Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

Kranenburgia, Kranenburg, Cranenburgh, Kranenborg, Kranenberg  

Kranenburga L-R

L::

Labda
Griekse letter die staat voor de Latijnse letter L en heeft ook de vorm van een L. De Labda is ontstaan door omkering van het Griekse letterteken Gamma, die eruit ziet als een winkelhaak met de korte bovenarm naar rechts. De Gamma staat voor de Latijnse letter C.
** GXW

Lakenbereider
ONL: iemand die patronen ontwerpt voor linnen en andere stoffen.

Lambert~
() Lambert, Lammert, etc

Lambert Jansen Kranenburg* (1604*-1664*):
Mogelijk een zoon van Jan Claesz Cranenburgh en NN te Groningen.
Woont in Harkstede. Is in 1639 redger.
Zoon*: Jurjen Lamberts Kranenburg (Garmerwolde).
** Redger
# Vrouger (1997/4)

Lambertus Peterse Cranenborgh (1664-1724*):
Zoon van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 8.12.1664 te EttenLeur. Getuige: Cornelis Stevens en Anna Willems per vicaris.
Ondertrouwt 8.12.1703. Huwt 23.12.1703 te EttenLeur met Maria Simonis, geboren in DenHaag.
Alias: Lambertus Peters van Cranenborgh, Lambertus Peeterse van Cranenburgh
Udh: kind gb 30.12.1705 en kind gb 20.6.1709; beiden te Etten-Leur.
# planet.nl 24.11.09

Lambertus van Cranenborgh (1669*-1739*)
Woont in EttenLeur. Ghm NN.
Udh: Lambertus van Cranenborgh (gb 1704).

Lammert Cranenborg (1670*-1730*):
Woont in Aalten. Ghm Margaretha NN (gb 1676*).
Udh: Jan Christoffel Cranenborg (1702 Aalten).
** Kranenburg Aalten, Stechman

Lammert Jans Kranenburg' (1670*-1730*):
Mogelijk een zoon van Jan Hindricks Kranenburg (gb 1635) en Margreta Stechmans in Loppersum.
Genoemd in 1721 in bron VSH "Lammert Jans tot Loppersum" ivm verponding c.q. bezit van 8 akker (16 Ha) land te Harkstede, die hij zelf gebruikt.
** Stechman
# VSH (Harkstede 1721 p 476)

Lambertus van Cranenborgh (1698*-1758*)
Woont in Ettenleur. Ghm NN.
Udh: Lambertus van Cranenborgh (gb 1733).

Lambertus Derks Kranenborg (1700*-1784):
Zoon van Dirck Hindrix Kranenburg en NN. Geboren in Loppersum.
Lambertus is koperslager. Hij huwt 1730 Aafke Doojes, geboren Westeremden 6.11.1695, dochter van Doeij Jans, stelmaker en herbergier, en Abelje Jans. Aafke was eerder gehuwd met Lubbert Jans Kranenborg (gb 1691) in Loppersum.
Lambertus woont in 1774 in Hoogezand. Hij overlijdt 12.9.1784 in Sappemeer. Zijn naam komt voor als Kranenberg in een een advertentie in de Groninger Courant van 29 april 1774.
Volgens de kerkrekeningen van Zuidbroek ontvangt 'Lambertus Cranenburg' in 1760 Fl 62.8.- voor een 'zonnewijzer an de tooren L.Q.'.
Udh: Derk Lammerts Kranenborg.
# JBK (dd; 6.1.09)

Lambertus van Cranenborgh (1704-1764*)
Zoon van Lambert van Cranenborgh (gb 1669).
Gedoopt dec 1704 te Etten-Leur.

Lambertus van Cranenborgh (1707-1767*)
Gedoopt op 30.4.1707 te Etten-Leur.

Lambertus van Cranenborgh (1733-1768*)
Zoon van Petrus van Cranenborgh te Etten-Leur.
Geboren 16.9.1733 te Etten-Leur.
Kind NN begraven 1.10.1762 te Rotterdam op het Waalse kerkhof bij de Halvemaanstraat.
Huwt 27.3.1763 (otr 10.3) te Rotterdam met Aletta van Simmeren, jongedochter uit Schenkenschans.
Lambertus overlijdt in 1768*. Aletta hertrouwt 28.5.1769 (otr 13.5) te Rotterdam met Johannes Sentse, jongeman uit Rotterdam.
Alias: Lambert van Kranenburg, Lambert Cranenburg, Lambertus Kranenburgh.
# DTB Rotterdam (ivn 15/044; 44; 15/071), DAB

Lammert Kranenbarg (1845-1905*)
Zoon van Derk Weulen Kranenbarg en Janna Marsman.
Huwt 30.7.1868 in Ruurlo met Hendrika te Winkel, dienstmeid (1868), geboren 1845 in Ruurlo.
Udh: Hendrika Lammerdina (gb 1879 Ruurlo).
# KBH, Huwelijksacten BS Ruurlo

Lambertus Kranenbarg (1880*-1970*):
Woont in Ruurlo. Ghm NN.
Heeft een boerderij en sinds 1908 ook een bakkerij annex woonhuis aan de Groenloseweg (anno 2007 Nr 37). De bakkerij koopt hij van Bernardus Wilhelmus van de Berg, die het pand in 1890 heeft gebouwd. De zaak floreert niet meer en de klandizie blijft weg. Lambertus moet de zaak helemaal opnieuw van de grond tillen. In 1919 schaft hij een roggebroodkneedmachine aan. In 1923 komt zoon Bertus in het bedrijf. In 1928 wordt de zaak verbouwd. Er komt een winkelruimte en een bovenverdieping. Een deel van inkomsten haalt Lambertus uit zijn boerenbedrijf. Het hout voor de oven haalt Lambertus uit de Mors, een veengebied langs de Morsdijk vlak achter het pand aan de Groenloseweg 37. In 1937 schakelt hij over op oliestook. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbouwt Lambertus ook tabak. Na de oorlog gaat hij over op de verkoop landbouwgereedschap, touw, spijkers e.d., petroleum en heiboenders van Firma Dammers uit het nabijgelegen Halle Heide. Oorspronkelijk bezorgt Lambertus met een echte bakkersfiets. Na de oorlog doet hij dat met een verbouwde legerjeep.

          

Hierboven: bakkerij Kranenbarg aan de Groenloseweg rond 1955. Bij gebrek aan opvolging stopt Lambertus in 1966 met zijn bedrijf. In 1968 wordt het huis verkocht aan Jan Klein Tiessink. Anno 2007 woont er de familie Ooyman.
Udh: Bertus.
@ Foto: Courtesy Historische Vereniging Old Reurle
# RTB, DAB

Lammegina~

Lammegijn Jans Kranenburg (1785-1826)
Dochter van Jan Hindriks Kranenburg en Aaltje Klazens Klunder.
Gedoopt NH op 11.9.1785 te Scharmer.
Huwt op 22.1.1804 te Harkstede met Eppe Hindriks Brakema, schipper en dagloner, gedoopt 15.5.1780 te Harkstede, zoon van Hindrik Geerts Brakema en Geertje Eppe Kremer.
Lammegijn overlijdt op 28.9.1826 te Harkstede. Eppe overlijdt aldaar op 24.3.1840.
Udh: Aaltje (1840), Hindrik (1807), Geertje (okt 1810), Hindrik (29.10.1814), Willem (5.8.1817) en Jan (1821). Alle kinderen geboren in Harkstede.
# GKH, DAB

Lammegiena Maria Kranenburg (1835-1910*)
Dochter van Reindert Johannes Kranenburg en Ettie Schelts te Dordrecht.
Vader Reindert is sinds 1864 spoorloos verdwenen. Niemand weet waar hij is gebleven of wat er met hem is gebeurd. Sindsdien woont Lammegiena met haar haar moeder aan het Blauwpoortplein te Dordrecht. Door geldnood gedwongen verkoopt haar moeder de twee huizen die zij bezit. Teweten de woning aan

de Blauwpoortplein en het belendend pand Het Dordse Veerhuis aan de Nieuwe Haven. Op 5 juli 1875 koopt Lammegiena deze panden weer terug voor Fl 5000,- en renoveert ze.
Op 8 januari 1881 overlijdt haar moeder. Lammegiena verkoopt dan het huis aan de Blauwpoortplein.
Op 22 juli 1885 huwt Lammegiena met Jan Christiaan Sterk, 62 jaar oud, pakhuisbaas van beroep. Drie dagen later verhuizen ze naar Rotterdam, maar keren in 1892 weer terug. Ze vestigen zich aan de Noordendijk. Ettje Lammegine Kranenburg en Geertruida Adriana Beekman wonen bij hen in. Het zijn twee nichten van Lammegiena. Geertruida Beekman is mogelijk afkomstig uit Groningen.
Op 22 januari 1901 verhuizen Lammegiena en Jan weer naar Rotterdam. Op 6 juni van dat jaar verkopen Lammegiena en Jan hun pand Het Dordse Veerhuis aan de Nieuwe Haven te Dordrecht voor Fl 4000,-. Koper is Hendrika Cornelia van Eijnsbergen, weduwe van Christiaan van Eijnsbergen.
Vooralsnog is niet bekend waar en wanneer Lammegiena en Jan zijn gestorven en of ze nakomelingen hebben.
Anno 2006 is het Dordtse Veerhuis een eetcafé met de naam De Passant. Eigenaar is Peter van Wijngaarden.
@ foto © TiedLight ®
# WND (Bulletin Historisch Huizenonderzoek Nr 9, januari 2006)

Lammerdina Hendrika Kranenbarg (1890-1950*):
Dochter van Hendrik Jan Kranenbarg (gb 1851) en Jannetje van der Hoef (gb 1855).
Geboren 10.5.1890 te Ede. Huwt 13.2.1915 Jacobus van den Brink, geboren 1890 te Baarn, van beroep spoorwegarbeider.
# JBM 22.10.08

Lammert~
** Lambert~

Landhuur
ONl: landhure
** Erfhuur

Landmaten
Mud, gemud, gemuth > Mudde
** Acre, Akker, Gras, Morgen, Mudde, Os, HVH

Lauwrens~

Lauweryn Xzn Cranenborch (1484*-1544*):
Zoon van Xx Cranenborch (gb 1449) en NN te Maastricht*.
Woont mogelijk in Maastricht waar hij rond 1480 hoeve Cranenborch sticht. Ghm NN.
Zoon: Peter Lauwrynsz Cranenborch (gb 1519; Maastricht).

Laurens Teunisz Kranenburg (1715*-1775*):
Zoon van Teunis Kranenburg en NN in Dirksland*.
Huwt 1e 24.11.1740 Teuntje Leendertsdr Voorwinder.
Huwt 2e 4.11.1744 te Dirksland Geertrui Both, gedoopt 25.10.1716 in Dirksland, dochter van Aren Imansz Both en Jannetje Pietersdr Tempelaar.
Huwt 3e Adriana Arents Springvloed/t.
Udh3: Jannetje Kranenburg (gb 1752 Sommelsdijk), Eva Laurensdr Kranenburg (gb 1760 Sommelsdijk).
# WS Gen. Bot(h) te Dirksland 23.5.07, rijerkerk.net 31.10.08

Lourens Kranenburg (1717-1759*)
Zoon van Theunis Cleisz Cranenburgh en Geertje Laurens van den Bergh in Kijfhoek*.
Gedoopt NH 10.1.1717 in Ooltgensplaat.
# GKK

Lourens Kranenburgh (1724*-1745):
Geboren in Leiden. In 1744 bij de VOC als hooploper. Vertrekt 12.9.1744 met de 'Brouwer' naar Batavia. Aankomst 18.8.1745. Overlijdt 21.10.1745 in Azië.
# AVOC

Ledige hand
** Met de ledige hand, Hulder

Leeftijd:
In de Middeleeuwen is de gemiddelde leeftijd voor mannen en vrouwen circa 35-40 jaar. In de Europese Unie worden anno 2010 vrouwen ouder dan mannen. In Nederland, Engeland en Zweden zijn de verschillen echter het kleinst. Hieronder een tabel voor de relevante cijfers:
in jaren: glm = gemiddelde leeftijd mannen; glv = gemiddelde leeftijd vrouwen.

land
un.kingdom   
eu
frankrijk
litouden
nederland   
zweden
glm    
77.6
76.1
77.6
66.3
78.4
79.2
glv
81.8
82.2
84.9
77.6
82.5
83.3
# De Telegraaf 6.3.2010 (# Eurostat), DAB

Leenaccoord
Een accoord tussen leenheer en leenman betreffend een leen van een leengoed van de leenheer door de leenman. Het leenaccoord is geformuleerd in een leenbrief en een leenboek. In het leenaccoord zijn vermeld: de leenman, het leengoed en de leenvoorwaarden.
** Leenvoorwaarden, Leenstelsel, Leenoverdracht, Leenboeken
# KBG

Leenboeken
Boeken uit de 14e en 15e eeuw waarin de leenheren de administratie van hun leengoederen bijhouden. Ze bavatten de namen en locaties van de leengoederen, de namen van de leenmannen (of -vrouwen), de leengronden en de leendatums. Een leengrond geeft aan op grond waarvan een leenman de leen heeft verkregen. Bijvoorbeeld door erfenis of door andere vorm van leenoverdracht. Daarnaast bevatten de leenboeken ook de verschuldigde prestaties en de betalingen. De leendatums geven aan op welke datum een leen is ingegaan.
In de praktijk worden de leenboeken bijgehouden door de griffier van de leenhof of leenkamer van de leenheer.
** Leenstelsel, Leenoverdracht
# PAMA, DAB

Leenboeken * grafelijke
Deze beginnen in 1281 met de zogenoemde Oude Registers van Graaf Florens.
** RHH
# OKS (p 1)

Leenboeken * wassenaar
** AVW

Leenbrief
Een met volle hand beleende leenman kan in de 14e en 15e eeuw desgewenst een leenbrief vragen. Dit is een acte waarin de leenheer verklaart de belening gedaan te hebben met daarbij aanduidingen van wie hij heeft beleend, in welk verband, met welke goederen, in aanwezigheid van welke leengetuigen en op welke plaats en datum. Een dergelijke acte wordt leenbrief genoemd. Deze leenbrief pleegt de vorm te hebben van een blad of strook perkament (charter) met in rode was het afhangende zegel van de leenheer. De leenbrief geldt als wettig bewijs van een belening. De leenman is niet verplicht om een leenbrief te vragen. Hij mag zijn belening ook bewijzen met verklaringen van leengetuigen. Uit protocollen van vóór 1500 blijkt, dat er soms inderdaad gebruik wordt gemaakt van dergelijke leenbewijzen en dat dus niet iedere leenman een leelnbrief nodig vond en daarvoor wenst te betalen.

Leendert~
() Leendert, Lenert~, etc

Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh (1505*-1565*)
Geboren te Lisse*. Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN.
Leendert wordt vermeld in een acte van 30.7.1542, waarin Jan Janse van Berendrecht z'n hofstede met land, genaamd Zijplant, aan het Vennemeer verkoopt aan zijn broer Claas, Schout van Leiden. Het Zijplant is op 21.12.1407 gekocht door ene Claes Willems van hertog Johan van Beieren. Het omvat dan 17 morgen en 4 hont land en ligt in 'het Broek in Warmonde in Heeren Jans Ambocht van de Woude'. De koop wordt later bevestigd door graaf Willem VI.
Het is de vraag wie genoemde Claes Willems precies is. Daar het Zijplant vlak bij de Leidse Weg van Oudade naar Leiden ligt en gezien het koopjaar 1407 hebben we hier mogelijk te maken met Claas Willemsz van Cranenburg. Hij woont in 1380-1444 in Leiden en is daar een vermogend man. Dit zou kunnen verklaren waarom latere nazaten van hem uit Lisse zich in de Vrouwe Ven en andere delen van Alkemade hebben gevestigd.
De acte van 1542 vermeldt verder dat er vóór 1542 een stuk land van 3 hont is verkocht aan Leendert, die er een huisje op bouwt. Dit huisje heeft gestaan aan het Vennemeer bij het 'wijkie' of 'krekie'. In de 17e eeuw woont daar de familie Block.
** Zijplant (Warmond/Alkemade)
# SRO (p 171)

Lenert Maertensz Cranenburch (1540*-1620*):
Mogelijk een zoon van Maerten Adriaensz van Cranenburch uit Den Haag.
Woont in polder Cranenburch te Bleiswijk, waar hij ingeland is.
NB: ingeland = iemand die 'geland' is in een streek.
Lenert is gehuwd met een dochter van Huybrecht Dircksz, een zoon van Dirck Jansz van Alphen.
In 1610 wordt hij erfgenaam van zijn overleden zoon Cornelis.
Vermeld in 1617-19 ivm taxatie van zijn onroerende goederen tbv de verponding.
Alias: Leendert Maertensz Cranenburg (ook wel Suijck), Lenert Maertsz Cranenburch.
Udh: Huybrecht Lenertsz, Maerten Lenertsz, Claesge Lenertsdr en Cornelis Lenertsz Cranenburch. Mogelijk ook Teunis Lenertsz* Cranenburch.
** Ingelanden
# HBB, AAB (775 fol 7v dd 22.10.1610; ivn 0776 fol 93 dd 13.1.1617; 777 fol 48 dd 14.5.1621), archieven.nl 28.9.08 (Gem.Archief Rotterdam; Ambacht Bleiswijk; tgn 1290 stuk 279)

Leendert Adryaensz van Cranenburg* (1545*-1612*)
Mogelijk een zoon van Adryaen Claes Engelbrechtsz van Cranenburg in Wateringen.
Vermeld als Welgeborene van Rijnland in 1573 (Koudekerk), 1579 (Koudekerk), 1585 (Oudshoorn) en 1587 (Oudshoorn).
# LWR

Lenert Xzn Cranenborg (1548*-1608*):
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Alias*: Lenert Xzn Craen.
Udh: Willem Lenerts Cranenborg (gb 1583; Moordrecht).
** Craen~

Leendert Xzn Cranenburg (1560*-1640*):
Woont in Hoenkoop* (Utrecht). Ghm NN.
Udh: Leendert Leendertsz Cranenburg.
=* Leendert Xzn van Cranenburch (gb 1570 Zwammerdam)

Leendert Xzn van Cranenburch (1570*-1630*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1535) en NN te Zwammerdam.
Woont in Zwammerdam. Ghm NN.
Udh: Michiel Leendertsz van Cranenburch.
=* Leendert Xzn Cranenburg (gb 1560 Hoenkoop)

Leendert Leendertsz Cranenburg (1585*-1655*):
Zoon van Leendert Xzn Cranenburg (gb 1560) en NN in Hoenkoop*.
Woont te Hoenkoop (Utrecht). Ghm NN Gerardsdr.
Op 10.7.1625 beleend met 2 morgen land in 'de nederste halve hoeve' van Hoenkoop.
Koopt in 1646 van Cornelis Adriaansz den Baes te Roosendaal 7 morgen erfpachtland in de Hoenkoper boezem. Om onbekende redenen wordt in 1646-48 dit land genaast door het polderbestuur van de Heerlijkheid Hoenkoop.
Alias: Leendert Leendertsz Cranenburgh
Udh: Jasper Lenerts Cranenburg
# OVG 1977 (p 327), Archieven.nl

Leendert Willemsz Cranenborg (1618-1678*):
Zoon van Willem Lenerts Cranenborg en NN in Moordrecht.
Alias: Leendert Willemsz Craen.
Zoon: Aris Leendertsz Cranenborg (gb 1649 Moordrecht).
** Craen~
# meertens.knaw.nl 26.7.08, KBG

Leendert Pietersz Craenenburgh (1640*-1700*):
Zoon van Pieter Corsz Cranenburgh en Grietge Hendricksdr te Hazerswoude.
Geboren in Hazerswoude. Ghm Aeltgen Cornelisdr Baes.
Alias: Lenert Pietersz Craen.
Udh: Willem Leendertsz Craenenburgh.
** Craen~
# MVS, ORA Hazerswoude (35 dd 29.5.1675)

Lenert Pietersz Craenenburgh (gb 1640)
Woont in Hazerswoude.
** Leendert Pietersz Craenenburgh

Lenaert Cornelisz van Cranenburch (1643-1719):
Zoon van Cornelis Jansz Lubbe en Beatrix Teunisdr Ruijchrock te Eikenduinen (Den Haag). Cornelis Jansz Lubbe (gb 1603* Wassenaar) is ambachtbewaarder van Segbroek en landbouwer op hofstede Cranenburg te Eikenduinen. (# GVP)
Gedoopt 2.12.1643 RK in Den Haag.
Huwt 13.2.1678 in Den Haag met Annetge Leendertsdr Vetgouw.
Lenaert overlijdt 20.6.1719 in Den Haag. Begraven 21.6.1719 in Wassenaar.
Kinderen onbekend.
Het feit dat Lenaert zich Van Cranenburch noemt, kan betekenen dat in zijn tijd hofstede/landgoed Cranenburg te Eikenduinen nog bestaat in enigerlei vorm.
$ Lenaart
# WS Ilpetit, GVP

Leendert Corsz Craenenburgh (1669*-1729*)
Gereformeerd gedoopt op zondag 10.11.1669 te Hazerswoude. Zoon van Cors Pietersz Craenenburgh en Neeltgen Leendertsdr de Jongste.
# MVS

Leendert Ariense Cranenburgh (1695-1755*):
Zoon van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon.
Geboren 1695 te Rhoon.
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht. Vermeld in 1747 op een lijst van weerbare mannen. Volgens deze lijst is Leendert onvermogend, maar bezit hij wel een boutroer (geweer).
Dochter*: Trijntje Leenderts Kranenburg (gb 1725).
++ Kranenburg IJsselmonde
# WHI

Leendert Cranenburgh (1727*-1767*)
Woont in Sandelingen-Ambacht. Vermeld in 1747 op een lijst van weerbare mannen. Volgens deze lijst is Leendert onvermogend. Mogelijk is hij nog minderjarig.
# WSA

Leendert Kranenburg (1735*-1798)
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht.
** Leendert Ariense Kranenburg

Leendert Ariense Kranenburg (1735-1798):
Zoon van Arie Dircxe Kranenburg en Maaijke Pieters Lagendijk.
Geboren en gedoopt in Hendrik-Ido-Ambacht*. Lidmaat NH Kerk.

Leendert is vlasboer en schipper. Hij bezit een huis in centrum H.I.-Ambacht, dat hij jarenlang verhuurt aan het gemeentebestuur. In 1858 brandt dit huis af, maar wordt daarna weer opgebouwd en blijft dan in gebruik bij de gemeente. In 1897 koopt de gemeente het pand van P. van Steenbergen, de toenmalige eigenaar. Later wordt het pand uitgebreid om tot 1951 de zetel te zijn van het gemeentebestuur. M.M.A. Boer heeft er een aquarel van gemaakt. (afb links Courtesy of M.M.A. Boer)
 
Leendert huwt in 1764 met Cornelia Jans van Wingerden, geboren in 1740* in Hendrik-Ido-Ambacht, dochter van Jan Cornelis van Wingerden en Klaartje Cornelis de Vlieger uit Ridderkerk.
Udh: Anna, Jannigje en Geertje Leendertsdr Kranenburg.
# Fragment Rijsoord, aquarelkunst.nl 25.12.08, DAB

Leendert Kranenburg (1779-1839*)
Gedoopt 29.9.1779 te Leiden. Zoon van Pieter Kranenburg en Stijntje Joha.
# Dopen in Leiden

Leendert Adam Kranenburg (1788-1848*)
Gedoopt 14.12.1788 te Leiden. Zoon van Pieter Kranenburg en Stijntje Joha.
# Dopen in Leiden

Leendert Kranenburg (1791-1851*):
Zoon van Teunis Klaasz Kranenburg en Marietje Pieters van Leeuwen.
Gedoopt 4.9.1791 te Nieuwkoop.
Zoons*: Christoffel (gb 1825), Johannes (gb 1826) en Jan Kranenburg (gb 1829).
# DAK, SRM, DAB

Leendert Kranenburg (1810-1870*):
Zoon van Pieter Kranenburg en Beertje Klaase Garentje.
Geboren 10.8.1810 te Nieuwkoop.
Leendert is landbouwer.
Huwt 1e Hendrika Kromhout, geboren 27.12.1798.
Huwt 2e 19.2.1874 te Lisse met Maria Mijland, geboren in 1838*, dochter van Dirk Mijland en Johanna Wilderink.
Udh2: Leentje (Lisse 1874-89) en Pieter (Lisse 1876-76).
# DAK, SRM, GKC

Leendert Kranenburg (1822-1868)
Geboren in Nieuwkoop. Zoon van Klaas Kranenburg en Marijtje van Es.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Leendert is smid.
Kinderen*: Pieter Leendertsz (gb 1854), Dirk (gb 1858) en Marretje Leentje (gb 1860*) Kranenburg.
** SLN
# GNS, DAB

Leendert Kranenburg (1836-1896*)
Zoon van Theunis Kranenburg en Johanna de Graaf.
Geboren in Lisse 11.8.1836.
# GKC

Leendert Kranenburg (1864-1924*):
Zoon van Pieter Kranenburg en Antje Mol. Geboren 7.12.1864 in Lisse.
Kweker en exporteur van bloembollen. Woont in Abbenes (Haarlemmermeer).
Ghm Adriana van Splunder.
Udh: Aaltje Kranenburg (gb 1909).
++ Kranenburg Ysselmonde
# GKC, Gen. De Koning (WS 10.6.2007), KBG

Leendert Kranenburg (1882-1941):
Geboren 29.12.1882. Overlijdt 4.3.1941. Begraven op Alg. Begraafplaats in Nieuw Vennep.
++ Kranenburg Ysselmonde
# graftombe.nl 4.2.08

 
Leendert Arie Dirk Kranenburg (1916-1999)

Zoon van Jan Kranenburg en Maaike Anna Drinkwaard. Geboren 6.11.1916 in Klaaswaal. Leendert (Leen) haalt het eindexamen HBS-B en volgt daarna in 1936 de opeleiding SROI (Sergeant Reserve Officier Infantrie) aan de KMA te Breda.

Op 1.8.1938 wordt Leendert 2e Luitenant en als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt wordt hij adjudant in de staf van het IIe Legerkorps afdeling III-8 R.I. onder majoor C.J. Voigt. Dit Legerkorps is gelegerd op de Grebbeberg als de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvallen. Op 9 mei neemt het Legerkorps 40 stellingen in op 1200 meter voor de Grebbeberg. Leendert is geplaatst in de voorposten als op zaterdag 11 mei de Duitse aanval ontbrandt. Vroeg in de morgen beginnen de Duitsers met zware artilleriebeschietingen op de Grebbeberg en

 
even later ook op de stellingen. De Nederlanders beantwoorden het vuur. Daarna zwijgen de kanonnen een tijdje en dan komen de Duitse stoottroepen opzetten. Het vuurgevecht begint opnieuw. En in deze chaotische en levensgevaarlijke situatie ontpopt Leendert zich als een man van moed en karakter. Ooggetuigen zien hem over de open vlakte lopen naar de stellingen, om daar de manschappen te instrueren. Door zijn woorden en meer nog door zijn manier van optreden steekt hij hen een hart onder de riem. Op deze donkere dag is Leendert voor deze soldaten een waar lichtpunt. Grebbebergveteraan Wim Jagtenberg zegt in De Telegraaf van 14.10.2000: 'Na de vuurpauze kwamen de stoottroepen. Ik herinner me nog luitenant Kranenburg, een dappere kerel. Hij bleef vechten, trok zich zelfs niets aan van de fluitende granaten'.

Leendert raakt na de slag om de Grebbeberg in Duitse krijgsgevangenschap. Na een korte periode komt hij vrij en wordt hij aangesteld als adjunct-inspecteur bij de gemeentepolitie te Enschede. Daarna wordt hij in Kampen instructeur in een opleiding voor veldwachters. Korte tijd later gaat hij Diergeneeskunde studeren in Utrecht en haalt er het kandidaatsexamen-1.

In 1942 raakt hij opnieuw in Duitse krijgsgevangenschap. Ditmaal samen met alle andere beroepsofficieren in Neurenberg en Stanislau. Op 11 januari wordt hij per trein afgevoerd van Stanislau naar kamp Neu Brandenburg. Samen met twaalf lotgenoten ontsnapt hij onderweg uit de trein. Hij hoort tot de weinigen die niet direct door de Duitsers weer opgepakt worden. Met hulp van Oekraïnse partizanen weet hij met een groepje anderen in hartje winter over de besneeuwde Karpaten te ontkomen naar Hongarije. Een afstand van 150 Km. Soms lopend met een gids, dan weer in een paardenslee. Een tocht van 17 dagen. Over de grens worden zij gelijk weer gearresteerd en geïnterneerd, maar spoedig kunnen zij weer vrij rondlopen in Boedapest. Samen met anderen maakt Leendert daar gebruik van de vrijheid om inlichtingen te verzamelen en door te geven aan de Geallieerden. Voor deze levensgevaarlijke ontsnapping en activiteiten wordt Leendert later onderscheiden met het Bronzen Kruis (KB no 15 7.2.1948).

Maart 1944 wordt Hongarije bezet door de Duitsers. Leendert en vele anderen moeten onderduiken. Enige tijd later wordt Hongarije bezet door de Russen. De Nederlanders worden bevrijd. In deze tijd ontmoet Leendert zijn Giny. In Russisch uniform gaat hij samen met haar naar Ploësti in Roemenië en vandaar naar Kiev en Moskou. Vervolgens naar Odessa waar het Nederlandse schip Nieuw Holland het jonge stel naar Engeland brengt. Vlak voor de Duitse capitulatie op 8 mei 1945 arriveren Leendert en Giny in Glasgow. Leendert draagt inmiddels weer zijn battle dress.

Leendert huwt 28.1.1945 in Boedapest (Hongarije) met Géorgina Erszébat Mária Ilóná Hídégvólgy Bún (Giny), geboren 7.7.1921 in Boedapest, dochter van Aristide en Lily Inámi Bolgár (Hongaarse adel).

Na de Bevrijding treedt Leendert weer in actieve dienst. Op 2.4.1947 wordt hij 1e Luitenant en gaat dan per direct met het Nederlandse Leger naar Nederlands-Indië om daar weer orde en gezag te brengen, na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945. Indonesische Nationalisten o.l.v. Soekarno en Hatta hebben op 17 augustus 1945 de Republik Indonesia uitgeroepen. Hierdoor ontstaat grote chaos in dat land, die uiterst bedreigend is voor o.a. de Nederlanders, die juist uit de beruchte Japanse kampen zijn bevrijd. De Nederlandse Regering besluit in te grijpen om orde en gezag te herstellen. De Politionele Acties beginnen. Leendert wordt van 1947 tot 1950 gestationeerd te Medan op Sumatra bij het legeronderdeel 4-2 R.I. Inmiddels is Giny tijdelijk teruggekeerd naar Hongarije, waar ze de omwenteling meemaakt. Het kost Leendert de grootste moeite om haar en hun twee kinderen uit het communistisch land te krijgen.

          

Op 5.1.1949 wordt Leendert in Medan bevorderd tot kapitein. Als zodanig krijgt hij in de Polonia Kazerne te Medan het Bronzen Kruis opgespeld door Lt.Kol. H. Trebels, chef-staf Territoriaal Troepen Commando Noord-Sumatra. (foto boven) Na de Souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië in december 1949 keert het Nederlandse Leger huiswaards. Leendert gaat een opleiding volgen aan de British Staff College en daarna aan de Hogere Krijgsschool. Daarna bekleedt hij diverse staffuncties bij de NATO o.a. als commandant 44th Painfbat. Hij wordt Militair Attaché in Londen en commandant 42ste Pantserinfanterie Brigade in Assen. In deze periode promoveert Leendert achtereenvolgens tot majoor (31.10.1954), lt-kolonel (30.10.1960), kolonel (1.11.1965) en brigadegeneraal (1.11.1969). Leendert eindigt op 1.9.1971 als Territoriaal Bevelhebber Oost in de rang van Generaal-Majoor. Hij wordt benoemd in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden.

Op zijn 57e jaar gaat Leendert met pensioen. Actief als hij is laat hij zich meteen inschrijven aan de Universiteit van Nijmegen, waar hij Politicologie gaat studeren. Deze studie rondt hij af met het doctoraal examen in 1980. Inmiddels is hij verhuisd naar Apeldoorn, waar hij de rest van zijn leven blijft wonen.

Voor zijn vele verdiensten ontvangt Leendert gedurende zijn leven diverse onderscheidingen. Naast de reeds genoemde ontvangt hij nog de OHK.1, OV.3, XXXV.H.1937.
Leendert overlijdt op 17 februari 1999.

Uit dit huwelijk zijn geboren:
Maaike Anna Elisabeth (1945 Londen), Lily Rose (1946 Klaaswaal), Jan (1951 Nijmegen), Antoinette Ilena Maria (1954 Den Haag) en Frans Arie Nicolaas (1957 Den Haag).
** Grebbeberg, Politonele Acties, Indonesië
# Min. van Defensie, GGK, De Telegraaf, DAB

Leendert van Kranenburg (1925-1948)
Geboren 4.10.1925 te Spijkenisse. Leendert is soldaat 1-2 Mtr. 2e Div. bij de Koninklijke Landmacht. Tijdens de Politionele Acties wordt hij als militair uitgezonden naar Nederlands-Indië. Hij overlijdt in Soerabaja op 22.12.1948 en wordt aldaar begraven op het Nederlands Ereveld Kembang Kuning (Vak B, Rij 92).
Zijn naam is vermeld op een zuil van het Nationaal Indië-Monument te Roermond.
** Indonesië, Roermond
# OGS

Leendert Kranenburg (1928-1996)
Geboren 1.1.1928. Huwt 19.12.1951 in Den Haag met Johanna Maria (Riet) Bras, geboren 28.9.1929 te Rotterdam.
Leendert (Leen) overlijdt 29.5.1996.
Udh: Marleentje (gb 1953, ovl 1.2.1957 Hoek van Holland), Marianne, Cornelis Christiaan (gb 1958).
# WS Genealogie Familie Glimmerveen 17.5.2007

Leendert Kranenburg (1945-1992):
Geboren 10.9.1945. Overlijdt 30.10.1992. Begraven op Alg. Begraafplaats in Nieuw Vennep.
# graftombe.nl 4.2.08

Leengoed
Datgene wat een leenman in leen heeft van een leenheer. Dat zijn land, goederen en/of rechten.
** Leenman, Leenrechten, Heerlijke Rechten

Leengoed Wassenaar
Bron OKS (p 1) schrijft dat volgens het Oude Register van Graaf Florens, opgemaakt anno 1281, de bezittingen van de Heer van Wassenaar in leen van de Graaf van Holland o.a. omvat:

curia de Wassenare cum terra in qua fundata est ...
Insuper terram de Sceveninghe
ofwel

de burcht van Wassenaar met de grond waarop het gebouwd is. ...
Bovendien de grond van Scheveningen.

Het grafelijke leengoed wordt later eigendom van het Hof van Wassenaar.

Bron KOH schrijft:

Omstreeks 1280 ontving een lid van het geslacht Van Wassenaer van graaf Floris V in leen een gebied dat werd aangeduid met het 'Terra de Sceveninghe'. Het besloeg een belangrijk deel van het huidige Scheveningen, inclusief de Wildernisse (het oude en het nieuwe duin), Eikenduinen, dat lag ten noorden van Loosduinen en het Wijndaelermeer. Hier lag ook Segbroek met het Segmeertje en de Beek, die later zijn naam zou geven aan de Beeklaan. Rond 1330 woonde de Van Wassenaer die heer was van dit gebied, op het kasteel Cranenburch onder Bleiswijk. In deze tijd gaf hij dit gebied opnieuw in leen uit aan zijn neef Willem van Wassenaer, die hier een kasteel bouwde dat hij ook Cranenburch noemde.

Met Willem van Wassenaer bedoelt bron KOH Willem, heer van Cranenburg, ofwel Willem van Cranenburg. De Van Wassenaer van wie Willem de leen ontvangt is zijn neef Filips IV van Wassenaar.
** Leenboeken, Eikenduinen (Segbroek), Scheveningen, Haagambacht
# OKS, KOH, DHG (p 34 ev)

Leenhof
Een hof dat goederen bezit en in leen geeft. De lenen worden door de leenkamer van het hof geregistreerd en gecontroleerd.
** Leenstelsel, Leenkamer

Leenhof Cranenborch Antwerpen
Gelegen in Vlaanderen. Genoemd in de tekst op een grafsteen in de St Dymphna Kerk te Gheel (District Antwerpen).:

Hier leet begraven Laureys
Van Bylen heer van leenhoven
van Cranenborch Rosbeke
sterft den 20 meert 16...
ende Anna Leysen sterft den 21
September 1636
ende heer ende mr Sebastiaen
van Bylen haerlieder sone
prister en pastoor ten Dom
Heere van den leenhove
van Lynthout sterft den
6 november 1638
Bidt voor de Sielen.

¶ Gheel is een stad in de provincie Antwerpen en ligt zuidelijk van de stad Antwerpen.
¶ Rosbeke (Roesbeke, Rozebeke) is een dorp in de gemeente Zwalm in Oost Vlaanderen. Het dorp heeft anno 2008 circa 450 inwoners. Het wordt genoemd in een acte van 1261 ivm Robertus de Rosenbeca en het kapittel van Harelbeke. Door huwelijk gaat de heerlijkheid over op de familie Halewijn, die het bezit tot het begin van de 17e eeuw. Dan gaat het over op Otto Von Phlotho, een Duitse ridder. Zijn nazaten bezitten de heerlijkheid tot 1825.
¶ Over het leenhof Cranenborch is vooralsnog helaas niets bekend. Naar zeggen ligt in Antwerpen een regio of buurt met de naam Kranenburg. Aangezien het geslacht Van Bylen (genoemd in de tekst) in Gheel ligt begraven, zullen ze vrijwel zeker daaromtrent hebben gewoond. Mogelijk dus dat Kranenburg (Cranenborch) tussen Gheel en Antwerpen ligt.
¶ Naar zeggen zijn tijdens de Reformatie enige Protestanten uit de streek Kranenburg bij Antwerpen gevlucht naar Zuid-Holland, waar ze zich in Leiden hebben gevestigd. Zo ook zouden zij de naam Kranenburg~ hebben gevoerd. Vooralsnog is hiervoor echter nog geen bevestiging gevonden.
¶ In de stad Antwerpen staan in de 15e eeuw de huizen Groot Cranenborch en Cleyn Cranenborch. De genoemde beweringen zijn dus vooralsnog niet helemaal uit te sluiten.
¶ In de 16e eeuw woont in Antwerpen ene Joris van Cranenborch (gb 1525). Mogelijk dat hij z'n naam ontleend aan genoemde huizen. Ook is mogelijk dat z'n voorvaders de naam hebben gegeven aan beide huizen. Of juist dat zij hun naam hebben ontleend aan de regio en later hun huizen hebben genoemd naar henzelf. Of dat de regio naar hen en/of hun huizen is genoemd. Etc. (> LNK)
¶ Een andere optie is dat de leenhof Cranenborch is gelegen in Zichem, circa 35 Km zuidoost van Antwerpen. Daar staat in de 17e eeuw havezate Craenenburgh, dat in die tijd bezit is van het geslacht Van Bylen. Dit geslacht woont in Geel, dat 33 Km oostelijk van Antwerpen ligt en 20 Km noordelijk van Zichem. (> Zichem)
** Groot Cranenborch Antwerpen, Zichem
# BAAB (Google 23.8.08), DAB

Leenhof Cranenburg
In het 'Overzicht van de leenkamers in Holland' van het Algemeen Rijksarchief (thans Nationaal Archief) in Den Haag wordt onder nr 159 het leenhof Kranenburg vermeld. Van dit leenhof is geen archief bewaard gebleven. Het bestaan van dit leenhof is slechts vermeld in een charter uit 1437 in het archief van de Abdij van Loosduinen (ivn 21, regest 38). Regest 38 meldt volgens bron AKD dd 27 mei 1437:

Jan van Kranenburch geeft Philips Aernts zoon van Dam 3 morgen land in de Made te Monster, die deze van hem in leen hield, in eigendom.

