de latere boerderij Cranenburg aan de Beekstraat heet in de 14e-20e eeuw eveneens Cranenburg. Dat gebied hoorde historisch bij de ridderhofstad Cranenburg. (> Cranenburggoed Eikenduinen)

De huidige Kranenburgweg lijkt kennelijk alzo genoemd na het graven van het Afvoerkanaal en de ontsluiting van het gebied daar omheen. Dat past in de uitbreidingsplannen van Den Haag in de 19e en 20e eeuw. E.e.a. betekent dat de oorspronkelijke Cranenburgerwech mogelijk heel anders liep. Gezien de beschrijving van bron Die Haghe van 1910 mag worden aangenomen dat de oude Cranenburgerwech vanaf de rand van Den Haag naar de ridderhofstad Cranenburg in Eikenduinen loopt. De weg kan dan welhaast zeker een vrij directe verbinding zijn tussen Den Haag en de hofstede. Als zodanig zal ze mogelijk tamelijk parallel kunnen lopen met de Scheveningseweg. Op de Haagse kaart van Henricus Hondius uit 1629 is zo'n verbinding inderdaad te zien. Namelijk een zijweg van de Scheveningseweg vlak na de locatie van het huidige Vredes Paleis en vanaf de huidige Rustenburgweg. Op de huidige kaart van Den Haag loop de Rustenburgweg door tot aan de Jacob Catslaan, die langs Zorgvliet loopt. De Jacob Catslaan is op genoemde kaart van Hondius duidelijk te zien, maar zal in die tijd nog niet die naam hebben. Op de kaart van Hondius gaat de Rustenburgweg dan door vlak langs de bovenloop van De Beek tot aan de bocht om dan weer schuin af te buigen naar de Scheveningseweg. Juist op de plek waar hofstede Cranenburg heeft gestaan. Het landhuis Rustenburg en de Rustenburgweg dateren uit de 19e eeuw. (> Cranenburg Eikenduinen)

          

Hierboven: de kaart van Hondius. Oranje C = locatie ridderhofstad Cranenburg

E.e.a. betekent dat de oude Cranenburgerweg heeft gelopen langs de huidige Rustenburgweg, vlak langs De Beek door het latere Zorgvliet, langs hofstede Cranenburg en verder naar de Scheveningseweg. Op dat punt stond ridderhofstad Cranenburg en vanaf dat punt begint het Cranenburggoed, ofwel de landen genaamd Cranenburch, gaande tot aan het Afvoerkanaal, dat is gegraven in de 19e eeuw. Door de aanleg van Zorgvliet rond 1642 is de Cranenburgerwech dus verdwenen. Op de kaart van Zorgvliet is anno 2006 alleen nog een pad te zien dat exact gelijk loopt als de oude Cranenburgerwech tot aan de ruïne van hofstede Cranenburg in Park Zorgvliet. Het kan haast niet anders dan dat het pad inderdaad een restant is van de oude Cranenburgerwech.
** Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Kranenburgweg Den Haag
# NAD (AGH tgn 3.01.01. ivn 712)

 

Cranenburggoed Eikenduinen:
Willem van Cranenburg sticht in 1330 hofstede Cranenburg in een gebied dat 7 Morgen (6.3 Ha) groot is en dat hij in leen heeft van hofstad Wassenaar. In 1830 bezit boerderij Cranenburg 60 Ha grond. Tien keer groter dus. In het leenregister van hofstad Wassenaar wordt anno 1367 geschreven 'de woning te Cranenburch', hetgeen suggereert dat de locatie zodanig heet. Aangezien er geen gehucht met die naam in dat gebied te vinden is, moet er dus sprake zijn van een landgoed Cranenburch horend bij de hofstede Cranenburch. Dit wordt bevestigd door bron DH50 (p 72):

De woning van Cent Maartsz lag ten zuiden van de Beek van Segbroek als de meest oostelijke bezitting in het westambacht. Aan de noordzijde van de Beek vond men in overeenkomstige ligging een huis met toebehorend land, dat bijv. volgens het kohier van de tiende penning van Eikenduinen uit het jaar 1561 de volgende bestanddelen omvatte:

een huis en erf als eigendom van Adriaan Cornelisz en 1/3 aan de heer van Duvoerden (d.i. Duven- of Duivenvoorde) toebehoorde. Huis en landen werden door Adriaan Cornelisz zelf gebruikt. Volgens gegevens in andere bronnen waren deze woning en landen genaamd Kranenburg en hier zou men dus de plaats van de hofstede te zoeken hebben, welke Willem van Cranenburg (genoemd naar een adellijk huis in de heerlijkheid Bleiswijk), zelf een afstammeling uit het geslacht Wassenaar, in de tweede kwart van de 14e eeuw stichtte en van zijn neef de heer van Wassenaar te leen ontving met enige tienden en het recht een paar zwanen te houden in het Wijndalermeer.

Bron KOH schrijft over het oorspronkelijke Cranenburggoed:

Omstreeks 1280 ontving een lid van het geslacht Van Wassenaer van graaf Floris V in leen een gebied dat werd aangeduid met het 'Terra de Sceveninghe'. Het besloeg een belangrijk deel van het huidige Scheveningen, inclusief de Wildernisse (het oude en het nieuwe duin), Eikenduinen, dat lag ten noorden van Loosduinen en het Wijndaelermeer. Hier lag ook Segbroek met het Segmeertje en de Beek, die later zijn naam zou geven aan de Beeklaan. Rond 1330 woonde de Van Wassenaer die heer was van dit gebied, op het kasteel Cranenburch onder Bleiswijk. In deze tijd gaf hij dit gebied opnieuw in leen uit aan zijn neef Willem van Wassenaer, die hier een kasteel bouwde dat hij ook Cranenburch noemde.
Met Willem van Wassenaer bedoelt bron KOH Willem, heer van Cranenburg, ofwel Willem van Cranenburg. De Van Wassenaer van wie Willem de leen ontvangt is zijn neef Filips IV van Wassenaar.

Volgens bron OV78/194 is het Cranenburggoed rond 1607 circa 45 Morgen ofwel 40.5 Ha groot. Het goed ligt deels in Segbroek en is in dat jaar begrensd door:
Noord: 's-Graven Wildernis = Scheveningse Bosjes/Scheveningseweg
Oost: de Scholdamse Weg = Groothertoginnenlaan + Jacob Catslaan
Zuid: de Banwatering = Afwateringkanaal/Conradkade
West: erfen Arend Harcxz = Stadhoudersplantsoen + Adr. Goedkooplaan
Dit gebied is smal en lang. Circa 0.3 x 1.4 Km = 42 Ha. Dit komt aardig overeen met de taxatie van 1607.

 

In 1402 wordt gesproken over 'Cranenburger boomgaard' gelegen in Westambacht (Haagambacht) (OVG 1985 p 18). In 1658 over het 'Cranenburgerblok' zijnde Eydikenduinen (1600: Eykenduynen) (OVG 1978 p 204). Dit blok omvat het huidige gebied tussen Leyenburg en Segbroek. Het Cranenburgblok omvat derhalve een tamelijk groot gebied. In hoeverre de Kranenburgweg iets zegt over het landgoed, is vooralsnog niet te bepalen. Het is namelijk nog niet bekend wanneer ze is aangelegd. Op de oude kaart van Jacob van Deventer anno 1565 is deze weg in ieder geval niet aangegeven. Ook op de detailkaart van Den Haag en omgeving uit 1800 (zie boven) is de Kranenburgweg niet te zien. Evenmin op andere oude kaarten is de weg terug te vinden. Vooralsnog is dus niet te bepalen in hoeverre de weg iets zegt over de ligging van hofstede Cranenburg. Eerder lijkt het dat de weg van late datum (19e eeuw) is en genoemd is naar boerderij Cranenburg, waar ze min of meer begint.

Bijgaande kaart is een historische combikaart, waarbij de situatie in de 19e eeuw is geprojecteerd op de geografie van de 14e-15e eeuw. Dit geeft een beeld van de onderlinge posities van de relevante items. Geel = duingrond. Groen = nat veengebied. Eikenduinen wordt begrensd door Scheveningen, Scheveningse Weg, Den Haag, Eskamp, Loosduinen en Segbroek. Het Cranenburggoed moet ergens in dit gebied liggen. Nagenoeg zeker grenst het in het noorden aan de Wildernisse tussen Wassenaar en Den Haag.

Zoals bij Cranenburg Eikenduinen (hofstede) is geschreven, wordt na de afbraak van hofstede Cranenburg in 1603 nog decennia lang gesproken over Hofstede Cranenburg als een nog bestaand complex. Mogelijk wordt echter slechts het oude grondgebied (landgoed) van de hofstede bedoeld. E.e.a. betekent echter wel, dat het het resterende landgoed dan zuidelijk van Zorgvliet moet liggen en oostelijk tegen of (gedeeltelijk) in Segbroek en mogelijk tot diep in Eikenduinen.
** Cranenburg Eikenduinen, RHH, Leenhof Cranenburg, Eikenduinen, Kranenburgweg Den Haag, Cranenburgerwech Den Haag, Willem Willemsz van Cranenburg, Cranenburger Boomgaard Den Haag, Cranenburgerblok Den Haag, Kerstant van Kranenburg, Lenaert Cornelisz van Cranenburch
# DH50, KOH, OVG, DAB

Cranenburgh Alkemade
In Alkemade wonen door de eeuwen heen aardig wat Cranenburghs. In de 15e eeuw komen de eersten zich hier vestigen. Het zijn Dirck Vranken Cranenburgh en zijn potentiële broer Thijs Vranken Cranenburgh. Dirck wordt bouwman in de Vrouwe Ven en Thijs barbier in Oude Wetering. Het is echter goed mogelijk dat hun vader Vranck Mathijsz Cranenburgh* (1430*-1490*) zich al eerder vestigt in Alkemade. Vranck is geboren in Lisse en is daar enige jaren leenman van Huys Dever. Hij wordt als zodanig vermeld van 1456 tot 1471. Zoon Dirck is geboren in 1470* en zoon Thijs in 1485*, zodat het goed mogelijk is dat vader Vranck in 1471 met vrouw en kinderen verhuist naar Alkemade.
SV: Cranenburgh, Van Cranenburgh, Van Cranenburch, Kranenburg
De variant Van Craneneburch is opmerkelijk, omdat het in feite de oudste vorm is, die oorsrponkelijk is te vinden bij de Cranenburgs die wonen op kasteel Cranenburg te Bleiwsijk. In Alkemade vinden we deze variant o.a. bij Mees Claas van Cranenburch en diens broer Zacharias Claesz Cranenburgh (alias van Cranenburch).
** A447M, Cranenburgh Vrouwe Ven, Cranenburgh Lisse, Kranenburg Groningen, Alkemade, Zijplant, VCK

 

Cranenburgh Australia:
De Cranenburghs in Australië stammen af van Dalmerick (Delmerick) Cranenburgh uit Bengal in India en zijn tweede vrouw Constance Alexander. Geoffrey Cranenburgh is één van hen.
Wapen: op rood een burcht in zilver met daarop een kraanvogel, houdend een steen in de linker poot.
** Cranenburgh India, Bengalen, Jan Kranenburg (gb 1893; wapen), FW Kranenburg Londen
&& Pg Summaries
# PLZ, KBG

 