Vooralsnog is niet bekend welk gebied leenhof Cranenburg omvat. Jan van Kranenburch (1375*-1447) bezit hofstede Cranenburg te Eikenduinen en verder nog veel land in Maasland. Voor de hand ligt om te veronderstellen dat het leenhof derhalve alleen zijn hele bezit omvat. Maar in genoemd overzicht van de leenkamers van Holland wordt vermeld: 'Dit leenhof is slechts bekend uit een akte van 1437 (Abdij Loosduinen, inv. nr. 21 register nr. 38).' Deze notitie impliceert niet persé dat het leenhof alleen ten tijde van Jan van Kranenburch bestaat en alleen zijn bezit omvat. Het kan evengoed dat het leenhof al eerder bestaat en een veel groter bezit omvat. Het is dan denkbaar dat het leenhof zowel kasteel Cranenburg te Bleiswijk als hofstede Cranenburg te Eikenduinen en ander bezit omvat. Bij een leenhof hoort immers normaliter een groot bezit. Aangezien er vooralsnog slechts één bron melding maakt van leenhof Cranenburg, lijkt de kans gering dat het een lang bestaan heeft gekend. Desnietemin is het jammer dat het archief mogelijk verdwenen is.

Vooralsnog is eveneens onbekend waar het archief zich heeft bevonden. Zolang niet bekend is welk bezit leenhof Cranenburg heeft omvat, is ook niet te zeggen waar het archief waarschijnlijk huisde. Als het leenhof zowel Cranenburg Bleiswijk als Cranenburg Eikenuinen omvat, dan is de kans groot dat het archief in Cranenburg Bleiswijk huist. De ridderhofstad dateert immer van 1106, terwijl de hofstede in Eikenduinen pas in 1330 wordt gesticht. In een kleiner optiek zal het archief zeker in Eikenduinen huizen.

Het is vooralsnog ook niet bekend waarom het archief van leenhof Cranenburg is verdwenen. Mogelijk is het tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten of in de Tachtigjarige Oorlog verloren gegaan door brand. In die tijden zijn heel wat gebouwen verwoest en archieven in vlammen opgegaan. In 1489 wordt kasteel Cranenburg te Bleiswijk verwoest door jonker Frans van Brederode en zijn gevreesde bende. Aangezien het archief spoorloos lijkt, is het niet ondenkbaar dat het zich in kasteel Cranenburg te Bleiswijk bevond en aldaar tijdens de verwoesting in 1489 in vlammen is opgegaan. Een andere optie is, dat het archief in Eikenduinen huist en dat het in 1499 in vreemde handen is terecht gekomen. In dat jaar wordt de leen van Cranenburg Eikenduinen door Elisabeth van Cranenburg overgedragen aan haar man Huybert van der Meer, nadat het 169 jaar in de familie Van Cranenburg is geweest. Mogelijk dat tijdens de latere bewoners het archief om nog onbekende reden is verdwenen.
** Jan van Cranenburg (gb 1375*), Cranenburggoed Eikenduinen
# HRA (Dr J.C. Kort), NAD (Mv L. Strasser), DAB

Leenhulde:
Eed van trouw en plichtvervulling van de leenman aan de leenheer.
** Hulder
# PAMA

Leenkamer
Administratiekantoor van een Leenhof. Daar worden de leenboeken bijghouden en bewaard.
Literatuur: 'Overzicht van de leenkamers in Holland', Dr J.C. Kort, Den Haag 1996.
** LHW

Leenman
Iemand die land, goederen en/of rechten in leen heeft van een leenheer.

Leenopvolging:
Overdracht van een leen van de ene leenman naar een andere.
Leenopvolging geschiedt volgens vaste regels. Normaliter blijft een leen binnen een bepaalde familie of een bepaalde kring van verwanten. Zij hebben in principe voorrang op andere gegadigden. In zoverre volgt het leenrecht in feite de regels van het normale erfrecht. Het grote verschil is echter dat de leenopvolging normaliter via de rechte zwaardzijde geschiedt. D.w.z.: langs de vaderlijke en/of de mannelijke lijn. Dus in principe via zoons of ooms.
Als er binnen de familiaire kring geen belangstelling is, dan kunnen andere belangstellende in aanmerking komen voor de leen. Deze belangstellenden zullen dan toch een zeker vertrouwen van de leenheer moeten hebben, om storende geschillen in de toekomst te beperken.
De leen gaat in principe over naar de oudste leenvolger. Een Regel van Anciënniteit dus.
** Leenoverdracht, Leenvolger, HRAC
# SUB

Leenoverdracht
Leenoverdracht is in feite de essentie van het leenstelsel. Het is daarom vreemd dat daar zo weinig goede verhandelingen over te vinden zijn. Een uitzondering is het boek 'Zeven lokale baljuwschappen in Holland' van de jurist/historicus O. van de Arend. (bron ZLB; 1993) Op pagina 43 van dit prachtige werk schrijft hij zo uitermate deskundig, inzichtelijk en to the point over leenoverdracht, dat het niet goed mogelijk is daarvan een beknopte en verantwoorde tekst te schrijven. Vandaar hieronder de volledige citaten van twee alinea's op pagina 43 van zijn boek.

Het leenerfrecht daarentegen waarborgde vanouds in de vorm van het zwaardleen de vererfing in rechte mannelijke lijn op de oudste zoon. Ingeval de bezitter overleed zonder erfgenaam, viel een dergelijk leen terug aan de leenheer en kon het slechts door het opnieuw apart uit te geven aan de oudste broer van de leenman in de rechte mannelijke lijn blijven vererven. Ook op dit terrein trad na de dertiende eeuw wijziging in, toen dergelijke lenen met uitdrukkelijk gegeven consent van de leenheer 'onversterfelijk' werden en het zogenaamde spilleleen ontstond. Een dergelijk leen vererfde per definitie op de mannelijke afstammeling van de leenman, maar bij gebreke daarvan op de oudste in aanmerking komende vrouw. Dit volgens het leenrechtelijk adagium 'altijd de oudste uit de oudste tak en man voor vrouw'. Zodoende werd ook op leenrechtelijk terrein een vergaande versnippering mogelijk van oud leengoed dat via gehuwde vrouwen bij leden van andere geslachten terecht kwam. Hierdoor konden, ondanks de sturende werking van het leenrecht in de richting van mannelijke afstammelingen, de afstammelingen in rechte mannelijke lijn van de oorspronkelijke leenman buiten spel komen te staan en kon de familie verarmen.

Volgens de citaat blijkt de vererfing langs vrouwelijke lijn onherroepelijk te leiden tot een leenovergang naar haar eigen nazaten. Haar broers, neven en ooms zijn buiten spel gezet. Had men persé het leengoed binnen het eigen geslacht willen houden, dan had dat toch best via een extra overdrachtregel gerealiseerd kunnen worden. Dat zal men in die tijd toch zelf ook wel beseft kunnen hebben. Aangezien die extra overdrachtregel er kennelijk niet was, moeten we derhalve concluderen dat men niet zover wilde gaan.

Per saldo zijn de genoemde feiten toch niet zo dramatisch als ze lijken. Overdracht langs vrouwelijke lijn naar een ander geslacht kan namelijk alleen geschieden met consent van de voogd. Vrouwen mogen immers juridisch niet zelfstandig opereren, maar moeten zich laten vertegenwoordigen door hun voogd. Deze voogd is altijd een man van de rechte zwaardzijde van de vrouw. Dus haar vader, een broer, neef of een oom van vaders kant. Gezien de tradities van het leenrecht zal de voogd toch altijd rekening houden met de familiaire achterban. Leenoverdracht naar een ander geslacht zal in de praktijk daarom toch meestal geschieden met goedkeuring van de familieraad. Het nieuwe leenaccoord is daardoor feitelijk een weerspiegeling van het familiaire consent.

Bron ZLB (p 43) schrijft verder:

Ongetwijfeld zijn zo vaak bij de jongste takken van een geslacht delen van het oude stamgoed, in een poging het in de toekomst onverdeeld te houden en een bepaald iemand ervan te voorzien, terug te vinden in de vorm van lenen van de graaf of een andere heer. Vaak zal het allodiaal stamgoed in de oudste lijnen als allodiaal zijn vererfd en in delen door leenheren in leen zijn gegeven, doch door de consequenties van het erfrecht en bijgevolg de verarming zullen sommige allodiale delen zijn verkocht. Eeuwen later treft men dan nog steeds uit de jongere takken leenmannen aan, die dan leenmannen zijn van leenheren die in de gelegenheid waren om deze lenen te verwerven van de oorspronkelijke leenheren of hun opvolgers. Brokken constateerde reeds het verschijnsel dat edelen grond verkochten aan andere edelen en daarop deze grond wederom van de koper in leen ontvingen. Zodoende was het mogelijk voor edelen om hun goed te handhaven, te laten vererven en financieel ruimte te krijgen. Hierbij zag de leenheer zijn grondbezit toenemen.

- blote
Volgens bron RKR (p 135) kan een leenman zijn leengoed overdragen buiten het consent van de leenheer om. Een zgn blote vorm van leenoverdracht. Deze blote overdracht is rechtsgeldig, ondanks een weigering van de leenheer. Ze vindt plaats middels een soort acte van eerbied. Deze vorm van leenoverdracht is echter gebonden aan strenge regels. In de provincie Utrecht zijn die in 1569 op schrift gesteld in de 'Costuymen van het Overkwartier van het Nedersticht'.
** Zwaardzijde, Voogdij, Leenaccoord, Leenverhef, Leenhulde, Leenstelsel, ZLB, Allodium
# ZLB (p 43), RKR (p 135), DAB

Leenrechten:
Alle rechten en plichten betreffende een leen van een leengoed door een leenman van een leenheer.

Leenstelsel:
Ingewikkeld pachtstelsel dat in de 9e eeuw ontstaat en sinds de 10e eeuw tot volle bloei komt in de landen van West-Europa.
De leenheer geeft lenen uit aan leenmannen. Vaak is een leen oorspronkelijk in bezit van de eerste leenman. De leenheer dwingt deze oorspronkelijke landbezitter dan zijn bezit af te staan (vaak onder dreiging met geweld), waarna deze zijn oorspronkelijk bezit weer in leen terugkrijgt.
De leenman krijgt zgn bescherming van de leenheer en moet voor hem in ruil daarvoor bepaalde diensten verlenen. Bijvoorbeeld militaire hulp.
De leen komt te vervallen na teruggave door of bij overlijden van de leenman.
Na de Middeleeuwen worden de lenen steeds vaker erfelijk en kunnen de leenmannen hun leen zelfs verkopen. Desondanks blijft het oorspronkelijke leenrecht in stand. Dit leenrecht bepaalt ondermeer op welke wijze een leen van de ene leenman op de andere kan worden overgedragen. Hetzij door vererving, hetzij door verkoop. Deze regels zijn vastgelegd in de zgn leenprotocollen.
Na de dood van een leenman gaat de leen terug naar de leenheer. De leen wordt daarna weer uitgegeven aan een nieuwe leenman of -vrouw. Het is daarbij usance dat de naaste familie en erfgenamen opties krijgen op de leen. Gaat de leenheer daar niet op in, dan kunnen de familieleden en erfgenamen hun aanspraken claimen voor de rechtbank.
In de leenkamer vindt de administratie plaats van de overdracht of overgang van het bezit van alle lenen.
** LRK, Cranenbroek Heiloo, Raephorst, Kertant van Kranenburg (gb 1257)
# DVB

Leentje~
** Lena~

Leenverhef:
Leenverhef geschiedt bij de overgang van een leengoed op een nieuwe leenman. Daarvoor moet een recht betaald worden.
** Leenoverdracht
# PAMA

Leenvolger:
Leenman die een leen overneemnt van een andere leenman.
** Leenopvolging

Leenvoorwaarden:
Dit zijn de voorwaarden waaraan een leenaccoord moet voldoen om leenrechtelijk geldig te zijn. Hierover is nog nauwelijks enige publicatie over verschenen. Toch moeten leenvoorwaarden hebben bestaan, anders waren daar nooit geschillen over geweest. Zo zal een leenman in principe: 1) een man moeten zijn; 2) van de rechte zwaardzijde van de vorige leenman; 3) de oudste man uit de oudste tak van dat geslacht moeten zijn. E.e.a. blijkt uit de regels van de leenoverdracht. Als er geen mannelijke telg van het geslacht beschikbaar of geïnteresseerd is, dan mag de leen overgaan naar een vrouw uit dat geslacht. Zij moet dan wel worden vertegenwoordig door een voogd. Ofwel een man van haar rechte zwaardzijde.
** Leenaccoord, Leenoverdracht, Voogdij, Zwaardzijde, HRAC

Leiden
In Leiden wonen sinds eind 14e eeuw vele Kranenburgs~. Vandaar verspreiden ze zich o.a. naar Warmond (ib Vrouwe Ven) en Lisse.
In de Pieters Kerk van Leiden ligt de grafsteen van Mathijs Harmans van Cranenburch (gb 1543). Ook ligt er een grafsteen met het ongeschonden wapen van een bastaard Van Wassenaar: drie wassenaars 2-1 geplaatst met daartussen een dunne, horizontale balk. De steen ligt halverwege het middenpad van het koor naar de achterdeur. Een naam en jaar was helaas niet (snel) te vinden.
** Cranenburch Leiden, Burcht van Leiden, Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1360), Cranenburch-Heringa Leiden, Vervoort & Van Cranenburgh, FW Cranenburch Adelaar, PKR

Leiderstaf:
** Gamma

Leigje Kranenburg (1721-1785*)
Dochter van Cleis Ariense Kranenburg en Jaapje Pieters Sloof.
Gedoopt GF 9.2.1721 in Pernis.
Huwt in 1743 (otr 1.9) in Charlois met Pieter Magielis Louter, jongeman uit Katendrecht.
Is 29.7.1781 getuige bij de doop GF in Charlois van Lijgje Louter, dochter van Cleis Louter en Maijke Veldhoen.
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB Rotterdam (ivn 1/005; 11/002; 1/015)

Leiweg
ONL: weg waarlangs vee geleid wordt. Ook: lijtweg.
Primair een weg waarlangs vee wordt geleid. Tevens een weg waarlangs men kan lopen. Normaliter is een leiweg 16 voet breed.

Lekregio
Regio tussen Wijk bij Duurstede en Rotterdam aan weerszijden langs de Lek.
Bij Lexmond begint het deel van Zuid-Holland. Daarvoor ligt het in Utrechts (noord) en Gelders (zuid) gebied. Bron oudcastricum.com (10.4.08) schrijft:

In 1379 wordt Jan (van Polanen) van der Lecke, heer van Breda en van der Lek beleend door Hertog Albrecht die ook door Jan's vader in leen werden gehouden. Castricum, Heemskerk en het huis [Cranenburch] te Castricum. Jan van der Lecke gaf deze goederen aan zijn broer Dirk, die gehuwd was met Gillia van Cralingen. ...

De Lekregio is dus in de 14e en 15e eeuw leenbezit van het geslacht Van der Lecke, alias Van Polanen. Dit laatste geslacht stamt af van het geslacht Van Duivenvoorde, dat afstamt van het geslacht Van Wassenaar.

In 1504 erft Willem Gielisz te Cranenborch een deel van de visserijrechten op de Lek.
** Cranenburch Castricum, Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470)

Lena~
() Lena, Leentje, Leuntje, etc

Leentgen Ingendr Cranenburch (1623*-1683*):
Dochter van Ingen Teunisz Cranenburch en Leentjen Ariens.
Geboren in Bleiswijk.
Ghm Jan Janss Poff te Swartesluis in Overijssel, alwaar beiden wonen.
# HBB, GA Rotterdam (AAB 247 nr 8 dd 22.9.1640)

Leentgen Cornelisdr van Cranenburgh (1633*-1693*):
Vrij zeker een dochter van Cornelis Meesz Cranenburgh en Neeltje Jans Stijnen op de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade.
In 1687 wonend op de Vismart te Hoorn en gehuwd met Ary Pietersz van Sijp.

Leentje Ysbrants Cranenburch (1644-1704*)
Gedoopt 18.9.1644 te Bleiswijk. Dochter van Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch en Trijntgen Pieters Witten.
# BKK

Leentje Dammisdr Kranenburg (1660-1705*)
Dochter van Dammis Teunisz Cranenburg en Pleuntje Cornelisse.
Gedoopt NH 18.1.1660 in Rijsoord.
Huwt NH 2.9.1685 te Zuid-Beijerland met Jan Hendriksz van Dam, smid te Numansdorp, gedoopt NH 19.8.1657 in Strijen.
Alias: Lena Dammisdr Kranenburg
Geen kinderen bekend.
++ Kranenburg IJsselmonde
# KWS Geertrui Maria Bouwer

Lena Cleisdr Cranenburgh (1675-1735*)
Dochter van Cleis Teunisz Craenenburgh en Neeltje Woutersdr in Kijfhoek, IJsselmonde.
# GKK

Lena Ariensdr Cranenburgh (1697-1715):
Dochter van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon.
Geboren 1697 te Rhoon. Overleden 1715.

Leentje Kranenburg (1745-1805*):
Dochter van Jan Kranenburg en Antje van Bilkshof. Geboren in Thamen aan de Amstel (Uithoorn). Gedoopt 30.5.1745 in de Gereformeerde Kerk in Thamen.
Huwt 1770* in Amsterdam met Willem Smit.
Alias: Leuntje Cranenburgh.
Zoon: Willem Smit.
# Dopen GK Thamen a.d. Amstel, DAB

Leuntje Cranenburgh (gb 1745)
** Leentje Kranenburg

Leuntje Kranenburg (1752-1812*)
Dochter van Maarten Kranenburg en Lijsbeth Hendriks Vijfschoof.
Gedoopt 6.8.1752 in Sommelsdijk.
# GKK

Lena Kranenburg (1760*-1820*):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1723) en NN. Geboren te Nieuwkoop.
Huwt 27.5.1781 te Nieuwkoop met Jan Slingerland, jongeman geboren te Zevenhoven/ZH. Ze gaan wonen in Zevenhoven. Lid NH Kerk aldaar.
Udh: Claas (gb 1785; bg 29.8.1811 Zevenhoven) en Jan (gb 1787 Zevenhoven; ghm Maria Magdalene Captein, gb 1795 Aarlanderveen).
# GHA 29.1.09 (NH Trouwen Zevenhoven, etc)

Lena van Kranenburg (1850-1877):
Dochter van Gerrit van Kranenburg en Christina Vos.
Geboren 1850 in Deil.
# HPN

Leentje Kranenburg (1892-1952*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 27.7.1892 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Lena van Kranenburg (gb 1905*):
Dochter van Arie van Kranenburg en NN. Geboren 1905* in Moordrecht.
Woont in Moordrecht, later in Kralingen/Rotterdam.
Schrijfster van het boekje 'Mijn oog zal op u zijn' (1965) over haar vader, die ouderling is bij de Gereformeerde Gemeente.
# MOZ

Leentje Marretje Kranenburg (gb 1919*)
Foto 1925* in bron GNS ivm smederij Gijsbert Dirksz Kranenburg te Nieuwkoop.
Op de foto is ze nog een jong meisje van circa 6 jaar. Mogelijk is ze een dochter van Dirk Kranenburg (gb 1891), die ook op de foto staat.
# GNS

Lenert~
** Leendert~

Leonie Marion van Cranenburgh (gb 1971):
Dochter van Johan Hendrik van Cranenburgh en NN.
Geboren 14.1.1971 in Vlaardingen.
# VC300

Letitia Cranenburgh (1845*-1925*)
Woont in India/Australië. Mogelijk gehuwd met James Arthur Casey. Wordt weduwe en huwt na 1900 ene Boileau. Zuster van Rose Geraldine Cranenburgh.
** Cranenburgh India

Letitia A. Cranenburgh (1844*-1904*)
Huwt in 1869 in Bengal (NO India) met Francis E. Pereira.
** Cranenburgh India
# BMA 12.12.2004

Leunis Xzn Cranenburg (1590*-1650*):
Woont in Barendrecht. Ghm NN.
Dochter: Aertie Leunis Cranenburg (gb 1625*).
=* Teunis Symonsz Craenenburgh (gb 1590; Kijfhoek)

Leunis Kranenburg (1779-1839*)
Zoon van Hendrik Kranenburg en Kaatje Herberts Grootenboer.
Gedoopt NH 28.2.1779 in Sommelsdijk*.
# GKK

Leuntje~
** Lena~

Liesbeth~
** Elisabeth~

Lieuwke Elisabeth Kranenburg (Joeke) (gb 1920)
Dochter van Roelof Kranenburg (gb 1880) en Henderika Catharina Siemens.
Geboren 25.12.1920 in Amsterdam.
Is KNO-arts in Rotterdam. Gehuwd met C.E. van Blommestein.
Udh: Elisabeth en de tweeling Jan Ipo en Roelof.
** Tweelingen
# FRI, DAB

Lisse
** Cranenburgh Lisse, Vrancken Hofstede te Lisse, Huys Dever te Lisse
BB LRD, AHZ

LNK: Locatienamen Kranenburg~
Als een locatie Kranenburg~ heet, is er altijd de vraag waarom. Heet de locatie van oorsprong Kranenburg~ omdat het een zgn kranenberg is: een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels bivakkeren? Of is er ooit een groot pand (huis, hofstede, borg, e.d.) neergezet, die de naam kreeg van de oorspronkelijke bouwer/eigenaar. Of omdat hij de naam Kranenburg~ om andere redenen aan heeft gegeven. Bijvoorbeeld omdat hij van een andere locatie Kranenburg komt en de naam hem dierbaar is om de een of andere reden. Al deze mogelijkheden komen voor. Cranenburg Eikenduinen is door Willem van Cranenburg in 1330 gebouwd en krijgt de naam naar analogie van Cranenburg Bleiswijk, waar hij is geboren en getogen. Cranenburg Bleiswijk dankt de naam waarschijnlijk aan een zgn kranenberg waarop het is gebouwd. Kranenburg Kleef is een dorp waar kasteel Kranenburg ooit stond. Dit kasteel is mogelijk eveneens genoemd naar een kranenberg aldaar. Er ligt vlakbij ook een gebied met de naam Kranenbruch (Kranenbroek). In Kranenburg Neder-Saxen wordt in 1435 een veenborg gebouwd, die de naam Kranenburg krijgt omdat de locatie aldaar een kranenberg is. De bewoners gaan zic ook Cranenburg noemen. Het gehucht Kranenburg dat daar ligt, is mogelijk later ontstaan door agglomeratie. Het heeft derhalve de naam van de veenborg gekregen.

Later, als er eenmaal een borg of kasteel staat, nemen de bewoners de naam vaak over. Dat gebeurt bij de nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar, die zich Van Cranenburg~ gaan noemen. Hij woont in 1276-1281 op Cranenburg Bleiswijk en zijn nazaten gaan later daarom zo heten. Meestal om hun herkomst aan te duiden. Weer later kunnen zij hun familienaam elders geven aan een hofstede of borg waar ze wonen. Vaak krijgt dan de locatie weer de naam van de hofstede/borg. Derden denken dan later dat de familie zich is gaan noemen naar hun locatie, terwijl het in feite andersom is. Dat zien we in Beltrum. Daar staat een hoeve Cranenborg~, die de naam van de oorspronkelijke bouwer/eigenaar Willem Gielisz te Cranenborch krijgt rond 1470. De locatie van de hoeve krijgt dan al snel ook de naam Cranenborg~. Later heten vele nazaten afwisselend Te Cranenborg~ of gewoon Kranenburg~. Ook in Zelhem zien we duidelijk dat een hoeve de naam van de bouwer/eigenaar krijgt. Rond 1880 wordt daar de hoeve Kranenbarg gesticht door Martinus Weulen Kranenbarg uit Vorden.

De beschreven relatie tussen locatie-pand-familienaam bij de Kranenburgs~ vinden we elders ook. O.a. bij de naam Zandvoort~. Bij Bathmen staat anno 2006 een oude boerderij met de naam Zandvoort. De boerderij is gebouwd op een locatie die van oudsher al Zandvoort heet. Een stuk grond in een oud veengebied. Later krijgen de oorspronkelijke bewoners van de boerderij eveneens de naam Van Zandvoort~.
** Kranenberg, Kranenburg, Kranenburg Vorden, Cranenburg Bleiswijk, Cranenburg Eikenduinen, Segebaldo Cranenburg, Te Cranenborg~, Op de Cranenborg~, Kranenbarg Ruurlo, Kranenbarg Zelhem, Achterhoek, Plaatsnamen, Kranesites

Locatienamen
** Plaatsnamen, Regionamen, LNK

Lochem
** OTGB, Achterhoek

Lodewijk Pietersz* van Cranenburg (1580*-1640*):
Mogelijk een zoon van Pieter Jacobsz van Cranenburch en NN in Warmond.
Vermeld in 1616 als Lodewijk P. samen met A. Jacobmijne in Archief Raad van Brabant 1586-1811, Toegangnr 19, Rekeningen van boedelbereddingen en voogdijen.
Vermeld in 1616 ivm geldlening (RA West-Brabant/Civiele rechtspraak).
Alias: Lodewijck van Cranenburch
# Regionaal Archief West-Brabant

Lordship
** Manor

Lorenzo Kranenburg (gb 19--)
Jonge voetballer bij FC Emmen.

Lourens~
** Lauwrens~

LPK
Lijst panden met de naam Kranenburg~.
Ovm = oudste vermelding
nb = anno 2005 nog bestaand
iv = anno 2005 in verval
xx = onbekend

Naam
Cranenburg
Kranenburg
Cranenborch
Cranenburg
Cranenburg
Cranenborch
Cranenburch
Kranenburg
Kranenburg
Cranenborch
Groot Cranenborch  
Cleyn Cranenborch
Kranenberg
Cranenburch
Cranenburgh
Cranenburgh
Kranenburgh
Kranenburg
Cranenburchgoedje
Cranenburg
Cranenburg
Craenenburgh
Kranenburg
Klein Cranenborch
Klein Cranenborg
Klein Cranenberg
Klein Cranenborg
Kranenburg
Kranenburg
Kranenburg
Kranenburg
Cranenborch
Locatie
Bleiswijk
Kbg Kleef
Utrecht
Brugge
Eikenduinen
Bergen op Zoom
Utrecht
Neder-Saxen
Zwolle
Beltrum
Antwerpen
Antwerpen
Herne Sodingen
Gouda
Wynaldum
Strijen
Bergen
Groningen
Hierden
Eikenduinen
Harderwijk
Zichem
Vorden
Vorden
Vorden
Lochem
Lochem
Utrecht
Bunnik
Haarlemmerliede  
Glimmen
Utrecht
Bouwwerk
ridderhofstad    
kasteel
stadskasteel
stadskasteel
ridderhofstad
herenhuis
hofstede
veenborg
kasteel
hoeve
stadsvilla
stadsvilla
hoeve
huis
zate
hofstede
villa
boerderij
boerderij*
boerderij
hofstede
hoeve
boerderij
boerderij
boerderij
boerderij
boerderij
houtzaagmolen
korenmolen
hoeve
villa
kantorenflat

Bouwjr
1106
1200*  
1277*
1295*
1330
1350*
1350*
1375
1400*
1450*
1450*
1450*
1450*
1500*
1545*
1550*
1561
1600*
1600*
1620*
1650*
1650*
1700*
1750*
1750*
1750*
1750*
1797
1800
1827*
1872
1985*

Ovm
xx
xx
xx
1468*
xx
1397  
xx
xx
1471
1607
1482
1568
1542
1574
1640
1649
xx
1800
1696
xx
1827
xx
xx
xx
xx
xx
xx
xx
xx
xx
1911
1985*

Einde
1570*
xx
1850*
nb
1603
nb
1850*
1934*
1850*
nb
nb
nb
nb
xx
1995*
xx
nb
nb
xx
1920*
1955*
iv
nb
xx
xx
xx
xx
1955*
1940*
1975*
nb
nb

 

LT, Ltr
Luthers, Lutheraans

Lubbert~
Friese naam. Samengesteld uit 'liud' (volk) en 'bert' (glanzend, stralend, schitterend). Derhalve: de schitterende, stralende onder het volk.
** Van Beveren Dordrecht (stamreeks)
# Meertens Instituut

Lubbert Jans Kranenborg (1691*-1751*):
Zoon van Jan Xzn Kranenborg (gb 1656) en NN.
Woont in Loppersum. Ghm Aafke Doojes.
Alias: Lubbert Jans Loppers.
Udh: Jan Lubberts Kranenborg (gb 1726 Loppersum).
Aafke huwt later Lambertus Derks Kranenborg (gb 1700).
# JBK 6.1.09

Lubbert Kranenberg (1716*-1776*):
Woont onder Vorden. Ghm NN.
Udh: Maria Kranenberg (gb 1752).
Mogelijk ook Johanna Kranenburg (gb 1750).
** Klein Dochteren, Cranenborch Lochem
# Trouwboek NDG Laren/Gld, KBG

Lubbert Jans Kranenborg (1726-1788*):
Zoon van Jan Xzn Kranenborg en NN.
Woont in Loppersum. Ghm Aafke Doojes.
Udh: Jan Lubberts Kranenborg (gb 1755 Loppersum).
# JBK 6.1.09

Lubbert Kranenborg (1728*-1788*):
Woont in Vorden. Ghm Jenneken Garritzen.
Alias: Lubbert Kranenberg.
Udh: Hendrik Kranenburg (gb 1758 Vorden), Willemina Kranenborg (gb 1760 Vorden) en Jenneken Kranenborg (gb 1763 Vorden).
** Jan Willem Kranenburg (gb 1736 Brummen)
# Doopboek NDG Vorden, Trouwboek NDG Vorden

Lubbert Jans Kranenborg (1755-1815*):
Zoon van Jan Lubberts Kranenburg (gb 1726) en NN in Loppersum.
Gedoopt 27.4.1755 te Farmsum (Gro).
Huwt 1.5.1778 te Loppersum met Aaltje Tiddes, gedoopt 23.11.1749 te Lellens, dochter van Tidde Roelefs en Trijntje Jans.
Aaltje overlijdt 6.1.1806 te Wehe. Lubbert overlijdt aldaar op 18.9.1836.
Udh: Jan Lubberts en Janna Lubberts Kranenborg.
++ Kranenborg Groningen
# JBK, KBG

Lucas~

Lucas Jans Cranenborg (1672-1720):
Zoon van Jan Egberts Cranenborg en Lammigjen Lucas. Geboren en NH gedoopt in Winschoten.
Huwt in 1694 te Winschoten met Dieuwertien Jans, geboren in 1670* in Winschoten.
Dieuwertien overlijdt in 1702 te Winschoten. Lucas hertrouwd in 1703 met Lucreatia Jans, die eerder was gehuwd met Harmen Jans Cranenborg, broer van Lucas.
Mogelijk was Dieuwertien Jans een zuster van Lucretia.
Lucas overlijdt in 1720 te Noordbroek.
Kinderen: niet bekend.
# PKG

Lucia Stevens van Cranenborgh (1708-1773*)
Dochter van Stephanus Peetersen van Cranenborgh en Elisabeth Cornelisse Knaep. Geboren 12.7.1708 te Etten-Leur. Huwt 8.1.1731 te Etten-Leur met Petrus (Peter) Adriaan Luijten, zoon van Adrianus Pieter Luijten en Maria Aert Timmermans. Lucia overlijdt na aug 1773.
Udh: 4 kinderen (gb te Etten-Leur 2.9.1735, 7.5.1742, 12.4.1744 en 29.6.1750) w.o. Christianus Luijten en Adrianus Luijten.

Lucretia Jans Cranenborg (1726-1790)
Gedoopt NH te Noordbroek op 17.3.1726. Dochter van Jan Harmens Cranenborg en Geertruida Wessels Scholtens. Vermoedelijk is ze ongehuwd.
Lucretia overlijdt in 1790 te Noordbroek.
# PKG

Ludwig Kranenburg (1920-1991):
Geboren 5.8.1920. Overlijdt 10.12.1991. Begraven op St Barbara in Utrecht.
# graftombe.nl 4.2.08

Luitje Kranenburg (1892-1956):
Dochter van David Hindriks Kranenburg en Geesje Blaauw.
Geboren 29.6.1892 te Scharmer. Overlijdt 24.8.1956. Begraven in Gieterveen Oud.
# DVB, graftombe.nl 8.4.07

Lunetten
Afgeleid van het Franse woord lunette = maantje.
Ronde of halfronde bastion met een open achterkant. Eind 17e eeuw ontstaan als verdedigingswerk. Ze worden paargewijs geplaatst, links en rechts van een ravelijn. Later meer breed, ondiep vestingwerk met lage borstwering of dunne muur met schietgaten. Lunetten zijn dus in feite vooruitgeschoven vestingwerken.
** Ravelijn
# WP

Lutkie & Cranenburg
Drukkerij in Den Bosch. In de 19e eeuw de grootste en meest geavanceerde drukkerij annex uitgeverij aldaar.
# bossche-encyclopedie.nl 13.2.08, DAB

LVK
Gemiddeld leeftijdverschil vader-kind.
Uitgaande van een gemiddelde lifespan van 20-50 jaar waarop een vader een kind krijgt, bedraagt de LVK circa 35 jaar. (20+50/2) Ofwel: de gemiddelde leeftijd van de vader waarop een kind wordt geboren is circa 35 jaar. Hiervan uitgaande zal de LVK tussen vader en kleinkind circa 2x35 jaar zijn. Bij de schatting van geboortejaren kan hiervan gebruik gemaakt worden. Als bijvoorbeeld een kind in 1610 is geboren, zal de vader circa 1575 kunnen zijn geboren en de grootvader circa 1540.
** Geneametrie

Lijftocht
ON: lijfrente, geld voor onderhoud van een weduwe, vruchtgebruik van een goed voor onderhoud van een weduwe; levensonderhoud.
Lijftochten = een geld vastzetten als lijftocht.
# WMN

Lijntje~

Lijntjen van Cranenburgh (1714-1774*):
Dochter van Peter Willems van Cranenburgh en Gerritje de Vette.
Geboren 6.5.1714 in Opijnen.
# HPN, KBG

Lijntje Dirksdr Kranenburg (1756-1819):
Dochter van Dirk Adriaansz Kranenburg en Maria Arijsdr Lagestee.
NH gedoopt te Strijen op 7.3.1756.
Huwt 1e in 1777 (otr 2.5.1777) te Strijen Adrianus Kranenburg.
Udh1: Jan en Adriana Kranenburg.
Huwt 2e 6.10.1786 te Strijen met Cornelis Jacobsz Schelling, landbouwer en dijkgraaf in het Oudeland te Strijen.
Udh2: Jacob, geboren 8.8.1787 te Strijen.
Lijntje overlijdt 7.5.1819 te Strijen.
** Adrianus Kranenburg (gb 1755)

 

Lijntje Jansdr Kranenburg (1772-1848):
Dochter van Jan Adriaans Kranenburg en Maaike Bastiaans Fonckert. Geboren 3.7.1772 in Strijen. Aldaar gedoopt 5.7.1772. Volgens onbekende bron heet haar moeder Maaike Tankert en is Lijntje geboren 5.11.1772 in Strijen. Huwt 1e 1791 Arij Steenbergen, bouwman, heemraad en dijkgraaf.
Krijgt 1807 uit erfenis van haar vader 23 morgen 388 roede land in Land van Esse.
Huwt 2e 1.12.1843 Gerrit Cornelisz Diepenhorst (gb 1795), penningmeester van het Oudeland van Strijen, weduwnaar, overleden 21.8.1849 in Strijen. Lijntje overlijdt 15.5.1848 in Strijen.
 
Rechts: schilderij van Lijntje in zondagkleding (1814; kleur; onbekende meester). Haar jurk is prachtig geel met blauwe motieven en afzetting. Haar wangen zijn rozerood. Haar ketting is van goud, bezet met robijnen. Haar ogen zijn donkergroen.
# VDH 25.5.2005, DAB

 
Lijsbeth~
() Lysbeth~, Liesbeth~, etc
** Elisabeth~

Lijtweg
** Leiweg

M::

Maaike~
() Maaike, Mayke, etc

Maaike Dirks Kranenburg (1600*-1660*)
Dochter van Dirck Crijnen Cranenburgh en Liesje Adriaanse Boender in Strijen.

Maeijken Cranenborgh (1640*-1700*)
Woont in Hilvarenbeek. Huwt Cornelis Jansen.
Udh: Anna Maria Cornelisdr.
# Hilvarenbeek Dopen 1587-1810

Maaike Gijsbertsdr Kranenburg (1745*-1820)
Dochter van Gijsbert Ariensz Kranenburg en Pietertje Paulusdr Tolhooft. Geboren in Rhoon. Woont in Charlois.
Huwt 2.8.1772 (otr 11.7) in Charlois met Gerrit Cornelisz van der Wel, geboren 10.7.1742 in Charlois. Het echtpaar gaat aldaar wonen.
Gerrit is landbouwer. In 1785 is hij schepen van Charlois.
Maaike overlijdt 21.11.1820 te Charlois. Gerrit overlijdt aldaar 17.10.1823.
Udh: Cornelis (gd GF 18.10.1772 Charlois), Lena (gd GF 28.8.1774 Charlois), Pietertje (gd GF 12.7.1778 Charlois), Gijsbert (gd GF 25.12.1784 Charlois), Gijsbert (gd GF 4.10.1789 Charlois) van der Wel.
# KWS Langendijk, DTB GF Rotterdam (ivn 14/007; etc)

Maaike Kranenburg (1747*-1816)
Dochter van Pieter Kranenburg en Kaatje van Schell. Geboren te Hendrik-Ido-Ambacht*.
Huwt 28.4.1771 te Hendrik-Ido-Ambacht met Pieter Bakker, zoon van Denijs Bakker en Barber Prins.
Udh: Denijs Bakker.

Maaike Pieterse Kranenburg (1750*-1810*):
Dochter van Pieter Kranenburg en Kaatje Schell te Hendrik-Ido-Ambacht.
Huwt 28.4.1771 in HI-ambacht met Pieter Bakker, gedoopt 9.3.1749 in Ridderkerk, zoon van Denijs Pietersz Bakker en Barber Jans Prins te Ridderkerk.
Udh: Denijs (1773* HI-Ambacht).
# dollybay.com 23.5.07

Maaike Kranenburg (1762*-1817)
Dochter van Dirk Kranenburg en Maaike Arijs Lagerstee. Geboren in Klaaswaal.
Huwt 1780 te Mijnsheerenland met Jacob Troost, geboren 1759 te Mijnsheerenland, beroep arbeider. Maaike overlijdt 1817 te Mijnsheerenland.
Udh: Grietje (1781-?), Marigje (1782), Cornelis (1783), Dirk (1785), Ary (1787-87), Grietje (1788-?), Grietje (1790), Dirksje (1793-96), Jannigje (1794), Dirksje (1796), Ary (1798-99), Arie (1801-02), Neeltje (1803), Maaike (1807-08). Alle kinderen geboren te Mijnsheerenland.
# familie.troost.demon.nl

Maaike van Kranenburg (1834*-1994*):
Woont in Deil. Ghm Evert de Jong.
Udh: Wouterke Maria de Jong (gb 1866 in Deil; 1894 ghm Adrianus de Widt).
# henniegerritsen.nl 29.4.08

Maarten~
() Marten, Martinus, etc

Maerten Adriaensz van Cranenburch* (1490*-1550*)
Zoon van Adriaen Dirixsz van Cranenburch en NN in Den Haag.
Is gasthuismeester het Sinte Nycolaes Gasthuis in Den Haag.
Vermeld:
> 23.11.1507 ivm een schuld aan de kerkmeesters van Eikenduinen, gaande uit zijn woning in Westambacht in Den Haag, groot 20 morgen.
> 27.3.1538 samen met zijn vader ivm ruil van 7 hont land aan de Scheveningsweg WZ in Den Haag.
> 27.3.1538 als gasthuismeester van het Sinte Nycolaes Gasthuis in Den Haag.
Alias: Marten Ariaensz
Zoon*: Willem Maertensz van Cranenburch (gb 1525).
# AKD (p 155, 274)

Maarten Jorisz van Cranenborch* (1494*-1554*)
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Puwelsdr te Loosduinen.
Vermeld 28.9.1529 in bron AKD ivm overdracht van land aan de kerkmeesters van Eikenduinen.
# AKD (p 157)

Marten Adriaensz van Cranenburch (gb 1500)
** Maerten Adriaensz van Cranenburch

Maerten Adriaensz van Cranenburch (1500*-1570*):
Zoon van Adriaen Claesz van Cranenburch en NN te Eikenduinen. Ghm NN.
Vermeld:
- 2.12.1530 als schepen van Den Haag ivm verkoop van een rente.
- 29.12.1530 als schepen van Den Haag ivm een schuld van Heynryck Aertsz.
- 1.3.1531 als wonend in Eikenduinen ivm de verkoop van een jaarrente van 10 pond Hollands, gaande uit 7,5 morgen land gelegen in Westambacht van Den Haag.
27.6.1531 als schepen van Den Haag ivm land van Claes Willemsz Houck.
- 12.7.1532 als schepen van Den Haag ivm de verkoop van een jaarrente.
- 28.2.1536 als schepen van Den Haag ivm de verkoop van een jaarrente.
Zoons*: Lenert Maertensz (gb 1540), Arent Maartensz (gb 1543) en Gerrit Maartensz van Cranenburch (gb 1545).
# AKD (p 111, 135, 157, 158, 161, 274, 432)

Maerten Mathijsz Cranenburgh* (1524*-1605*):
Vrij zeker een zoon van Mathijs Dircksz Cranenburgh (gb 1495) en NN te Warmond.
Ghm Maritgen Jacobsdr. Woont anno 1575 in boerderij Moppehoeve in de Zuytvenne (Vrouwe Ven Zuid) te Alkemade. Heeft de boerderij geërfd van Arie Pieter Reynoutsz. Het grondbezit bedraagt 20 morgen en 62 roeden. Maerten woont anno 1600 nog steeds in de Vrouwe Ven.
Van 1596 tot 1599 voert Maerten een juridsiche strijd tegen Leendert Cornelisz Aeckerboom uit Jacobswoude en Claes Jacobsz van Berckel, lakenkoopman te Leiden. Leendert en Claes hadden de nalatenschap van Hillegont Maertensdr verkocht na haar dramatische dood en de opbrengst in eigen zak gestoken. De zaak komt tot in de Hoge Raad. Maerten wint en krijgt de nalatenschap terug.
Deze zaak zal nog lang een belangrijke rol spelen in Nederland en andere Europese landen. Het ging namelijk om de vraag op welk moment een huwelijk juridisch gezien daadwerkelijk is gesloten. De Hoge Raad oordeelt op 4 mei 1599 dat het huwelijk 'voor den Gerechte van Alckemade gecontraheert ende gesolemniseert is geweest'.

          

De Moppehoeve staat aan de Rodepolder 1 in Oud Ade (Alkemade). Anno 2005 is de hoeve een rijksmonument. Bovenstaande tekening van de Moppehoeve is gemaakt in de 18e eeuw door een onbekende meester. Ze bevindt zich in de Collectie van het Gemeente Archief te Leiden. Op de tekening is de voorkant van de boerderij gelegen aan de kant van de sloot. Het vervoer gaat in die tijd namelijk nagenoeg alleen over water. De huidige boerderij (foto onder) staat met de achterkant naar deze sloot.


          

De oorspronkelijke hoeve is in de 19e eeuw afgebroken. Daarna is er de huidige boerderij gebouwd. De grote schuur naast het huis is lang geleden ook afgebroken. Het brugje over de sloot, zoals te zien op de tekening, is begin 20e eeuw afgebroken. De sloot zelf is anno 2005 nagenoeg dichtgeslibt. De grote sloot is echter nog volledig intact. In 2004 is een woning bijgebouwd met de naam Moppenhoeve. De boerderij is sinds de 19e eeuw eigendom van de familie Van der Geest. De bijbehorende grond is enige jaren geleden verkocht en het bedrijf verhuurt tegenwoordig ligplaatsen voor boten.
Udh: Cornelis Maarten Thijsz, Hillegont Maertensdr en Jaapje Maertens Cranenburgh.
** Arie Pieter Reynoutsz van Cranenburgh
# SRO (p 141-147), KDL, FRI

Maerten Lenertsz Cranenburch (1567*-1627*)
Geboren in Bleiswijk. Zoon van Lenert Maertensz Cranenburch en NN Huybrechtsdr van Alphen.
Vermeld ivm erfenis van zijn vader dd 14.5.1621 (AAB 775 fol 7v).
Alias: Maerten Lenertsz Suijck (of Romeijn)
# HBB

Maarten Huygensz van Cranenburch (1585*-1652):
Zoon van Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552) en NN te Gouda.
Woont in Gouderak. Ghm Xx Dirksdr, dochter van Dirk Jacobs. Haar bestemoer is Leentgen Vincenten.
Genoemd:
- 8.9.1617 ivm leen van een achterkamp in Stein in de Willens, groot 1 morgen, nabij de Reeuwijkse Wetering.
- 1622 ivm betaling hoofdgeld te Gouda. (Hoofdgeld Kwartier Gouda)
- 25.4.1638 ivm koop van land en schuldaflossing in Ouderker/Yssel.
- 12.2.1644 ivm koop van land van zijn zwager Aalbert Jacobsz in Ouderkerk/Yssel.
- 23.3.1644 ivm verkoop aan Leendert Huybertse van 3 morgen land in de Hoge Nesse en deel van een huis en erf aan de Groenendijk van de dijkwetering tot de IJssel, alles gelegen in Oudekerk aan de IJssel. Prijs Fl 1700,-. Fl 566.13.0 contant plus Fl 6 speldegeld. Maarten tekent met Maerten Huygens van Craenenburch volgens de schuldbekentenis. (Transporten & Hypotheken Oudekerk/IJssel ivn 21)
- 27.11.1652 ivm nalatenschap.
Alias: Maarten Hugenz/Huigensz Kranenburg.
Udh': Claas Xzn Cranenburg (gb 1620; Gouderak).
# OVG 1985 (p 384), LRK 142 (c.Nd.Holland fo 37), Archief Ouderkerk/Yssel tot 1700, GHA 29.1.09

Maerten Willemsz Kranenburgh (1610*-1670*)
Zoon van Willem Gerritsz Kranenburgh en NN. Woont in Oudshoorn. Ghm NN.
Udh: Marytje Maertens Kranenburgh.
# KPR 1675

Maerten Xzn Kranenburgh (1615*-1675*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1580) en NN te Oudshoorn/ZH*.
Woont in Oudshoorn/ZH*. Ghm NN.
Udh: Marritje Maertensdr Kranenburgh (gb 1650; Oudshoorn).

Maarten Willemsz Cranenburch (1631*-1691*):
Zoon van Willem Xzn Cranenburch (gb 1596) en NN te Alphen/Rijn.
Woont in Alphen/Rijn. Ghm Trijntgen Gerritsdr.
Genoemd:
- 17.5.1663 Maertgen Willemsz Cranenburgh ghm Trijntgen Gerritsdr ivm nalatenschap van Pieter Govertsz te Alphen/Rijn c.q. verkoop van een huisje met boomgaard buiten het Noordeinde te Alphen, strekkend uit de Rijn tot de Hoge Rijndijk. Koopsom 610 gulden te verdelen onder de erven. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 19 p 68)
- als voogd van minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Maartensz Groenendijck:
-- 27.12.1663 ivm verkoop door derden van deel van een tuin/boomgaard in de Kerkstraat te Alphen/Rijn aan Pieter Willemsz Maes. Koopsom 400 gulden. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 19 p 123)
-- idem verkoop deel tuin/boomgaard achter de kerk te Alphen/Rijn aan Cornelis Jansz van Tol. Koopsom 340 gulden. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 19 p 12v)
-- idem verkoop deel tuin/boomgaard achter de kerk te Alphen/Rijn aan Marritgen Gerritsdr Groenendijck. Koopsom 288 gulden 12 stuivers. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 19 p 119v)
-- 27.1.1666 ivm verkoop door derden aan Maarten Gerritsz Groenencijck van deel van een tuin/boomgaard aan de Kerkstraat te Alphen/Rijn. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 20 p 42)
-- 16.8.1666 ivm verkoop van een huis en erf in de Bruggestraat te Alphen/Rijn aan Maarten Gerritsz Groenendijck, chirurgijn te Alphen. Koopsom 1012 gulden 10 stuivers. (Protocollen Alphen/Rijn ivn 20 p 65)
# GHA 29.1.09

Maarten Claesz Kranenburg (1666*-1726*):
Mogelijk een zoon van Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630) in Rijpwetering.
Trouwt te Moordrecht 23.12.1691 met Erckje Abrahams Bijlevelt.
Alias: Maerten Claes Kranenburg.
Udh: Klaas (gb 21.10.1691), Willemijntje Maertensdr, Marichje Maartens (gb 8.12.1699), Abraham (gb 1.5.1700) en Neeltje (gb 3.2.1709).
# CEH, DAB

Marten Xzn Kranenburgh (1666*-1716*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1631) en NN te Gouda*.
Doopgetuige 30.12.1691 in de St Jans Kerk te Gouda bij Abraham, zoon van Jan Boeckhoven en Marya Bijlevelt. 2e getuige is Meysie Abrahams Bijlevelt.
*= Maarten Claesz Kranenburg (gb 1666 Moordrecht)

Maarten Willemsz Cranenburg (1683-1750*)
Zoon van Willem Dirkz van Kranenburgh en Anettgen van der Laen.
Gedoopt 9.2.1683 in Leiden. Woont in Leiden, Maasland en Zoetermeer.
Alias: Maarten Kranenburgh
Huwt 1e 14.4.1715 (otr 23.3) in Pijnacker met Cornelia Cornelisse Overgaauw, gedoopt GK 10.6.1691 in Pijnacker, dochter van Cornelis Jansz Overgauw en Neeltje Cornelis Bockhoven.
Udh1: Willem (gb Maasland 1716), Cornelis (gb Maasland 1719), Hadewey (gb Zoetermeer 1720), Neeltje (gb Zoetermeer 1725) en Hendrik (gb Zoetermeer 1728).
Huwt 2e 11.12.1729 te Voorburg/Voorschoten* Maria Joosten van Leeuwen.
Udh2: Hendrik (gb 1729), Joost (gb 1731), Arent (gb 1733) en Gerrit (gb 1735).
# JKE, Dopen in Leiden, GA Delft, Gerda Klomp, DAB

Maarten Willemsz Cranenburg (1700*-1760*)
Woont in Mijdrecht. Ghm NN.
Zoon: Jan Maartensz Cranenburg
# JKE

Maarten Cornelisz Kranenburgh (1705*-1765*):
Zoon van Cornelis Thomasz Kranenburgh (gb 1678) en Lijsbet Jans van Boutten in Woubrugge.
Woont in Woubrugge, waar hij mogelijk visser is. Ghm NN.
Vermeld in bron MBB (p 296) ivm huren van viswater bij Woubrugge.
Udh: Marijtje Maartens (bg pro deo 7.4.1738 Woubrugge), Marijtje Maaertens (bg pro deo 12.10.1739 Woubrugge), kind (doodgeboren; bg 12.9.1740).
** Cornelis Thomasz Kranenburgh (gb 1670 Woubrugge).
# MBB, GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Maarten Willemsz Kranenburg (1720*-1780*):
Zoon van Willem Mattheusz Kranenburgh (gb 1691) en NN in Oudshoorn/ZH.
Woont in Oudshoorn. Ghm Aaltje van den Bos.
Genoemd 22.7.1754 tbv minderjarige kinderen van Geertje van den Bos ivm:
- verkoop van een huis, erf en schuurtje in de Vierambacht Polder aan de noordzijde van de Ridderbuurt te Oudshoorn, strekkend tot aan de Noordwetering. (SRM 21 p 37v) - transport 6 morgen 170 roeden weiland in de Vierambacht Polder te Oudshoorn twv 3110 gulden. (SRM ivn 21 p 39)
# GHA 29.1.09

Maarten Kranenburg (1723-1762*)
Zoon van Theunis Cleisz Cranenburgh en Geertje Laurens van den Bergh in Kijfhoek*.
Gedoopt NH 7.3.1723 in Sommelsdijk.
Huwt 10.7.1742 in Dirksland met Lijsbeth Hendriks Vijfschoof, dochter van Hendrik Vijfschoof en NN.
Udh: Geertruij (gd 1743 Sommelsdijk), Hendrik (gd 1746 Sommelsdijk), Teunis (gd 1749 Sommelsijk), Leuntje (gd 1752 Sommelsdijk), Teuntje (gd 1755 Sommelsdijk), Teunis (gd 3.7.1757 Sommelsdijk*), Teunis (gd 1760 Sommelsdijk) en Adriana (gd 1762 Sommelsdijk) Kranenburg.
# GKK

Maarten Kranenburg (1729*-1789)
Begraven 29.5.1789 in de kerk te Hillegersberg.
Broer*: Jan Kranenburg (gb 1728).
# DTB Rotterdam (ivn 6)

Maerten Cornelisz Cranenburg (1756-1816*):
Zoon van Cornelis Cranenburg en Anna van Strijp. Geboren in Maasland*.
Zoon*: Maarten Kranenburg (gb 1789 Rijswijk).
# JKE, KBG

Maarten Teunisz Kranenburg (1766*-1826*):
Zoon van Teunis Xzn Kranenburg (gb 1731) en NN te Nieuwkoop.
Genoemd 6.12.1805 ivm begravenis vader te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Maarten Kranenburg (1775-1819)
Zoon van Hendrik Kranenburg en Kaatje Herberts Grootenboer.
Gedoopt NH 23.4.1775 in Sommelsdijk.
Huwt NH 14.7.1803 met Maatje de Geus, werkster, gedoopt 20.10.1771 in Ooltgensplaat, gestorven 2.10.1829 in Sommelsdijk, dochter van Simon Simons de Geus en Maria Jacobs Coorndijker (eerder ghm Job Arensz Verlee op 25.1.1796).
Is in 1813 kustwachter in Goedereede. Veel mensen zijn in 1810-13 ingezet om te strijden tegen de smokkel van Brits handelswaar.
Udh: Kaatje (gb 1804), Rebecca (1807 Sommelsdijk) en Hendrik (1813 Sommelsdijk) Kranenburg.
# GKK

Martinus Cranenburg (1772*-1832*)
Vermeld op 26.3.1807 bij geboorte van een kind in Den Bosch.

Maarten Kranenburg (1789-1849*):
Mogelijk een zoon van Maerten Cornelisz Cranenburg (gb 1756) en NN.
Geboren 11.5.1789 in Rijswijk ZH.
Ghm Elizabeth van Den Akker, geboren 18.7.1795 in Voorschoten.
Udh: Gerrit (1830 Stompwijk).
# Gen. Aldo van Zeeland 10.6.2007, KBG

Marten Weulen Kranenbarg (1807-1867*):
Mogelijk een zoon van Garrit Weulen Kranenbarg en Harmina Stapelkamp in Vorden.
Geboren in Vorden. Woont in buurtschap Halle te Zelhem.
Ghm Garritjen Botloon uit Geesteren/Gld.
Udh: Derk Kranenbarg (gb 1850) en Berend Kranenbarg (gb 1853).
** Martinus Weulen Kranenbarg (gb 1853), Kranenbarg Zelhem
# MJK, KBG

Maarten van Kranenburg (1842-1902*):
Zoon van Adrianus van Kranenburg en Adriana Tuijnder.
Geboren 20.2.1842 in Moordrecht. Ghm Ida Bouter.
Udh: Jan (gb 1877 Moordrecht).
# FDK

Martinus Weulen Kranenbarg (1853-1913*)
Zoon van Derk Weulen Kranenbarg en Janna Marsman.
Geboren 1853 in Vorden.
Mogelijk woont hij enige tijd in Halle en verhuist hij later naar Zelhem, waar hij boerderij Kranenbarg sticht in buurtschap 't Loo.
** Kranenbarg Zelhem, Marten Weulen Kranenbarg (gb 1807)
=* Xx Kranenbarg (gb 1853; Zelhem)
# KBH, FRI, KBG

Maarten Kranenburg (1862-1929):
Zoon van Gerrit Kranenburg en Hillegonda Verhoog. Geboren 9.2.1862 in Voorschoten.
Huwt 5.5.1887 te Bovenkarspel met Elizabeth Zwiep, geboren 1865 in Buiksloot (Amsterdam?), overleden 23.11.1927 in Monster,dochter van Naane Zwiep en Trijntje Haas.
Elizabeth overlijdt 23.11.1921 in Monster ZH. Maarten 21.10.1929 in Monster.
Udh: Gerardus (gb 1888 Bovenkarspel).
# Familie Zwiep (WS 27.4.2004), Gen. Aldo van Zeeland 10.6.2007

Maarten van Kranenburg (1895-1955*):
Zoon van Frans van Kranenburg en Gerritje Beatrix van Blijderveen.
Geboren 9.9.1895 in Moordrecht.
# FDK

Martinus Kranenburg (gb 1941):
Zoon van Gerrit Kranenburg en Teuntje Grada Wolven te Arnhem.
Geboren 23.6.1941. Woont in Velp/Gld. Heeft daar de winkel:
Martin Kranenburg Audio, TV, Video.
Deze winkel heeft hij overgenomen van zijn vader, die er sinds 1948 wasmachines verhuurde.
** Kranenburg Velp
# HRK

Maartje~
() Maertge, Martje, Martha~, Maritje, etc

Martjen Reints Kranenburg' (1640*-1669):
Dochter van Reynder Jacobs Kranenburg en Hille Abels. Geboren in Nieuwolda*.
Huwt feb 1663 te Wagenborgen met Focke Derks, lanbouwer op hoeve Lesterhuis bij Woldendorp (boerderij 45 in Boerderijenboek Termunten), zoon van Derk Claasen en Aleke Fockens.
Martjen overlijdt in 1669. Focke hertrouwt 3.12.1669 in Termunten. Hij overlijdt 1689*.
# jacobboerema.nl 27.11.08, KBG

Maertie Abrams Cranenburg (1650*-1710*):
Vrij zeker een dochter van Abraham Ingen Cranenburch (gb 1615 Bleiswijk).
Woont in Nieuwerkerk a.d. IJssel. Ghm Jan Dirkse Stolk.
Udh: Joris Jansz Stolk.

Maertgen Willemsdr van Kranenburgh (1674-1734*)
Dochter van Willem Dirkz van Kranenburgh en Jannetje Blok.
Gedoopt 26.8.1674 te Leiden.
# JKE, Dopen in Leiden, DAB

Maertge Hendrix Kranenburgh (1678*-1738*)
Mogelijk een dochter van Hendrick Cornelisz Cranenburgh en Geertje Maertens Buur te Leiden.
Woont aan de Groenesteegh te Leiden.
Huwt in 1701 (otr 14.5) te Leiden met Jacobus Hendrix, droogscheerder, wonend aan de Galgstraet.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 207v), RA Leiden

Maartje Gerrits Cranenburg (1680*-1768)
Geboren in Woubrugge. Dochter van Gerrit Gerritse Cranenburg en Neeltje Crynen van Leeuwen. Huwt 1705 Cornelis Hendriksz Van Egmondt (gb 1680* Woubrugge*). Cornelis overlijdt 13.1.1742 te Woubrugge. Maartje begraven aldaar 7.1.1768.

Martje Xdr Kranenburg (1755*-1768):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1718) en NN in Woubrugge.
Woont in het Weeshuis te Woubrugge.
Begraven 7.1.1768 te Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Maatje Kranenburg (1858-1918*)
Dochter van Hendrik Kranenburg en Sijtje Kievit. Geboren 26.12.1858 in Zijpe NH.
Huwt 26.4.1877 in Anna Paulowna met Louwrens Doorn, arbeider en grafdelver, geboren 1852 in Zijpe, zoon van Jan Doorn en Maartje van der Mand.
Voogd van Grieta Kranenburg (gb 1881).
# GKK

Martje Pera (gb 1901)
Dochter van Pieter Pera, Chef Onderwijsdienst gemeente Rotterdam, en Anthonia Johanna Catharina Hofland, dochter van Gozewinus Adrianus Hofland en Johanna Catharina van Cranenburgh.
Geboren 15.6.1901. Opleiding: 5 jaar HBS, Candidaats Economie Nederlandse Economische Hogeschool en diploma Handelseconomie. Werkt als bibliotheek assistente in Rotterdam.
Huwt januari 1929 in Rotterdam met Johan Victor Jansen, geboren 13.11.1898 in Kota Radja op Sumatra, zoon van Arnold Willem Jansen en Sinem, een Indonesische vrouw. Johan is doctor in de Letteren en Wijsbegeerte. Hij werkt als conservator aan het Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam.
Udh: Ragni Anita (gb 1929), Nora Anthonia (gb 1931), Adolf Eric (gb 1933) en Eva Muriël (gb 1936).

Johan Jansen laat zijn gezin in de steek. Zijn dochters Ragni, Nora en Eva vragen daarom in 1972 toestemming hun familienaam te mogen wijzigen in Van Craanenburgh. Dat heeft te maken met hun langdurige en goede relatie met de familie Van Cranenburgh in Honselersdijk. Bij Koninklijk Besluit van 27 december 1972 krijgen zij hiervoor toestemming.
# VC300

Maasbommel
Dorp gelegen aan de Maas in het Land van Maas en Waal (Gelderland). Valt onder gemeente Appeltern. In Maasbommel staat in circa 1500-1800 Huys Kraenenburg.
** Kraenenburg Maasbommel

Maeijken
** Maaike~

Machiel~
** Michiel~

Machteld~
() Machteld, Machtelt, Mechtelt, etc

Machtelt Hendricksdr van Kraenneburg (1590*-1650):
Dochter van Hendrick Xzn van Kraenneburg en NN.
Woont in Dordrecht. Ghm Dirck Struyck.
Begraven 31.1.1650 in Dordrecht.
# SGA (p 160)

Mechtildis Cranebergs (1640*-1700*)
Zoon van Henricus Cranebergs en Anna Sibilla te Swalmen*.
Is 27.6.1672 getuige bij de doop van Joannes Busings te Swalmen.
# KBS

Machtiltge Kranenburg (1661-1731*):
Dochter van Teunis Huybertsz Kranenburg en Gooltje Gerrits Kooy.
Gedoopt 10.7.1661 te Nieuwkoop.
# DAK, SRM

Mechteld Kranenburg (1690*-1750*)
Huwt 1e Lodewijck van Hulsentop.
Huwt 2e te Harderwijk 15.12.1712 Reijer Hendriksz Vermeer, geboren 1.5.1689 te Harderwijk. Reijer is koopman, in 1712 vermeld als gildemeester van het St Nicolaasgilde en in 1722 als ordeman.
19.6.1726: Reyer en Mechteld kopen een schuur aan de Vischmarckt, van Peter Parck en Annetje Dircks, voor 95 Car. guldens.
20.1.1727: Reyer en Mechteld kopen een hof buiten de Smeepoort gelegen naast de stadsweide, van Frederik Visser en Marie Wobbina Wolfsen.
29.4.1730: Megteld maakt een testament ten gunste van haar zoon Lambert Hulsentop.
Uit het huwelijk van Mechteld en Reijer zijn geen kinderen geboren.
Alias: Mechteld van Cranenburg
** Van Cranenburch Harderwijk, SCW
# Parenteel van Jan Vermeer, Elspeet

Mechtelt Garritsen Kranenborg (1706*-1766*)
Dochter van Garrit Kranenborg en NN te Kranenburg bij Vorden.
Huwt 8.11.1728 Jan Jans Bovenman te Vorden.
Ze wonen op boerderij Kranenburg van Mechtelds vader. Na de dood van vader Garrit erft Mechtelt de boerderij.
Jan noemt zich later Jan Kranenborg vanwege de boerderij.
# JBK

Mademoisselle de Cranenbourg (1680*-1740*):
John Churchill is First Duke of Marlborough, staatsman en politicus. Voorvader van Winston Churchill, de Britse held en leider in de Tweede Wereldoorlog. John Churchill is ook internationaal geëngageerd. Zo leidt hij o.a. oorlogen op het Europese Continent en wint hij de slag van Blenheim in Zuid Duitsland. John correspondeert met de grootten van Europa. Die correspondentie bundelt George Murray in 1845 tot een boek getiteld: The Letters and dispatches of John Churchill, First Duke of Marlborough. In dit boek is ook een brief opgenomen dd 30 januari 1705, gericht aan Mademoiselle de Cranenbourg.

Mademoiselle,
   Je ne saurais avoir un meilleur avocat envers vous que vousmême, et vous avez fait une apologie si ingenieuse et si obligante du refus que je pris la liberté de vous faire à Reswick [Rijswijk], que je croirais vous faire une injustice si j'entreprenais après cela de m'exuser moi-même. J'aime mieux prendre le parti de vous devoir toute l'absolution que vous me donnez, et je tâcherai seulement de m'en rendre, digne par de véritables services et des marques réelles de l'estime que j'ai pour vous. Je vous suis obligé, Mademoiselle, de l'occasion que vous m'en avez donné, et j'ai selon votre désir représenté à la Reine l'état de Mademoiselle Gohin, à sui S.M. a bien voulu, à votre condidération, accorder le renouvellement de sa pension. Je vous prie d'être presuadée que je me ferai toujours un très-grand plaisir de vous donner des preuves de l'estime très-particulière avec laquelle je suis,
Mademoiselle, &c. M. [Marlborough]

Het is vooralsnog niet zeker wie deze Mademoissell de Cranenbourg is. Gezien echter det tijd en de context, gaat het mogelijk om Christina van Haersollte tot Cranenburg, een dochter van Johan van Haersolte tot Cranenburg (1647-1716) en Anna Sickinge. Zij wonen op kasteel Kranenburg bij Zwolle. Johan is gezant in diverse Europese landen en heeft vele contacten met diverse Europese leiders. O.a. met Engelse. Johan wordt in de Europese media in die tijd steevast genoemd Cranenburg of de Cranenbourg.
** Johan van Haersolte tot Cranenburg (gb 1647), Van Cranenburg Haersolte, Kranenburg Zwolle

Magdalena~
() Magdalena, Magda, etc

Magdalena Pietersdr van Cranenburch (1655-1715*)
Gedoopt 19.10.1655 te Delft. Dochter van Pieter Cornelis van Cranenburch en Jannitgen Cornelis Corstiaens.

Magdalena Cranenborgh (1693*-1763):
Dochter van Wijbrandus Kranenborg en Trijntien Haselhof. Geboren te Wedde.
Op 1.9.1717 te Blijham aangenomen als lidmaat van de NH Kerk.
Huwt 5.7.1720 te Blijham met Hindrik Remmes, landbouwer te Blijham, zoon van Remmo Pieters en Aefke Hindricks. Hindrik overlijdt in 1734 in Blijham. Magdalena overlijdt 11.5.1763.
Alias: Machdalena Cranenburchs.
# menneglas.nl 19.11.08, DAB

Magdalena Kranenburg (1888-1948*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 21.8.1888 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Mamme Albertus Kranenburg (1860-1911)
Zoon van Alebartus Kranenburg en Sietske van der Steeg.
Geboren 1.10.1860 te Groningen.
Mamme is arbeider en sjouwerman.
Huwt 1.10.1882 te Groningen met Roelefien Ottens, geboren 14.4.1850 in Peize, dochter van Lammert Ottens en Annegien Jans Popken.
Mamme overlijdt 14.8.1911 te Groningen. Roelefien overlijdt aldaar 9.4.1917.
Udh: doodgeboren zoon (Groningen 19.10.1883).
Ze hebben ook een pleegzoon, genaamd Willem Elzinga.
# GKH

Mamme Albertus Kranenburg (1899-1959*)
Zoon van Nicolaas Kranenburg en Klasina Luikinga.
Geboren 9.9.1899 te Groningen.
Mamme is arbeider.
Huwt 16.12.1899 te Groningen met Albertje Meijer, geboren 16.12.1899 te Groningen.
Udh: Nicolaas (Groningen 1920).
# GKH

Manor
Engels equivalent voor Heerlijkheid.
Een manor bestaat uit bezit van land en/of rechten, die verpacht kunnen worden.
Aan het bezit van een manor is de titel Lordship gekoppeld.
** Heerlijkheid, Mansion
# COD

Manor Bevere
** Bevere Manor

Mansion
Het huis (borg, burcht, kasteel) waar de lord van een manor woont. Meestal op enige afstand van een dorp of stad gelegen.
** Manor
# COD

Margaretha~
() Margaretha, Margarieta, etc

Margrieta van Cranenborch (1520*-1574*):
Dochter van Gielis van Cranenborch (gb 1485) en NN.
Woont in Den Bosch. Ghm Jan Aerts van der Sluijs (ovl 1574*).
Udh: Cornelis en Peter.
# Bossche Encyclopedie (Momboirsboek R1922/1574)

Margritta van Cranenburch (1559*-1619*):
Mogelijk een dochter van Johan van Cranenburch (gb 1520).
Zuster van Henrick van Cranenburch, burgemeester van Harderwijk.
Huwt 1582 te Harderwijk met Jan Everts van Tongeren, schepen van Harderwijk.
Alias: Margreta van Cranenborch.
** FW Van Cranenburch Harderwijk
# HCM, stammboomonderzoek.com 7.8.08

Margaretha Kranenborgs (1669-1739*)
Gedoopt in 1669 in Eibergen.
Zuster: Elisabeth.
# DTB Eibergen, JNZ

Margarita Cranenborgh (1693*-1753*):
Vermeld op 10.4.1728 als getuige te Eersel.
Vermeld bij geboorte kind te Eersel op 5.7.1725 en op 24.5.1731.
** Xx Cranenborgh (gb 1655; Eersel)

Margareta Bartholomeusdr Cranenburg (1700-1760*)
Dochter van Bartholomees Hendrikxz Cranenburg en Eva Philipsdr Nagtegael.
Gedoopt NG 14.2.1700 in de Hooglandse Kerk te Leiden.
# Dopen in Leiden

Margaretha Naurath van Cranenburg (1855*-1915*):
Woont in Emden (Dl). Is gehuwd met J. Althusius.
# Portretten van Nederlanders (J.F. van Someren, Amsterdam 1890)

Margaretha E. Kranenburg (1890-1948)
Dochter van Arend Kranenburg en Maartje Peetoom.
Geboren 28.1.1890 te Amsterdam en aldaar gestorven 13.11.1948.

Margaretha van Cranenburgh (Gré) (gb 1923):
Dochter van Pieter Gerard van Cranenburgh en Carolina Blanken.
Geboren 24.12.1923 in Den Haag. Opleiding: Meisjes HBS Leiden. Werkt tot haar huwelijk bij de Rotterdamse Bankverzekering in Hillegom.
Huwt 21.5.1946 in Hillegom met Jan Mels Evert van Til, geboren 1.8.1918 in Hillegom, bloembollenkweker, zoon van Roelof van til en Johanna Maria Verschuur.
Udh: Carolina (gb 1947), Roelof (gb 1950) en Johanna Marjan (gb 1956).
# VC300

Margaretha Catharina van Cranenburgh (gb 1950):
Dochter van Jan Hendrik van Cranenburgh en Maria Elisabeth Bruijnse.
Geboren 2.10.1950 in Schiedam. Opleiding: Lagere School, MULO en MMS (Middelbare Meisjesschool). Heeft achtereenvolgens diverse beroepen. Verblijft enige tijd in Israël.
Ghm Jan Goulding. Woont te Nottingham in Groot-Brittannië.
# VC300

Margie Kranenburg (1821-1881*)
Geboren 20.4.1821 in Nieuwkoop. Dochter van Klaas Kranenburg en Marijtje van Es.

Margit Kranenburg (gb 19--)
Studeert Rechten in Leiden. Later enige jaren politiek redacteur.
Geïnteresseerd in historische thema's.
In 2008 correspondent in Tokio voor De Telegraaf en diverse bladen.
# edventure.nl 24.9.08, DAB

Margijn Hindriks Kranenburg (1763-1823*)
Zoon van Hendrik Ipes Kranenburg en Engel Ypes Stedema. Geboren 20.3.1763 in Scharmer.
# GKH

Maria~:
() Maria, Mary, Marie, etc
** Marietje

Marya Cranenburch (1557*-1627*)
Mogelijk een dochter van Adriaan Jorisz van Cranenborch en NN in Vlaardingen Ambacht.
Woont in Rotterdam. Zuster van Hernricus Cranenburch.
# ONAR 88 (1620), KBG

Marie Kranenborg (1640*-1700*)
Woont in Zutphen. Ghm NN.
Udh: 1 kind (gb 1674)
# DTB Zutphen, JNZ

Maria van Cranenburg (1652*-1698*)
** Mary Dircx van Kranenburgh

Mary Dircx van Kranenburgh (1652*-1698*)
Mogelijk een dochter van Dirck Rijcksz van Cranenburch en Anneke Abrahamsdr te Rijnsburg.
Huwt RK 22.5.1677 te Leiden met Dirck Lucasse van Bemmel.
Woont aan de Groenesteegh te Leiden. Overlijdt in 1698*.
Dirck hertrouwt SH in 1699 (otr 22.1) te Leiden met Aaltje Jans Verhoeff, wonend in Zoeterwoude.
Alias: Maria van Cranenburg
# DTB RK Leiden, DTB SH Leiden (ivn 3 fol 221v), RA Leiden

Maria Pieters van Cranenburch (1655*-1715*)
** Marijtgen Pietersdr van Cranenburch

Maria Jans Kranenburg (1658*-1718*)
Dochter van Jan Kranenburg en NN te Rotterdam.
Is 23.9.1698 getuige bij de doop OK te Rotterdam van Louwijs Louwijs, zoon van Daniel Louwijs en Baefje Jans van Bergh.
# DTB OK Rotterdam (ivn 31)

Maria Dammis Cranenburg (1662-1715)
Dochter van Dammis Teunisz Cranenburg en Pleuntje Cornelisse.
Gedoopt 1.4.1662 te Heerjansdam. Huwt 7.7.1686 Arij Leenderts Snoo (Sonnoij), gedoopt Heerjansdam 1.3.1658, mogelijk een zoon van Leendert Cornelis de Snoo en Volkcje Ariens. Arij overlijdt in 1703. Maria overlijdt in 1715 te Oost-Barendrecht.
De erfgenamen van Maria en Arij verkopen op 20.5.1715 aan Daniël Ysaks te Ridderkerk een huis en melioratie van dijkerf staande en gelegen aan de Waaldijk genaamd 'De Nol' onder Oos-Barendrecht voor Fl 300,- gereedgeld en nog een schuldbrief van Fl 275,- makende samen de hele koopsom. De zelfde dag bekent Daniël Ysaks Fl 275,- schuldig te zijn aan de erfgenamen van Maria en Arij.
# Alg. Rijksarchief Den Haag, ORA Oost-Barendrecht (ivn 10), OVG 1999 (p 345, art. A.B. Maliepaard)

Maria Willemse van Cranenburgh (1663*-1723*):
Dochter van Willem van Cranenburgh en NN in Tiel.
Is 18.12.1698 getuige bij de doop van Frederik Jan van Cranenburgh, zoon van Derck van Cranenburgh, een broer van Maria.
# VC300

Maria van Cranenburgh (1670*-1730*)
Vermeld samen met Dingena van Cranenburgh in papieren en documenten uit 1730 van de Schepenbanken van Etten-Leur rakende haar boedel. Mogelijk is ze in dat jaar overleden.
=* Maria Pieterse van Kranenburgh
** Dingena van Cranenburgh
# RA West-Brabant

Maria Symons Kranenburg (1674-1713)
Dochter van Symon Theunisz Kranenburg en Aagje Cornelisdr. Geboren/gedoopt 8.4.1674 te Barendrecht. Woont aan de Koedood onder Carnisse.
Huwt 1e 19.5.1697 te Westmaas met Arie Aries Pee, geboren 1643* te Kijfhoek, overleden 1704*.
Udh: Maaike (gd 16.2.1698 de Groep), Aagje (gd 29.11.1699 de Groep), Ary (gd 2.4.1702 Barendrecht), Machteltje Aries (gd 28.12.1704 Carnisse) en Symon (gd 24.7.1707 Barendrecht).
Huwt 2e Pieter Jacobs Molenaar.
Maria overlijdt 10.5.1713 te Koedood onder Carnisse.
# DVB

Maria Pieters van Cranenburch (1677*-1747)
23.10.1712 te Delft doopgetuige bij Maria de Jong.
Begraven 30.3.1747 te Delft (Oude Kerk).
Alias: Marijtje Kranenburg.
# GA Delft

Maria Craenenborch (1679*-1739*):
Dochter van Petrus Craenenborch en Elisabeth Huysmans.
Huwt 17.8.1702 in Poppel/Vld met Anthonius Huysmans.
# Dopen in Poppel 1604-1820

Maria Kranenburgh (1683*-1769)
Mogelijk een dochter van Nicolaas van Cranenburg en Sijtje Groenwouts te Rotterdam.
Woont in 't Hangh te Rotterdam.
Huwt 24.11.1706 (otr 4.11) te Rotterdam met Jacobus Versluijs, jongeman uit Mechelen, wonend aan 't Hangh te Rotterdam.
Vermeld:
> 26.10.1745 als getuige bij de doop van Jakoba Maria Broekhals te Rotterdam.
> 6.9.1757 als getuige bij de doop OK van Jacobus Versluijsen te Rotterdam.
> 9.6.1759 als getuige bij de doop OK van Maria Johanna Versluijsen te Rotterdam.
Maria overlijdt in Delfshaven en wordt aldaar begraven op 23.9.1769.
Udh: Antonius (gd OK 15.5.1708 R'dam), Antonius (gd OK 25.11.1709 R'dam), Johanna (gd OK 17.11.1711 R'dam), Catharina (gd OK 12.8.1713 R'dam), Catharina (gd OK 6.9.1717 R'dam), Petronilla (gd OK 11.3.1719 R'dam), Jacobus (gd 3.9.1720 Delfshaven), Petronella (gd 31.8.1722 D'haven), Catharina (gd 26.9.1729 D'haven).
# DTB Rotterdam (ivn 15/083; 31; 0/006; etc)

Mary Bartholomeusdr Cranenburg (1684-1744*)
Gedoopt NG 1.6.1684 in de Hooglandse Kerk te Leiden. Dochter van Bartholomees Hendrikxz Cranenburg en Eva Philipsdr Nagtegael.
# Dopen in Leiden, DAB

Maria Jans Cranenburch (1685*-1745*)
Huwt 1709 (otr 23.3) te Delft met Claas Cornelisz Verheul.
# GA Delft

Maria Magdalena van Cranenburgh (1685*-1729)
Mogelijk een dochter van Bartholomeus van Cranenburgh en NN te Eindhoven.
Woont in Eindhoven.
Huwt in 1711 (otr 24.12.1710) te Rotterdam met Miciel Fallon, weduwnaar te Rotterdam.
# DTB Rotterdam (ivn 15/020)

Maria Pieterse van Kranenburgh (1690*-1750*)
Mogelijk een dochter van Pieter Cranenborgh in Etten-Leur.
Vermeld in 1750 ivm nalatenschap voor Francois Boom, notaris en procureur in Etten-Leur.
=* Maria van Cranenburgh (gb 1670*)
# RA West-Brabant

Maria Cranenburgh (1694-1730*)
Gedoopt 28.3.1694 te Leiden. Dochter van Dominicus Kranenburg en Geertrui Brink.
Woont aan de Waartgracht.
Huwt RK 5.8.1723, SH 14.8.1723 (otr 30.7) te Leiden met Gijsbert Gerrits van Cleef, verwersknegt, wonend aan de Elisabetstraet.
Maria overlijdt in 1630*. Gijsbert hertrouwt 6.9.1731 (otr 25.5) te Leiden met Maria Doesdorp, wonend in Levendaal om de hoek.
Alias: Maria Kranenburg, Maria van Kranenburg, Marijtie Cranenburgh
# Dopen in Leiden, DTB SH Leiden (ivn 3 fol 209, 131v), DTB RK Leiden (ivn 11), RA Leiden

Maria van Cranenburch (1700-1760*)
Dochter van Corstiaan Pietersz van Cranenburch en Sijtje van Gilse te Delft.
Gedoopt 20.4.1700 te Delft.
Getuige: Catarijna van Cranenburch.
# GA Delft

Maria Kranenburg (1700*-1786)
Mogelijk een dochter van Nicolaas Cranenburg en Marijtie van Lee te Dordrecht.
Ghm Adriaan Verboor.
Overlijdt in 1786 te Dordrecht. Aldaar begraven op 4.4.1786 in een grafkelder van de Nieuwkerk, graf 30+31.
# GND

Maria Ida van Cranenburg (1706*-1766*)
Dochter van majoor Johannes van Cranenburgh en Maria Margaretha Michaux.
Mogelijk geboren in Arnhem.
Verzoekt 1727 om een jaarlijks pensioen voor haar, haar minderjarige broer en twee zusters. Verzoek onder voorwaarden ingewilligd.
Verzoekt maart 1733 samen met haar zuster C.H. van Cranenburgh om verlenging van het pensioen van haar vader tot onderhoud van hen en van hun twee minderjarige broers. Verzoek onder voorwaarden toegestaan. (Rekenkamer S 23, fo. 252,252)
Verzoekt 1752 samen met haar zuster Coenradina Henrietta om een jaarlijks pensioen. Verzoek ingewilligd.
# Recessen Landdagen 1727 te Arnhem (Rekenkamer S 22, fo 702-703), Recessen Landdagen 1752 te Nijmegen (Rekenkamer S29, fo 209-211), JKE

Maria Kleyn Kranenborg (1731-1791*)
Dochter van Wander Kleyn Kranenborg en Geertje Jansen Addink.
Gedoopt op 30.12.1731 te Zutphen.
# DTB Zutphen, JNZ

Maria van Cranenburg (1731-1791*):
Dochter van Herman Willem van Cranenburg en Bottje Johannes.
Gedoopt NH 7.11.1731 in Leeuwarden.
# Tresoar

Maria Kranenburg (1733*-1793*):
Huwt 1756 in Delft met NN (Ver...?). Ter gelegenheid van dit huwelijk is een zilveren penning geslagen met de familiewapens van de huwelijkspartners.
# FRI (boekenmarkt Bredevoort 13.7.08)

Maria van Cranenburg (1737-1797*)
Dochter van Nicolaas van Cranenburg en Anthonia van der Pluijm.
Geboren in Vleuten*. RK gedoopt in Utrecht.
# JKE

Maria van Cranenburg (1738-1798*)
Dochter van Johannes van Cranenburg en NN.
Gedoopt 17.5.1738 te Dordrecht.
# DTB Dordrecht

Maria Catharina van Cranenborgh (1740-1800*)
Geboren 13.8.1740. Dochter van Joannes Baptista van Cranenborgh en Gummara Janssens.