Cranenburgh Engeland:
Anno 2006 wonen in Engeland naar schatting rond de 35 personen met de naam Cranenburgh. De spelling van de naam is nogal typisch voor de 17e eeuw in Zuid-Holland. De oervader van de Engelse Cranenburghs is vrijwel zeker John Cranenburgh, die in 1657 in Londen woont en daar in 1660 wordt genaturaliseerd. Deze John Cranenburgh is mogelijk een zoon van Willem Jansz Cranenburgh (gb 1598) te Warmond.
** John Cranenburgh (gb 1630)

Cranenburgh Haarlem:
Vooralsnog is van onderstaande Kranenburgs~ zeker of vrij zeker bekend dat zij in Haarlem of daaromtrent hebben gewoond:
1520-1585 Claes Thijsz Cranenburgh B!+// Warmond-Haarlem-Groningen ...cd:
1545-1615 Symon Mathysz Cranenburgh B!+// Warmond-Haarlem
1546-1606 Xx Claesdr Cranenburgh B!+// Warmond-Haarlem-Groningen ...cd
1548-1608 Garbrant Claesz Cranenburgh B!+// Haarlem-Groningen-Haarlem ...cd
1645-1705 Xx Kranenburgh (vv Claes) X!x// Bloemendaal/Haarlem*
1665-1725 Xx Cranenburg (vv Hendrik) B!++// Haarlem*
1680-1740 Claes Xzn Kranenburgh X!x// Bloemendaal/Haarlem
1700-1720 Hendrik Cranenburg B!x// Haarlem-VOC-Indië*
1715-1775 Cornelis Claesz Kranenburgh X!+// Bloemendaal/Haarlem-Gouda-Haestrecht
1745-1805 Clasina Kraanenburg X!x// Haarlem*-Amsterdam
1873-1933 Reinier Christiaan Alphonsus van Cranenburgh X!x// Cuyck-Haarlem
1882-1939 Alida Kranenburg X!+// Voorschoten-Haarlem
1883-1944 Willem Kranenburg B!+// Lisse-Haarlemmermeer-Zijpe/NH
1886-1946 Cornelis Kranenburg X!+// Voorschoten-Haarlem
1888-1948 Catharina Kranenburg B!+// Lisse-Haarlemmermeer
1907-1962 Wim Kranenburg B!+// Nieuwveen-Haarlem-Uithoorn/Thamen/Amstel ...cd
1919-1979 Maria Louisa Henriëtta van Cranenburgh X!+// Haarlem
1930-2003 Geertje Kranenburg B!+// Nieuwveen-Haarlem ...cd

- Villa De Cranenburgh
Aan de Wagenweg 63 te Haarlem staat een villa genaamd De Cranenburgh, pal naast de Haarlemmerhout. De villa is gebouwd in 1928 in opdracht van ene Mv Cranenburgh. Opvallend zijn de helrode stenen van de villa, de halfronde erkers en het monumentale terras. De villa is aanvankelijk ontworpen door Architectenburo Thunissen & Hendriks in Den Haag. Mv Cranenburgh was echter niet tevreden en liet daarom het ontwerp afmaken door architect J. Peper uit Heemstede.

 
Cranenburgh Heiloo:
In 1608 worden twee Cranenburghs genoemd, die kennelijk in Heiloo wonen. In dat jaar doet Willem Jacobsz IJpelaan te Heiloo afstand van het voogdijschap van Aris Wilbertsz. In de acte worden ook genoemd Jan Cornelisz Cranenburgh en Claes Jacobsz Cranenburgh. (AFY) Mogelijk is er een relatie. Ze wonen in ieder geval in dezelfde regio. Het feit dat Jan en Claes verschillende vaders hebben, kan betekenen dat ze hun roots in Heiloo hebben of daaromtrent. Hun vaders Cornelis Xzn en Jacob Xzn kunnen broers zijn, geboren rond 1535. Diens vader is dan de nog onbekende Xx Cranenburgh~, die ergens rond 1500 is geboren en mogelijk in Heiloo woont of daaromtrent. Er zal daar dus al ruime tijd een geslacht Cranenburgh in Heiloo kunnen wonen. Ook is mogelijk dat ze afkomstig zijn uit Castricum. (> Cranenburch Castricum)
** Tedingh van Cranenburg, Cranenbroek Heiloo, Cranenburch Castricum
# AFY, KBG

Cranenburgh India
Een geslacht in India dat mogelijk afstamt van Cornelis Florisz Kranenburg (Cranenburgh) en Aaltje Janszdr in Hillegersberg. Mogelijk is dit geslacht via de Oost-Indische Compagnie (VOC) in de 18e eeuw in India belandt. Velen van hen wonen in Bengal, i.b. in Calcutta. Een nakomeling van de eerste settler wordt naar zeggen barrister en magistraat in Calcutta. Hij (Xx Cranenburgh gb 1775*) schrijft er een aantal belangrijke Wetboeken. De orginelen van deze boeken bevinden zich in het India House in Londen.
Nazaten van dit geslacht zijn later vertrokken naar Engeland en Australië. Geoffrey Cranenburgh in Australië is één van hen. Anno 2008 wonen in India nog diverse personen met de naam Cranenburgh. O.a. Ratna, Mark en Yvonne Cranenburgh. Zij wonen in Calcutta.
** Jacob Cranenburg (gb 1614), VOC, Ada Cranenburgh, Vernon Cranenburgh, Geoffrey Cranenburgh, Herbert R. Cranenburg, Dalmerick E. Cranenburgh, Letitia A. Cranenburgh, Amelia L. Cranenburgh, Jessamine Cranenburgh, Henrietta A. Cranenburgh, Cranenburgh Australia, Bengalen, Xx Cranenburgh (gb 1677; Calcutta), Saville & Cranenburgh Printers Ltd Bengal/India
&& Pg Summaries
# DVB, KBG

Cranenburgh Law Publishing Press Calcutta/India
** Savielle & Cranenburgh Printers Ltd

Cranenburgh Lisse
In Lisse wonen al vrij vroeg Cranenburghs~. De eersten zijn Claas Willemsz van Cranenburg, Matheus Claesz en Vranck Matheusz, respectievelijk zoon en kleinzoon van Claas. Zij komen uit Leiden en vestigen zich in 1444 in de Vrancken Hofstede te Lisse. Vranck Matheusz (van) Cranenburgh is leenman van Huys Dever. Diens zoon Dirck Vranken Cranenburgh is er enige jaren kastelein van Huys Dever. Jacob Ottense (van) Cranenburgh (1649-1709*) woont ook in Lisse, waar hij bakker is en broodjes levert aan Huys Dever. Rond 1699 is hij zelfs burgemeester van Lisse. Mogelijk is hij een zoon van Otto Jacobs Cranenburgh (1614*-1674*) die in Lisse woont en grond pacht van Huys Dever. De vader van Otto moet ene Jacob Xzn Cranenburgh (1580*-1640*) zijn, die mogelijk zelf ook in Lisse of daaromtrent heeft gewoond. Mogelijk heeft ook Gerrit Xzn Cranenburg (1579*-1639*) er gewoond. En ook Claes Xzn Cranenburch (gb 1605*).
** Vrancken Hofstede te Lisse, Huys Dever te Lisse, Cranenburg/Mathenesse, Leendert Dirck Vrankenz Cranenburgh, Pennings Vennemeer
# LRD, AHZ

Cranenburgh Strijen
Hofstede in Strijen rond 1650 in bezit van Geertruyt Esseboom. Zij is gehuwd met Meeuwis Dircksz Cranenburgh. Mogelijk heeft Meeuwis zijn naam ontleend aan deze hofstede, maar zekerheid bestaat daarover geenszins. Hoe de hofstede aan haar naam komt en wat er verder mee is gebeurd, is vooralsnog onbekend.
# KJS (OVG dec 2004)

Cranenburgh Vrouwe Ven
De Vrouwe Ven te Warmond is een polder met voornamelijk veeteelt. De eerste Cranenburgh die we daar aantreffen is Dirck Vranken Cranenburgh (1470-1551). Dirck is mogelijk een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh* uit Lisse. Enige generaties lang wonen de (van) Cranenburghs nog in de Vrouwe Ven. Daarna verhuizen ze o.a. naar Leiden.
** Warmond, Van Cranenburch Warmond, Cranenburgh Alkemade, VCK

Cranenburgh Wynaldum:
In Wynaldum (bij Harlingen) stond ooit een zate met de naam Cranenburgh, gelegen aan De Leane (WZ). De naam is afkomstig van de familie Van Cranenburgh die het land in bezit heeft. Zij wonen daar circa 1550-1640.
In 1640 zijn de Armenvoogden van Harlingen eigenaar van de zate.
Vóór 1671 woont Wijbe Eeltjes op Cranenborgh in Wynaldum.
In 1671 wonen er Aage Pier en zijn vrouw Pijtje Tijses. Op 27.1.1671 is hun zoon Pier daar geboren.
Op 30.4.1678 wordt de zate verkocht aan Saco Idsinga, ontvanger te Harlingen. In 1700 is de zate eigendom van M. van Idsinga en is Jan Philips gebruiker. De zate is dan 27 pondermaat groot. In 1850 is de zate ruim 9 ha groot.
Bron Tresoar (ex DTB Wynaldum) schrijft dat op 27.1.1671 op Cranenborgh in Wynaldum is geboren Pier, zoon van Aage Pier en Pijtje Tijses, en dat voorheen wijbe Eeltje heeft gewoond.
De zate is helaas rond 1995 afgebroken bij de aanleg van de rotonde aan de weg tussen Harlingen en Leeuwarden.
De zate wordt abusievelijk ook wel eens Cronenburgh genoemd. Dat komt vrij zeker omdat er ook een zate Cronenburg heeft bestaan. Deze zate stond bij het dorp Pietersbierum, dat circa 5 Km noordelijk van Wynaldum ligt. De zate is gesticht rond rond 1550 door Sjerp van Cronenburg, zoon van Gerrit van Cronenburg en Aaf van Teylingen. Hij noemde de zate Nieuw Cronenburg.
Ene Xx van Cranenburch is op 27.4.1571 begraven in de Grote Kerk te Harlingen. Mogelijk heeft hij iets te maken met de havezathe. Aangezien hij in Harlingen of daaromtrent moet hebben gewoond, is zate Cranenburgh mogelijk door hemzelf of een zoon van hem gebouwd. Dat moet dan ergens in 1540-1580 zijn gebeurd.
** Xx van Cranenburch (gb 1511), Zate, Kronenburg~, Harlingen
# OV Oud Barradeel, Tresoar Leeuwarden (Archief familie Van Beyma thoe Kingma ivn 931), GA Franekeradeel (ex 'Van de Mond der Oude Middelzee' van K.J. van den Akker, 1967), Tresoar, Nederlandsch Woordenboek, FRI, KBG

 
Cranendonk
** Kranendonk, Cranendonck

Cranendonck * gemeente
Gemeente in Noord-Brabant, bestaande uit de dorpen Budel (gemeentehuis), Budel-Dorplein, Budel-Schoot, Gastel, Maarheze en Soerendonk. Oppervlakte: 78,14 Km2. Anno 2004 20.149 inwoners. Wapen: in zilver drie hoorns. Dit wapen is afgeleid van het wapen van het geslacht Cranendonck, waaraan de gemeente z'n naam dankt. De Heren van Cranendock bezitten sinds de 14e eeuw de baronie Cranendonck, bestaande uit Budel, Maarheeze en Soerendonk. Budel heeft als wapen: Van lazuur, beladen met een kraanvogel van natuurlijke kleur; de vogel staat op losse grond van goud. Wapen Maarheeze: Van lazuur beladen met een kraanvogel, houdende in deszelfs linkerpoot een steen, alles van goud.
Een donk is Brabants voor een heuvel. De wapens van Budel en Maarheeze beelden dus in feite de naam Cranendonck uit.