Maria Kranenburg (1746-1806*)
Dochter van Johannes Kranenburg en Cornelia Wijnobel.
Gedoopt 26.1.1746 te Leiden.
# Dopen in Leiden

Maria Pieters Kranenburg (1749-1809*)
Dochter van Pieter Nicolaas Cranenburgh en Elisabet Edwars.
Gedoopt GF 4.9.1749 te Rotterdam.
** Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726)
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

Maria Kranenberg (1752*-1712*):
Dochter van Lubbert Kranenberg en NN onder Vorden.
Ondertrouw in Vorden met Zweer Blaauwehandt, zoon van wijlen Lambert Blaeuwehandt. Op 11.11.1775 proclamatie in Laren. Daarna op 27.11.1775 met attest vertrokken naar Vorden.
** Klein Dochteren
# Trouwboek NDG Laren/Gld

Maria Kranenburg (1771-1838):
Dochter van Gerrit Kranenburg en Pleuntje van Leeuwen te Delft.
Gedoopt 24.2.1771 te Delft.
Huwt 26.1.1794 (otr 11.1.1794) in Delft met Johannes (Jan) Cornelis de Hoog, geboren 4.8.1767 in Delft, gedoopt 9.8.1767 in Delft, zoon van Cornelis Adriaans de Hoog en Martijntje Lambregts van der Els.
Udh: Marijntje (1794).
# GA Delft, OVG 1957, home.hetnet.nl/~pboersma 16.10.08

Maria Kranenbarg (1789-1809):
Dochter van Gerrit Kranenbarg en Janna Kleijn Tuente in Zieuwent bij Ruurlo.
Woont op hoeve Plekkenpoel in Zieuwent. Ongehuwd.
Overleden dd 29e Hooimand 1889 te Zieuwent. Begraven in Lichtenvoorde.
# Register Aangegeven Lijken Ruurlo 1806-1811

Maria Kranenburg (1790-1850*)
Dochter van Willem Kranenburg en Cornelia van Vliet.
Geboren 1.3.1790 en gedoopt GF 3.3.1790 te Rotterdam.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Maria Kranenburg (1796-1856*)
Dochter van Jan Kranenburg en Johanna Salee (Anna Sallé).
Geboren 20.2.1796 en gedoopt GF 24.2.1796 in Delfshaven.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Maria Josepha van Cranenburg (1799-1859*)
Gedoopt op 4.8.1799 in Den Bosch.

Maria van Kranenburg (1800-1876):
Dochter van Gerrit van Kranenburg en Lijntje Verweij. Geboren in 1800 in Deil.
Huwt 30.4.1829 in Zoelen met Jacob Zuurmond.
Overlijdt 22.3.1876 in Deil.
Udh: Jacomina, Lena, Gerrit, Teunis, Willem en Jacobus Zuurmond.
# ws werkman.info 1.4.08, HPN

Maria Johanna van Cranenburgh (1819-1905):
Dochter van Willem Jan van Cranenburgh en Maria Johanna Welsink in Den Haag.
Geboren 20.7.1819.
Huwt 1e 25.6.1845 in Den Haag met Dirk Post, geboren april 1820 in Den Haag, zoon van Frans Pino-Post en Sophia Welsink in Den Haag.
Huwt 2e 14.6.1854 in Den Haag met Jan van Roessel, geboren 1812 in Resoyen, wagenmaker in Den Haag.
Maria overlijdt 13.6.1905 in Den Haag.
# VC300

Maria Magdalena Margaretha van Cranenburgh (1826-1883):
Dochter van Willem Jan van Cranenburgh en Maria Johanna Welsink in Den Haag.
Geboren 22.4.1826. Huwt Hendrik Karel van der Lek.
Verhuist 10.9.1861 naar Leiden. Overlijdt 14.9.1883 in Den Haag.
# VC300

Maria Magdalena Margaretha van Cranenburgh (1838-1912):
Dochter van Willem Diderik van Cranenburgh en Maria Magdalena Post in Den Haag.
Geboren 29.6.1838. Huwt 31.3.1869 in Den Haag met Hendrik van der Bruijn.
Vertrekt 31.3.1869 naar Tiel. Overlijdt 7.8.1912 in Den Haag.
# VC300

Maria Kranenburg (1849-1909*)
Dochter van Jan Kranenburg (gb 1816) en NN te Nieuwkoop.
# dommisse.nl 23.5.07

Maria Wilhelmina Kranenborg (1889-1949*)
Dochter van Berend Kranenborg en Elizabeth van der Hoef.
Geboren 1889 in Winterswijk.
# KBH

Maria Hedwig Kranenberg (1891-1931):
Geboren 31.3.1891 in Duitsland*. Overleden 28.3.1931.
** Kranenberg Herne Sodingen
# KHS 29.10.07

Maria Louisa Henriëtta van Cranenburgh (1919-1979*):
Dochter van Reinier Christiaan Alphonsus van Cranenburgh (gb 1884*) en Elisabeth Henrica Anna Maria Hermans. Geboren 18.2.1919 te Haarlem. Kandidaat Notaris (Mr) te Haarlem.
Huwt 10.1.1946 te Haarlem met Anton Willem baron Sloet (zich noemend Sloet tot Oldhuis), geboren 26.1.1918 te Harlingen, notaris te St Michelsgestel 1966-(1980), ridder van eer en dev. M.O., overleden 29.8.1984 te Gröbming in Oostenrijk.
Udh: geen kinderen bekend.
# NAB 2008, KBG

Maria Adriana van Cranenburgh (gb 1939):
Dochter van Jan Hendrik van Cranenburgh en Maria Elisabeth Bruijnse.
Geboren 8.7.1939 in Schiedam. Opleiding: MULO.
Werkt tot haar huwelijk als kantoorbediende.
Huwt J.N. de Wart. Ze wonen in De Bilt.
Udh: drie kinderen.
# VC300

Marietje~:
() Marietje, Marijtie, Maritge~, Marigje~, Marijtje~, Merrigje, Marretje~, etc
Marie > Maria

Maritgen Jansdr van Cranenburg* (1525*-1585*)
Dochter van Jan Willemsz van Cranenburg* en Neeltgen Gillisdr. Geboren in Den Haag.
Ghm Huijch Cornelisz, biervoerder in Den Haag.
# Die Haghe (1902, p 331)

Maritgen Jansdr Cranenburgh (1586-1648*)
Dochter van Jan Claesz Cranenburgh en Maritgen Cornelisdr. Geboren en wonend in de Vrouwe Ven te Warmond.
# VVB

Merrigje Xdr Kranenburg (1604*-1666):
Dochter van Xx Kranenburgh (gb 1671) en NN te Nieuwkoop.
Overleden 27.10.1766 en NH begraven 2.11.1766 te Nieuwkoop op kosten Remonstrante Armen.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Maritgen Corsdr Craenenburch (1613*-1673*):
Dochter van Cors Pietersz van Craenenburch en Trijntgen Dircxsdr.
Geboren in Hazerswoude.
Huwt 1646* met Dirck Aemen.
# MVS, ORA Hazerswoude (26 fol 202/120 dd 3.1.1647)

Maritgen Sachariasdr van Cranenburgh (1615*-1675*)
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Dochter van Zacharias Claesz (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Genoemd in 1640 (RA Rijnsburg 4) en boedelscheiding 21.7.1640 (RA Rijnsburg 3).
Ghm 1 Cornelis Jansz Osch.
Udh: Maritgen Cornelisdr.
Ghm 2 Cornelis Arisz.
Zij verkoopt 14.10.1663 huis, erf en beplanting op het Sweylant aan Jan Willemsz Visscher. Gerrit Sachariasz van Cranenburgh wordt als haar buurman genoemd. (RA Warmond 9).
Alias: Jonge Maritge Sachariasdr.
** Pennings Vennemeer
# TVP

Maritgen Meesdr van Cranenburgh (1617*-1677*)
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Dochter van Mees Claesz (van) Cranenburgh en Maritge Cornelisdr.
Ghm Floris Dircx, bakker in Hoogmade.
** Pennings Vennemeer, NBL
# TVP

Maritgen Huychsdr van Cranenburgh (1622*-1682*)
Dochter van Huych Sachariasz van Cranenburgh en Aeffgen Willemsdr (van Griecken*).
Geboren in Oud Ade (Alkemade). Gedoopt in de NH Kerk te Kaag.
# TVP (Doopboek NH Kerk Kaag)

Maritgen Huygen van Cranenburgh (1624-1659*)
Dochter van Huych Meesz van Cranenburgh en Cunera Willemsdr Does.
Geboren in Warmond.
Maritgen erft op 6.4.1627 (anderhalf jaar oud):
- 1 morgen 5 hont 84 roeden land aan de Zijl onder Warmond
- 13 morgen 5 hont 66 roeden onder Warmond
- een zilveren keting
- een portefrais
- een cussebuydel mette silvere ketting vandien
- een koocke met silvere kettinge
- 2 neusdoeken
- 2 geele kopper kettingens
- en nog meer
Wie de erflater is, vermelt bron TVP niet. Mogelijk haar moeder.
Maritgen Huygen huwt te Haarlem Cornelis Henricx van der Wal.
Maritgen is mogelijk rond 1659 gestorven. Haar man wordt namelijk op 1.4.1659 erfgenaam van Maria (?) Cranenburgh genoemd (RA Warmond 11).
# TVP

Maritgen Claesdr van Cranenburgh (1625*-1685*)
Dochter van Claes Meesz van Cranenburgh en Trijntgen Joosten.
Geboren in Leiden.
** NBL
# TVP

Maritgen Ingendr Cranenburch (1625*-1685*):
Dochter van Ingen Teunisz Cranenburch en Leentjen Ariens.
Geboren in Bleiswijk.
Ghm Jan Dircksz uit Waddinxveen, alwaar beiden wonen.
# HBB, AAB (742 nr 8 dd 22.9.1640)

Maritge Huybertsdr Kranenburg (1627-1690*):
Dochter van Huybert Dircksz Kranenburg en Machtelt Teunis.
Gedoopt 11.7.1627 te Nieuwkoop.
Huwt 4.2.1655 NN.
# DAK, SRM, DAB

Maritge Gerrits Cranenburgh (1637*-1697*)
Dochter van Gerrit Gerritsz Kraneneburgh.
Geboren in Esselyckerwoude (Woubrugge).
Woont anno 1677 in 't Brandewijsteechie over de Oude Haerlemmersluys te Amsterdam.
Ghm schipper Dirck Leendertsz Klapmuts.
Erft in 1677 van Anna Jans te Rijnsaterwoude.
# KPR

Marytje Maertens Kranenburgh (1645*-1705*):
Dochter van Maerten Willemsz Kranenburgh en NN.
Geboren in Oudshoorn. Ghm Gerrit Leendertsz.
Erft in 1675 van haar oom Willem Gerritsz Kranenburgh.
Geen kinderen bekend.
# KPR 1675

Marytje Pietersdr Craenenburgh (1648*-1708*):
Dochter van Pieter Corsz Craenenburgh en Grietge Hendricksdr te Hazerswoude.
Huwt Gereformeerd zondag 24.3.1669 (otr 10.3.1669) te Benthuizen met Ysaac Cornelisz Starrenburg (22 jr), zoon van Cornelis Jansz Starrenburg en Annetgen Adriaensdr Bent. Ysaac is veenman, geboren te Benthuizen en gedoopt te Zoetermeer op op zondag 19.8.1646.
Alias: Maritgen Pietersdr Craen
Udh: Cornelis Isaacksz (gd Hazerswoude 1673), Annetje Isaacksdr (gd Hazerswoude 1675), Grietje Isaacksdr (gd Bleiswijk 1678), Cornelis Isaacksz (gd Bleiswijk 1681), Cornelis Isaacksz (gd Bleiswijk 1683) en Trijntje Isaacksdr (gd Bleiswijk 1685).
NB Marytje Pieters Cranenburgh
# MVS, ORA Hazerswoude (35 dd 29.5.1675), DTB Zevenhuizen/Bleiswijk

Marritje Maertensdr Kranenburgh (1650*-1710*):
Dochter van Maerten Xzn Kranenburgh (gb 1615) en NN in Oudshoorn/ZH.
Woont in Oudshoorn. Ghm Gerrit Leendertsz Vermij.
Genoemd 24.6.1707 als weduwe van Gerrit Leendertsz Vermij ivm:
- verkoop van een huis, erf, schuur en scheepshelling in de Sniep onder Oudshoorn, strekkend van de dijk tot in de (Oude) Rijn
- een huis en erf gelegen als voren, strekkend van de dijk tot in de (Oude) Rijn. - koopsom 1.000 gulden.
# GHA 29.1.09

Marijtgen Pietersdr van Cranenburch (1653-1738):
Dochter van Pieter Cornelisz van Cranenburch en Jannetgen Cornelis.
Gedoopt 13.7.1653 in Delft. Getuigen: Cornelis Maertensz, Annetgen Ammers, Neeltgen Maertens.
Woont in Delft. Huwt 13.2.1677 in Delft met Willem Rogiersz Box.
Udh: Johanna (gd 23.5.1677 Delft), Rosier (gd 26.3.1679 Delft), Pieter (gd 28.8.1681 Delft), Cathrina (gd 20.3.1685), Rachel (gd 23.11.1687), Willem (gd 5.11.1690), Willem (gd 26.4.1692), Corstiaan (gd 25.11.1696 Delft) Box.
Begraven 29.4.1738 Oude Kerk te Delft.
Alias: Marija/Marijtie Pietersdr van Cranenburch, Maria Kranenburg.
** Pieter Cornelis van Cranenburch
# GA Delft, Prometheus Delft (WS 22.12.2003)

Maria Peeter van Cranenborgh (1668-1730):
Dochter van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 1668 te EttenLeur. Begraven 4.4.1730 te Etten.
# planet.nl 24.11.09

Marijtgen Sijmonsdr Cranenburgh (1674-1713)
Dochter van Symon Teunisz Kranenburg en Aagje Cornelisdr Schipper.
Gedoopt NH 8.4.1674 te Barendrecht. Woont in Carnisse in West-Barendrecht.
Huwt 1e 1690* Arij Dircks.
Huwt 2e 19.5.1697 te Westmaas met Arij Arijnsz de Pee, geboren te Kijfhoek.
Huwt 3e te Barendrecht op 22.3.1711 Pieter Jacobsz Molenaar, j.m. van Rhoon, eerder gehuwd met Grietje Hendricks.
Marijtie overlijdt 10.5.1713.
Pieter huwt 2e te Barendrecht 6.5.1714 Soetie Ians van der Grient.
Geen kinderen bekend.
Alias: Marijtie Simonsdr Kranenburg
++ Kranenburg IJsselmonde
# OVG 1981, DAB

Marijtie van Cranenburch (1676*-1738)
Woont in Delft. Ghm Willem Box.
25.1.1703 te Delft doopgetuige bij Janna Katrijna van Maastrigt.
12.4.1705 te Delft doopgetuige bij Sara van Cranenburg.
8.3.1706 te Delft doopgetuige bij Pieter van Kbg, zoon van Bastijaen.
27.3.1714 te Delft doopgetuige van Willem van Ruijven.
Begraven 29.4.1738 te Delft (Oude Kerk).
Alias: Marijtie van Cranenburg, Marijtje/Maria Kranenburg
Broer*: Bastijaen.
Udh: Corstiaan (1696; doopget Catrijna vCbg).
# GA Delft

Marritje Jacobsdr Kranenburg (1691-1751*):
Dochter van Jacob Huybertsz Kranenburg (gb 1660) en NN te Nieuwkoop.
Remonstrant. Woont in Nieuwkoop.
Ghm* Xx Kranenburg (gb 1686 Nieuwkoop).
Alias: Marijtje Jacobs Kraanenburg.
Kinderen: Neeltje Xdr Kranenburg (gb 1720 Nieuwkoop), Jaapje (gd Remonstrant 27.5.1731).
# GHA (29.1.09; 16.3.09; DTB Nieuwkoop)

Marichje Maartens Kranenburg (1699-1762*):
Dochter van Maarten Claesz Kranenburg en Erekje Abrahams Bijlervelt.
Geboren 8.2.1699 in Moordrecht.
Huwt te Moordrecht 17.5.1728 Teunis Jacobsz van Tiggelen, gedoopt te Moordrecht 4.12.1707.
Alias: Marigje Maartens Cranenburg.
Udh: Jacobus.
# CEH, johnvantiggelen.com 13.2.08, DAB

Marijtje Xdr Kranenburgh (1704*-1762):
Dochter van Xx Kranenburgh (gb 1671) en NN te Hazerswoude.
Begraven pro deo 7.4.1762 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09

Marijtje Maartensdr Cranenburg (1717-1777*):
Dochter van Maarten Willemsz Cranenburg en Cornelia Cornelisse Overgaauw.
Geboren 25.4.1717 te Maasland. Huwt 7.11.1745 te Voorschoten met Andries Lansing (*).
Geen kinderen bekend.
# JKE

Marijtje Maartensdr Kranenburgh (1719*-1739):
Dochter van Maarten Cornelisz Kranenburgh en NN in Woubrugge.
Begraven pro deo 12.10.1739 in Woubrugge.
# GHA 29.1.09

Merrigje Kranenburg (1719-1779*):
Geboren 8.5.1719 in Nieuwkoop. Dochter van Teunis Kranenburg en Beertje van Wieringen.

Marijtje Xdr Kranenburg (1720*-1780):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1685) en NN te Nieuwkoop*.
Overleden 18.11.1780 en NH begraven 23.11.1780 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Marretje Jans Kranenburg (1721*-1781*)
Huwt te Nieuwkoop op 26.9.1751 Thomas Jacobs Pijper, gedoopt te Nieuwkoop 3.1.1683. Thomas was eerder getrouwd met Dingenom Sanders Homburg (Nieuwkoop 22.12.1720). Dingenom stierf 17.7.1751.

Marrigje Kranenburg (1723-1783*):
Dochter van Teunis Cornelisz Kranenburg en Merrigie Klaas Kooy.
Gedoopt 18.4.1723 te Nieuwkoop.
Alias: Merrigie Kranenburg
# DAK, SRM

Marijtje Xdr Kranenburg (1729*-1789*):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1694) en NN te Oudshoorn*.
Woont 30.12.1763 in Oudshoorn nabij de Noorwetering en oostelijk naast een oude werf van Thomas Buchardus de Bock. Aldaar staan meer werven. (SRM ivn 22 p 308)
Woont 29.3.1764 in Oudshoorn in de Vierambachtspolder nabij de Noordwetering en westelijk naast de werf van Thomas Burchardus de Bock. (SRM ivn 23 p 22)
# GHA 29.1.09

Marijtje Cornelisdr Kranenburg (1740*-1800*):
Dochter van Cornelis Tonisz Kranenburgh (gb 1705) en NN in Oudshoorn/ZH.
Woont in de Ridderbuurt te Oudshoorn/ZH (bij Woubrugge). Ghm NN.
Genoemd 24.6.1762 ivm koop van boedel Dirk Post een huis en erf met de moffekeete, schuren en verder getimmerte, met wilgen en fruitbomen, staande en gelegen aan de noordzijde van de Ridderbuurt, het erf in geheel groot volgens meting 156 roeden, strekkend uit de Noordwetering tot Willem Smits, belend ten oosten Cornelis Nieuwkerk en ten westen Huijg Lelijvelt. Koopsom 370 gulden. (Protocollen Oudshoorn ivn 22 pg 238)
Otr 22.8.1762 te Oudshoorn met Teunis Claus (Clous), jongeman van Nieuwenburg in Hannover, wonend in de Ridderbuurt te Oudshoorn.
Teunis werkt in de veenderij van Leendert van Berckel (1768), waar hij in 1773 compagnon wordt. Nadat het gebied is uitgeveend, start Teunis een winkel in de Ridderbuurt van Oudshoorn. Claus is begraven 28.8.1781 in Oudshoorn.
# MBB (p 202/3), GHA 16.3.09, KBG

Maritge Jans Kranenburg (1768*-1828*)
Dochter van Jan Cranenburg (gb 1734) en NN in Amsterdam.
Huwt 18.12.1791 NH in Nes (Ameland) met Jan Seymens de Boer, afkomstig van Nes.
Alias: Maritje Jans.
# Tresoar 25.1.08 (# DTBL NH Kerk Nes/Ameland)

Marijtje van Kranenburg (1772-1809):
Dochter van Jacob van Cranenburg en Cornelia Geervliet in Nieuwveen.
Gedoopt GF op 10.5.1772 in Nieuwveen.
Ghm Jan van Rooijen.
Jan overlijdt 3.4.1809 in Nieuwveen en is aldaar begraven op 6.4.1809.
Marijtje overlijdt 4.5.1809 in Nieuwveen en is aldaar begraven op 6.5.1809.
Geen kinderen bekend.
# FDK

Marigje Kranenburg (1807-1867*):
Dochter van Pieter Kranenburg en Beertje Klaase Garentje.
Geboren 17.8.1807 in Nieuwkoop. Gedoopt aldaar 6.9.1807.
# DAK, SRM, DAB

Marretje Leentje Kranenburg (1860*-1930*)
Mogelijk een dochter van Leendert Kranenburg (gb 1822) te Nieuwkoop.
Foto 1925* in bron GNS (p 88) ivm smederij Gijsbert Dirksz Kranenburg te Nieuwkoop.
Ze is dan al een oude dame.
# GNS

Mariano
Male voornaam, equivalent aan female voornaam Mariana (= Maria+Anna). Mariano als adjectief = behoren bij Maria. Betekenis o.a.: volger van Maria.
# WKP 27.12.08

Mariano Cranenburgh (1751*-1811*):
Mogelijk een zoon van Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726 Rotterdam) en Elisabeth Edwars (Edwards), mogelijk afkomstig uit Calcutta (India).
Mogelijk geboren in Batavia. Woont in Calcutta* (NO India). Ghm NN.
Udh: Mathew Cranenburgh.
Volgens Vernon Cranenburgh in Melbourne/Australia was Mariano mogelijk boordschutter (kanonier op een boot) en is hij de eerste Cranenburgh in India. Mariano zou zijn gestorven tijdens de slag bij Plesse~. #email 24.12.2015
# PLZ, KBG

Marinus Kranenbarg (1878*-1938*):
Zoon van Derk Kranenbarg en Johanna Lamberdina Jansen.
Geboren in Zelhem. Woont in Zelhem op hoeve Kranenbarg.
Ghm Hermina Wilhelmina Haverkamp.
Udh: Derk Jan (1915), Gerrit Willem (1916) en Johan (1919) Kranenbarg.
** Kranenbarg Zelhem
# MJK

Marinus Kranenburg (1898-1948*):
Zoon van Hugo Kranenburg en Wilhelmina Wijnholt. Geboren 30.12.1898 in Lisse.
# GKC

Marius van Cranenburg (1647*-1707*)
Vermeld 20.6.1683 als getuige bij de doop van Catharina van Densen te Kranenburg (Kleef). Catharina is de dochter van Adolphus van Densen en Elisabeth Moermans (alias Denen).

Mark Kranenburg (gb 1954)
Zoon van Johan Leopold Kranenburg en Maud Montijn. Geboren 2.8.1954.
Mark is journalist en werkt bij het NRC Handelsblad. Daar is hij chef van de Haagse Redactie en later correspondent in Brussel.
In 1986 doet Mark met succes een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) om de stukken rond de kabinetsformatie openbaar te krijgen.
In 1996 ontvangt Mark de Anne Vondelingprijs, die jaarlijks wordt verleend aan journalisten die de politiek op een heldere manier verwoorden.

Markegronden
Afgeleid van mark = grens.
Sinds de 13e eeuw: areaal van onbebouwde en onverdeelde gronden (marke) van diverse aangrenzende eigenaren (markgenoten) in een bepaalde nederzetting (dorp), die er gezamelijk gebruik van maken, nadat de heer van de nederzetting middels een markkeure of markrecht gebruikrechten heeft toegekend. Later buurschap genaamd, waarvan de belangen worden behartigd door het markgenootschap. Na de invoering van de Markenwet in 1886 verdwijnen de markegronden langzaam maar zeker.
# WKE, WP

Marlies~:

Marliese Kranenberg (gb 1911*)
** Wilhelm August Kranenberg (1873-1939)

Marretje~
** Marietje~

Marten~
** Maarten~

Martha Kranenburg (1828-1914)
Geboren 13.3.1828 te Groningen. Dochter van Hendrik Ipes Kranenburg en Albertine Klein.
Huwt 5.1.1853 te Groningen met Martinus Hoen, geboren 26.12.1824 te Hoogezand, zoon van Dirk Jans Hoen en Maria Aurelia Middendorp. Martinus is koopman en handelaar in ijzerwaren.

          

Bovenstaande foto is gemaakt in 1871 tgv het gouden huwelijksfeest van de ouders van Martha. Op de foto vlnr: Martinus, Engelien, Tine, Maria, Hendrik, Martha en Dora. Het kind Martha op de schoot van moeder Martha is jong overleden.
Martinus overlijdt 20.9.1893 te Groningen. Martha overlijdt aldaar op 6.1.1914.
Udh: Maria Amelia (6.6.1854), Hendrik (1857*), Albertine (31.8.1859), Theodora Wilhelmina (27.6.1861), Aukje Engelina (16.2.1864), Engelina (1866*) en Martha (29.5.1870). Alle kinderen geboren te Groningen.
# GKH, HBK

Martha Catharina Kranenburg (1878-1938*)
Geboren op 3.1.1878 te Groningen. Dochter van Hendrik Klein Kranenburg en Catharina Albertina Johanna Boon.
# GKH

Martin~
** Maarten~

Mary~
** Maria~

Marijke~
() Marijke, Marieke~, etc

Maricken van Cranenborch (1570*-1630*):
Vader*: Pieter Xzn van Cranenburch (gb 1535; Dordrecht).
Woont in Dordrecht. Ghm Reyner in de Betauw.
Udh: Hendrick (gd 1603).
# archieven.nl 28.9.08 (Stadsarchief Dordrecht/doopacten)

Marijke Willems van Cranenburgh (1681*-1741*):
Dochter van Willem van Cranenburgh en NN in Varik.
Ghm Cornelis Lambertsen Reekum.
# HPN

Mariken van Cranenburgh (1712-1733):
Dochter van Peter Willems van Cranenburgh en Gerritje de Vette.
Gedoopt 7.2.1712 in Elst en Opijnen.
Huwt 7.10.1733 in Elst en Opijnen met Anthoni Fierant, gedoopt in 1709* te Rossem.
Overlijdt 9.10.1733 in Elst en Opijnen.
Udh: Bart.
# casema.nl 25.1.08, HPN, DAB

Marijke van Cranenburgh (1727*-1787*):
Mogelijk een dochter van Johan van Cranenburgh (gb 1688) uit Tiel.
Ghm Gerrit Jansz van Ballegoijen. Woont in Heesselt (Neerrijnen).
Udh: Willemke van Ballegoijen (gd 31.12.1752 Heesselt; gst 15.4.1832 Ophemert).
# KWS Pieter Scholten

Marytje~
** Marietje~

Mat:
Groningse landmaat. 1 mat = 0.5 Ha.

Maten:
ZO naam, soort, OVK
VB Landmaten, Gewichten

Mathenesse
Slot Mathenesse of Huis te Riviere is gesticht in de 13e eeuw in opdracht van Aleyda van Henegouwen. Het staat aan de Schie ten nw van Schiedam. Verwoesd tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten door jonker Frans van Brederode en zijn bende. Anno 2004 rest nog een ruïne nabij de Koemarkt in Schiedam.
Als ambachtsgebied wordt Mathenesse reeds in 1276 genoemd. Het omvat in 1632 169 morgen en 416 roeden. Verder staan er in dat jaar 16 huizen. De heerlijkheid heeft een eigen schout en dijkgraaf en eigen heemraden, die tevens als schepen optreden.
De oudst bekende ambachtsheer is Dirk van Bokel (gb 1250*). Een kleinzoon van hem noemt zich Dirk van Mathenesse en is daarmee de stamvader van het geslacht Van Mathenesse.
Jan van Mathenesse is leenman van Bleiswijk in 1447.
Nicolaas van Matheness is Heer van Lisse (1507-1553), Heer van Hazerswoude en van Sliedrecht.
Johan van Mathenesse (1596-1653), ridder in 1626, gezand van Holland en West Friesland. Hij is bevriend met Hugo de Groot. Afgevaardigde bij de Vrede van Munster in september 1647.
** Van Mathenesse, Bokel, Cranenburg/Mathenesse, Cranenburgh Lisse, Huys Dever te Lisse
# Historie Hotel van Walsum te Rotterdam, AWA

Mathenesse Mensingeweer
Borg in Mensingeweer (Gro). Oorsrponkelijk Aylkemaheerd geheten. In 1602 gekocht door Willem van Mathenesse uit Schiedam. Hij is gehuwd met Maria Manninga, dochter van Luirt Manninga van Dijksterhuis en Emerentiana Sonoy. Willem is raad van de Admiraliteit in Amsterdam en rentmeester-generaal van de Abdij van Rijsnburg. In 1647 erft zijn zoon Willem de borg. Deze Willem verblijft in Holland, waar hij diverse functies bekleed.
In 1686 koopt de familie Gankema de borg. Daarna komt de borg in diverse handen. In 1872 wordt de borg afgebroken en komt er een boerderij te staan.
** Mensingeweer, Mathenesse
# OBS

Matheus~
** Thees~, Mathijs~

Mathijs~:
() Thijs~, Mathias~, Matheus~, Mathew~, Tewis~, etc

Matthijs Willemsz van Cranenburg* (1340*-1400*)
Vrij zeker een zoon van Willem van Cranenburg, stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen.
Woont in Eskamp (bij Eikenduinen). Is deurwaarder van een leenheer, mogelijk de heer van Wassenaar. Ghm Machteld NN.
Beleend met 23.11.1369 6 morgen land in de Eskamp. Idem ten eigen 21.3.1372.
** OV85/18, Uten Broeke

Matheus Claesz Cranenburgh (1395*-1456*)
Mogelijk geboren te Leiden als zoon van Claas Willemsz van Cranenburgh en NN.
Matheus koopt op 10.9.1444 Vrancken Hofstede te Lisse van Huys Dever. Hij is dan inmiddels circa 50 jaar. De hofstede beslaat 2 hont land, erg weinig om er landbouw of veeteelt te bedrijven. Verder wordt hij niet genoemd als leenman in Lisse.
Matheus koopt Vrancken Hofstede 'na opdracht uit eigen'. Dit kan betekenen dat hij redelijk bemiddeld is of dat zijn vader Claas Willemsz in feite de koop heeft betaald. Het kan namelijk zijn zijn dat hij in 1444 samen met zijn vader Claas Willemsz vanuit Leiden naar Lisse is gevlucht. Claas wordt namelijk in dat jaar verbannen uit Leiden, wegens kritiek op de H. Sacrament.
In Lisse aangekomen moet Matheus de hofstede hebben gekocht om er te kunnen wonen met zijn gezin en andere familieleden, zoals zijn vader Claas Willemsz. Verder is het mogelijk dat hij grond koopt of leent in nabijgelegen ambachten als Teylingen, Sassenheim of Noordwijkerhout. De hofstede ligt namelijk pal aan de grens met die ambachten.
Op 5.5.1456 neemt zoon Vranck de hofstede over van zijn vader. Mogelijk houdt Matheus op met zelfstandig boeren wegens zijn leeftijd. Hij is dan immers circa 61 jaar. Het kan echter ook zijn dat hij inmiddels is overleden.
Zoon: Vranck Matheusz Cranenburgh.
** Vrancken Hofstede Lisse, Cranenburgh Lisse, Huys Dever te Lisse, GXW
# KHN, OVG 1974 (p 134), LRD, DAB

Mathijs Claesz Kranenburg (gb 1565) >verderop: Tijs Kranenbrugghe (1565*-1645*)

Mattheus Henriksz van Cranenborch (1415*-1465*)
Zoon van Henrik van Cranenborch (gb 1380) en NN.
Is poorter van Den Bosch.
# RLH

Mathijs van Cranenburg (1480*-1540*):
Woont mogelijk in Rosmalen of Woudrichem. Zijn weduwe en erfgenamen procederen in 1542 voor de Grote Raad van Mechelen tegen klooster Sint Annenborch in Rosmalen over een perceel land van 38 morgen in Rosmalen.
Zoon*: Xx van Cranenburgh (gb 1515; Zichem).
** DBA
# NAD (Tgn 346/Cuypers van Velthoven/1320-1870)

Mathijs Claesz van Cranenburch* (1480*-1575*):
Mogelijk een zoon van Claes Claesz van Cranenburch en NN in Den Haag.
Woont in Den Haag, waar hij scheepsbouwer is. Ghm NN.
1561: Bron HVH (p 437) schrijft wegens erfhure voor een pand aan het Spui WZ in 1561:

fol.174vs:   MATHIJS CLAESZ, sceepmaker, bij huwelike    I d.
fol.175:   Denselven MAHIJSZ CLAESZ, sceepmaker, als voren    I d.

Mathijs wordt in oudere hofboeken (1458-90 en 1512) niet genoemd. Van na 1561 zijn geen hofboeken bekend.
Mogelijk huwt Mathijs dus na 1512. Aangezien hij een huis bezit door huwelijk, zal zijn vrouw wel uit een gegoed milieu komen.
1570: Bron Die Haghe 1934 p110 noemt Mathijs Claesz., sceepmacker eigenaar van een huis aan 't Spoeye WZ (Spui).
Op een kaart van Den Haag uit de 16e eeuw staat aan het Spui een scheepswerf. Het is de enige scheepswerf in Den Haag die de kaart aangeeft. (GA Den Haag mrt 2009) Derhalve zal die werf vrij zeker de werf van Mathijs Claesz zijn.
Wapen*: op zwart drie wassenaars in zilver. (> Cranenburg).
** Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525; scheepmaker!), HVH, Erfhuur, Cranenburg Eikenduinen
# HVH, DAB

Thijs Xzn Cranenburgh (1490*-1550*):
Zoon van Xx Cranenburgh (gb 1455) en NN in Zuid-Holland*.
Woont in Zuid-Holland. Ghm NN.
Udh: Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525; Groningen).

Mathijs Xzn Cranenburgh (1493*-1553*)
Zoon van Xx Cranenburgh (gb 1458) en NN te Rijpwetering*.
Woont in Rijpwetering*. Ghm NN.
Udh: Jan Mathijsz Cranenburgh (gb 1528 Rijpwetering).

Mathijs Dircksz Cranenburgh' (1495*-1570*):
Vrij zeker een zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN te Lisse.
Pacht hoeve 'De Weeswoning' met 34 morgen en 299 roeden land in de Boterhuispolder te Warmond. Woning en land zijn eigendom van de 'Huyssitten en Armen tot Leyden'.
De Boterhuispolder grenst aan Leiden en aan de Vrouwe Ven te Warmond.
Udh': Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525; Groningen).
MO: Dirck Thijsz Cranenburgh (gb 1520 Warmond).
** Van Cranenburch Warmond
# SRO (p 152)

Thijs Vranken Cranenburgh (1500*-1580*):
Vrij zeker een zoon van Vranck Vranckenz Cranenburgh en NN in Leiden.
Woont in Leiden. Ghm Barbar* Xx.
Thijs is ambachtbewaarder. Vermoedelijk van Oude Wetering. (> A447)
Vermeld in 1561 op de lijst Tiende Penning Leiden. Volgens deze lijst voert hij de titel Mr en bezit hij een woning aan de Papengracht. Deze gracht ligt achter Rapenburg, niet ver van de buurt die sinds 1545* Craneveld heet en later (na 1553) Cranenburch.

Gezien zijn handtekening op het stuk A447M (betaling onkosten strijd tegen Spanje; 1577) is Thijs mogelijk ambachtbewaarder van Oude Wetering. Zijn naam wordt immers daarin niet genoemd, waardoor zijn handtekening meer weg heeft van een teken van goedkeuring in de haast en derhalve ondersteboven afgegeven.

Een ambachtbewaarder is een persoon van goede stand, die namens de burgers besprekingen voert met de ambachtheer. Thijs Vranken moet dus vertrouwen hebben van de locale bevolking. Dat betekent dat hij daar geruime tijd bekend moet zijn. Natuurlijk moet hij ook vertrouwen hebben van de ambachtsheer. Sinds 1557 is dat Jacob van Duivenvoorde en later diens zoon Johan, die een belangrijke rol speelt in de strijd tegen Spanje. Aangezien de geslachten Van Duivenvoorde en Van Cranenburch via het geslacht Van Wassenaar onderling verwant zijn, zal Thijs Vranken als zodanig kunnen horen binnen de kring van vertrouwelingen van de Van Duivenvoordes.