Cranendonck * baronie
** Cranendonck/geslacht uit Noord-Brabant

Cranendonck * geslacht uit Holland
Dit geslacht is afkomstig uit de Riederwaard bij Ridderkerk. Ze verbreiden zich in de 16e en 17e eeuw naar IJsselmonde, de Hoekse Waard, Dordrecht, Rotterdam, Leiden, Amsterdam, Haarlem en Mechelen. Van Willem Jansz Cranendonck bestaat een zegel uit 1459 met daarop o.a. twee hoorns. Willem Jansz is dijkgraaf van de polder Dirk Smeetsland onder IJsselmonde. Gezien zijn wapen stamt hij mogelijk af van het geslacht Van Cranendonck uit Noord-Brabant, dat een wapen voert met drie hoorns.
** Willem Jansz Cranendonck (1459"), Van Horne
# 'De geslachten Cranendonck in Holland (ca. 1400-1700)' van Kees Sigmond en Kees-Jan Slijkerman (1992)

Cranendonck * geslacht uit Noord-Brabant
Bezit sinds de 14e eeuw de baronie Cranendonck, bestaande uit Budel, Maarheeze en Soerendonk. Deze dorpen zijn opgegaan in de gemeente Cranendonck.
Wapen: in zilver drie hoorns in rood; achter het schild een adelaar in zwart, rood gepoot en geklauwd, de kop gewend naar links (heraldisch rechts).
Dit wapen is duidelijk afgeleid van het wapen van het geslacht Van Horne, dat eveneens drie hoorns heeft. Het lijkt er derhalve op dat het geslacht Cranendonck is voortgekomen uit het geslacht Van Horne. Mogelijk zijn ze een tak van het geslacht Van Cranenborch Horne.
** Willem van Cranendonck (1289"), Van Cranenborch Horne, Van Horne

Cranenhofstede Utrecht:
Cranenhofstede ligt tussen de Weertpoort en de Wittevrouwenpoort in stad Utrecht (acte UA ivn U114a8/83 dd 24.4.1711). Onder (= noord) de hofstede ligt een singel (acte UA ivn U122a2/195 dd 4.2.1701). Bij de Weertpoort ligt de Kranesteeg (1693-96).
Op grond van deze gegevens moet de hofstede ongeveer liggen op de locatie van de Bellamystraat. In de Atlas van Blaeuw (1649) ligt op die locatie een groot bouwland met vier gebouwen en plantages die inderdaad lijken te horen bij een hofstede. Mogelijk is dat de Cranenhofstede met bijgebouwen.
De Cranenhofstede ligt niet ver van Huis Cranenborch aan de Oude Gracht 158.
Verder onderzoek is nodig om te kunnen bepalen wat de hofstede precies voorstelt. Vooralsnog is alleen bekend dat de Cranenhofstede te maken heeft met het Domproostgerecht Kranenburg in Utrecht en derhalve mogelijk ook met Bartholomeus II van Wassenaar. Hij is immers in 1280-1308 domproost in Utrecht. Mogelijk is hij ook de bouwer van Huis Cranenborch aan de Oude Gracht.
** Domproostgerecht Kranenburg, Cranenborch Utrecht (Oude Gracht 158), Utrecht Stad, Cranesteijn Utrecht
# UA, ATB, KBG

Cranesbury:
Engelse familienaam.

Cranesbury Manor Englefield, Berkshire
Halewijn I, burggraaf van Leiden, woont volgens het Doomsday Book Survey van 1075 in Englefield (Berkshire), dat ligt tussen Chertsey en Windsor. Hij bezit daar 25 Ha grond en een molen. Een boekje van The Borough Council of Reading (UK) schrijft over Englefield bij Windsor in Berkshire:

At the Norman Conquest in 1066 the land was allocated by the Conquerer to a William Fitz Anculf, and this is mentioned in the Doomsday survey of 1075 when apparently the tennant Alwin paid 10 hides for the holding of 60 acres of meadow and one mill worth 10 shillings.
 
It is not possible to give a detailed account of what happened in these aerly days, but it is clear that the Manor was held by the Englefields [family] as from 1166 and from then on they gave distinguished service to the Crown in successive appointments to the office of Knight of the Shire, etc.
Cranesbury Manor grenst in het westen aan Old Windsor waar het oude paleis van de Engelse koningen staat sinds de 9e eeuw. Old Windsor ligt aan de Thames en heeft daar een groot molenpark aan de rivieroever. Windsor Forest is een groot koninklijk jachtgebied. Mogelijk lag tussen Windsor Forrest en Englefield een gebied met de naam Cranesbury Mews, in die tijd een groot rond paardenveld met de koninklijke paardenstallen. Daaromtrent moet dan Cranesbury Manor zijn gesitueerd, het bezit van Halewijn I ofwel Alwin of Cranesbury.