Thijs's vermoedelijke zoon Claes Thijsz (gb 1520) is scheepsbouwer en kan dus zijn vak in Oude Wetering hebben geleerd. Aldaar zijn immers enige belangrijke scheepswerven gevestigd. (> Oude Wetering)
Alias: Mathijs Vrankenzn.
Udh: Claes Thijsz (gb 1525), Maerten Mathijsz, Cornelis Tijsz, Crijn Tijsz, Aelbert Matheusz, Sacharias Thijsz, Jan Mathijsz, Pieter Thysz, Mathijs Mathijsz en Dirck Thysz Cranenburgh.
$ Thys Vrankenz
** Cranenburgh Alkemade, Oude Wetering, Meester, Cranenburch Leiden, A447
# A447M, VVB, BBL, HVA, DAB, KBG

Mathijs Gerritsz van Cranenburch (1519-1579*):
Zoon van Gerrit Xzn van Cranenburch (gb 1484) en NN te Dordrecht.
Woont in Dordrecht. Ghm NN.
Genoemd 16.3.1574 in acte van verklaring, zijnde 56 jaar oud, tbv Dionisius Frentz, koopman van Straatsburg, samen met Herman Bacherach, koopman in wijnen en burger van Dordrecht (48jr) en Jan Bronchorst (56jr). (ORA Dordrecht ivn 729 f 220). Aangezien Herman Bacherach handelt in wijnen, zal hij vermoedelijk aan de Wijnstraat wonen, waar ook Huis Cranenburch staat. In de acte staat Mathijs Gerritsz in Cranenburch, hetgeen betekent dat Mathijs woont op Huis Cranenburch. Herman Bacherach overlijdt in 1576. Hij was gehuwd met Geertgen van Beveren. Mogelijk woonde zij in Huis Bevereburch aan de Wijnstraat 127, waar het geslacht Van Beveren woont. Het huis dateert van 1556.
Udh: Herman Thijsz van Cranenburch (gb 1554 Dordrecht).
Mogelijk ook: Henricus Cranenburch (Rotterdam), Rookette van Cranenborch (Dordrecht) en Roberta Kranenburg (Dordrecht)
** Cranenburch Dordrecht, Bevereburch Dordrecht

Mathijs Mathijsz Cranenburgh* (1530*-1590*)
Mogelijk een zoon van Thijs Vranken Cranenburgh te Leiden.
Mathijs is gehuwd met Niesgen Jansdr (ovl 1593).
Udh*: Cornelis Mathijsz en Symon Mathysz Cranenburgh.
# DVB

 
Mathijs Harmans van Cranenburch (1543*-1603):

Vrij zeker een zoon van Harman Engebrechtsz van Cranenburch (gb 1509) in Katwijk.
Gehuwd met Aafje Claesdr Nachtegael. Ze wonen aan het Pieterskerkhof te Leiden. Aafje is de dochter van Nicolaes (Claes) Nagtegael, afkomstig uit Meteren in Frans-Vlaanderen. In de Pieters Kerk te Leiden ligt zijn grafsteen (4296) met de volgende randtekst:
HIER LEYT BEGRAVE
MATHYS HARMENSZ VAN CRENENBURCH
MET ZYN KINDEREN.
STARF DEN 23EN SEPTEMBER ANNO 1603.

De grafsteen heeft een groot formaat en ligt tegen de achtermuur, halverwege tussen de achteruitgang en de zijmuur van de kerk. Opmerkelijk is de naam Van Crenenburch. Ook elders wordt hij genoemd met deze naam. De naam Crenenburch~ kan een

 
foute schrijfwijze zijn van Cranenburch~, zoals ook elders voorkomt. (> Krenenburg~) Gens Nostra (nov 1989) noemt hem echter Mathijs Harmans van Cranenburg overeenkomstig Not. Protocol van Jan van Hout 1573-1609 GA Leiden. Dit strookt met de naam van zijn waarschijnlijke vader Harman Engebrechtsz van Cranenburch. Aangezien de naam Crenenburch~ soms al heel vroeg opduikt naast Cranenburch~, kan het zijn dat Mathijs meent dat zijn voorouders Van Cranenburchs~ oorspronkelijk Van Crenenburch heten. Mogelijk heeft hij dat als erudiet Rederijker door onderzoek ontdekt. (> Cranenburch Leiden, Van Cranenburch Leiden)

Op de genoemde grafsteen is ook zijn familiewapen afgebeeld. Het wapenschild is glad gebeiteld in de Franse Tijd (Bataafse Republiek). Dat is gebeurd met zowat alle familiewapens op grafstenen in die tijd in Nederland. De cartouche van het wapen van Mathijs is echter intact gebleven. Daarop zijn duidelijk te zien de ridderhelm, de ketting met medaillon, de wrong op de helm, het helmkleed en de vlucht (twee vleugels) op de helm. De vlucht doet het wapen denken aan dat van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. (ZA)

Gens Nostra nov 1989 schrijft dat de weduwe Aafje Claesdr Nachtegael van Mathijs Harmans van Cranenburg op 26.10.1606 woont aan het Pieters Kerkhof te Leiden en dat haar vader Nicolaes (Claes) Nachtegael afkomstig is uit Meteren (in de buurt van Belle, Frans Vlaanderen), waar hij 1566 lid is van het Consistorie aldaar. Claes wordt 3.6.1568 door de Raad van Beroerten veroordeeld tot eeuwige verbanning met confiscatie van zijn goederen. Hij vlucht in 1573 naar Sandwich in Kent (Engeland), waar hij in 1584 het Engels burgerrecht verwerft. (> Inquisitie)

Bron discoversandwich.co.uk 28.12.09 schrijft:

Protestants fleeing persecution in the Netherlands and France settled after 1560 and introduced dyke drainage to permit market gardening, weaving and other skills such as clay tile making which give us our characteristic Kent peg tiles, as well as numerous Dutch gabled houses. Sandwich became a peaceful market town though involved in emigrations to New England and in the Napoleontic wars.
Een interessante vraag in dezen is hoe en waar Mathijs en Aafje elkaar hebben ontmoet. Woonde ze bij haar vader in Sandwich? Zo ja, wat doet Mathijs daar dan? Het kan zijn dat hij in Engeland verblijft op de vlucht voor de Inquisitie. Rederijkers zijn ontwikkelde vrijdenkers en dus een groot gevaar voor het gezag van de conservatieve kerken. (> Rederijkers) Zo wordt in 1444 de Rederijker Claas Willemsz van Cranenburg in Leiden veroordeeld wegens zijn moderne opvattingen. Als straf wordt zijn rechter hand afgehakt en wordt hij verbannen uit Leiden op straffe van dood. Mogelijk is Mathijs Harmans van Cranenbuch als Rederijker ooit ook veroordeeld en verbannen en vlucht hij daarom naar Engeland, i.c. Sandwich ten zuiden van Ramsgate in Kent. Mogelijk wordt zijn naam daar uitgesproken als Crenenburg en heeft hij die naamsvorm toen in de Nederlandse schrijfvorm aangehouden.

In 1578 is Mathijs Harmansz van Cranenburch Keizer (voorzitter) van de Witte Acoleyen, de Leidse Rederijkers Kamer. Gedichten van hem zijn opgenomen in het Liedhandschrift van Piero, ofwel de Leidse Rederijker Pieter van der Mersch (ca. 1545-1629). Het Liedhandschrift is uitgegeven in 1618, dus 15 jaar na de dood van Mathijs Harmansz. In 1582 schrijft Mathijs een klaaglied op de dood van Fruytiers, die lid was van de Witte Acoleyen. Het klaaglied is opgenomen in een metrische versie van het epistel van St Paulus aan de Romeinen en posthuum uitgegeven na 1603. Lente 1596 voert de Witte Acoleyen twee toneelstukken op: 'Prologhe van twee Personagiën' en het 'Loterijspel" van Jan van Hout. Het boek "Leids heelal" (Johan Koppenol en Jan van Hout) schrijft daarover:

p 94
De leden van de Witte Acoleyen hadden dit spel ingestudeerd ten huize van keizer Mathijs Harmansz van Crenenborch. De drank die tijdens het redenen werd genuttigd kwam voor rekening van het stadsbestuur. [acht guldens, twaelf stuvers] De speellieden waren weer aanwezig; zij lieten niet minder dan zeven uur lang van zich horen. ≺ Dinsdag 28 mei 1596 stond in het teken van de refereinen en liederen. Elke kamer had een referein geschreven op de stokregel:

Voor een beveynsde paeys, een rechte crijch te prijsen is.

Natuurlijk was dit thema ingegeven door de recente politieke gebeurtenissen en de onderhandelingspogingen van Albertus. ...
...
401. Van Crenenborch trad ook op als collecteur voor de Leidse Loterij. ... Mogelijk is hij dezelfde als de Matthijs Harmens van Crenenburgh, die in 1590 pachter was van de bieraccijnzen in Aalsmeer, zie: Resolutiën Staten van Holland 1590, 515 (28 dec.).

p 382
Na de grote wedstrijd van 1596 zou het namelijk zeer onrustig worden in de Leidse gelederen ... Kort na de heisa rond 'Den lust-hof' werd Pieter Cornelisz van der Mersch, alias Piero, neef van Van Hout en Orlers, het mikpunt van spot. Hij werd belachelijk gemaakt in een her en der verspreid en aangeplakt pamflet over een zogenaamde ossenmarkt, waarbij 30 of 31 ossen van Van der Mersch, alias Jonker Morsch, en Vrouwe Lors geveild zouden worden. Van der Mersch speelde de zaak hoog en vond het stadsbestuur aan zijn zijde: het gerecht legde op 16 september 1597 beslag op de bezittingen van de Witte Acoleyen en de kamer zelf moest dicht. ≺ De volledige sluiting heeft maar een kleine drie weken geduurd; op 29 september kregen de bestuursleden hun sleutels terug. Keizer Mathijs Harmansz van Crenenborch en enkele anderen die schuld hadden aan de bespotting van Piero moesten daarbij wel het veld ruimen. Maar daarmee was de kous nog niet af: de rederijkers hadden hun stedelijke steun verspeeld. Die tendens lijkt overigens al eerder te zijn ingezet, want al in december 1596 weigerde het stadsbestuur de kamers naar de loterijwedstrijd in Zandvoort te laten gaan, 'mer belasten hen stil te houden'.

Verder genoemd:
- 1586 (Crenenburch) ivm boedel te Leiden (Regio Archief Leiden; Rubirek Soc.Zorg nr 2393a)
- 1590 (Crenenburgh) ivm pacht bieraccijnzen te Aalsmeer.
- 20.2.1596 (Crenenburch) ivm verkoop aan Christiaan Cornelisz 2 morgen 32 roe land tbv van het gemene land van Holland en West Friesland volgens brief 22.2.1594. Ex Groene Hart Archieven: Hazerswoude. Kennelijk ligt genoemd land dus in Hazerswoude. Volgens de acte woont Mathijs in dat jaar te Leiden. E.e.a. kan betekenen dat hij de grond heeft geërft van zijn vader en dat hij dus afkomstig is uit Hazerswoude.
- 29.9.1597 genoemd Mattys Harmansz van Crenenburch als keizer van de Witte Acoleyen. (dnbl.og 21.12.09)
- Bron epigrafica-europea.uni-muenchen.de 21.12.09 noemt Mathys Jh. Mathys Harmens van Crenenburch. Maw: Mathys voert de adellijke titel Jonkheer. Bij de oudste Kranenburgs~ wordt die titel vaker genoemd. (> Titels)

Alias: Mathys Harmensz van Cranenburch, Mathijs Harmansz van Cranenburg, Mathijs Harmansz van Crenenburch/Crenenborch.
Udh: diverse kinderen (> grafsteen).
** Van Cranenburch Bleyswyck, Cranenburg, Krenenburg~, Rederijkers, Van Cranenburch Leiden
$ Thys Harmansz
@ foto © Tiedlight ®
# GN november 1989, RA Utrecht (Coll. Attevelt, de Sandra, ivn 487), google 21.9.08 (Leids Heelal; Johan Koppenol en Jan van Hout; Uitg Verloren), FRI (27.3.2007), DAB

Matthijs Harmens van Crenenburgh (1555*-1615*):
Boek "Leids heelal" (Johan Koppenol en Jan van Hout) schrijft: Is in 1590 pachter van de bieraccijnzen in Aalsmeer, zie: Resolutiën Staten van Holland 1590, 515 (28 dec.).
=* Mathijs Harmans van Cranenburch (1543*-1603; Leiden)

Tijs Kranenbrugghe (1565*-1645*):
Alias Mathijs Claesz Kranenburg, Tijs Claesz Kranenburg.
Uit bronnen van de Hoge Justitie Kamer van Groningen (HJK) blijkt een zekere Tijs Kranenbrugghe rond 1595 te wonen in Scharmer. Hij wordt in ieder geval genoemd in twee zaken (resp. Ivn 164 en 1121 RAG). In 164 (datum onbekend) verklaart redger Henricus Weeck te Harkstede:

Also ick Henrick Vijhans gesworden weddeman tho Scharmer bij gerechtlijcken gedaget dorch ijnstatije unde versuijck [op verzoek] van Tijs Kranenbrugghe, om een rechte beredijnghe tho doeijnn op seeckere positiones mij voergestallt.

Het proces behelst een geschil tussen Tijs Kranenbrugghe en de dochters van Willem Luijnge over de vorm van een betaling. Tijs biedt betaling 'mijt goede waar', maar de dochters Luijnge eisen 'gelt unde gene waar'.
Gezien de term 'goede waar' lijkt het dat Tijs een handelaar is. 'Goede waar' betekent immers normaliter ook in die tijd 'goede koopwaar'. Waarom Tijs 'goede waar' aanbiedt en geen geld, is onbekend. Het kan handelspolitiek zijn, maar het kan ook zijn dat hij slecht bij kas is. In het laatste geval heeft hij het echter niet op een proces hoeven laten aankomen en de koop gewoon kunnen weigeren. Derhalve lijkt het meer op handelspolitiek van Tijs.

Acte 1121 is van 25 december 1595. Het gaat over een arrestatie en deportatie van 32 inwoners van Scharmer op Kerstavond door de soldaten van de Koning, dus Spanjaarden. De Tachtigjarige Oorlog is aan de gang. Johan Aepkens te Scharmer getuigt dat hij met Tijs Kranenbrugghe naar de heer Fricoma te Jeuwarden (Leeuwarden) is gegaan om zich te beklagen en dat er een afspraak is gemaakt over de betaling voor hun vrijlating.

So byn ick Johan vorschr. [voorschreven] met Thijs Kraenenbrugge tot het herschap Fricoma van Jeuwarden gegaen ... unde den vorschr. herschap Fricoma eendrachtelicken seer gebeden om na te trecken ... waer de gefangenen van de ruiteren gebracht worden ...
Actum unde geschiet den 25 december A. 1595.
Johan Aepkens (marck)    Johan Hindricks (Scriver unde getuigen mijn handt.)    Johan van Rijssen als getuige.

Het is nogal opmerkelijk dat Tijs Kranenbrughe daartoe kennelijk was uitgenodigd. Had hij zoveel autoriteit dat hij de aangewezen persoon was? Het kan echter misschien ook te maken hebben dat zijn waarschijnlijke vader Claes Thijsz Cranenburgh kennelijk al goede contacten had met Leeuwarden, die mogelijk berustten op een familiaire relatie met het geslacht Van Loo aldaar. Ene Albrecht van Loo was gehuwd met Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437). Hun kleinzoon Gerijt van Loo is 1556 rentmeester in Leeuwarden. (> Claes Thijsz Cranenburgh gb 1525)

Het is vrij zeker dat de naam Kranenbrugghe afkomstig is van de Kranebrug in stad Groningen. Een stadsrekening van 1548 meldt (p 331) dat een

een lanck stucke syngelwals nha de Kranebrugghe streckende, wordt gebruyket tot een gemene upslach

Het gaat om een stuk wal in de singel voorbij de Kranebrug. Tijs zelf of een voorvader van hem kan daar dus gewoond hebben. Familienamen worden immers vaak afgeleid van locatienamen. Scharmer ligt maar 8 Km verder naar het oosten, zodat een relatie tot de concrete mogelijkheden behoort. Het ziet er echter naar uit dat de naam Kranenbrugghe een verschrijving is van Kranenburg. Ook in deze tijd wordt Kranenburg per abuis wel eens als Kranenbrug geschreven. (> Kranenbrug~) De kinderen van Hendrik Kranenburg (1813-1864) uit Sommeldijk (NH) voeren allen de achternaam Kranenburg. Uitzondering is zoon Abram (1837-1890) die Kranenbrug wordt genoemd.

In beide genoemde actes heeft Tijs de achternaam Kranenbrugghe. Het kan een ambtelijke fout zijn, maar het kan evengoed zijn dat Tijs aldus abusievelijk wordt aangeduid. Hiervoor pleiten de namen Ter Brugghe en Willemtien Jans by der Apoorte. Het geslacht Ter Brugghe uit Groningen vindt zijn oorsprong in het steenhuis uit de 14e eeuw, dat bij de A-brug in de stad Groningen staat. Willemien Jans uit deze stad (16e eeuw) moet bij de A-Poort hebben gewoond. Gezien deze opmerkelijke locatienamen binnen een klein gebied en in nagenoeg dezelfde tijd, is het aannemelijk dat het geslacht Kranenbrugghe bij de Kranebrug in Groningen zijn oorsprong vindt. Het sluit dan mooi aan bij een locale traditie. Temeer daar de Kranebrug en Tijs in dezelfde regio-tijd existeren en de naam Kranebrug vrijwel uniek lijkt. Alleen in de stad Brugge (B) heeft ook een Kranebrug gestaan bij de Craene Plaetse.

Als Hindrick Theis Kranenburg inderdaad een zoon van Tijs is, dan is het niet ondenkbaar dat Tijs in het A-Kwartier heeft gewoond (vlakbij de Kranebrug). Hindrick Theis erft namelijk van Willemtien Jansz by der Apoort. Gezien haar achternaam heeft deze Willemtien waarschijnlijk bij de Apoort gewoond en dus in het A-Kwartier van stad Groningen. Aangezien Hindrick Theis van Willemtien erft, lijkt het me waarschijnlijk dat beiden elkaar gekend hebben. Het ligt dan voor de hand, gezien de omstandigheden qua contactmogelijkheden voor gewone mensen in die tijd, dat Hindrick Theis niet ver van Willemtien gewoond heeft. Dat kan dan evengoed in het A-Kwartier zijn geweest. Hindrick is immers koperslager en in het A-Kwartier waren vele ambachtslieden gevestigd.

Het lijkt er dus op dat zowel Tijs als Hindrick in het A-Kwartier hebben gewoond, of misschien daar heel vlakbij. Gezien hun namen, leefperiode en status, lijkt verwantschap van beiden niet onmogelijk. Dat betekent dan in concreto dat Hindrick Theis mogelijk een zoon van Tijs Kranenbrugghe/Kranenburg is.

Gezien bovengenoemde opties, gaat het zeer waarschijnlijk toch eerder om een ambtelijke verschrijving van de naam Kranenburg. Immers, betreffende actes zijn opgemaakt door een ambtenaar in stad Groningen. Vóór Tijs lijkt de naam Kranenburg in Groningen niet voor te komen. Noch als familienaam, noch als locatienaam. Claes Thijszoon Cranenburgh lijkt de enige uitzondering en diens verwantschap met Tijs Kranenbrugghe is nagenoeg zeker zoals wordt gesteld bij Thijs Claeszn en bij item Kranenbrug~. Kranenbrugghe is in die tijd namelijk een meer bekend begrip in stad Groningen. Het lijkt er daarom eerder op, dat de verantwoordelijke ambtenaar, als Groninger incrowd, de naam Kranenburg heeft aangezien of verstaan als Kranenbrugghe. (> Kranenbrug~) Voor deze optie pleit verder het feit dat buiten Tijs Kranenbrugghe de naam Kranenbrugghe schijnbaar niet voorkomt. Sterker nog, zijn nazaten noemen zich Kranenburg. Het lijkt er dus echt op dat we te maken hebben met een ambtelijke verschrijving.

Het is overigens opmerkelijk dat Tijs een achternaam voert. Dat is normaliter in die tijd in Groningen alleen te verwachten bij gegoede c.q. belangrijke personen. In Zuid-Holland is het echter al enige eeuwen veel gebruikelijker voor gewone burgers om een achternaam te voeren. Aangezien in de omgeving van de Kranebrug in Groningen (het A-Kwartier) rijke kooplieden, schippers en bierbrouwers woonden, is het niet ondenkbaar dat de roots van Tijs daar bij de Kranebrug liggen. Naar alle waarschijnlijkheid dan bij een pand in de directe nabijheid van die brug.

Wat overblijft in deze beschouwing is de vraag of de nazaten van Tijs zich later Kranenburg gaan noemen en waarom deze subtiele naamsverandering dan heeft plaats gevonden. Was het uit onwetendheid, uit vervaagde herinnering of om in line te komen met het meer gangbare '-burg' in plaats- en familienamen. In Scharmer is dat bijvoorbeeld Vossenburg en Tilburg, maar ook de borg Rozenburg waarnaast de Kranenburgs uit Scharmer in de 18e eeuw wonen. Onwaarschijnlijk hoeft dit niet te zijn. In de 18e en 19e eeuw zien we een vergelijkbare subtiele verandering naar Kranenborg van een deel der Kranenburgs.

Het is opmerkelijk dat de naam Kranenbrugghe of varianten daarvan verder niet te vinden lijken. Op Internet geef de naam geen enkele hit. Evenmin in de telefoongids. In het genealogisch repertorium is de naam niet vermeld. In andere documenten of teksten ben ik de naam nog niet tegengekomen buiten de bovengenoemde actes. Het kan niet zijn dat de naam Kranenbrugghe een eenmalige aangelegenheid was die alleen verbonden is aan Tijs. Er zouden toch verwanten moeten hebben bestaan met deze naam. Aangezien dat niet het geval lijkt, is het denkbaar dat Kranenbrugghe als familienaam dus wel alleen met Tijs te maken heeft. Hetzij doordat hij zichzelf zo noemde c.q. dat hij door anderen (ook) zo genoemd werd. Ook is mogelijk dat de naam Kranenbrugghe toch wel een ambtelijke verschrijving is. Voor deze optie pleit het gegeven dat de actes van de HJK door ambtenaren in stad Groningen werden geschreven. Het kan zijn dat een Groningse ambtenaar de werkelijke naam van Tijs niet goed verstond en daar iets van maakte dat er in zijn kenniswereld het meest op leek. In die kenniswereld past de Kranebrug in stad Groningen natuurlijk uitstekend qua ruimte-tijd overeenkomst. Die brug moet bij de Groningers van rond 1600 toch wel een bekende zijn geweest gezien haar ligging en functie. Het is dan de vraag hoe Tijs dan werkelijk heette. Het moet dan een naam zijn geweest die er toch heel dichtbij lag. Dat kan dan eigenlijk alleen maar de naam Kranenburg zijn geweest. Een naam die in die tijd in Groningen misschien nog niet zo bekend was. Het kan ook zijn dat deze Tijs Kranenburg toevalligerwijs ook iets te maken heeft met het A-Kwartier. De enige optie is dan dat hij er zelf ooit woonde. Als Tijs zich dan voorstelt als Tijs Kranenburg die bij de Kranebrug woont, dan kan hij al gauw abusievelijk Tijs Kranebrugghe genoemd worden.

          

Dat Tijs nabij de Kranebrug heeft gewoond, is niet uitgesloten. Op bovenstaande kaart uit 1577 is duidelijk te zien dat tegenover de Kranebrug inderdaad enige huizen staan. Mogelijk heeft Tijs gewoond in het pand recht tegenover de Kranenbrug, aangeduid met een oranje C. Mogelijk is dat het huis van z'n ouders. Zijn veronderstelde vader is Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525), een scheepsbouwer uit Leiden. Zijn scheepswerf staat vrij zeker aan de nabijgelegen Hooge der Aa Kade, waar meer scheepswerven staan in die tijd.

Per saldo mogen we aannemen dat de familienaam Kranenbrugghe van Tijs een ambtelijke schrijffout is. De geciteerde teksten moeten zijn opgemaakt door lieden die de Kranenbrugghe in Groningen kennen en abusievelijk Tijs die naam hebben gegeven. De foute naamvermelding moet derhalve te maken hebben met een verkeerd gehoorde of gememoreerde naam. Het moet dan wel een naam zijn geweest die daartoe makkelijk aanleiding kan geven. Die naam kan dan nauwelijks anders zijn dan Kranenburg, zoals ook de nazaten van Tijs zich noemen.

Een vraag die zich nu opdringt is: Als Tijs inderdaad bij de Kranebrug in het A-Kwartier te Groningen heeft gewoond, waarom vertoeft hij dan in 1595 in Scharmer? Het kan te maken hebben met de Tachtigjarige Oorlog en de spanningen in Groningen rond dat jaar. De Ommelanden waren fel tegen het Spaanse gezag en sloten zich in 1579 aan bij de Unie van Utrecht. Stad Groningen stond reeds aan de zijde van Willem van Oranje. Maar in 1580 liep graaf Rennenberg, stadhouder van Stad en Lande, over naar de Spanjaarden en daardoor wordt Groningen weer Spaans. De Ommelanden kunnen daar weinig tegen beginnen. In 1581 sterft Rennenberg en wordt hij opgevolgd door Franceso de Verdugo, een Spaanse bevelhebber. Verdugo versterkt de stad op vele plaatsen. Zo komt er bij de Kranepoort en de Kranebrug in 1594 de zgn Spaanse Schans. In dat zelfde jaar wordt Groningen belegerd en weer heroverd door Maurits en Willem Lodewijk van Nassau, die de stad het Tractaat van Reductie opleggen, ofwel een verdrag van terugvoering. I.e. naar de Unie c.q. Willem van Oranje. Tevens wordt de katholieke godsdienst verboden.

Het kan zijn dat de vervolging van Protestanten tijdens het Spaanse bewind zo hevig is, dat Tijs de stad Groningen ontvlucht en zijn heil zoekt in het nabijgelegen Scharmer. Zoals gezegd zijn de Ommelanden fel tegen Spanje en bijgevolg meer op de hand van de Reformatie. Dit kan ipso facto betekenen dat Tijs zich heeft aangesloten bij de Protestanten. Verdere mogelijke nazaten van Tijs, w.o. Wybrandus Cranenborgh en Arius Kranenborg, zijn in ieder geval manifeste protestanten.

Een andere optie is dat door de strijd rond Groningen tussen de Spanjaarden onder generaal Verdugo en de Staatse legers onder Maurits en Lodewijk van Nassau in de periode 1581-1594 de handel in stad Groningen steeds verder terugloopt. Mogelijk dat deze factor mede een rol heeft gespeeld in het besluit van Tijs om uit te wijken naar een veilger oord. Zeker door de bouw van de Spaanse Schans vlak bij zijn woning annex neringsgebied. Hij moet dan rond 1594 zijn uitgeweken naar Scharmer.
Alias: Thijs Kraenenbrugge, Tijs Kranenbrugge
Zoon*: Jan Thijssen Kranenburg
** Thijs Claesz Kranenburg, Kranenbrug~, Kranebrug Groningen, Hindrick Theis Kranenburg, Jan Thijssen Kranenburg
# EVG (p 29), 'De verdegingswerken van stad Groningen en het beleg in 1594', Stad & Lande 2004, nr 2 

Thijs Claesz Kranenburg (1565*-1647*):
Alias Tijs Kranenbrugghe, Tijs Claes Kranenburg, Mathijs Claesz Kranenburg.
Vrij zeker een zoon van Claes Thijszn Cranenburgh en geboren in Groningen.
Mogelijk is Thijs gehuwd met Remke NN. (Bron PV > #)
Thijs is schipper en vervoert met zijn boeier of tjalk voornamelijk vee, maar soms ook andere goederen.

De periode 1580-1594 zijn oorlogsjaren. Grote delen van het Groningse land worden verwoest, liggen braak of staan onder water. In 1594 volgt de Reductie van Stad en Lande: heel Groningen komt onder Protestant bewind, kloosters worden ontmanteld en de landerijen onteigend en verpacht. (vkblog.nl/CanonFivelingo 8.1.2010)

In een rekening van onkosten van ambacht Alkemade in de strijd tegen Spanje in de periode 1573-1582 wordt ene Thees Claeszoon genoemd. Hij wordt betaald voor het 'vaeren', wat betekent dat hij per boot vracht heeft vervoerd. Het is goed mogelijk dat we hier te maken hebben met Thijs Claesz Kranenburg. Thijs is immers schipper die op de Randstad vaart en zijn vader Claes Thijszn komt zelf uit Leiden, later Oude Wetering dat onder Alkemade valt.

Vermeld in notariële acte opgemaakt 1634 in Rotterdam:

... van der Duyn, 66 jr., Claes van der Duyn, 26 jr., en Jouke Hessels, peerdecooper van Groeningen, 30 jr., leggen op verzoek van Thijs Claesz uit Groeningerlandt ...

Hier wordt dus niet vermeld dat Thijs Claesz afkomstig is uit stad Groningen maar uit Groningerland. Kennelijk woont hij dus in 1634 ergens in de provincie Groningen, maar niet in de stad Groningen. Groeningen is in die tijd nog een normale schrijfwijze voor Groningen. In 1561 wordt geschreven over "Burgemeesters en raad der stad Groeninghen". (Regest 328; Archief Fraterhuis, ivn 66, Groninger Archieven) In 1560 komt de schrijfwijze "Gronnijnghen" voor. (Vrouger nov 1997 p 15)

Vermeld in een acte van 13.2.1638, opgemaakt te Rotterdam, waarin het transport per boot van paarden naar Diepen in Frankrijk wordt geregeld.

Marten Albertsz van der Duyn, 66 jr., Claes van der Duyn, 26 jr. en Jouke Hessels, peerdencooper van Groeningen, 30 jr. leggen op verzoek van Thijs Claesz uit Groeningerlandt een verklaring af inzake problemen met bevrachting van paarden door Leendert Bouwensz., schipper, van Den Briel naar Diepen in Frankrijk met een boeyerschip. Genoemd worden verder Freek Claesz., paerdecooper, Aelbrecht Thijsz, Cornelis Cleasz., David Joosten van Dordrecht, Cornelis Jonckersz., factoir.
NB Claes van der Duyn tekent als Claes Martensz.

Stad Groningen heeft in die tijd een drukke veehandel met Denemarken, Vlaanderen en Engeland. (> Kranebrug Groningen) Genoemde Freek Claesz en Cornelisz Claesz kunnen broers zijn van Thijs. Aelbrecht Thijsz zal een zoon kunnen zijn van Thijs Claesz. Daarmee lijkt de handel van Thijs Claesz een familiebedrijf. Verder is opmerkelijk dat in Scharmer van oudsher paarden worden gefokt. Gezien de natte veengrond zal Scharmer weinig aan landbouw doen en meer aan veeteelt en paarden. Dat is te doen gebruikelijk. E.e.a. kan een aanwijzing zijn dat Thijs en zijn broers en zoon inderdaad in Scharmer wonen.

In een acte van 7.5.1639, eveneens opgemaakt te Rotterdam, koopt ene Thijs Claessen 'een tonne oesters' van Pieter Jacobsen Cool uit Amsterdam. Waarschijnlijk gaat het om de zelfde persoon. In de haven bij de Kranebrug in het A-Kwartier te Groningen worden namelijk veel oesters en mossels aangevoerd en aldaar verhandeld. > Kranebrug Groningen

Opmerkelijk in dezen is dat de familienaam Mossel afkomstig lijkt uit de regio Slochteren (inclusief Scharmer). Mogelijk werden zij zo genoemd omdat ze actief waren in de mosselhandel. Het lijkt haast dat we hier te maken hebben met nazaten van Thijs. Volgens het zgn patrilocalisme is dat zeer wel mogelijk. (> Patrilocalisme) In deze optiek kan een zoon van Thijs de naam Mossel hebben aangenomen, omdat anderen hem zo noemden vanwege zijn mosselhandel. Die zoon Xx Thijsz zou dan geboren kunnen zijn rond 1600. Met een DGF (demografische groeifactor) van 3 krijgen we dan de volgende groeireeks: 1600/1 > 1700/3 > 1800/9 > 1900/27 > 2000/81 Mossels. In 2007 zijn er volgens het Meertens Instituut 58 personen in Slochteren met de naam Mossel. Kenneijk zijn er dan 23 Mossels inmiddels vertrokken uit Slochteren. Mogelijk is voor hen het leefgenot elders groter. > DGF

Per saldo lijkt het erop dat Thijs Claessen Kranenbrugghe in 1639 in Amsterdam mossels kocht voor zijn zoon Xx Thijsz (gb 1600*), die ze nodig had voor zijn handel in stad Groningen.

Daar stad Groningen belangrijke havens bezit voor de binnenvaart, is het zeer waarschijnlijk dat Thijs in of nabij deze stad woont. In deze wijk bevinden zich vele aanlegplaatsen voor de binnenvaart en er wonen vele schippers. Bij de Kranepoort en de Kranebrug bevindt zich de voorhaven van het Reitdiep met een stevige houten kraan. Deze voorhaven is een belangrijke aan- en afvoerhaven voor runderen en ander vee v.v. Denemarken, Vlaanderen en Engeland. Bron WBG (p 93) schrijft daarover:

O nee, hij [poortwachter Simon] wil zijn plekje bij de Cranepoort volstrekt niet kwijt. Nu de A [Ter Aa Diep] overkluisd is en er alleen maar slanke vissersschuiten onderdoor kunnen, is de voorhaven aan het Reitdiep met de stevige houten kraan veel belangrijker geworden. Regelmatig komen er vanuit Denemarken schepen met runderen, die nog een tijdje hier vetgeweid worden en dan weer afgevaren worden naar Vlaanderen of Engeland.

Genoemde overkluizing is de Cranebrug. Het is vrijwel zeker dat Thijs daar in de buurt van de Cranepoort in z'n jeugd heeft gewoond. Deze Cranepoort staat aan de Cranebrug over de A (Ter Aa Diep). Daaromtrent staat ook zijn ouderlijk huis en heeft zijn vader Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525) een scheepswerf. (> Kranebrug Groningen, Kranenbrug~)

Mogelijk is Thijs Claesz de vader van Hindrick Theis uit Groningen. Hindrick is koperslager en gebruikt een meesterteken zoals op nevenstaande afbeelding. Waarschijnlijk is dit identiek is aan het huismerk van Thijs Claesz. In ieder geval zijn daarin de initialen TC in te herkennen, wat moet staan voor Thijs Cranenburg.
> Familiewapens (merken en initialen)
 
Hebben we hier te maken met Tijs Kranenbrugghe/Kranenburg? Het is niet uitgelsoten. Thijs Claesz woont volgens genoemde acte van 1639 in Groningerland en dus (op dat moment) niet in stad Groningen. Tijs woont in ieder geval sinds 1595 in Scharmer dus in Groningerland. Mogelijk heeft Tijs oorspronkelijk gewoond bij de Kranebrug in stad Groningen, vlakbij de Kranepoort waar de voorhaven van het Reitdiep ligt met veel vrachtvervoer. Thijs/Tijs moet dan vóór 1595 verhuisd zijn naar Scharmer. Dat kan mogelijk al rond 1580 zijn. In dat jaar loopt graaf Rennenberg (stadhouder van Groningen) over naar de Spaanse koning. De Ommelanden blijven echter trouw aan Willem van Oranje en de Protestanten. Mogelijk is vader Claes Thijsz Cranenburgh met zijn gezin meeverhuisd naar Scharmer.
Een belangrijke reden om te veronderstellen dat Thijs Claesz Kranenburg dezelfde is als Tijs Kranenbrugghe, is het feit dat Tijs Kranenbrugghe in Scharmer kennelijk handel drijft evenals Thijs Claesz met zijn boeier of tjalk tussen Groningerland en Zuid-Holland. Een andere belangrijke reden is het feit dat Thijs Claesz mogelijk ook in de paardenhandel zit en in Scharmer door de eeuwen heen veel paarden worden gefokt en verhandeld. Ook Kranenburgs~ in de 20e eeuw in Scharmer zitten in de handel in vee en paarden. O.a. Hendrik en Jacob Kranenburg, veehouders aan de Borgweg in Scharmer. Zij worden genoemd in een notariële acte van 1957, waarbij zij verkopen stukken land in het familiegebied De Burg in Scharmer.

Qua tijd-ruimte overeenkomst is het goed mogelijk dat Thijs Claesz en Tijs één en de zelfde persoon zijn. Vraag is alleen: waarom verhuist Thijs naar Scharmer? Het kan zijn dat de vervolging van Protestanten in stad Groningen door de Spanjaarden te hevig is geworden en dat Thijs als Calvinist een veiliger haven zoekt. Een andere optie is dat de handel in stad Groningen terugloopt als gevolg van de strijd tussen de Spanjaarden onder generaal Verdugo en de Staatse legers onder Maurits en Lodewijk van Nassau in de periode 1581-1594.

Het kan zijn dat Thijs in Scharmer niet allen handelswaar vervoert, maar ook turf. Scharmer is al sinds de 15e eeuw in ontginning en de vervening duurt nog enige eeuwen, tot in de 19e eeuw. Turf is in die tijd een belangrijk product, dat wordt gebruikt voor verwarming, maar ook voor het stoken van o.a. kalkovens. Turf uit Groningen wordt ook geëxporteerd naar Noord-Duitsland (o.a. Hamburg). Voor Thijs is er dus genoeg te verdienen. (> Harke Jans Kranenburg gb 1690)



In de 16e een 17e eeuw is de boeier het meest gebruikte vrachtschip voor de binnenvaart. Op de oude kaart bij het item 'Kranebrug Groningen' in dit Lexicon zijn een aantal boeiers afgebeeld in de Noorderhaven bij de Kranepoort. Deze boeiers worden in die tijd ook gebruikt voor het transport van turf. Op bijgaande afbeelding is een boeier te zien die richting stad Groningen vaart. De afbeelding is een detail uit 'Groeninga', een ets uit de stedenatlas van G. Braun en F. Hogenberg anno 1572. Het kan echter ook een tjalk zijn. Bron AWA schrijft namelijk anno 1847 dat de Scharmer Ee in die tijd wordt bevaren door tjalkschepen. (> Harke Jans Kranenburg gb 1690)

Bron PMG meldt dat in 1646-48 ene Tijs Claasen en Remke 8.5 deimt (4.3 Ha) land pachten aan de Dollersdijk in Midwolderhamrik (Nieuwolda). Aldaar wordt in die periode ook genoemd ene Harke, die een zoon kan zijn van Thijs. Of we hier te maken hebben met dezelfde Thijs Claesz uit Groningen lijkt gezien de context vrijwel zeker. Nieuwolda is in 17e-18e eeuw een gebied waar vele vrachtschippers aanleggen en wonen. De 4.3 Ha land (4.7 morgen) nogal klein voor een boer. Aangezien Thijs vrachtschipper is, zal hij aan 4.3 Ha land genoeg hebben als aanvullend neringsgebied.

Opmerkelijk is verder dat Thijs na 1595 in Scharmer en Harkstede niet meer wordt genoemd. Tot slot is Tijs Claasen in 1648 verdwenen van het pachtregister van Nieuwolda. Mogelijk is hij in 1647 gestorven. Rond dat jaar moet ook Thijs Claesz Kranenburg zijn gestorven. Het lijkt er derhalve sterk op dat we hier met één en de zelfde Thijs te maken hebben. Dit betekent dat Remke mogelijk zijn vrouw is. Op het genoemde pachtregister staat bij vele pachters een vrouwenaam vermeld. Hetgeen lijkt te betekenen dat we te maken hebben met echtparen.
Een ander opmerkelijk gegeven lijkt Dewer Thijsses (1600*-1637), die heel goed een dochter van Tijs Claassen kan zijn (KWS Eika Anna Kuiper). Zij huwt in 1635 in Midwolda, dat grenst aan Nieuwolda.
Alias: Thees Claeszoon
Udh*: Jan Thijssen (gb 1590), Harke Thijsz (gb 1595), Xx Thijsz (Mossel*; 1598), Hindrick Theis (gb 1600) en Dewer Thijsses (gb 1602) Kranenburg.
** Tijs Kranenbrugghe, Harke Jans Kranenburg (gb 1690), Kranebrug Groningen, Winkelhaak, FW Kranenborg Wedde, Nieuwolda, A447
# RNA, WBG, A447, VVB, RA Groningen, Spanheim, PMG, DAB

Thijs Jansen Kranenburg' (1614*-1674*):
Vrij zeker een zoon van Jan Thijssen Kranenburg en NN te Scharmer.
Is 1639-1660 schoolmeester in Scharmer.
Thijs is kennelijk niet erg muzikaal getuige een tekst van 15.10.1660:

Luna [maandag] den 15 octob. 1660
Also Thijs Jansen Schoelmr. inde gemeente tot Scharmer, sijn ampt, vermits [omdat] hij niet all te wel inde musijck waren, met consent van haer E. Mo. Heeren overgedraegen aen sijn broeder Gerrit Jansen, hebben de heeren Gedep. daerinne geconsenteert, sulx dat hem daer aff beroepinge in forma sall worden verlient.

# Vrouger mei 2007, Statenarchief Stad & Lande (ivn 131: 1659-1663), DAB, KBG

Tewis (Mathijs) Xzn Craenenburgh (1618*-1678*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1586) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Neeltgen Tewis Craenenburgh (gb 1651 Woubrugge).

Thijs Sakersz Cranenburgh* (1620*-1680*)
Woont anno 1674 in Warmond. Mogelijk een zoon van Sacharias (Sake) Thijsz Cranenburgh* en NN. Thijs Saekrsz is arbeider. Ghm Jannetge Thijs.
Alias*: Thijs Sachariasz Cranenburgh
Zoon*: Claes Theusz Cranenburgh*
$ Thys Sakersz
# KFR

Matthias van Cranenborch (1635-1695*)
Zoon van Walterus van Cranenborch en Joanna NN. Geboren in Leende (NB).
# RK dopen en huwelijken Leende 1607-1647

Mathys Woutersz van Kranenburgh (1635*-1705*)
Mogelijk een zoon van Wouter Jansz van Cranenburch te Eindhoven.
Woont in Amsterdam. Ghm Geesien Loomans.
Udh: Anna (gb 1670) en Wouter (gb 1672).
# JKE, KBG

Matthias Haickens Kranenburg' (1647*-1707*):
Zoon van Haycko Harckens Kranenburg en NN in Midwolda.
Genoemd 17.4.1674 bij de vastlegging van de huwelijksvoorwaarden te Midwolda van zijn zuster Elske Hayckens met Luppo Fockens (gb 32.1.1640) uit Warffum.
# fmavanschaik.nl 26.11.08, KBG

Mattheus Cornelisz Kranenburgh (1656*-1715):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1621) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge (Esselickerwoude), waar hij eind 17e eeuw scheepmaker is.
Huwt 1690* met Annetje Michiels Outshoorn (gb 1665*), eerder ghm Cornelis Jansz van der Gragt. Zij overlijdt november 1712.
Genoemd:
- 9.11.1703 ivm verkoop tbv Alijt Jansdr van der Graft van een huis en erf in 't Zuideinde van Alphen. (Protocollen Alphen ivn 27 p 119v)
- 30.5.1704 ivm verkoop van een huis en erf in 't Noordeinde van Alphen/Rijn tbv kinderen van Jan Jansz van der Grafft en Cornelia Cornelisdr Maas. Koopsom 395 gulden (Protocollen Alphen ivn 27 p 144v)
- 28.1.1712 posthuum ivm een schuld van 200 gulden van Lijsbet Gerritsdr Koij aan Mattheus. Onderpand: een huis, erf en schuur in de Gnephoek bij Woubrugge, strekkend uit de Heimanswetering, etc, belend ten zuiden Jan Jansz Egmont.
- 23.11.1712 ivm begravenis van zijn vrouw in Woubrugge. (Impost Begraven Woubrugge ivn 3 p 14)
- 3.5.1720 posthuum ivm een rentebrief groot 200 gulden. (Protocollen Oudshoorn ivn 13 p 255v)
- 3.1.1725 posthuum als 2e man van Annetje Michiels Outshoorn. (Protocollen Oudshoorn ivn 14 p 172v)
Begraven 7.10.1715 te Woubrugge. Genoemd Teeuwis Cornelisz Cranenburgh. (Impost Begraven Woubrugge ivn 3 p 14)
Alias: Mattheus Cornelisz Craenenburgh, Mattheuwis Cornelis Kranenburgh, Teeuwis Cornelisz Cranenburgh.
Udh: Willem Mattheusz Kranenburgh (gb 1691; Oudshoorn).
# GHA (29.1.09; 16.3.09), MBB (p 288; ex SARM: RA Esselickerwoude ivn 73), DAB

Matheus Cornelisz Cranenburg (1670*-1730*):
Woont in Woubrugge (Esselickerwoude), waar hij eind 17e eeuw scheepmaker is.
** Mattheus Cornelisz Kranenburgh (gb 1656 Woubrugge)
# MBB (p 288; ex SARM: RA Esselickerwoude ivn 73), DAB

Matthias van Cranenborgh (1697-1757*)
Gedoopt 28.11.1697 in Etten-Leur.

Mattheus Xzn Kranenburg (1714*-1774*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1680) en NN in Woubrugge.
Genoemd 3.2.1749 ivm verkoop door Arij Jansz van den Bos en Arij Jansz de Graaf aan Willem Ariensz van den Bos een huis met erf en drie turfschuren gelegen aan de westzijde van de Heimanswetering bij Woubrugge en belend ten noorden Mattheus Kranenburg. Koopsom 400 gulden. (SRM ivn 20 p 13v)
# GHA 29.1.09

Matthijs Kranenburg (1760*-1779)
Geboren in Amsterdam. Vaart als hooploper met het VOC-schip 'Huis te Krooswijk' op 8.8.1777 naar Batavia. Arriveert daar 23.4.1778. Overlijdt op 14.12.1779 in Azië (Oost-Indië*).
# AVOC

Thijs Kranenburg (1767*-1827*):
Geboren in Nieuwe Tonge (ZH). Huwt 14.4.1797 te Middelharnis Henrica Koppenaal, geboren 1.2.1774 in Dirksland.

Mathew Cranenburgh (1775*-1820*):
Zoon van Mariano Cranenburgh en NN in Calcutta (NO India)
Ghm Emelia Canthoper.
Is mogelijk militair op Fort William bij Calcutta/India.
Overlijdt mogelijk op jonge leeftijd.
Udh: Pascal Mathew Cranenburgh.
** Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726)
# PLZ

Matthijs van Kranenburg (1881-1941*):
Zoon van Frans van Kranenburg en Gerritje Beatrix van Blijderveen.
Geboren 30.4.1881 in Moordrecht.
# FDK

Mathias~
** Mathijs~

Mauring~
** Mouring

Max Moritz Kranenberg (1895-1955*):
Geboren 5.9.1893 in Duitsland*.
** Kranenberg Herne Sodingen
# KHS 29.10.07

Mechteld~
** Machteld~

Mees~
Voornaam afgeleid van Bartelmees, Bartolomeus.
** Bartholomeus~

Meester:
MNL: 1 schoolmeester, leermeester; 2 geleerde, deskundige, vakman; 3 rechtsgeleerde; 4 baas, chef, patroon, aanvoerder, hoofdman
De titel wordt inderdaad ook gegeven aan vaklieden. Zoals in het Register Lidmaten NH Kerk Kantens in 1704: Mr Fokke timmerman (vertrokken).
# WMN, menneglas.nl 20.11.08

Meestertekens
Tekens gebruikd door vaklieden, die hun meesterproef met succes hebben afgelegd. Het meesterteken is strikt persoonlijk en wordt alleen door hen gebruikt en alleen voor de producten die ze zelf hebben gemaakt. Het is een garantie voor kwalitetit. Het meesterteken wordt gebruikt door bouwmeesters, edelsmeden, koperslagers, e.d. Het centrale teken is de beginletter van de (achter)naam, waaraan een kleiner teken wordt toegevoegd voor de persoonlijke onderscheiding t.o.v. anderen.
Meestertekens zijn al sinds de middeleeuwen in gebruik en zijn verwant aan de huismerken. Huismerken lijken op runetekens, maar hun verwantschap is nog niet aangetoond. Meestertekens lijken oorspronkelijk vaak op huismerken en zijn daar mogelijk ook vaak van afgeleid. Later komen veelal andere symbolen daarvoor in de plaats. In de oostelijke delen van het land blijven ze nog het langst lijken op de oude huismerken. In de Gildetijd worden de meestertekens vaak vervangen door gildetekens.
# SUB

Meeus~
** Bartholomeus~

Meeuwis~
** Bartholomeus~~

Meindert~

Meinert Clasen Cranenburgh* (1559*-1630*):
Mogelijk een zoon van Claes Thijsz Cranenburgh te Groningen.
Is vóór 1.4.1619 eigenaar van een graf in de Broerkerk te Groningen.
In 1625 woont hij in Enkhuizen.
In 1627 is Jantien Hindricks door koop eigenaar van het graf.
Huismerk 690 GBG.
Alias: Meindert Claesen
Kleinzoon*: Jacob Cranenburg (gb 1614).
** Broerkerk Groningen
# GBG (4848, 4852)

Meijnt op Kranenborch (1632*-1692*):
Mogelijk afkomstig van hoeve Cranenborch in Vorden.
Woont in buurtschap Linde te Vorden.
Vermeld op lijst 1666 in archief Huis Vorden ivm uitkering van 8 guldens wegens schade opgelopen in 1665 door de Munsterse troepen van bischop Christoph Bernard van Galen. De lijst meldt dat Meijnt 'geplundert' is. (> Woellen Cranenborch)
** Kranenborch Linde, Kranenburg Vorden, Achterhoek
# OTGB (Google 19.10.07), KBG

Meinsje Xdr Kranenburg (1740*-1800):
Ouders: Xx Kranenburg (gb 1708) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm Teunis van Gesseling.
Teunis overlijdt 12.10.1797 en is pro deo begraven 14.10.1797 te Nieuwkoop. (DTB Nieuwkoop)
Begraven 8.1.1800 te Nieuwkoop. (DTB Nieuwkoop)
# GHA 29.1.09

Melchior van Cranenburgh (1584*-1644*):
Mogelijk een zoon van Henricus Cranenburch en Janneken van der Nieuwstadt te Rotterdam.
Huwt 26.4.1609 (otr 12.4) te Rotterdam met Janneken Cabeillaus.
Volgens bron nikhef.nl/CABEL 26.12.2010 overlijdt Melchior in 1609-12 en hertrouwt Janneken in 1612 met Philips de la Riviere. Deze bron noemt Melchior Van Cranenburgh (Cranenbroeck). Janneken overlijdt in 1630. Philips hertrouwt dan met Aeltgen Cranendonck, weduwe van Caspar de la Maindrai.
# DTB GF Rotterdam (ivn 14), KBG

Meltgen Huychesdr Cranenburgh* (1532*-1592*)
Mogelijk een dochter van Huych Dircksz Cranenburgh in Warmond (Vrouweven).
Vermeld in 1568 in bron MBR wegens pacht van grond in Warmond van de Abdij van Rijnsburg.
# MBR

Memoriediensten
Missen tot intentie van een overledene.

Memoriepriesters
Priesters die memoriediensten organiseren en begeleiden.

Mennonieten
** Doopsgezinden

Mensingeweer
Dorp in NW Groningen gelegen tussen Winsum en Warfhuizen.
Hier heeft de borg Mathenesse gestaan van Willem van Mathenesse uit Schiedam.
De Doopsgezinden uit de regio (o.a. Warffum) ressorteren onder de kring Mensingeweer.
** Mathenesse Mensingeweer, Warffum
# AWA, OBS

Mercia:
Anglisch koninkrijk in Noord-Engeland, gelegen tussen de Noordzee kunst, de rivier de Trent en Wales. Gesticht in het begin van de 7e eeuw door Angelen uit Denemarken en NO Duitsland (Angeln). Zij vestigen zich al in de 6e eeuw in de gebieden ten noorden van de Thames, de zgn Upper Thames regio.
De naam Mercia is afgeleid van het Oud Engels Mierce, dat grensvolk betekent.
Tijdens koning Offa, in 758-796, kent Mercia grote bloei. Offa domineert verder in East Anglia, Kent en Sussex en over Wessex en Northhumbria. Na zijn dood gaat de macht geleidelijk over naar Wessex. In 825 wordt Mercia definitief onderworpen door Egbert van Wessex tijdens de slag van Ellendun.
In 874 vallen de Denen het inmiddels verzwakte Mercia binnen. Het oosten van Mercia wordt dan uiteindelijk in 886 deel van de Danelaw. Het westen van Mercia komt in de machtsfeer van koning Alfred van Wessex.
Tussen 890 en 918 worden de Denen en Vikings definitief verslagen door de verenigde legers van Mercia en Wessex onder aanvoering van Ethelred II van Mercia en zijn vrouw Ethelflaed van Wessex. Na de dood van Ethelred II in 911 zijn het Ethelflaed en haar broer Edward the Elder van Wessex die het werk afmaken en de Denen en Vikings definitief verslaan. Uit dit samengaan van Mercia en Wessex is het fundament van het koninkrijk Engeland geboren.
In 919 sterft Elfwyn van Mercia. Mercia komt dan volledig in handen van haar oom Edward the Elder, koning van Wessex.
Wapen/vlag: op blauw een saltire (Andrieskruis) in goud.
** Angelen, Worcestershire, UTR, Offa van Mercia, Ethelred II van Mercia, Ethelflaed van Wessex, Elfwyn van Mercia, Andrieskruis
# WP, AHM, DAB

Merdon Manor Hampshire, England
Manor nabij Winchester in Hampshire, Engeland.
Het bezit van Manor Merdon begint als Henry van Blois (1101-1171) er in 1138 een kasteel bouwt. Hij wordt ook genoemd Henry van Winchester. In 1129 tot zijn dood in 1171 is hij namelijk bisschop van Winchester. Merdon Manor bezit o.a. Cranbury Manor in Hursley, nabij Winchester. De oudste vermelding van Hursley dateert van eind 12e eeuw, als het in bezit komt van de bisschop van Merdon. Het gebied is 153 Ha groot. Hursley blijft in bezit van de bisschoppen van Merdon tot 1552. In dat jaar wordt Hursley bezit van koning Edward VI.
** Cranbury Manor Hursley, Claas van Winchester (gb 1291; Eikenduinen)

Merktekens
Symbolen of andere tekens die worden gebruikt om iets te merken. Merktekens worden al sinds de oudheid voor allerlei doeleinden gebruikt. Te onderscheiden zijn: handmerken, hofmerken, veemerken, huismerken, meestertekens, metselaarstekens, handelsmerken en goederenmerken. Handmerken komen al in de 6e eeuw voor en zijn mogelijk nog veel ouder. Handmerken zijn persoonlijke tekens, die in vroegere tijden vaak worden gebruikt als handtekening. O.a. als men de schrijfkunst niet machtig is. Het ondertekenen van een document wordt dan merken genoemd.
Merktekens zijn meestal een biezondere compositie van rechte strepen, die samen een symbool vormen. Ze lijken vaak op runetekens, maar hun verwantschap is nog nimmer bewezen.
** Huismerken, Meestertekens, Metselaarstekens, Familiewapens (merken en initialen)
# PAMA, DAB

Merrigje
** Marietje

Mersex
Unie van Mercia en Wessex (889)
** Gewisse

Mervyn Roland Cranenburgh (gb 1960*)
Zoon van Edwin Cranenburgh en Kathleen Mary White in Australië.
Ghm Beverley White.
Udh: Robert Edwin Andrew Cranenburgh (gb 1.1.1995).

Met de ledige hand
** Hulder

Metje~
() Metje, Mietje

Mietje Gerrits Kranenburgh (1648*-1708*)
Woont in Oudshoorn/Gnephoek*.
Op 12.12.1683 is ze getuige bij de doop van Dirck Gerrits Cranenburg in de Gereformeerde Kerk van Oudshoorn/Gnephoek.
# Dopen GK Oudshoorn en Gnephoek

Metje Hendriks van Kranenburg (1660*-1720*):
Mogelijk een dochter van Hendrick Rutgert van Cranenburch en Tryntge Jans van Lotteringen te Leiden.
Huwt 25.1.1683 (otr 5.1) in de Pieterskerk te Leiden met Aalbert Maartensz van der Werf (van der West). Woont in Warmond.
Alias: Metje Hendrix van Kranenburgh/Cranenburg
Udh: Willem (gd NH 23.11.1687 Warmond; gtg Hildegond Schenaar).
# STB, DTB NH (otr) Leiden (ivn 12), RA Leiden, DTB Warmond

Metselaarstekens
In steen gehouwen tekens op bouwwerken, die op huismerken lijken. Ze worden voornamelijk gebruikt in de 12e-16e eeuw om de maker aan te geven. Alleen meesters mogen ze gebruiken.
** Merktekens
# PAMA

Metten Vranckenz Cranenburgh* (1465*-1525*)
Mogelijk een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Metten woont dan volgens deze lijst in de wijk Marendorp (Rijnzijde).
# VML

Meus~
Afkorting van Bartholomeus
** Mees, Meeus, Meuwis, Meeuwis

Meijer:
= iemand die de goederen bebouwt en beheert van iemand anders, i.c. de werkelijke eigenaar, die meestal verweg woont. Een meijer was ook verantwoordelijk voor de opstallen en het innen van schattingen (heffingen en belastingen).

MHD
Meilendis en de hof van Den Haag
J.C. Kort
Jaarboek Die Haghe 2002
In dit artikel schrijft J.C. Kort dat Dirc I van Wassenaar in 1229 een hof verkoopt aan graaf Floris IV van Holland. Uit deze hof is het latere Binnehof in Den Haag ontstaan.
Dirc I erft de hof van zijn moeder Meilendis van Belle (1170*-1229) uit Frans Vlaanderen. Uit de streek van de Schelde, stroomopwaarts van Doornik. Het geslacht Van Belle (Bailleuil) stamt af van Karel de Grote.
De hof van Meilendis was een lijftocht van haar. Op de plaats van dit hof staat anno 2002 het Museum van het Ambacht aan de Oog in 't Zeilstraat 44. Daar staat de tekst:

1200 waailand van Meilendis, 1226 Dirk van Wassenaar ...

Onder dit pand liggen nog de kelders uit de tijd van Meilendis.

Op pagina 14 schrijft bron MHD:

Ook hieruit moet volgen, dat degenen die geen leen van de hoofdtak [van het geslacht Van Wassenaer] hielden, daar niet van afstamden. Dit is een argument te meer dat de burggraven van Leiden niet uit Van Wassenaer stamden, want zij hielden van dezen geen leengoed.

De tweede zin van de citaat is nogal vreemd geformuleerd. M.i. stammen de Van Wassenaars namelijk af van de oudste burggraven van Leiden. Alleen komen er later ook burggraven die niet afstammen van de Wassenaars. Wel is duidelijk geformuleerd dat het houden van een leengoed van de Van Wassenaars aangeeft dat de lener een afstammeling is van de Van Wassenaars. Met de hoofdtak wordt kennelijk bedoeld ieder met de naam Van Wassenaer en/of daarvan in mannelijke lijn afstammend.

Van Cranenburgs~ met leengoed van het Hof van Wassenaar zijn o.a. Willem van Cranenburg (gb 1305), Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300), Engelbert II van Cranenburg (gb 1335), Jan van Cranenburg (gb 1375), Engelbert IV van Cranenburg (gb 1414), Gerrit van Cranenburg (gb 1442) en Elisabeth van Cranenburg (gb 1444). Zij allen hebben hofstede Cranenburg te Eikenduinen in leen van het leenhof Wassenaar.
** Burggraven van Leiden, Van Wassenaar, Halewijn I-IV van Leiden, Cranenburg Eikenduinen

Michiel~
() Michiel, Machiel, Giel, Gillis, Jillis, etc

Gielis Jansz van Cranenburg* (1395*-1455*):
Mogelijk een zoon van Jan van Cranenburg en Elisabeth Gerritsdr in Maasland.
Woont in Maasland*. Ghm NN.
In de Grote Kerk te Dordrecht bevinden zich twee traptreden in het koor, waarop de naam Gillis Iansen is gegraveerd. De traptreden lijken de resten te zijn van oude grafstenen van de oorspronkelijke kerk. Ze dateren mogelijk uit de 14e of 15e eeuw. Aangezien er in latere eeuwen vrij veel Kranenburgs~ wonen in Dordrecht, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat deze stenen afkomstig zijn van de grafzerk van Gielis Jansz van Cranenburg. E.e.a. betekent dat hij in Dordrecht woont en dat daar nazaten van hem leven.
Kinderen: Pieter Gielisz, Symon Gielisz, Cornelis Gielisz en Marigen Gillis.
Mogelijk ook Jan Gielisz.
# KAB, KBG

Gielis Jansz van Cranenburch (1435-1495)H:
Zoon van Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400) en NN.
Geboren in Olst of Zutphen.
Stichter van hoeve Cranenburch in Beltrum. Ghm NN.
Vader Jan Meusz heeft goede betrekkingen met Arnold van Egmond, hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Arnold heeft veel bezit in Beltrum. Mogelijk dat Gielis Jansz via Arnold grond verwerft in Beltrum en aldaar de hoeve Cranenburch sticht.
Zoons: Willem Gielisz (gb 1470) en Gulen Gielisz (gb 1475) te Cranenborch.
** Achterhoek, Beltrum

Gielis Xzn te Cranenborch (1435*-1495*):
Ouders*: Gielis Jansz van Cranenburg (gb 1395) en Elisabeth Gerritsdr te Maasland.
Woont in de Lekregio*. Ghm NN.
Zoon: Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470).
** Lekregio

Gielis Pietersz van Cranenburg* (1455*-1525*)
Zoon van Pieter Gielisz van Cranenburg te Maasland.
In 1515 pacht hij grond aan de Zouteveenseweg.
Mogelijk woont hij derhalve in Schipluiden. Daar loopt namelijk een weg met die naam. In andere nabijgelegen locaties is die weg niet te vinden.
Gezien het veengebied aldaar, is Gielis mogelijk een vervener.
Kinderen: Claes Gielisz, Pieter Gielisz en Anthonis Gielisz.
Mogelijk ook Jacob Gielisz van Cranenburg en Willem Gielisz te Cranenborch.
# KAB, KBG

Gielis van Cranenborch (1485*-1545*):
Zoon van Xx van Cranenborch (gb 1450) en NN in Den Bosch.
Woont mogelijk in Den Bosch. Ghm NN.
Alias: Gielis van Craenenborch.
Udh: Margrieta van Cranenborch (gb 1520; Den Bosch).
# Bossche Encyclopedie (R1922/1574)

Gielis Jorisz van Cranenborch* (1510*-1570*)
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Pouwelsdr te Eikenduinen.
Woont in 's-Gravenzande. Ghm NN.
Vermeld 13.1.1555 in bron AKD ivm cedering van rente van zijn kinderen (wezen) aan de Heilige Geest te 's-Gravenzande.
# AKD (p 373)

Michiel Leendertsz Cranenburch (1605*-1665):
Zoon van Leendert Xzn Cranenburch (gb 1570) en NN te Zwammerdam.
Woont in Zwammerdam (Binnenpolder, De Wijk). Bezit daar 4 morgen wei- en hooiland in de Wijk. Is aldaar kerkmeester.
Beleend op 1.2.1639 met 5 morgen land aan de Mije te Bodegraven, na overdracht door Anthonis Pietersz, schout te Waverveen. Op 18.9.1641 gaat de leen over op Wouter Cornelisz van Waerder te Nieuwkoop.
Genoemd:
- 4.2.1629 Michiel Leendertsz Cranenburch, wonend in Zwammerdam, ivm schuld van 200 gulden aan derden. Onderpand: 4 morgen erfpachtland in de Wijk, strekkend van de Wijkdijk tot de Dwars- en eindelingh Wetering. (Protocollen Zwammerdam ivn 18 p 190v)
- 17.4.1634 Michiel Leendertsz Cranenburch, wonend in Bodegraven, ivm verkoop van 6 morgen land in de Wijk, strekkend van de Wijkwetering tot de Dammekade. Koopsom 1100 gulden, waarvan 1/3 aan Leendert. (Protocollen Zwammerdam ivn 19 p 116)
- 1.2.1639 beleend met 5 morgen land aan de Mije te Bodegraven, na overdracht door Anthonis Pietersz, schout te Waverveen.
- 25.4.1640 Michiel Leendertsz van Cranenburch, kerkmeester van te Zwammerdam, ivm verkoop aan derde van een boomgaard ten westen van het kerkhof en oost van de Oude Vliet. (Protocollen Zwammerdam ivn 19 p 236)
- 18.4.1641 ivm 3 morgen land van Cors Jacobsz Verhorst in de Wijk, belend ten noorden Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protocollen Zwammerdam ivn 19 p 266)
- 18.9.1641 gaat de leen van 1.2.1640 over op Wouter Cornelisz van Waerder te Nieuwkoop.
- 27.5.1657 ivm 6 morgen land van Cors Jacobsz Verhorst in de Wijk, belend ten noorden Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protocollen Zwammerdam ivn 20 p 281v)
- 14.6.1658 ivm 6 morgen land van Cors Jacobsz Verhorst in de Wijk, belend ten noorden Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protocollen Zwammerdam ivn 20 p 313)
- 29.5.1659 ivm 3 morgen land van Michiel van Rijn, gelegen in de Wijk en belend ten oosten Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protcollen Zwammerdam ivn 21 p 15)
- 1.5.1661 ivm land van Pieter Gerritsz van Leeuwen in de Wijk strekkend van de Dammekade tot het land van Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 63)
- 23.1.1662 ivm schuld van 1000 gulden aan Adrijaen Hessenich te Gouda. Onderpand: 4 morgen land in de Wijk te Zwammerdam, belend ten westen de Vosholse Dijk. Nog een huis, erf en schuur aan de Rijndijk. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 80)
- 2.5.1662 ivm verkoop door derde aan derde van een hofstede op de Lage Burch met 8 morgen land nabij de Dammerkade in Zwammerdam, belend ten noorden door Michiel Leendertsz Cranenburch. Koopsom 11.384 gulden 3 stuivers. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 88)
- 21.1.1663 ivm verkoop door derde aan derde van 8 morgen land te Zwammerdam belend ten noorden door Michiel Leendertsz Cranenburch. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 115)
- 3.5.1663 ivm 4 morgen land van Pieter Gerritsz van Leeuwen, strekkend van de Dammekade tot Michiel Leendertsz Cranenburgh. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 123)
- 6.3.1664 ivm verkoop aan Harmen Leendertsz de Jongh van een huis en erf met berg en schuur op grond van jonker Albert van Rietwijck op de uiterdijk in de Binnepolder. Koopsom 250 gulden. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 144)
- 9.9.1665 ivm verkoop van zijn goederen wegens overlijden. Verkoopsom 1600 gulden. (Protocollen Zwammerdam ivn 21 p 178)
# GHA 29.1.09, OVG 1978 (p 519), DAB

Michiel Cranenburgh (1685*-1745*)
Mogelijk een zoon van Jacob Dirks Kranenburg en Annetje Maartens te Leiden.
Woont in 1710 aan de Uyterstegracht te Leiden.
Huwt in 1710 (otr 7.11) te Leiden met Elisabet Serman, wonend aan de St Jorissteegh.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 263), RA Leiden

Michiel Bom van Kranenburg (1690*-1750*)
Mr Michiel is advocaat bij het hof van Utrecht.
Als zodanig vermeld op 6.7.1625 in bron OVG (1982).
# OVG 1982 (p 45)

Michiel Hendricus van Cranenburg (1734-1794*)
Zoon van Gerret Willem van Cranenburg een Anna Maria de Gasee in Den Bosch.
Gedoopt op 19.12.1734 in Den Bosch.

Machiel van Cranenburgh (1741-1768)
Zoon van Gerrit Willem van Cranenburgh en Anna Maria de Gasee.
Gedoopt 8.2.1741 in Leeuwen. Begraven 23.1.1768.
# VC300

Michael van Cranenburg (1760*-1820*)
Vermeld op 27.4.1794 bij geboorte van een kind in Den Bosch.
Idem op 4.8.1799.
Idem bij geboorte van een kind te Berlicum.
Alias: Michaelis van Kranenburg

Jillis Kranenburg (1805*-1865*)
Zoon van Corstiaan Kranenburg en Jannetje Grandia, mogelijk geboren te Heerjansdam of Barendrecht.

Michiel Alexander van Cranenburgh (gb 1986):
Zoon van Johan van Cranenburgh en Margaretha Ronner.
Geboren 13.9.1986 in Harderwijk.
# VC300

Middelbeers
** Cranenborch Middelbeers

Midwolderhamrik
** Nieuwolda

Mieke Geerdiena Johanna Kranenburg (1943-2007):
Dochter van Gerrit Kranenburg en Teuntje Grada Wolven.
Geboren 23.6.1943 te Velp. Woont in Arnhem. Ghm Daan Meulenbelt.
Overlijdt 5.9.2007 te Arnhem. Aldaar gecremeerd 10.9.07 in crematorium Moscowa.
Daan is eerder overleden.
** Kranenburg Velp
# HRK, Rouwbericht E.J. Kranenburg te Arnhem

Mietje~
** Metje~

Migratie
** Demografie

Mina Berendina Kranenbarg (1888-1948*):
Dochter van Derk Kranenbarg en Johanna Lammerdina Jansen.
Geboren 1888 in Zelhem. Huwt 11.5.1917 in Hengelo Gld met Bernard Onstenk, geboren 1894 in Hengelo Gld, zoon van Carel Jan Harmen Onstenk en Hendrika Arendsen.
** Kranenbarg Zelhem
# arentsen.nl 25.9.07, MJK

Missiven
** VOC

MO:
= mogelijk ook

Moenes Xzn Cranenburg (1675*-1735*):
Woont in Flensburg*. Ghm NN.
Zoon: Christiaan Moenesse Cranenburg.

Molens
Volgens het oude Windrecht mag een molen alleen door een heer of in opdracht van een heer worden gebouwd. Dit voorkomt concurrentie en verzekerd inkomsten, verkregen door belasting op de producten van de molen. Dus op meel, lijnzaadolie of gezaagd hout.
Om de molen mogen geen hoge bomen of panden staan. Hierdoor is voldoende windvang mogelijk. Anno 2006 bedraagt de vrije zone 375 meter.
Oorspronkelijk krijgen molens namen van dieren zodat iedereen weet welke molen wordt bedoeld. De dieren worden afgbeeld op de molen, zodat ook analfabeten de molens herkennen.
In latere tijden krijgen molens ook de naam van de eigenaar, van de locatie of de regio waar ze staan. Door het hele land komen familie- en streeknamen voor op molens. Bijvoorbeeld molen Bronkhorst in Bronkhorst, waar het geslacht Van Bronkhorst vandaan komt. Of de Oortmanmolen in de regio Lattrop-Tilligte (Twente) van de familie Oortman. Dat gebeurt ook met molen Kranenburg in Utrecht en molen Kranenburg in het nabijgelegen Bunnik. Deze molens stonden namelijk in de buurtschap Kranenburg tussen Utrecht en Bunnik.
** Windrecht, Utrecht Stad (molen Kranenburg), Bunnik (molen Kranenburg)
# NMS, Ben Heinink te Denekamp (molen Borgelink)

Momberschap
Momber = voogd
** Voogdij

Mondigheid
In vroegere eeuwen zijn kinderen tot hun 25e jaar juridisch onmondig. Als een ouder sterft, dan wordt een kind onder toezicht gesteld van de locale Weeskamer. Daartoe houdt de Weeskamer een zgn inbrengregister bij.
# GA Amsterdam

Moordrecht
** CEH

Moppehoeve Zuytvenne (Alkemade)
** Maerten Mathijsz Cranenburg

Morgen:
Middeleeuwse landmaat: 1 morgen = circa 6 hont = 600 roeden = 0,9 Ha.
De morgen is een oude landmaat die aangeeft de omvang van het land die een boer met een span ossen in 1 morgen kan ploegen. Oorspronkelijk wordt de morgen daarom ook vaak een os genoemd.
# dbnl.org 4.12.09, DAB

Motte:
Een motte is het prototype van de latere kastelen. Ze dateren uit al uit 100nC eeuw en komen in heel NW Europa voor. Normaliter zijn ze van hout, waardoor later weinig resten te vinden zijn. Vaak zijn ze gebouwd op een heuvel, omringd door een veld (Engels: bailey), een wal, een ringgracht met een ophaalbrug en op een strategische plek. De bailey is vaak omringd door een palisade, een schutting van boomstammen. De palisade is zo hoog, dat er nog goed overheen gekeken kan worden vanuit de motte. Heuvel en wal worden normaliter aangelgd met de grond uit de ringgracht. De motte is bedoeld om de regio onder militaire controle te houden. Dwz: vijandige bewegingen tijdig signaleren en kleine aanvallen af te slaan. Op de bailey staan vaak huizen van personeel en stallen voor paarden en vee. De motte fungeert verder als toevluchtoord in onrustige tijden, als verblijf voor de kasteelheer en als statussymbool. Oorspronkelijk worden de mottes gebouwd van hout. In de 13e eeuw worden de mottes geleidelijk vervangen door bouwsels van steen. In Eijsden (Limburg) hebben archeologen in 2009 een kelder opgegraven onder een oude mottetoren.
** Kuinre, Burcht van Leiden, Kranenburg Zwolle, FW Kranenburg Zwolle, FW Cranenburg Bassecourt, Zaaltorens
# De Telegraaf 27.2.09, WKP 28.12.09, DAB

Mouring~

Mouring Woutersz van Cranenburch* (1494*-1554*):
Mogelijk een zoon van Wouter Jansz van Cranenburch te Warmond/Leiden.
In 1525 vermeld als Welgeborene op de lijst LWR.
# LWR

Mauringh Hendricksz Craenenburgh (1670-1670*)
Gereformeerd gedoopt in september 1670 te Hazerswoude. Zoon van Hendrick Pietersz Craenenburgh en Claertie Mouringhsdr Hooghwegh.
# MVS

Mouringh Hendricksz Craenenburgh (1673-1733*)
Gereformeerd gedoopt op zondag 27.8.1673 te Hazerswoude. Zoon van Hendrick Pietersz Craenenburgh en Claertie Mouringsdr Hooghwegh.
# MVS

MOZ
Mijn oog zal op u zijn.
Levensbeschrijving van A. van Kranenburg.
Geschreven door dochter Lena van Kranenburg.
Uitg. Stuut-Rijssen. 4e druk 1997.

Arie van Kranenburg (1871-1957) is ouderling van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam Centrum en West. Hij is geboren in Moordrecht. Het boekje (65 p) beschrijft de lotgevallen van de ouderling en zijn gezin. Hoe hij ondanks alle tegenslagen steeds weer zijn geloof en vertrouwen in God vindt. O.a. in de vreselijke jaren van de Tweede Wereldoorlog, toen Rotterdam zwaar gebombardeerd werd. In dit boekje worden verder met name genoemd: Lena (dochter), Jan (1896-1918), Arie (1902-54; diaken) en Wim (zoons) en Krijn van Kranenburg (broer van A.). Lena schreef het boekje na de dood van haar vader. Opmerkelijk zijn de vele precies benoemde details uit het verre verleden. De tekst is sterk religieus ingebed.

Lena van Kranenburg heeft het concept met de hand geschreven. In 1950 was het werk af. Haar neef Jan van Kranenburg te Haarlem typte het werk toen over. Pas in 1965 verscheen het boekje in de eerste druk. (JVK)
** Arie van Kranenburg (gb 1871 Moordrecht)

Mudde:
Oude landmaat. Ook mud, gemud, gemuth.
1 mudde = 0.5 Ha.
Bron OVK: Zo kende men bijvoorbeeld het Groninger, het Meppeler, het Steenwijker, het Kempense en Friese mud of mudde, dat uiteen kon lopen van 91 liter tot 120.4 liter. 'En dat zijn dan nog alleen graanmaten. Voor hop, rogge of natte waar zoals bier, wijn, olie, traan, melk en zelfs karnemelk had je aparte maten', doceert Holtman.
# OVK, DAB

Muntstelsel
** Valuta

Muziek & Zang
Jan Hendrik van Cranenburgh (1852-1914) - orgel-piano-viool - Honselersdijk
Jannetje Anthonia van Cranenburgh (Jansje) (1880-1958) - orgel-piano - Honselersdijk
Willem Eliza van Cranenburgh (1887-1924) - orgel - Honselersdijk
Kees Kranenburg (1902-1975) - drummer/Ramblers - DenHaag-Hilversum
Hendrik Cornelis Kranenburg (1917-1997) - piano - Laren/NH
Kees Kranenburg Jr ("2005+) - Nederland
Thets Kranenburg (gb 1950*) - zangeres (soul) - Utrecht
Arno Kranenborg (gb 1959) - slagwerk
Iris Kranenburg (gb 1983) - viool
Matto Kranenburg ("2006+) - band - DenHaag*
Ernie Cranenburgh ("2007+) - band - Australië
Jeroen Kranenburg ("2007+) - band - Nederland

MVB
Markeboek van de voogdij Beltrum 1685-1784.
Nelly Oostrik
Uitg. Stichting Stad en Heerlijkheid Borculo
Bronnenpublicatie nr 2
Borculo, april 1995

Met voogdij is bedoeld: een buurtschap binnen de heerlijkheid Borculo. Voogdijen zijn bestuurlijke eenheden die het bestuur van de heerlijkheid eenvoudiger moeten maken. De belangsijkste funcionaris in een voogdij is de voogd. Deze ressorteert onder de leenheer en heeft een administratieve taak. O.a. het opstellen van monsterrollen (lijst van weerbare mannen), aanwijzen en oproepen van ingezetenen (buren) voor het verrichten van diensten, deurwaarder, etc. De voogd wordt soms bijgestaan door een ondervoogd. Een voogdij is soms onderverdeeld in rotten (buurt, wijk of district) met aan het hoofd een rotmeester. Een rot omvat normalter een klein aantel erven.

In deze uitgave is de naam Cranenborg of Kranenborg vele malen vermeld. De oudste vermelding schrijft de naam als Craenenborch, wat een heel oude spelling is. Onder de naam Cranenborg komen personen, goederen en een boerderij voor. Boerderij, goederen en gronden zijn eigendom van personen met de naam Craenenborch/Cranenborg/Kranenborg. Boerderij en grondgebied komen voor op een kadastrale kaart anno 1882 in een gebied met de naam Kranenberg, gelegen tussen de Grolse Weg, Ringweg en Narkveldweg in Beltrum. Het gebied grenst aan Groenlo. Ruw geschat is het aaneengesloten grondbezit circa 35 Ha groot. Gezien de naam Narkveldweg, kan dit gebied Narkveld hebben geheten.
Anno 2005 is van de oude boerderij niets meer te bekennen. In plaats daarvan staan er in het Narkveld een aantal boerderijen van hooguit circa 75 jaar oud. De oude boerderij moet dus zijn afgebroken. De preciese locatie is nog niet achterhaald.
Het in vooralsnog onbekend wat er het eerst was: de familienaam of de veldnaam waar de boerderij stond. De kadastrale vermelding is het jongst, de familienaam Craenenborch het oudst. Bovendien heet het gebied mogelijk Narkveld. Het lijkt er dus eerder op dat er ooit personen met de naam Craenenborch in het Narkveld zijn komen wonen en hun hoeve hun eigen naam hebben gegeven. Dit is nagenoeg overaal normaal gebruik. Zeker sinds mensen een familienaam voeren. Later kreeg dan ook de grond eromheen de naam Cranenborg, die dan door de ambtenaren van het toenmalige Kadaster in 1882 is geactualiseerd tot Kranenberg.
** Beltrum

N::

Naamaanneming
Bij de invoering van de Naamwet in 1811 zijn lijsten opgemaakt met de titel Naamaanneming. Daarop zijn per gemeente alle volwassen ingezetenen vermeld met de door hen gekozen namen. Bij deze naamaanneming zullen ze wel een naam hebben opgegeven, die reeds heel lang als hun familienaam beschouwen. Familienamen bestaan immers zeker al sinds de 13e eeuw. Ze hebben echter al die eeuwen geen formele status. De Naamwet van 1811 maakt daar een eind aan.