Een Engelse bron in bezit van Reading Borough Council schrijft (p 3) over Englesfield:

The first mention of Englefield in History is that Ethelred of Wessex defeated the Danes in a skirmish at Englefield in 870. His troops were mostly Angles and it was the first defeat the Danes had sustained -- hence the name Anglefield. At that time tradition tells us that the family later called Englefield were already established in the district as small land owners.
Englefield bestaat dus al in 870nC en is kennelijk genoemd naar de Angelen die zich daar rond 500nC vestigen. Het geslacht dat de manor aldaar sinds 1166 in leen heeft, noemt zich later Englefield. Sindsdien krijgt ook de manor die naam.
** Krenenburg~, Cranenburch Leiden, Van Cranenburch Leiden, Ax (Englefield)
# WKP 18.12.09, DAB, KBG

Cranesteijn Utrecht:
Huis gelegen aan de St Jacobsbrug in Utrecht. Anders genaamd 't Huis ten Craen. 'Repertorium op de Stichtse Leenprotocollen uit het Landsheerlijke tijdvak' (van Dr A. Johanna Maris) schrijft:

Die husingen ende hofstede then Craen mit alle hoeren thoebehoren also sij gelegen is bij Sente Jacops brugge an die westside van der grafte 'streckende van voir van der graefte afterwerts an Sente Jacobs kerckhoff alse hij se van minen Heer van Utrecht houdende is, dair Peter Mouwerkin boven naest gelegen is ende Arnt die cuper beneden'.
Mogelijk is dit huis bezit van het geslacht De Kraane.
** De Kraane

Crelis~
** Cornelis

Crelis Kranenburg (1684-1744*):
Zoon van Crijn Kranenburg en Dievertje Janss.
Gedoopt 16.5.1684 in de Oud Kath. Kerk aan de Brouwersgracht te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Crenenburch~
** Krenenburg~

Creoda van Mercia (533*-593*):
Zoon van koning Cynewald van Mercia.
Geboren in Stone*, Staffordshire. Woont later in Tamworth, de nieuwe zetel van het koningshuis. Koning van Mercia.
Zoon: Pybba (gb 564).
** Mercia
# WKP, KBG

Cristiaan~
** Christiaan~

Cristina
** Christina~

Cronenborch Castricum
Feitelijk: Huys te Castricum. Kasteel uit de 11e eeuw. In de 14e-15e eeuw bezit van de Heren van Polanen, ook genaamd Heren van der Lecke. (> Lekregio). In 1441 komt dit goed in leen bij Willem van Cronenborg, zoon van Hendrik van Cronenborg. Hendrik is een zoon van Willem van Cronenborg, een bastaardzoon van graaf Willem IV van Holland. Sinds Willem van Cronenborg in 1441 Huys te Castricum in leen krijgt, wordt het kasteel meestal Cronenborg, later Kronenburg genoemd. In 1573 wordt Huys Cronenborg verwoest door de Spanjaarden. Daarna wordt het niet meer opgebouwd en raken de restanten in verval. Sinds 1741 is niets meer te zien boven de grond. Anno 2008 zijn er nog muurresten achter boerderij Kronenborg, gelegen voorbij 't Cronenborgerlaantje. De boerderij dateert oorspronkelijk uit de 16e eeuw. De huidige boerderij is echter gebouwd begin 19e eeuw. Tegenwoordig is deze hoeve een provinciaal monument.
** Cranenburch Castricum, Kronenburg~
# oudcastricum.com 10.4.08, FRI, KBG

Crijn~

Crijn Tijsz Cranenburgh' (1535*-1610*):
Mogelijk een zoon van Thijs Vranken Cranenburgh.
Woont in Warmond.
Vermeld in 1600 in bron KVL ivm belastingaanslag gestelt sijnde op 25 gulden mer hebbende zijn goet onder ede begroot op 32 gl. es in de verdoubbleringe vermindert op 30 gl.
De kans dat Crijn Tijsz inderdaad een Cranenburgh~ is, mag vrij reëel worden genoemd. Immers, in het Morgenboek Warmond 1636 wordt genoemd:

Crijn Crijnsz eijgen terve daer sijn huis op staet     - xx R [20 roeden]
Noch eijgen seker erve eertijts gecomen [geërft] van Dirck Cornelisz. Cranenburch
Gecomen van = aengecomen van
aencomen van = als aandeel of eigendom toegevallen zijn (WMN) = geërfd. Normaliter gebeurt zulks langs familiaire weg. Crijn Crijnsz kan dus heel wel een zoon zijn van Crijn Tijsz. Hij zal dan circa 1568 geboren kunnen zijn. Hiermee is tevens de herkomst van Dirck Crijnen Cranenburgh (gb circa 1570) te Strijen/Bonaventura verklaarbaar.
=* Crijn Xzn Cranenburgh (gb 1540; Strijen)
# KDL, KVL

Crijn Xzn Cranenburgh (1540*-1600*)x
Woont mogelijk in Strijen/Bonaventura of daaromtrent. Ghm NN.
Zoon: Dirck Crijnen Cranenburgh.
=* Crijn Tijsz Cranenburgh (gb 1535 Warmond)

Crijn Crijnsz Cranenburgh' (1568*-1640*):
Zoon van Crijn Tijsz Cranenburgh en NN te Warmond.
Genoemd in Morgenboek Warmond 1636:

Crijn Crijnsz eijgen terve daer sijn huis op staet     - xx R [20 roeden]
Noch eijgen seker erve eertijts gecomen [geërft] van Dirck Cornelisz. Cranenburch
Kennelijk heeft Crijn genoemd erf geërft van Dirck Cornelisz Cranenburch, mogelijk een oudoom van hem.
** Crijn Tijsz Cranenburgh (gb 1535).

Crijn Pietersz Craen (gb 1606*; 1641" Hazerswoude)
** Dirck Cornelisz van Cranenburgh (gb 1606; Hazerswoude)

Crijn Xzn Kranenburg (1617*-1677*):
Woont in Koudekerk aan de Rijn. Ghm NN.
Dochter: Aeltgen Crijnen Kranenburg.