Het begin van de naamaanneming is een interessant proces. Sommige mensen krijgen een naam toegekend door anderen. Later wordt de naam dan vaak door de persoon zelf als zodanig ook aangenomen. Andere namen hebben te maken met het beroep dat men uitoefent. Bijvoorbeeld Bakker, De Boer, Tuinman, Dokter, Apotheker, Schaapman, Meester, Schoemaker, etc. Andere namen hebben te maken met de locatie waar de naamaannemer woont. Bijveoorbeeld Van Amersfoort, Van Amstel, Van Raalte, Van Zandvoort, etc. Later verdwijnt vaak het voorzetsel Van.

Sommige namen hebben hun oorsprong in een specifiek pand. Bijvoorbeeld een boerderij, havezathe, kasteel, etc. In deze gevallen betekent het dat de naamaannemer of een voorvader aldaar heeft gewoond. Bijvoorbeeld Van Cranenburch~, Camphuis~, Nijhuis, Sonnevanck, Zandvliet, etc.
** Naamwet, Naamgebruik, Familienamen

Naamaanpassing
Vele familienamen zijn in de loop der tijd aangepast. In Amerika is dat bekend van personen met een Duitse familienaam. Schultz wordt Shultz, Liebermann wordt Lieberman, Nass wordt Nash, etc. In Nederland kennen we dat ook. Slesswich wordt Sleeswijk, Schröder wordt Schreuder, Von Amsberg wordt Van Amsberg, etc. Dit zijn allemaal aanpassingen van de spelling. In de afgelopen eeuwen zien we echter ook aanpassingen die veel meer ingrijpen. Bijvoorbeeld Van Beveren naar Van Leyden (idem Van Amstel), Van Leyden naar Van Wassenaar, Van Wassenaar naar Van Cranenburg (idem Van Groeneveld, Van Duivenvoorde, Van Rosenburg), Van Duivenvoorde naar Van Polanen, Van Cranenburg naar Van Cranendonk (idem Cranenbroek), Van Cranenbroek naar Van Cranenburg, Lubbe naar Van Cranenburch, etc. In al deze gevallen wordt de naam van de nieuwe woonlocatie overgenomen. Zulks kan vrij snel, maar ook pas op lange termijn gebeuren.

Naamgebruik
Tot de 17e eeuw is het gebruik van familienamen beperkt en wisselvallig. Meestal worden personen aangeduid met patroniemen. Jan Dirksz is zo een patroniem en betekent Jan, de zoon van Dirk. Vader Dirk heet dan bijvoorbeeld weer Dirk Jansz. En zo gaat dat eindeloos door.

Per regio zijn er duidelijke verschillen in het gebruik van familienamen. In Zuid-Holland worden al in de 14e eeuw op ruime schaal familienamen vermeld. In Groningen, Friesland en Drente komt dat pas sinds de 17e eeuw geleidelijk op gang.

Het vreemde bij dit alles is, dat er vaak alleen patroniemen worden vermeld, terwijl er al familienamen bestaan. Ook van die personen van wie slechts de patroniemen worden genoemd. Bijvoorbeeld in bron OV78/194:

6--12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdr van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburch (C, f 30 en D, f 3v)
25--7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdr met haar voogd Jan Claesz (D, f 3)
etc

Bij 25.7.1499 wordt de achternaam van Lijsbeth Engelbrechtsdr van Cranenburch niet genoemd. Het is hier wel duidelijk dat zij is bedoeld, maar alleen dankzij de vermelding van 6.12.1484. Alleen dankzij andere teksten weten we echter zeker dat Lijsbeth Engelbrachtsdr van Cranenburch wordt bedoeld. Door die teksten weten we dat zij is hertrouwd met Hubrecht van der Meer. Theoretisch had namelijk een andere Lijsbeth Engelbrechtsdr kunnen zijn bedoeld, die helemaal niet Van Cranenburch heet. Vaak ontbreekt helpende informatie echter helemaal, zodat we niet weten wat de familienaam is of zou kunnen zijn.

Regelematig komt het ook voor dat de ene generatie de familienaam gebruikt en een generatie verder alleen weer patroniemen. Het inconsekwent gebruik van de familienaam komt vaak omdat achternamen of familienamen als strikt persoonlijk worden beschouwd. Soms komt een persoon zelfs onder verschillende namen voor. Andere factoren zijn soms: gewoonte, laksheid of gebrek aan besef van het nut van de familienaam. Pas in de Bataafse Republiek komt daar verandering in. Sinds 1811 moet iedereen een familienaam voeren en worden de namen vastgelegd in de Burgerlijke Stand.

Een mooi voorbeeld van het gebrekkig gebruik van de familienaam is Jacob Derks Kranenborg te Faan (Gro), die de lijst voor de Naamaanneming van 1811 alleen tekent met Jacob Derks. Hij is kennelijk niet gewend zijn achternaam te gebruiken.
** NVC, Naamwet, Familienamen, HRAC, SPV, Johan van Haersolte tot Cranenburg, VCK, VNH
# PAMA, DAB

Naamgeschiedenis
Geschiedenis van de ontwikkeling van een naam, ib familienaam.
** NVC

Naamgeving
** Voornamen, Familienamen, Patroniemen

Naamkunde
** Familienamen, Locatienamen, Regionamen, LNK, etc

Naamomissies
- Tot circa 1500 ontbreekt vrij vaak de familienaam in teksten. Dat heeft o.a. te maken met het toen geldende gebruik van familienamen. Er is echter nog een andere reden waarom de familienaam met name in de periode 1400-1700 kan ontbreken in officiële teksten. Zowel de Hussieten als later de Doopsgezinden worden in hun tijd ernstig vervolgd door de Roomse Kerk en later de Gereformeerde Kerk. Uit veiligheid gaan deze groepen daarom uiterst voorzichtig om met het vermelden van hun familienaam. Dat maakt het voor de vervolgers moeilijk om hen te traceren.
- Er lijkt tot circa 1800 ook een gebrek aan naambewustzijn. Hoe verder terug in de tijd, hoe erger. Van de meeste personen worden alleen de patroniemen genoemd. Het Noorden van Nederland lijkt daarin de kroon te spannen. Zo zijn in het Verpondingsregister voor Scharmer en Harkstede in 1721 en 1786 o.a. Harke Jans en Hindrik Harkes genoemd zonder hun familienaam Kranenburg. (> VSH). Maar ook in de namenlijst 1721 van de NH Kerk aldaar ontbreken familienamen. Zulke omissies zijn heel lastig. Ze belemmeren vlot genealogisch speurwerk. In dergelijke situaties helpt alleen orderlijk en systematisch werken, eventueel met behulp van enig rekenkundig redeneren. (> C5 Opitek)
- Naamomissies zijn vaak lastig. Ze belemmeren vlot genealogisch speurwerk. In dergelijke situaties helpt alleen orderlijk en systematisch werken, eventueel met behulp van enig rekenkundig redeneren. Voor verder onderzoek zijn bij al deze naamomissies moderne hulpmiddelen nodig om met redelijke zekerheid te kunnen vaststellen of we met een Kranenburg~ te maken hebben of niet. Steeds moet in elke nieuwe situatie de juiste benadering gezocht worden, om tot een bevredigend resultaat te kunnen komen.
** NVC, VCK, Naamgebruik, Familienamen, VNH, Hussieten, Doopsgezinden, East of Eden,
Naamvermelding, C5 Optiek, WKB
# KBG, DAB

Naamtradities
Betreft het gebruik van voornamen en achternamen in al dan niet traditionele stijl bij de diverse geslachten. Zowel bij voornamen als bij achternamen.

- voornamen
Het komt vaak voor dat in een bepaald geslacht bepaalde voornamen generaties lang in gebruik zijn en van vader op zoon worden doorgegeven. Bij de Kranenburgs~ zijn dat o.a. Engelbert, Willem, Johan, Jan, Claas, Cornelis, Pieter, Gerrit, Hendrik en Ipe. Een andere vorm van naamtraditie is het gebruik van één of twee voornamen. In de 13e-14e eeuw voeren de meeste Kranenburgs~ slechts één voornaam. Namelijk bij de oudste Cranenburgs~ uit Bleiswijk en Eikenduinen. Maar ook later in Rotterdam e.o. (vb Henricus Cranenburch). Later komen meer patroniemen in gebruik. Sinds de 18e eeuw worden steeds vaker twee voornamen gebruikt, maar dan niet in de vorm van patroniemen. Voorbeeld: Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726): vader = Pieter (Claesz) Kranenburgh. M.a.w.: toen al zijn de ijzeren regels van de patroniemen doorbroken. Pieter moet immers volgens die regels in feite Pieter Pietersz heten.
** Patroniemen

- achternamen
Tot 1811 (invoering Naamwet) heerst veel chaos bij het gebruik van de familienaam. Cranenburch, Cranenburg, Cranenburgh, Kranenburgh, Kranenburg, Cranenborch, Cranenborgh, Cranenborg, Kranenborgh, Kranenborg, etc, etc. De variaties behelzen: C/K, a/ae/aa, bur/bor/ber/bar, ch/c/gh/g al dan niet voorafgegaan door Van. In totaal zijn 1260 variaties mogelijk. (> NVK) Sommige families houden lang vast aan een bepaalde naamvorm, andere varieren soms per generatie. Vaak heeft dat ook te maken met de ambtelijke instanties, die naar eigen dunk de naam registreren. Dankzij de Naamwet worden de familienamen in 1811 gestandaardiseerd.
** Naamvarianten, NVK, Naamwet

 
Naamvarianten
Betreft varianten op een naam. I.b. familienaam.
** NVK

Naamverandering
** Naamaanpassing

Naamvermelding
De vermelding van persoonsnamen in teksten gebeurt in de Middeleeuwen ogenschijnlijk nogal chaotisch. Toch zijn er enige kenmerken te constateren. Personen binnen de regio waarvoor de tekst geldt, lijken vaak met patroniemen te worden genoemd, maar ook met de eigen orginele naam plus een specificierende andere persoonsnaam. Bijvoorbeeld: Willem, Ermengaerde's man; Jan, Dirck Bruns sone; Godilt, Bertelmees Scrivers wedewe. Maar ook: Heyne, die coster; Enghelbrecht, die jagher; Bartelmeus, die sluter; Bertout, de brouwer. Hier worden dus persoonsnamen gekoppeld aan beroepen. Evengoed vinden we dan in dezelfde tekst: Heyne Coster, Bartelmeus Sluter of Bertout Brouwer. Ook worden personen gekoppeld aan hun woonplaats. Binnen de tekstregio: Clais van der Dune; Jan van den Veen. Clais woont dus in of bij de duinen binnen de regio van de tekst. Komt iemand van buiten de tekstregio dan wordt meestal 'van' toegevoegd. Zoals: Jan van Walcheren; Heyn van Braband. Jan Wasnaer komt weliswaar van Wassenaar dat buiten de tekstregio ligt, maar die locatie ligt nogal dichtbij dus lijkt 'van' daarom maar weggelaten te worden. Ook persoonskenmerken worden toegevoegd. Zoals bij Enghebrecht die Langhe; Jan Slaeplaken. Slechts weinigen krijgen een familienaam in de tekst. Willaem Troest, Willaen Vinke en Willaem Hoeft zijn uitzonderingen. Anderen krijgen hun familienaam niet mee, hoewel die wel bestaat. Zoals Kerstant en Hein van Kranenburg en Dirk van Cranenburg. De reden is niet bekend. Mogelijk zijn ze al zodanig geïntegreerd in Eikenduinen, dat hun herkomstnaam Van Kranenburg~ niet meer relevant is. Kerstant en zijn zoons Jan en Jacob krijgen wel de toevoeging 'van den Stiene', omdat ze in een hofstede (stene) wonen.
Al deze voorbeelden komen uit bron RHH (regio Zuid-Holland 1317-1334).

Een interessante vraag is in hoeverre de naamvermeldingen de gangbare namen en de feitelijke namen dekt. Deze groepen namen kunnen natuurlijk onderling enigermate verschillen. Niet iedereen noemt Hein van Kranenburg Heyn die coster of Heyn Coster. Voor intiemi zal hij gewoon Heyn heten. Voor mensen in de omgeving mogelijk Heyn bi den dune. Een enkeling noemt hem misschien Heyn Craen. De auteur van bron RHH heeft vrij zeker ook z'n eigen namenarsenaal opgebouwd. En voor de opstelling van bron RHH zal hij natuurlijk de namen zodanig vermelden dat hij en andere raadplegers weten wie er worden bedoeld. Latere lezers van bron RHH moeten de vermelde namen weer zien te interpreteren binnen hun eigen referentiekader. En hoe verder van de historische werkelijkheid, hoe moeilijker dat wordt. Per saldo blijft het derhalve altijd enigermate giswerk. Temeer nog omdat bij de naamvermelding ook fouten gemaakt kunnen worden. Onopzettelijk, maar soms ook opzettelijk.
** Naamomissies
# KGB, DAB

Naamwet
Wet die in 1811 is ingevoerd en het voeren van een familienaam (achternaam) wettelijk voorschrijft en regelt.
** Familienamen, Naamaanneming, Naamgebruik

NAB:
Nederlands Adelboek
Het zgn rode boekje.

NAD
Nationaal Archief in Den Haag

Namen
** Voornamen, Familienamen, Groepnamen, Naamgebruik, Naamwet

Nadine Cranenburgh (gb 19--)
Schrijfster. Woont in Australië.
Wint op haar 4e jaar de Penelope Competitie met een avonturenverhaal. Studeert Engineering, joint de Navy, vlucht, probeert diverse banen van Gippsland tot Nepal. Onlangs moeder geworden. Anno 2008 Publicity Officer van de Ballarat Writers.
# google 3.11.08 (Ballarat Writers)

Nanno~

Nanno Wybrandus Kranenborg (1750*-1810*)
Woont te Oude Pekela. Gehuwd met Teelke Pieters de Jonge. Dochter: Wemelijna Anna Kranenborg (ge 29.5.1785).
Nanno is getuige op het huwelijk van Hendrik Jans Smit en Remke Reins Brons op 27.8.1779 te Oude Pekela*

Nanno Kranenborg (1807-1867):
Zoon van Wybrandus Kranenborg en Grietje Harms Hut.
Geboren 4.3.1807 in Oude Pekela.
Nanno is kantoorbediende en later cargadoor te Amsterdam.
Huwt 1e 28.11.1828 in Amsterdam met Antonia Francia van Mourik, geboren 11.12.1811 in Brummen, dochter van Job van Maurik en Angenieta Johanna Aigoin. Antonia overlijdt te Amsterdam op 30.8.1830 in het kraambed, 10 dagen na de geboorte van een dochter.
Udh1: Anthonia Francina Kranenborg (gb 1830 Amsterdam).
Huwt 2e 18.1.1833 te Amsterdam met Elisabeth Goedkoop, geboren 27.3.1811 in Amsterdam, aldaar gedoopt 10.4.1811, dochter van Jan Goedkoop en Pietertje van Dijk.
Nanno overlijdt 30.6.1867 te Velp (gem Rheden). Elisabeth overlijdt 23.11.1891 in Amsterdam.
Udh2: geen kinderen bekend.
** Kranenburg Velp
# F.A. van Mourik (Pg Forum 8.11.04), Bert Kranenborg (Pg Forum 23.3.05)

Nanno Kranenborg Jesse (1861*-1933)
Zoon van Willem Jesse en Anthonia Francina Kranenborg.
Geboren 1861* in Giethoorn. Leraar in Alkmaar.
Huwt 5.4.1899 in Goes met Jacqueline Henriette van Noppen, geboren 1874* in Goed, dochter van Hendrik Jacobus van Noppen en Cornelia Johanna de Vroom. Jacqueline overlijdt na 10.5.1933.
# Bert Kranenborg (Pg Forum 23.3.05)

Nanno Kranenburg (1893-1938):
Zoon van Nicolaas Kranenburg en Klasina Luikinga.
Geboren 5.4.1893 te Groningen.
Huwt 20.7.1913 te Groningen met Jantje Kleersnijder, geboren 26.5.1895 te Groningen.
Overlijdt 16.6.1938. Begraven op Groningen Zuid.
Udh: Klasina (1914-15) en Nicolaas (1918-21). Beiden geboren en overleden te Groningen.
# GKH, graftombe.nl 8.4.07

Nanne Alexander van Cranenburgh (gb 1980):
Zoon van Harm Johan van Cranenburgh en Aurelia Anne Post.
Geboren 29.11.1980 te Gouda.
# VC300

Nederkwartier Utrecht
Zuid-westelijk deel van de provincie Utrecht, omvattend de stad Utrecht en de dorpen Blaauw Kapelle, Martensdijk, Toutenburg, Achtienhoven, Westbroek, Tienhoven, Zuilen, Maarsen, Breukelen, Vreeland, Nederhorst, Den Berg, Abcoude, Vinkeveen, Wilnis, Mijdrecht, Uithoorn, Thamen, Kudelstaart, Kokenge, Zegveld, Kamerik, Linschoten, Harmelen, Meern, Lopik, Kapelle, Langerak en Willege Langerak.
** Domproostgerecht Kranenburg
# WP, DAB

Nederlands-Indië
** Indonesië, Jan Johannes Kranenburg (gb 1891; Bandoeng), Johanna Helena Kranenburg (gb 1924 Semarang), Leendert Arie Dirk Kranenburg (gb 1916; Sumatra), Oost-Indië, VOC, SWO2, Van Cranenburgh Palembang, Politionele Acties, Roermond, Pg Timetable (locaties)

Nederlandse taal:
** Oud Nederlands

Nedersticht Utrecht
** Nederkwartier Utrecht

Nelly~
() Nelly, Neeltje~, etc

Neel Jorisz van Cranenborch* (1493*-1553*)
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Pouwelsdr.
In 1528 vermeld als Welgeborene in Rijnland.
# LWR

Neeltje Dirks Cranenburgh (1598*-1655*)
Dochter van Dirck Crijnen Cranenburgh en Liesje Adriaanse Boender. Geboren te Bonaventura*/Strijen (ZH). Huwt 1620* met Govert Ariens Gortdijk, geboren 1595* te Bonaventura*/Strijen.
Udh: 8 kinderen w.o. Maaike Govertsdr (gb Strijen 1625*) en Magdaleentje Govertsdr Gortdijk.

Neeltgen Corsdr Craenenburgh (1615*-1675*):
Dochter van Cors Pietersz Craenenburgh en Trijntgen Dircxdr.
Geboren in Hazerswoude.
Huwt 1e 1638 Gereformeerd te Hazerswoude met Jan Jacobsz van der Does (otr zondag 31.1.1638).
Huwt 2e in 1646* met Cornelis Claesz Soontgen.
# MVS, ORA Hazerswoude (26 fol 202/120 dd 3.1.1647)

Neeltje Claesdr Cranenburgh (1630*-1690*):
Dochter van Claes Dircksz van Cranenburch (gb 1594) en Pietertje Ottendr te Hazerswoude. Gb te Hazerswoude.
Relatie met Pieter Leendertsz van der Codde. Hieruit 9 kinderen.
# M. Kranenburg, KBG

Neeltje Dammasdr Cranenburgh (1635*-1695*):
Dochter van Dammus Cornelisz van Kranenburg en NN te Warmond.
Woont in Warmond*. Ghm Gerrit Pietersz van den Bos (ovl vóór 1688).
Vermeld in 1688 bij de executie van het testament van haar moeder.
Alias: Neeltje Dammisz van Kranenburgh, Neeltje Dammis van Kranenburg.
Udh: Marijtje (gd NH 10.7.1672 Warmond), Jan (gd NH 2.5.1674 Warmond).
# DTB Warmond, DAB

Neeltgen Pietersdr Craenenburgh (1648*-1708*)
Dochter van Pieter Corsz Craenenburgh en Trijntgen Dircxdr te Hazerswoude.
Ghm Cornelis Cornelisz Bon.
# MVS, ORA Hazerswoude (35 dd 29.5.1679

Neeltgen Tewis Craenenburgh (1651*-1711):
Dochter van Tewis (Mathijs) Xzn Craenenburgh en NN te Woubrugge.
Begraven 22.7.1711 te Woubrugge.
Neeltgen was ongehuwd.
# GHA 16.3.09 (Impost Begraven Woubrugge ivn 3 p 20v)

Neeltje Claasse Cranenburg (1656*-1716*):
Dochter van Claas Xzn (Maartensz*) Cranenburg en NN.
Woont in Gouderak. Ghm Claas Willems van Leeuwen.
Udh: Klaasjes (gd 14.8.1712 Gouderak).
# margaret.demon.nl 29.4.08

Neeltje Gerritsdr Cranenburg (1656*-1716*):
Dochter van Gerrit Xzn Cranenburg en NN te Warmond*.
Genoemd 24.4.1695 als gedtuige bij de doop NH in Warmond van Klaasje Cornelisdr, dochter van Cornelis Gerritsz Cranenburg en Maria Frans Zenly.
# DTB Warmond

Neeltje Aris Cranenborg (1677-1759):
Dochter van Aris Leendertsz Cranenborg en NN in Moordrecht.
Gedoopt 3.1.1677 te Moordrecht.
Huwt 10.1.1700 (otr 18.12.1699) te Moordrecht met Claes Jacobsz van Leeuwen, aldaar gedoopt 12.9.1677.
Claes overlijdt in Moordrecht en is aldaar begraven op 16.5.1740.
Neeltje overlijdt in Moordrecht en is aldaar begraven op 2.6.1759.
Alias: Neeltje/Niesje Aris Kraan
Udh: Gijsbert Claaszen van Leeuwen (gd 10.1.1714 Moordrecht).
** Arie Xzn Cranenborg (gb 1642), Craen~
# meertens.knaw.nl 26.7.08, DAB

Neeltje Ariens Kranenburg (1688*-1748*):
Dochter van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon.
Op 15.10.1719 in Pernis getuige bij de doop GF van Leigje Kranenburg, dochter van Cleis Ariense Kranenburg en Jaapje Pieters Sloof.
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/005)

Neeltge Dirksdr Kranenburg (1694-1733):
Gedoopt 14.2.1694 te Numansdorp. Dochter van Dirck Meeuwisz Craeneburgh en Geertruydt Jacobsdr Esseboom. Huwt 1727 te Numansdorp met Jacobus Ariensz de Koome (de Come), geboren 1706 in Mijnsheerenland, zoon van Arie Leendertsz de Koome (schepen, diaken, ouderling, armenmeester te Mijnsheerenland, heemraad Oude Land Moerkerken) en Pleuntje Pieterdr Ketelaer. Jacobus is lidmaat te Mijnsheereland 1717. In Numansdorp is hij bouwman aan de Middelsluisdijk, schepen (1733-1735) en dijkgraaf (1734-1736). Hij overlijdt in 1768*.
Udh:?
# KJS (OVG dec 2004)

Neeltje Xdr Kranenburgh (1700*-1761):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1667) en NN te Hazerswoude.
Begraven pro deo 19.10.1761 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09

Neeltje Maartens Kranenburg (1709-1769*):
Dochter van Maarten Claesz Kranenburg en Erekje Abrahams Bijlevelt.
Geboren 3.2.1709 te Moordrecht.
# CEH, DAB

Neeltje Cornelisdr Kranenburg (1717*-1777):
Dochter van Cornelis Xzn Kranenburg (gb 1688) en Lijsbet Jans van Boutten in Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm Xx Bromer.
Begraven 24.5.1777 in Woubrugge.
Udh: Cornelis Bromer.
# GHA 21.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Neeltje Xdr Kranenburg (1720-1780*):
Dochter van Marritje Jacobsdr Kranenburg (gb 1691) en NN te Nieuwkoop.
NN =* Xx Kranenburg (gb 1686 Nieuwkoop).
Gedoopt Remonstrant 28.7.1720 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Neeltje Willemse Kranenburg (1724*-1784*):
Dochter van Willem Mattheusz Kranenburgh (gb 1691) en NN in Oudshoorn/ZH.
Woont in Gnephoek bij Oudshoorn. Ghm Jacob Janse de Graaff (ovl 1752*).
Genoemd 1.5.1753 als weduwe van Jacob Janse de Graaff samen ivm:
- verkoop van 2 morgen 44 roeden veenland met een schuur in de Kalkovense Polder (Oudshoorn) twv 525 gulden. (SRM ivn 20 p 256)
- verkoop van 5 morgen 2 hont veenland met schuur, 2 morgen 403 roeden water, turfschuren, etc twv 3400 gulden. (SRM ivn 20 p 257)
- verkoop van 1 morgen 245 roeden veenland en water in de Kalkovense Polder twv 2300 gulden. (SRM ivn 20 p 259)
- verkoop van de helft van twee huizen met erf en turfschuur in de Gnephoek te verongelden voor twee huizen en 66 roeden, strekkend uit de Heimanswetering tot de kade van de Vrouwgeest Polder, belend noord Woubrugge en zuid Dirk de Graaff. Koopsom 355 gulden. Haar zuster Aaltje Willemse Kranenburg samen met Pieter Pieterse Kuiper de andere helft van de huizen. (SRM ivn 20 p 262)
# GHA 21.1.09

Neeltje Maartensdr Cranenburg (1725-1785*)
Geboren 1725 in Zoetermeer. Dochter van Maarten Willemsz Cranenburg en Cornelia Cornelisse Overgaauw.
# JKE

Neeltje Gijsbertse Kranenburg (1746*-1806*)
Vrijwel zeker een dochter van Gijsbert Ariensz Kranenburg en Pietertje Paulusdr Tolhooft te Rhoon.
Is 25.12.1784 in Charlois getuige bij de doop GF van Gijsbert van der Wel, zoon van Gerrit van der Wel en Maaike Gijsbertsdr Kranenburg.
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/027)

Neeltje Kranenburg (1753-1813*):
Dochter van Klaas Teunisz Kranenburg en Marretje Dirksdr van der Neut.
Gedoopt 11.3.1753 te Nieuwkoop.
# DAK, SRM

Neeltje Xdr Kranenburg (1753*-1768):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1718) en NN in Woubrugge.
Woont in het Weeshuis te Woubrugge.
Begraven 19.8.1768 in Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Neeltje Kranenburg (1758-1818*):
Dochter van Gijsbert Kranenburg en Pietertje Talhof.
Gedoopt in 1758 te Rhoon.
# KWS Verhoeven 23.5.07

Neeltje Jansdr Kranenburg (1777-1837*)
Dochter van Jan Adriaans Kranenburg en Maaike Bastiaans Fonckert.
Geboren 2.9.1777 in Strijen. Aldaar gedoopt 7.7.1777.
# VDH 25.5.2005

Neeltje Kranenburg (1784-1844*):
Dochter van Teunis Klaasz Kranenburg en Marietje Pieters van Leeuwen.
Gedoopt 25.4.1784 te Nieuwkoop.
# DAK, SRM, DAB

Neeltje van Kranenburg (1790-1850*)
Dochter van Jan van Kranenburg en Cornelia Ketel in Moordrecht.
Gedoopt NH 7.11.1790 in Moordrecht.
# FDK

Nela Johanna Kranenburg (1806-1866*)
Dochter van Willem Kranenburg en Jacoba Grims.
Geboren 15.11.1806 en gedoopt GF 23.11.1806 in Delfshaven.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Neeltje van Kranenburg (1841-1903):
Dochter van Jacob van Kranenburg en Alida van der Helm.
Geboren 16.6.1841 in Moordrecht. Overleden 28.1.1903 in Oegstgeest.
# FDK

Nelly Lidia van Kranenburg (gb 1947*):
Dochter van Johannes van Kranenburg en Fijgje Pieternella van der Linden.
Geboren in Gouda. Huwt in Rotterdam met Willem Cornelis Heuving, geboren in Rotterdam, zoon van Pieter Heuving en Martijntje Jacoba van der Sijden.
# FDK

Neeltje Adriana van Cranenburgh (gb 1957):
Dochter van Hendrik Arie van Cranenburgh en Johanna de Buck.
Geboren 2.2.1957 in Veere. Werk ambulant in de horeca en is actief lid in de Fanfare 'Veere's Genoegen'.
Huwt 7.12.1979 in Veere met Jan van den Driest, geboren 27.9.1949 in Middelburg, zoon van Abraham Christoffel Hendrik van den Driest en Ulrica Maria Pattenier. Jan is motor- en rijwielhandelaar. Zijn hobby is sport.
Woont in Veere, Sandenburghlaan 67 (1988).
Udh: Hendrik Christoffel (gb 3.9.1981 Middelburg) en Frederik Jan (gb 3.9.1983 Middelburg).
# VC300

NG:
Nederlands Gereformeerd

NH
Nederlands Hervormd
& Dutch Reformed

Nicolaas~
** Claas~

Nicole Desiré van Cranenburgh (gb 1969):
Dochter van Johan Hendrik van Cranenburgh en NN.
Geboren 27.8.1969 in Vlaardingen.
# VC300

Niekerk
Aldaar begraven G. Kranenburg. Verdere data onbekend.
** G. Kranenburg, Geesien Kranenburg (gb 1855)
# graftombe.nl 8.4.07

Nieuwkoop
Gemeente in de provincie Zuid-Holland met in 2003 circa 9500 inwoners. Nieuwkoop is een oud afgegraven veengebied, waar de Nieuwkoopse Plassen een overblijfsel van zijn. Aanvankelijk is het een Hollandse ambachtsheerlijkheid in Rijnland. Op 21 januari 1396 wordt Nieuwkoop tot een hoge heerlijkheid verheven, wat inhoud dat het een eigen criminele rechtspraak krijgt. De oudst bekende leenacte dateert van 1408, waarbij Gijsbrecht Spronk van den Werve met Nieuwkoop wordt beleend. Hij erft dit bezit dan van zijn moeder Alijd van Cranenburg.
Nieuwkoop is een gebied met een relatief zeer hoge concentratie van personen met de naam Kranenburg. Het heet dat je in Nieuwkoop een Lelieveld of een Kranenburg bent. Op oude lijsten uit de 19e eeuw komt de naam Kranenburg inderdaad zeer frekwent voor. Vooral in de smederij sector. Opmerkelijk is dat de voornamen Teunis, Dirk en Jacob zeer frekwent voorkomen. Is er misschien een link met Kranenburg IJsselmonde? Daar komen deze namen ook aardig frekwent voor. In 1763 woont er een Claas Cranenburgh in Nieuwkoop.
** Alijd Jansdr van Cranenburg, Kranenburg Nieuwkoop, SLN
&& Nieuwkoop
# GIN, GNS, BNK

Nieuwolda
Dorp in Scheemda (Gro). Oorspronkelijk: Midwolderhamrik (buitengebied van Midwolda), Golden Hamrik (wegens de bloeiende koolzaadvelden en/of de rijkdom van de bewoners). Sinds de 17e eeuw aanleggebied voor vele schippers. O.a. Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565; schipper) lijkt daar enige jaren gewoond te hebben.
# GNE, KBG

Nieuwveen
** Haagambacht

Noord-Brabant
Veel info over Kranenburgs in Noord-Brabant is te vinden op brabantarchieven.nl
** Van Cranenburgh Brabant

Noord-Holland
Geografie > Engelbert van Voorschoten

Noordbroek:
Dorp in Fivelingo, Groningen.
** Anthony Jans Cranenburg

Noorddijk:
Dorp NO van stad Groningen. Sinds 1969 ressorterend in de wijk Leweborg van stad Groningen. Aldaar wonen sinds de 17e eeuw vele Kranenburgs, oorspronkelijk afkomstig uit stad Groningen en later ook uit Scharmer. Noorddijk omvat tot 1969 de plaatsen Noorddijk, Ruischerbrug (zetel), Norderhoogebrug, Paddepoel (deel), Harssens (deel), Middelbert, Engelbert, Selwerd, Roodehaan, Oude Roodehaan, Euvelgunne en Oosterhoogebrug. Noorddijk ontstaat in de Vroege Middeleeuwen door ontginning van het oostelijk veengebied vanaf de Hunze. Anno 2009 staan er nog enige boerderijen. De Stefanus Kerk (NH) van Noorddijk dateert van 1250. De toren van 1648. In dat jaar is boven de voordeur een prachtige gevelsteen aangebracht met vier familiewapens. O.a. van Jan Roelofs Kranenburg (gb 1595), die toen kerkvoogd was. Daarnaast was hij adsessor van het Gerecht Selwerd, dat een groot rechtsgebied omvat in het oostelijk deel van de provincie Groningen.
** Jan Roelofs Kranenburg (gb 1595), Stechman, Selwerd
# FRI, GNE, KBG

Nora Anthonia van Craanenburgh (gb 1931)
Oorspronkelijk Nora Anthonia Jansen. Bij KB van 27.12.1972 de familienaam Van Craanenburgh verkregen. (> Martje Pera gb 1901) Dochter van Johan Victor Jansen en Martje Pera.
Geboren 25.5.1931 in Rotterdam. Opleiding: MMS, hoofdacte Kweekschool (onderwijzeres). Werkt als onderwijzeres bij het BLO.
# VC300

NVC
Naamgeschiedenis Van Cranenburg > Kranenburg.

- Herkomst
De oudste vermeldingen van de familienaam Kranenburg~ dateren van:
• .......1303 Everardus van Cranenburgh, Bleiswijk/Utrecht
• 29.4.1324 Jan Engelbrechtsz van Cranenburch, Eikenduinen (> ... van Cranenburg)
• 28.9.1324 Kerstant van Kranenburg, Haagambacht
• .......1330 Willem van Cranenburg, Eikenduinen
• .......1333 Hein van Kranenburg, Eikenduinen/Brakel
• .......1334 Theodorus van Cranenburgh, Nijbroek
• 24.3.1357 Dieric van Cranenburch, Delft
• .......1362 Jan van Cranenborch, alias Jan Engelbrechtsz van Cranenburch
• 1.10.1372 Enghelbrecht van Cranenburch, Borgerdijk (> Engelbert II van Cranenburg)
• .......1373 Eggebrecht Jansz van Cranenburch, Den Haag (> ... van Cranenburg)
• .......1380 Jan van Cranenborch (> Armorial de Gelre)
• .......1380 S. van Cranenburch (> Armorial de Gelre)
• .......1382 Alijd Jansdr van Cranenburg, Sluipwijk
• .......1390 Egbrecht van Cranenburg, Borgerdijk (> Engelbert II van Cranenburg)

Gezien de regio/tijd optiek lijkt het welhaast onbetwijfelbaar dat Jan Engelbrechtsz, Kerstant, Willem en Hein iets te maken hebben met kasteel Cranenburg te Bleiswijk en met Bartholomeus II van Wassenaar. Kasteel Cranenburg te Eikenduinen wordt pas in 1330 gesticht door Willem van Cranenburg. Vóór dat jaar is in Zuid-Holland alleen kasteel Cranenburg te Bleiswijk te vinden, waaraan Jan, Kerstant, Willem en Hein hun achternaam kunnen ontlenen. Gezien hun achternaam en omdat ze kennelijk redelijk vermogend schijnen, lijkt het voor de hand te liggen dat ze inderdaad iets te maken hebben met kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Volgens het principe Van Naam en Heerlijkheid (> VNH), kan het in deze optiek zelfs haast niet anders. Immers, dat principe stelt dat het voeren van de naam van een heerlijkheid alleen is voorbehouden aan de Heer van de Heerlijkheid. In de praktijk gebruiken diens nazaten de naam meestal als hun eigen achternaam. M.a.w., de vader van Kerstant en Hein van Kranenburg moet dus wel Heer zijn van Cranenburg te Bleiswijk. Dit sluit aan bij wat diverse bronnen schrijven. Namelijk dat Bartholomeus II van Wassenaar ergens rond 1276 kasteel Cranenburg te Bleiswijk in leen krijgt door overdracht van zijn vader Dirc I van Wassenaar. Bron BNL betwijfelt dit omdat de leen volgens auteur Beelaerts niet te vinden is in de Leenregisters van Wassenaar. Hij vergeet daarbij dat het Archief Van Wassenaar pas rond 1280 ontstaat en de eerste decennia nogal gebrekkig is en hiaten vertoont. (> AVW) Andere bronnen noemen Bartholomeus II echter altijd Heer van Cranenburg te Bleiswijk. Soms ook wordt hij gewoon Bartholomeus van Cranenburg genoemd. Mogelijk is deze kennis afkomstig uit oude kronieken en andere overleveringen. Ook is nog mogelijk dat kasteel Cranenburg in die tijd een grafelijk leen is. De grafelijke leenregisters beginnen pas aan het einde van de 13e eeuw en pas in 1317 worden daarin namen genoemd. (> RHH) De kans is per saldo daarom zeer reëel dat Bartholomeus II van Wassenaar inderdaad Heer van Cranenburg te Bleiswijk was en dat Kerstant en Hein van Kranenburg zoons zijn van hem. Voor Engelbert I van Cranenburg geldt in feite hetzelfde. Bij hem geldt bovendien dat zijn nazaten inderdaad ook in bezit komen van kasteel Cranenburg te Bleiswijk door leenoverdracht. Dat gaat in principe hoofdzakelijk binnen eigen familiaire kring. Als leidraad geldt dan dat de leen overgaat volgens het principe altijd naar de oudste van de oudste tak en man voor vrouw. (> Leenoverdracht) Daardoor kunnen we nagenoeg zeker zijn van het feit dat Engelbert I van Cranenburg en zijn nazaten afstammen van Bartholomeus II van Wassenaar, Heer van Cranenburg te Bleiswijk.
** Bartholomeus van Wassenaar, VNH, Leenoverdracht, OV78/194

- 1300-1500
De nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar noemen zich Van Cranenburg~. De oudst bekende zijn Kerstant (gb 1257) en Hein (gb 1260) van Kranenburg te Eikenduinen. Van Engelbert I (gb 1255) is vooralsnog geen eigentijdse tekst gevonden waar hij de naam Van Cranenburg~ heeft. Wel van zijn zoons Willem van Cranenburg (gb 1305) en Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1295). Sinds Jan Engelbrechtsz wordt de naam Van Cranenburg~ redelijk konsekwent gevoerd. Hoofdzakelijk als het gaat om Van Cranenburgs~ die Cranenburg Bleiswijk en/of Cranenburg Eikenduinen in leen hebben. De andere Van Cranenburgs~ worden echter helaas zelden genoemd met hun achternaam. Deze gebrekkige vermelding van de naam Van Cranenburg~ is echter voor die tijd vrij normaal. Ook andere oude geslachten kampen met dit probleem. Dat lijkt veel te maken hebben met het principe van Naam en Heerlijkheid (> VNH). Dat houdt in dat in principe alleen de Heer van een Heerlijkheid het recht heeft de naam van de Heerlijkheid te voeren. In de praktijk gaan echter ook diens nazaten veelal die naam voeren. Zo ook bij de Cranenburgs~, die hun naam ontlenen aan kasteel Cranenburg te Bleiswijk, waar stamvader Bartholomeus II van Wassenaar heer van sinds 1276. De officiële instanties storen zich daar echter meestal niet aan. De nazaten zijn echter vaak vasthoudend en houden hun familienaam vaak in ere. Geleidelijk aan nemen de administraties deze gewoonte over en vermelden ze steeds vaker de ook de oorspronkelijke familienaam. Zo gebeurt het dat sinds de 15e eeuw de naam Van Cranenburg~ steeds vaker vermeld wordt in diverse bronnen.