Crijn Kranenburg (1649*-1709*):
Woont in Amsterdam. Ghm Dievertje Janss.
Udh: Crijn (gd Oud Kath. 1684 Brouwersgracht Amsterdam).
# GA Amsterdam

Crijn van Kranenburgh (1701*-1761*):
16.12.1736 in de NH Wester Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Hermanus, zoon van Hermanus Pieterse en Antje van Brugge.
# GA Amsterdam

Krijn van Kranenburg (1822-1882*):
Zoon van Jacob van Kranenburg en Alida van der Helm. Geboren 16.12.1822 in Moordrecht.
Huwt 1.4.1858 in Meerkerk met Neeltje Alting, dochter van Aalbert Alting en Neeltje Haagoort.
# FDK

Krijn Bartholomeus van Kranenburg (1867-1927*):
Zoon van Jan van Kranenburg en Johanna de Jong.
Geboren 19.6.1867 in Gouda.
# FDK

Krijn van Kranenburg (1873*-1933*):
Geboren en wonend in Moordrecht. Broer van Arie van Kranenburg (gb 1871).
# MOZ

Crijna~

Krijna Kranenburg (1760-1820*)
Dochter van Johannes Kranenburg en Cornelia Wijnobel.
Gedoopt 13.7.1760 te Leiden.
# Dopen in Leiden

Cultuur:
** Schilders, Schrijvers, Muziek & Zang, Cinema

Cunera Jansdr Cranenburgh (1589-1649*):
Dochter van Jan Claesz Cranenburgh en Maritgen Cornelisdr. Geboren en wonend in de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade.
# VVB

CVC
Compagnie van Cranenburgh
I.b. Menno Brouwer te Bleiswijk
** Compagnie van Cranenburgh

CVM:
Coulissen van de Macht.
C.L. Verkerk, 1992
In dit werk worden genoemd:
1453 Johan van Kranenburg; zegel dd 31.8.1453 met wapen (vaag): een kasteelmuur met daarboven 2 kraanvogels*. (Van Iddekinge 225, foto GAA)
1469/70 Johan van Cranenborch, reddituarius (rentmeester en beheerder stadsfinanciën) te Arnhem.
1472 idem
1482 Jan van Cranenborch, schepen van Arnhem.
1483 Jan van Kranenborch, schepen van Arnhem.

De zegel is bevestigd aan Regest 225 (ivn 778 St Nicolai Broederschap; Gelders Archief Arnhem). Johan van Kranenburg zal ergens rond 1418 geboren zijn. Jan van Cranenborch zal een zoon van hem kunnen zijn, geboren rond 1450.

Johan van Kranenburg lijkt gezien zijn zegel aan genoemd regest van 1453 kennenlijk een belangrijk ambt te vervullen bij de St Nicolai Broederschap. Mogelijk is hij een kleinzoon van Johannes van Cranenborch (gb 1332) in Arnhem. Deze Johannes is koster van de Walburgis Parochie en woont op de locatie waar in de 15e eeuw de St Nicolaas Kerk wordt gebouwd.

Het wapen op bovengenoemd en afgebeeld zegel doet denken aan het wapen van Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden): op een muur twee kraanvogels. Het wapen lijkt zeker niet op het wapen van de stad Kranenburg bij Kleef (> Kranenburg Kleef), noch op het wapen van Van Cranenborch Horne (ZA). Evenmin op het wapen Van Kranenburg Zwolle, zijnde een toren met vijf vogeltjes. De conclusie is dus gewettigd dat het geslacht Van Kranenburg Arnhem (dat dit wapen voert) niet afkomstig is uit Kranenburg Kleef of Kranenburg Zwolle, noch afstamt van het geslacht Van Cranenborch Horne, maar veeleer afkomstig is uit Zuid-Holland en waarschijnlijk uit Bleiswijk. De stamvader van het geslacht Van Kranenburg Arnhem is waarschijnlijk Johannes van Cranenborch (gb 1332*). In 1367 is hij koster in Arnhem. Mogelijk is hij dezelfde als Johan Jansz van Cranenburg (gb 1345*), Ridder, zoon van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg en Badeloge Pietersz van Minnichem te Eikenduinen. Feitelijk genaamd Johan van Cranenburg Johansz, vermeld als priester in 1388. In zijn tijd is het zeker niet ongewoon dat priesters gehuwd zijn en kinderen hebben. (> Celibaat)
Het is interessant te weten waar de genealogische takken samenkomen van Johan van Kranenburg (gb 1418) en Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504) van wie de wapens zo sterk op elkaar schijnen te lijken. De twee takken zien er als volgt uit:

- tak 1
1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:zh:
1300-1380 Jan Engelbrechtsz van Cranenburg B!r+// Eikenduinen-Zoetermeer ...ww=:zh:c
1332-1392 Johannes van Cranenborch B!+// Eikenduinen*-Arnhem ...wk:zh:ah:
1375-1435 Xx van Kranenburg (vv Johan) B!+// Arnhem ...ka:ah:
1418-1478 Johan van Kranenburg B!++// Arnhem ...ka:ah:

- tak 2
1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:zh:
1295-1355 Dirck van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk:zh:c:
1335-1415 Engelbert II van Cranenburg B!+// Bleiswijk-Eikenduinen-Maasland ...wk.c:
1380-1461 Engelbert III van Cranenburg B!+// Bleiswijk ...wk.c:
1426-1486 Egbert van Cranenburch B!+// Bleiswijk*-DenHaag-Bilwijk-Haestrecht ...ww:
1467-1527 Claes Engelbrechtsz van Cranenburch B!+// Maasland ...wk:zh:
1504-1564 Claes Claesz van Cranenburch B!+// Maasland*-Leiden ...b2:zh:

Het ziet er erg opwindend uit. Beide takken ontmoeten elkaar bij Engelbert I van Cranenburg (gb 1255; Eikenduinen). Daarmee is het wapen CVM (muur + 2 kraanvogels) mogelijk één van de oudste familiewapens van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk.
** Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden), Celibaat, FW Twee Kraanvogels
# Google 23.8.08, KBG

Cynewald van Mercia (510*-570*):
Zoon van koning Cnebba van Mercia.
Geboren en wonend in Stone*, Staffordshire.
Koning van Mercia.
Zoon: Creoda (gb 533).
** Mercia
# WKP, KBG

Cynric van Wessex (517*-577*):|
Zoon van koning Cerdic van Wessex.
Koning van Wessex sinds 534.
Verslaat in 552 autochtone Britten bij Old Sarum.
Zoons: Ceawlin (gst 593) en Cutha (gst 584).
** Wessex, Old Sarum
# WKP, KBG

C5 Optiek
Als formeel niet bekend is of tussen twee personen verwantschap bestaat, is het nuttig om te kijken naar de criteria: tijd, naam, regio, milieu en familiewapen. Hoe meer de betreffende personen binnen de grenzen van deze criteria bij elkaar passen, hoe groter de kans is op verwantschap.

In de Tijd-optiek geldt dat ouder en kind normaliter qua leeftijd hooguit 20 tot 50 jaar in leeftijd verschillen. Dit kan in uitzonderlijke gevallen iets anders liggen. Maar grosso modo zal het ouderschap boven de 50 jaar toch snel aanzienlijk weinig voorkomen. Bij de ondergrens zit misschien wat meer speelruimte, maar ook daar zal ouderschap snel minder vaak voorkomen.

In de Naam-optiek zijn patroniemen uiterst nuttig. Als vader Jan heet dan zal het kind normaliter Jansz of Jansdr als tweede naam voeren. Ook zijn gangbare voornamen in de familiekring, de regio of het sociale milieu (o.a. religie) een goede aanwijzing. Familienamen kunnen echter problemen opleveren door instabiel gebruik. Hoe verder in het verleden, hoe vaker dat voorkomt. Een vader die een achternaam voert, maar een kind die dat niet doet. Of omgekeerd. Of dat hun achternamen verschillen. Bijvoorbeeld door naamverandering. Verschillen in spelling zijn zelden een echt probleem. Hoe verder naar het verleden, hoe minder spellingsregels worden aangehouden en hoe groter de verschillen kunnen zijn.

Een belangrijk aspect van de Naam-optiek is ook de mate waarin een veronderstelde familienaam in een bepaalde Regio/Tijd-optiek voorkomt. Als een we een Jan Dirksz kennen uit een bepaalde Regio/Tijd en we vermoeden op bepaalde gronden dat hij Kranenburg~ heet, dan groeit die kans met het aantal Kranenburgs~ dat in die Regio/Tijd leeft. Hoe meer Kranenburgs~, hoe groter de kans dat we inderdaad met een Jan Dirks Kranenburg~ te maken hebben.

Een ander belanrijk aspect in de Naam-optiek is het voorkomen van bepaalde voornamen. Bij vele geslachten komen bepaalde voornamen biezonder vaak voor. Dat heeft veel te maken met de gebruiken en tradities in de naamgeving. Bij de Kranenburgs~ in Scharmer komen in de 18e en 19e eeuw de voornamen Hendrik, Harke, Jan, Ipe en David biezonder vaak voor. In de 16e-17e eeuw zien we bij de Cranenburghs~ in Warmond en Leiden de voornamen Claes, Pieter, Cornelis, Jan, Mathijs en Mees heel vaak. Bij de Kranenburgs~ in IJsselmonde en daaromtrent zijn de voornamen Teun, Arie, Simon en Cleys erg populair. En in Nieuwkoop zijn dat Teun, Claes en Dirk. Bij de oudste Cranenburchs~ uit Bleiswijk, Eikenduinen en Den Haag zien we de voornamen Jan, Engelbert, Willem en Dirk erg vaak. Als een potentiële Kranenburg~-candidaat dus voornamen heeft, die binnen een bepaalde populatie Kranenburgs~ vaak voorkomen, dan stijgt dus de kans dat we met een echte Kranenburg~ te maken hebben.

In de Regio-optiek geldt dat kinderen heel vaak in de nabijheid van hun ouders wonen. Hoe groter de mobiliteit, hoe groter de afstand kan worden. Daarnaast speelt migratie een belangrijke rol. Mensen die verhuizen naar andere oorden om het werk of betere levensomstandigheden. Echter, hoe verder naar het verleden, hoe geringer de afstanden zijn. Tot in de 19e eeuw wonen huwelijkspartners hooguit drie dorpen verder. In kringen van de adel en de gegoede burgerij is de afstand echter vaak al veel groter.

In de Milieu-optiek gelden de sociale, culturele, politieke, religieuse en zakelijke kaders waarin beide personen met elkaar in relatie staan. Hoe meer de kaders bij elkaar aansluiten, hoe groter de kans op verwantschap is.

In de Wapen-optiek geldt dat gelijkheid of identiekheid van familiewapens normaliter duidt op verwantschap. Hoe groter de gelijkheid of identiekheid, hoe groter de kans op verwantschap is.

** NAGO, WKB, Geneametrie, Naamgebruik, VCK, Tweelingen
# KBG

C. Kranenburg (1768*-1848*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1733) en NN te Gouda.
Woont in Gouda. Van beroep schoenmaker.
# GHA 29.1.09, KBG

C. Kranenburg (1937-2002):
Geboren 14.3.1937. Overlijdt 12.12.2002. Begraven op Daelwijck in Utrecht.
# graftombe.nl 4.2.08

=x=