- 1500-1811
Sinds het begin van de 16e eeuw wordt de naam Van Cranenburg~ steeds vaker vermeld. Er zijn echter regionale verschillen. Zuid-Holland, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Limburg zijn zeer konsekwent in de vermelding. In Groningen is het tot circa 1700 nagenoeg dood tij. De eerste Cranenburgh arriveert daar rond 1560. (> Claes Thijsz Cranenburgh) Maar pas sinds de 18e eeuw wordt de naam steeds vaker genoemd. E.e.a. heeft vrij zeker te maken met de algemene Groningse achterstand mbt vermelding van familienamen. Maar ook met Doopsgezinde tradities. De Kranenburgs~ in de provincie Groningen horen vrij zeker tot de Doopsgezinde Kerk. Aangezien de Doopsgezinden nogal sterk vervolgd worden in die eeuwen, zijn ze uiteraard nogal voorzichtig met vastleggen van informatie. Een andere reden is dat Doopsgezinde archieven vaak worden vernietigd om vervolging te bemoeilijken. Maar ook worden de archieven vaak meegenomen met de migratie naar veilige oorden. Zodoende is het van Doopsgezinden vaak heel moeilijk om hun genealogische achtergronden te achterhalen. (> Doopsgezinden)

- 1811-heden
In 1811 komt de Naamwet tot stand. Iedere burger is verplicht een achternaam te voeren. De Burgerlijke Stand wordt opgericht en de namen van alle burgers worden daarin opgeslagen. Inclusief de persoonsgegevens. Vanaf dat jaar worden de achtername steevast vermeld.

- Naamvarianten
De oudste naamvariant is Van Cranenburg. Daarna zien we steeds vaker de varianten Van Cranenburch, Van Kranenburg, Van Cranenburgh en Van Cranenborch. Circa 1450 komt de naam ook steeds vaker zonder Van voor. Geleidelijk komt Van zelfs steeds minder voor. Sinds de 19e eeuw overheerst de variant Kranenburg. Daarnaast komen echter ook nog voor Kranenborg, Cranenburgh, Cranenburg en Kranenberg. Zowel in Nederland als in de Angel-Saxische landen Engeland, USA, Canada en Australië.
** NVK, Naamgebruik, Naamvermelding, Familienamen, Naamwet, VCK

NVK:
Naamvarianten Kranenburg~. Ofwel het aantal variante schrijfwijzen van de naam Kranenburg~. Beperken we ons tot het historisch Nederlands taalgebied, dan laat zich het aantal varianten als volgt berekenen:

-, de, op, op de, te, ten, van (7); c, k (2); r (1); a, aa, ae (3); n (1); e (1); -, n (2); b (1); a, e, o, ou, u (5); r (1); ch, g, gh (3)

- = blanco
Totaal aantal varianten op de naam Kranenburg~ (NVK) is dus:
7 x 2 x 1 x 3 x 1 x 1 x 2 x 1 x 5 x 1 x 3 = 1260 ! Een zeer groot aantal dus.
Vele varianten komen nauwelijks of nauwelijks nog voor. De meest voorkomende vormen zijn anno 2008: Kranenburg, Kranenborg, Cranenburg en Cranenburgh. Sommige families gebruiken hierbij nog het voorvoegsel Van, zoals oorspronkelijk algemeen gebruikelijk was.

NWL
Acte 4.12.1584 notaris Van der Wuert te Leiden.
Getuigenverklaring van Mees Claesz en Zacharias Claesz Cranenburgh ten huize van Jan Jacobs Strijckebaert in de Vrouwe Van te Warmond. Mees tekent met zijn 'merck', terwijl Sacharias tekent met zijn naam. Mees is de schrijfkunst kennelijk nog niet machtig.
# TVP

Nijkerk:
Op het Brucknerlaantje in Nijkerk woont eind 20e eeuw een familie Kranenburg. Waar zijn ze gebleven? (Marian Tiemessen; mariantt@live.nl; 18.4.09)

O::

OA
Oud Archief

obv
= oudst bekende vermelding

Odin (1430*-1270* vC)
Oppergod van de Noord Germanen, identiek aan Wodan van de West Germanen. Volgens de Skjöldunga saga komt hij uit Azië en verovert Noord Europa. Hij geeft Zweden aan zijn zoon Yngvi (ca. 700-640 vC) en Denemarken aan zijn zoon Skjöldr. Uit Skjöldr is het Deens koningshuis Skjöld voortgekomen, waarvan nazaten zich ook
hebben gevestigd in Zuid Zweden. Bij nadere studie blijkt Yngvi echter koning van Denemarken. Tijdens een reis van Yngvi naar Zuid Denemarken doet Skjöld een greep naar de macht en roept zichzelf uit tot koning van Denemarken. Yngvi besluit daarop in Zuid Denemarken te blijven. Zijn vrouw en kinderen komen hem nareizen. Het gebied waar Yngvi nu woont wordt later Angeln genoemd, het land der Angelen, de nazaten van Yngvi (> Yngvi, Angeln)

De Skjöldunga saga lijkt een historische kern van waarheid te bezitten. In de 15e eeuw vestigt zich namelijk een Zweedse familie in Lemgo (Duitsland) die hun naam verduitsen en zich Schild gaan noemen. Schild betekent hetzeflde als Skjöld, het Zweedse woord voor schild. Volgens overlevering zouden zij in Zuid Zweden de naam Skjöld hebben gevoerd en een aanzienlijk geslacht zijn geweest. Zij vluchten om religieuse redenen van het toen nog Katholieke Zweden naar Noord Duitsland, waar het Protestantisme sterk opkomt. Opmerkelijk is dat het geslacht Schild een oud familiewapen voert waarop het Alziend Oog in een driehoek is afgebeeld. Dit alziend oog komt overeen met een belangrijk kenmerk van Odin, zoals verderop is beschreven.

Odin is mogelijk ooit een volksheld geweest, die gelegendariseerd en gemytologiseerd is. Als Yngvi en Skjöld zoons van Odin worden genoemd, betekent dat in mythetaal waarschijnlijk dat ze (verre) nazaten van hem zijn. Yngvi en Skjöld moeten naar schatting ergens in 700-600 vC hebben geleefd. (> Yngvi) Odin kan heel lang daarvoor hebben geleefd. Een preciese schatting wanneer is vooralsnog niet mogelijk. In Zweden is echter een steen uit de Bronstijd (2000-800 vC) ontdekt waarop twee boten, mannen en een grote ring zijn uitgebeiteld. De ring is een symbool van Odin. Dit symbool komt mogelijk uit Egypte (3000-332 vC). Zoals de letter O in het Latijnse schrift afstamt van de Egyptische hiëroglyf O. Deze Egyptische O staat voor het Alziend Oog, dat waakzaamheid en macht betekent. Maar ook is de O identiek aan de zonnering van Ra, de oppergod van Egypte. Al deze kwaliteiten vinden we terug bij Odin.

De naam Odin wordt geassocieerd met woede, razernij en extase. Odins attributen zijn o.a. de speer Gungir, de wolven Geri en Freki, het achtvoetige paard Sleipnir en de raven Hugin en Munin, die op zijn schouders zitten en hem influisteren wat ze hebben gehoord en gezien. Odin woont in Asgard, waar hij vanuit Hlidskjalf alles op de wereld kan zien. Zijn gemalin is Frigg.

Odin is de god van oorlog en dood. De helft van zijn slachtoffers van het slagveld horen hem toe. Hij neemt ze mee naar het Walhalla om hem te helpen in de strijd tegen de demonen bij de ondergang van de wereld.

Odin is ook de god van de wijsheid en de poëzie. Wijsheid heeft hij gekregen van de reus Mimir (de hoeder van de Wijsheid) in ruil voor een oog. De Poëzie krijgt hij door te drinken van de dichtdrank Mede uit de vaten van de reus Suttung. Kennis van de magie en runen krijgt hij door negen dagen en nachten aan een boom te hangen, doorboord door zijn eigen speer. Vandaar zijn naam Hangagud. Odin heeft vele bijnamen. De bekendste is Snorri.
** Yngvi, Ingwaz, Tijdperken
# WP, MVW (p 163), NGTV (mei 2007), EWB, RGT, GKS, DAB

Offa van Angeln (380*-440*)
Zoon van koning Wermund van Angeln.
Koning van Ageln.
Zoon: Angeltheow (gb 400).
** PgAng
# WKP, DAB

 
Offa van Mercia (736*-796):

Zoon van Thingfrith, zoon van Eanulf van Mercia. Mogelijk geboren in Bredon, 18 Km ZO van Worcester.
Koning van Mercia in 757-796.
Gekozen tot koning na de dood van koning Aethelbald in 755.
Zijn belangrijkste residentie is Tamworth in Staffordshire.
Links een munt uit circa 760 met de beeltenis van koning Offa.
Bron BHO schrijft:
According to Worcester tradition, between 715 and 717, (fn 13) Ethelbald, King of Mercia, gave land at BREDON to his kinsman Eanulf to found a monastry there. (fn 14) Offa grandson of Eanulf endowed the monastery with lands in Worcestershire in 780. In 781, 12 manses at Bredon were confirmed by Offa to the see of Worcester in settlement of a dispute which had arisen between him and the bishop. (fn 16)

Offa verovert het gebied van de Humber (Yorkshire) tot aan Het Kanaal. Hij is daardoor de belangrijkste grondlegger van de unificatie van Engeland vóór koning Alfred de Grote van Wessex. (> Gewisse)
Consolideert zijn macht door uithuwelijking van dochters van hem aan de koningen van Wessex en Northumbria.
Is de eerste Bretwalda. Dwz: eerste koning van alle Engelsen in Groot-Brittannië.
Heeft moeizame betrekkingen met het Frankische Rijk onder Karel de Grote.
Heeft een goede relatie met paus Adrianus I, die hij in 792 in Rome bezoekt.
Bouwt Offa's Dyke als bescherming tegen aanvallen vanuit Wales. De dijk is ruim 238 Km (149 miles) lang en rijkt from sea to sea. Resten van deze wal zijn nog aanwezig.
Voert een zilveren munt in ter waarde van een penny. (zie afbeelding hierboven)
Zoons: Everth (gst 796), Conwulf en Ecfrith.
** Mercia, Royal Succession, Conwulf van Mercia
# WP, BHO 9.10.2006, DAB

Ogier Heer Gillesz van Voorschoten (1247*-1308)
Ghm NN van Sassenheim (1262*-1322*).
Is heer van Sluipwijk (..-1281).
** Sluipwijk, Engelbert van Voorschoten
# OVG 1990

Oir
Volgens bron WMN: erfgenaam, opvolger, afstammeling. Ook oer.
Volgens bron MNW alleen: erfgenaam; afgeleid van het Latijn heres.
Vlaams: hoir.
# WMN, MNW

Oisterwijk
Gemeente oostelijk van Tilburg.
Vermeld in de Oisterwijkse Protocollen:
1531 lant den Cranenborch
1556 lant den Cranenberch in die Hasselt
1562 lant den Cranenberch
** Kranesites, Tilburg, Kranenberg Tilburg, Cranenborch Tilburg
# RHC Tilburg (ws 22.12.2003)

OK
Oud-Katholiek

OKS
De Oude Kerk te Scheveningen
Haar grafschriften en andere monumenten
Bewerkt door G. 't Hart
Uitg. Geschiedkundige Vereniging 'Die Haghe'
Den Haag, 1960

Old Sarum
Een gehucht 3 Km noordelijk van Salisbury in Wiltshire (Wessex, Engeland). Het gebied ligt op een kruispunt van twee belangrijke wegen en de rivier Avon. In de IJzertijd (800-12 vC) bouwen de Kelten er daarom een grote burcht van hout op een hoge heuvel, omgeven door een diepe gracht. Ze dient als bescherming tegen agressie van naburige stammen en als vluchtoord voor mens en dier bij watersnood. De omtrek bedraagt ruim 600 meter. Er is dus voor velen plaats. De Kelten noemen de plaats Caer Saflog.

De Romeinen vinden Sarum een belangrijke plaats en maken er een strategisch bastion van. Ze noemen de locatie Sorviodonum. Het Romeinse Rijk raakt echter in verval en de Romeinen verlaten het eiland. In 450-600 komen de Angelen en Saxen vanuit NW Europa binnevallen en veroveren Brittannië. Anno 552 verslaat koning Cynric van Wessex de Britten bij Old Sarum en komt de regio in handen van de Angel-Saxen. En ook zij vinden Sarum een belangrijke strategische post. Ze versterken de burcht en gaan er wonen. Sarum gaat dan Saerobyrg heten, zoals de Anglo-Saxon Chronicle (832-1145) meldt. Later komen ook voor Serebrig, Saerburgh en Searoburh. In 552-1066 is Sarum een Angel-Saxische stad.

In de 20e eeuw zijn in Denemarken munten gevonden met de naam Serebrig en de beeltenis van koning Aethelred. Deskundigen menen daarom dat Sarum o.a. door Denen is bewoond en dat de transactie in Sarum tot stand is gekomen. Daar in die tijd echter voornamelijk Angelen en Saxen wonen in Sarum, lijkt het eerder dat bij de transactie Angelen zijn betrokken. Deze Angelen komen namelijk uit Angeln, een gebied in Noord-Duitsland tussen Flensburg en Slesswig. In die tijd hoort Angelen echter nog bij Denemarken.

Dat de genoemde transactie door Angelen is gesloten en dat de munten in Denemarken zijn teruggevonden, is nogal interessant. Het opent de mogelijkheid dat de naam Saerobyrg voor Sarum misschien een andere oorsprong heeft. In Angeln ligt namelijk een stadje met de naam Sörup. Het is denkbaar dat Saerobyrg is ontstaan vanuit iets als Sörupby, dat door Saxische invloed is veranderd in Sörupbyrg. De p in deze naam kan al snel weggesleten zijn, zodat Sörubyrg ontstaat. Van daaruit is de sprong naar Saeroburh, Serebrig of Saerobyrg maar klein. E.e.a. betekent dan dat de Angelen in Sarum voornamelijk uit Sörup en omgeving afkomstig moeten zijn.

Bron Wikipedia schrijft 20.5.2006:

Old Sarum was initially a hill fort situated on the conjunction of two trade routes and the River Avon. ... Among the earliest records, Old Sarum is described as a city of the Belgae ...
Under the Saxons it ranked among the most considerable towns of the West Kingdom [Wessex], and possessed ecclesiastical establishments soon after the conversion of the Saxons to Christianity.
In the early part of the 9th Century it was frequent residence of Egbert [king of Wessex]; and in 960, [king] Edgar assembled there a national council to devise the best means of repelling the Danes in the north.

Met Belgae worden gewoonlijk bedoeld mensen uit de Lage Landen, ofwel de Nederlanden. Gezien de zeer oude banden tussen Vlaanderen en Zuid Engeland (i.b. Wessex) komen de Belgae in Old Sarum mogelijk voornamelijk uit het Vlaamse deel van de Nederlanden. Ze vestigen zich in 50-300 nC in Zuid Engeland.

Bron WS Old Towns UK schrijft 20.5.2006 over Old Sarum:

Under the Anglo-Saxon and Anglo-Norman princes [552-1066], councils ecclesiastical and civil were held here, and the town became the seat of a bishopric. There was a castle or fortress, which is mentioned as early as the time of Alfred [the Great], and which may be regarded as the citadel; and the city was defended by a wall, within the enclosure of which the cathedral stood.

In 950-1066 voeren Noormannen en Vikings vanuit de zee vele raids uit in Engeland. Ze plunderen, moorden en stichten branden. In 1003 wordt Sarum bedreigd door Sweyn Forkbeard en zijn Vikings. Sarum vormt een leger om Sweyn te verslaan. Door een list lukt het om Sweyn te misleiden. Sarum pretendeert namelijk nog niet klaar te zijn voor de strijd en verdwijnt van het toneel. Sweyn trapt erin en gaat eerst het naburige Wilton raiden. Daarna vertrekt hij naar zijn schepen en verdwijnt. Daarop laat de Engelse koning Aethelred the Unready alle Denen in zijn land vermoorden.

In 1066 verslaat Willem de Veroveraar de Britten bij Hastings. Brittannië komt daardoor onder de macht van de Normandiërs. Ze hebben een voorliefde voor het Latijn. Sarum ofwel Serebrig wordt dan Sarisburia. In de loop van de volgende eeuwen evolueert die naam in Salisbury. De burcht wordt verbouwd en later in steen herbouwd. De stad begint te bloeien. In 1086 laat Willem alle edelen in Engeland in Sarum de eed van trouw aan hem afleggen.

In 1067 bouwt de Earl van Salisberie een kasteel van hout met een gracht eromheen. In 1092 is het kasteel klaar, maar vijf dagen later brandt ze af. In 1100 wordt het kasteel herbouwt in steen. Later wordt heel Old Sarum ommuurd.

In 1075 wordt Sarum een bisschopzetel en krijgt het een kathedraal, die in 1092 is voltooid. De kathedraal brand af, maar wordt in de 12e eeuw weer herbouwd. In die tijd ontstaan vele conflicten tussen de burggraven (castellans), de bisschop en de underdogs in Sarum. De bisschop besluit daarom de kathedraal in 1220 te verplaatsen naar New Sarum, wat het huidige Salisbury is.

Na 1220 raakt Sarum steeds verder in verval en wordt uiteindelijk geheel verlaten. De burcht en het kasteel die er staan, veranderen in ruïnes. Anno 2006 is Old Sarum alleen nog een interessante touristische attractie.
** Salisbury, Sörup, Anglisch, Gewisse, Cynric, Cranborne Chase Engeland
# WP, ASC(), WKP, DAB

Olphert Cranenburg (1656-1716*)
Zoon van Abram Cranenburg en Aaltje Hendricx.
Geboren 13.2.1656 te Amsterdam.
# JKE

ON
** ONL

Onder:
ONL: onder, beneden, onderaan, lager, van onderen, in, binnen het rechtsgebied (werkterrein, invloedsfeer) van, ten noorden van.
** Windrichtingen
# WMN, DAB

ONL
Oud Nederlands (ZA)

Oorkonden
Oorkonden zijn documenten die in de Middeleeuwen kunnen dienen als rechtsgeldig bewijs van hun inhoud. Ze zijn op perkament geschreven en gezegeld met het zegel van de opsteller/auteur. Bijvoorbeeld leenheren, schouten en schepenen.
In oorkonden worden veelal adellijke personen genoemd. Dat komt omdat de adel doorgaans vermogend is en oorkonden vaak betrekking hebben op juridische zaken zoals bezit, eigendom, leenrechten, etc.
# CVC, DAB

Oost-Indië:
Oud naam voor Nederlands-Indië, later Indonesië.
- Jacob Mossel (1704-1761) Geboren 28.11.1704 in Enkhuizen. Vertrekt in 1720 als matroos naar de Oost en treedt in civiele dienst van de VOC in Negapatnam (stad in Coromandel). Blijft 20 jaar aan de kust van Coromandel (ZO-kust India; deelstaat Madras) waar hij opklimt tot gouverneur en directeur. Komt 1742 in Batavia en wordt 1747 directeur-generaal van de handel. Onder zijn bestuur wordt het rijk van Mataram gesplitst in de Vorstenlanden Djokjakarta en Surakarta. In 1759 lijdt de VOC in Bengalen een nederlaag tegen de Engelsen. Bestrijdt de corruptie in de VOC. Publiceert op eigen kosten een vertaling van de bijbel in het Maleis. Overlijdt 15.5.1761 in Batavia. (WP)
** VOC, Cornelis Reyniersz Cranenburgh, Jacob Cranenbergh, Cranenburg (fluitschip), Nederlands-Indië, Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726), Bengalen

Op de Cranenborg~
Deze naam komt voor als familienaam begin 17e eeuw in Vorden en Zutphen. In het NDG Doopboek van Vorden van die tijd komen meer familienamen voor met dergelijke voorvoegingen. Zoals Op Addinck, Op de Winckel, Op de Tiechelerije, Op het Joosinck, Op de Maete, Op de Herfstlegge, Int Veld Op duttemakersstede, Op Hacfort en Op Pelskamp. Het is duidelijk dat we hier te maken hebben met herkomstnamen, die verwijzen naar een bepaalde locatie in Vorden of daaromtrent. In Vorden ligt inderdaad een buurtschap met de naam Kranenburg. Deze buurtschap ontleent de naam van een boerderij die daar van oudsher staat aan de Bergkappeweg 2. Volgens bron DKK (1971) ontleent deze boerderij haar naam aan de locatie waar ze staat. Namelijk de Kranenberg, een zandrug in het veengebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren.

De oudste vermeldingen 'Op de Cranenborgs~' zijn Henderick Op de Cranenborch (gb 1600), Jan Op de Cranenborch (gb 1605) en Harmen Op Kranenborch (gb 1620). Henderick en Harmen wonen in Vorden. Jan woont in Zutphen. Gezien zijn achternaam en geboortejaar is hij vrij zeker een broer van Henderick en Harmen. E.e.a. wijst erop dat zij hun naam ontlenen aan de locatie Kranenburg in Vorden. En meer specifiek van de boerderij aldaar. Zij wonen kennelijk op boerderij Kranenburg en zijn daar waarschijnlijk ook geboren. Dat betekent dat boerderij Kranenburg zeker al begin 17e eeuw bestaat met die naam. Het is aan te nemen dat ook hun vader de naam Op de Cranenborch voert. Het is vooralsnog niet bekend wie deze Xx Op de Cranenborch precies is. Hij moet ergens rond 1580 zijn geboren. Mogelijk is hij een broer van Albert ten Kranenbargh (gb 1575) op boerderij Cranenborg in Beltrum. Deze Albert is mogelijk een achterkleinzoon van Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470) uit de Lekregio.

In algemene termen lijkt bron DKK gelijk te hebben dat de naam Kranenburg~ is afgeleid van de naam Kranenberg, zijnde een zandrug in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren. Door de relaties tussen familienamen en locatienamen is het evenwel ook goed mogelijk dat boerderij Cranenborch in het huidige Kranenburg bij Vorden de naam heeft gekregen van de stichter van deze boerderij. Zulks komt vaak voor. Dat de boerderij dan ligt op een zandrug in een moerassig gebied waar kraanvogels bivakkeren, lijkt dan pure coïncidentie. We moeten niet vergeten dat grote delen van de Achterhoek in die tijd veengebieden zijn waar turf wordt gestoken. En er zijn door de eeuwen heen meer Kranenburgs~ werkzaam in de turfindustrie.
** LNK, Kranenburg Vorden, Te Cranenborg~

OPK
** LPK

Os:
Oude landmaat: een os = circa 0.9 Ha, de hoeveelheid land die een boer in 1 morgen kan ploegen. Sinds de Middeleeuwen wordt de os meestal morgen genoemd.
** Morgen

Oswaldlawe
De heerlijkheid van de bisschop van Worcester.
Hoofdzetel is de manor Northwicke, aan de noordgrens van Worcester.
Genoemd naar bisschop Oswald van Worcester (in 961-992).
Ontstaan in 964 door samenvoeging van de bezittingen van de bisschop en de chapter van het cathedraal van Worcester.
Omvat in 964 300 hides (huishoudens) in Worcestershire, gehouden onder de jurisdictie van de bisschop met privileges en uitzonderingen (exemptions), uitgezonderd die van de hundred or county courts.
Een hundred omvat 100 hides.

Volgens het Domesday Book van 1086 bezit de kerk van Worcester in die tijd in Worcestershire de triple hundred van Oswaldlawe, land in Cleeve Prior, Phepson en Hanbury in de hundred van Esch, bij Stoke Prior en Alvechurch in de hundred van Came, bij Hartlebury en Wolverley in die van Cresslau en de twee manors van Eardiston in Lindridge en Knighton on Teme. Verder diverse manors en landgoeden in de counties Gloucester en Warwick.

De kerk van Worcester verwerft in de 8e en 9e eeuw op grote schaal bezit van rijke leken, die grote bedragen of land schenken. Ze willen op die manier bijdragen aan de bouw van kloosters. Maar ook om te getuigen van hun toewijding en geloof en om aldus tijdelijke voorzieningen voor hun gezinnen en relaties te verkrijgen.
** DDB
# BHO 11.8.2006

Otr
= ondertrouw

Otterbourne Hampshire, England
Een dorp in Hampshire (Engeland) gelegen op circa 7 Km ZW van Winchester, halverwege de weg naar Southhampton. Bekend om Cranbury Park waar Cranbury House staat en rivier de Itchen doorheen stroomt. Schrijfster Charlotte Mary Yonge (1823-1901) leefde hier. (> JKB) Zij schreef o.a. over het aangrenzend gebied Hursley, waar het gehucht Cranbury is gelegen en Cranbury Manor lag. Zij is begraven op het plaatselijke kerkhof.
** Cranbury Park Otterbourne, Cranbury House Otterbourne, Cranbury Manor, JKB
# TGE

Otterbourne Manor Hampshire/England
De website van Hampshire in Engeland (hants.gov.uk) 12.6.08 schrijft:

Land at Otterbourne was part of the Hundred Hides of Chilcomb [Domesday Book] which ware granted to the church at Winchester in the seventh century. King Edgar granted lands to the church about 978 and this was confirmed by King Ethelred in 984. In the reign of Edward the Confessor the Manor of Otterbourne was held by Cheping from the Bishop of Winchester. The Domesday Book [1068] lists Ralph de Mortimer as lord of the manor, so Otterbourne no longer belonged to Winchester Cathedral.

De Manor Otterbourne bezit deze status dus al sinds 1068. De manor blijft tot in de 15e eeuw bezit van de familie De Mortimer.

- Little Otterbourne Manor
In 1212-13 verwerft Richard Ferebraz 1 virgate (landmaat) in Otterbourne dat toebehoort aan Henry de Capella. Deze virgate wordt het perceel een manor binnen Otterbourne Manor. De nieuwe manor gaat in 1248 over naar Bartholomew, zoon van Henry de Capella. In 1253 wordt Bartholomew door de koning gemachtigd een stuk van zijn Ashley bos in Otterbourne toe te voegen aan de nieuwe manor. Dit stuk bos had de naam Parc. In 1279 komt (Little) Otterbourne Manor in bezit van Simon de Winton (alias Simon the draper). In 1316 gaat Otterbourne Manor over op zijn zoon Richard de Winton. Daarna gaat de manor over op John de Winton, een andere nazaat van Simon. In 1361 komt de manor in handen van John's broer en erfgenaam Richard de Winton. In 1377 doet ene Hugh Craan uit Winchester een aanbetaling van £ 100,- om de manor te kopen. Richard de Winton krijgt spijt. Hij vervalst de documenten en eist de manor terug. Hugh Craan spant een juridisch proces aan. Dit proces wint hij in 1378. In 1386 verkoopt Hurgh Crane de manor aan William van Wykeham. Nadien komen geen Crane~s meer voor als eigenaar of bewoner van de manor. Isabel krijgt echter een widow (weduwgoed).

- Eigenaars/Bewoners Little Otterbourne Manor
1253-1279 Bartholomew de Capella
1279-1316 Simon de Winton (= Winchester)
1316-1338 Richard de Winton
1338-1361 John de Winton
1361-1378 Richard de Winton
1378-1386 Hugh Craan + Isabel Colshill
1386-1400 William of Wykeham, Bishop of Winchester
1386-1405+ Isabel + kinderen (weduwgoed)
1400-1443 Thomas of Wykeham
1443-1457 Wiliam of Wykeham
1457-1458 Margaret of Wykeham
1458-1535 William Waynflete, Bishop of Winchester
1535-1850 Magdalen College, Oxford

- Joan van Winchester
Het feit dat Hugh Craan Little Otterbourne Manor kon verkrijgen van Richard de Winton (= Winchester) kan te maken hebben met Joan, de eerste en overleden vrouw van Hugh Craan. Richard is kinderloos en kennelijk is daarmee het geslacht De Winton uitgestorven. John Craan is een zoon van Hugh Craan en Joan, die mogelijk een dochter is van Claas van Winchester in Eikenduinen bij Den Haag, waar Hugh mogelijk zelf is geboren. (> Hugh Craan gb 1330) Door transactie van de manor naar Hugh Craan blijft de manor als het ware in de familie. Zulks speelt bij dergelijke transacties meestal een cruciale rol.

- Isabel Colshill
Uit boevenstaande lijst van eigenaars/bewoners van Little Otterbourne Manor blijkt duidelijk dat het geslacht De Winton ruim honderd jaar in bezit is van Little Otterbourne. De eerste is Simon de Winton. Bron chrisandkeith.com 11.6.08 schrijft over de historie van Lainston o.a. de volgende passage:

Simon 'the Draper' [dealer in cloth, linen, etc] now comes into view, a prominent medieval character, who later became Sir Simon de Winton (= of Winchester). A wealthy merchant with shops on St. Giles Fair where the great Fair was held every Spetember, he was soon investing in property. St. Giles Fair was a permanent site with named streets and its own church, despite only being used for 24 days of the year and it was an important centre for European trade.

Het interessante van deze tekst is dat Winchester een sleutelrol lijkt te spelen in dit verhaal. Simon de Winton (ofwel van Winchester) komt uit Winchester. Gezien zijn bijnaam 'Simon the Draper' blijkt hij handelaar in kleding, linnen, etc te zijn. Als lakenhandelaar kan hij zijn lakenstoffen wel uit Leiden halen. Leiden is namelijk van oudsher een lakenstad. Zodoende zal Simon over goede contacten kunnen beschikken met Holland. Simon's nazaten heten ook De Winton. Aangezien Hugh Craan mogelijk een zoon is van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) uit Eikenduinen (> Hugh Craan) rijst de vraag waarom hij verhuist naar Winchester. Een optie is dat zijn vrouw Joan een Van Winchester is. Er blijkt namelijk in Eikenduinen een zekere Claas van Winchester te wonen, die ergens rond 1290 moet zijn geboren. Gezien zijn naam lijkt Claas een 2e-generatie Brit in Holland, die afkomstig is uit Winchester.

- Weduwgoed Isabel Colshill
Zoals gezegd verkoopt verkoopt Hurgh Crane in 1386 Little Otterbourne Manor aan William van Wykeham. Nadien komen geen Crane~s meer voor als eigenaar of bewoner van de manor. Isabel krijgt echter een dower (weduwgoed). Bron british-history.ac.uk 11.6.08 schrijft daarover:

... and after the death of Hugh Crane [Craan] she [Agnes] and her husband Richard Caas made claim to a third part of the manor of Otterbourne against Isabel the widow of Hugh. The suit was begun in 1404 and lasted until 1405. Agnes claimed the third in dower by donation of Richard de Winton, but Isabel maintained that Agnes had no right to dower in the same since Richard de Winton had not been seised of the manor until after his mariage to Agnes, and this seems to have been the case, since his brother John had held it until 1361. The result of the suit is not given, but unquestionable the right lay with Isabel. Except for this third [of the manor], which Isabel evidently had in dower for her life, Otterbourne had been sold by Hugh Crane [Craan] to William of Wykeham in 1386.

M.a.w.: Isabel behoud na de dood van Hugh 1/3 deel van de manor als weduwgoed (dower). Ze zal dus ergens in de manor haar huis hebben staan, waar ze met haar kinderen nog enige jaren moet hebben gewoond. Wat er na de dood gebeurt met het weduwgoed, is niet bekend. Mogelijk dat het in bezit blijft van een kind van Hugh en Isabel. (> Cranbury Hampshire)

Het weduwgoed van Isabel omvat o.a. Gavelacre Manor in Wherwell, gelegen op circa 5 Km van Winchester, halverwege de weg NW richting Andover. Bron longparish.org.uk/history 28.6.08 schrijft:

John Ingpen in 1351 died holding twelve acres of Waste land (which is land used by tenants), this was held by the king in chief. Thomas Ingpen of "Galaker", probably a relative of John Ingpen, married Isabel Colshill, they had a son Robert; in 1411 Robert was showing that he held the manor [Gavelacre/Galaker] at the time of his [Thomas; d 1410*] death. The manor had being part of his mother Isabel, [late] wife of Hugh Craan. The abbey of Wherwell was the overlord of this manor.
It appears that in an inquest in 1406 Robert Ingpen [b 1329*] had died in 1389, and Margery, his widow had married John Bennet. Isabel, Robert's mother had died in 1409 holding the manor of Gavelacre. The manor was reverted to Robert's son Richard.

Bron british-history.ac.uk 28.6.08 schrijft hierover:

GAVELACRE, or Gallaker, represented now by Gavelacre Farm, was at one time a manor. Eustace of Gavelacre mortgaged his tenement in Gavelacre to his community at Wherwell for a debt of 25 marks payable within three years from the Feast of Assumption in 1258. (fn. 24) John Ingpen was found to have died seised, it would seem, of 12 acres of waste land there, held of the king in chief. (fn. 25) This John is probably the same as the Thomas Ingpen of 'Galaker' mentioned in the visitation pedigree of 1634, (fn. 26) who married Isabel Colshill and had a son Robert; for an inquisition of 1411 shows that Robert Ingpen held at his [Thomas's] death, which occured in the previous reign, the manor of Gavelacre, which had been part of the dower lands of his mother Isabel, late wife of Hugh Craan, and whereof the abbey of Wherwell was overlord. (fn. 27) From a previous inquisition taken in 1406 it appeared that Robert Ingpen died in 1389, since which day his wife Margery, who married John Bennet, had taken the issues. (fn. 28) His [Robert's] mother Isabel died in 1409 holding --of whom and by what service the jurors were ignorant-- the manor of Gavelacre, which then reverted to Richard son and heir of Robert.

De teksten zijn nogal verwarrend. Er is namelijk sprake van twee verschillende personen met de naam Robert Ingpen: Robert Ingpen (gb 1328*) gestorven in 1389 en Robert Ingpen die ergens rond 1363 geboren moet zijn. Waarom Robert Ingpen uit 1328* wordt genoemd, is niet duidelijk. De teksten melden daarentegen duidelijk dat het weduwgoed van Isabel Colshill o.a. omvat de manor Gavelacre, gelegen in Wherwell, circa 5 Km NW van Winchester, richting Andover. Het weduwgoed van Isabel is dus kennelijk nogal groot.

Verder omvat het weduwgoed van Isabel nog een huis en tuin in Winchester, waar ze woonde met Hugh. (# SMW p 881) De vraag die nu rijst is, wat haar weduwgoed in Otterborne precies omvat. Ze heeft daar 1/3 van de manor. Maar waar is dat gelegen? Het zal haast wel moeten zijn rond het 'moated manorhouse' van Otterbourne. Bron british-history.ac.uk 11.6.08 schrijft daarover:

The court of the manor [of Otterbourne] was held at the old moated manorhouse by the president of Magdalen on porgress until the early half of the ninetheenth century.

M.a.w.: manorhouse (Little) Otterbourne komt in 1386 in handen van bisschop William de Wykeham. Isabel zal dus een ander huis in de Little Otterbourne Manor hebben verkregen. Boyatt Manorhouse in Otterbourne kan dat niet zijn. Dat is in de 13e-16e eeuw bezit van de Abbot of Waverley. In 1405 blijft dan alleen over Cranbury Manor, een onderdeel van Little Otterbourne Manor. Op de Hursley Map van 1588 staat in het gebied van Cranbury Manor inderdaad een adellijk huis, dat gezien omvang en stijl daar zeker al veel langer stond.

Het kan dus niet anders dan dat Cranbury Manor van oorsprong feitelijk het weduwgoed van Isabel Colshill is, dat zij van haar man Hugh Craan na diens dood in 1404 heeft verkregen.

- The Parke
Zoals eerder gezegd wordt Bartholomew de Capella in 1253 door de koning gemachtigd een stuk van zijn Ashley bos in Otterbourne toe te voegen aan (Little) Otterbourne Manor. Dit stuk bos had de naam Parc. Dit park is nagenoeg zeker Cranbury Park. Otterbourne lag namelijk vóór 1890 500 Meter westelijker. Bron Wikipedia 11.6.08 schrijft namelijk:

Already by 1840, however, the London to Southampton railway opened (later the South Western Main Line), passing by the village. Within half a century, old Otterbourne had been abandoned, and the village moved half a mile east to its present location.

Gaan we anno 2008 500 Meter westwaards, dan blijkt daar Cranbury Park te liggen. Op de de Hursley Map van 1588 wordt het gebied aldaar eveneens The Parke genoemd. Ook Cranbury Commons wordt aldaar genoemd. (> Hursley Map 1588)

Dit betekent dat het gebied 'Parc' (genoemd in 1253) in feite het zelfde is als het gebied 'The Parke' op de Hursley Map van 1588. Temeer daar op die kaart in dat gebied heel duidelijk een kasteel is getekend. Kennelijk is dat het oude Cranbury House in Cranbury Park. (> Hursley Map 1588)

Aan de westkant van Otterbourne, aan de weg van Winchester naar Southampton, ligt parallel aan de weg de Cranbourne Drive. Deze drive vormt de oostgrens van Chandler's Ford, een groot natuurgebied, grenzend aan Hursley. In dit gebied liggen Cranbury Park en Cranbury Commons.

- Cranbury Manor
Zoals eerder gezegd schrijft bron british-history.ac.uk 11.6.08:

The result of the suit is not given, but unquestionable the right lay with Isabel. Except for this third [of the manor], which Isabel evidently had in dower for her life, Otterbourne had been sold by Hugh Crane [Craan] to William of Wykeham in 1386.

Het weduwgoed van Isabel is dus in 1386 door Hugh Craan niet doorverkocht aan William of Wykeham. Over dit weduwgoed horen we feitelijk nauwelijks meer. Behalve in de geciteerde teksten over Gavleacre Manor. Wel worden genoemd Cranbury (hamlet), Cranbury Manor en Cranbury Commons. Cranbury Commons wordt genoemd op de Hursley Map van 1588. Het gehucht Cranbury zal ipso facto daarbij liggen. Gezien de naam Cranbury Park, zal dit park daar niet ver vandaan liggen. De naam Cranbury is in dit gebied dus al ruim vóór 1588 in gebruik.

Per saldo lijkt het dus dat Cranbury Manor is ontstaan uit het weduwgoed van Isabel Colshill. De naam van de manor lijkt te maken te hebben met Hugh Craan, de man van Isabel. Mogelijk is hij een zoon van Dirck van Cranenburg in Eikenduinen bij Den Haag. De naam Cranbury Manor in Hursley zal dan kunnen zijn afgeleid van Hugh Craan, alias Hugh van Cranenburg. De namen Cranbury Park en Cranbury House zijn vrijwel zeker afgeleid van Cranbury Manor.

** Hugh Craan (gb 1330; Winchester), Cranbury Hampshire, Cranbury Manor Hampshire
# BHO 11.6.08, HFA 11.6.08, DAB

Otto~

Otto Cranenberch (1585*-1645*):
Zoon van NN Cranenberch (gb 1546) en NN te HerneSodingen*, Westfalen .
Bron "Historia Ecclesiae Hamburgensis Diplomatica, dass ist Hamburgische Kirchen Geschichte; aus Glaubwürdigen und mehrentheils noch ungedruckten Urkunden, so wol Kaiserlichen, Königlichen, Fürstlichen, Gräflichen etc ... Concessionen, Induiten, Stifftungen, Vermächtnissen ... Volume 1; Volume 3" (Nicolaus Staphorst, Uitg. Felginer, 1727) schrijft op p 662:

Red. EsVif. Grot. im Dammerbrock cum horto §. Marck
" " Göd. Nihil. Exp.ad. chorum in S. in term. Petri & Pauli 2. Marck.
...
Poss. Mathias k) Landeck, -- Otto Cranenberch -- Sebast. von Bergen, Dan. [Danielis] fil. 1620.4.Apr. -- Hier. Schultze, Ioh.fil.an.1635.25.Jun.l) --
etc
Mogelijk is Otto Cranenberch Poss (Protestant schriftgeleerde?) in de Mathias Kirche te Landeck in Dammerbrock*, kerkregio St Peter & Paulus te Hamburg, en wordt hij 4.4.1620 vervangen door Hier(onymus?) Schultze. Bij Hamburg is vooralsnog geen Dammerbrock te vinden. Mogelijk wel bij Damme en Dammerberge, circa 10 Km noord van Osnabruck.
# google 15.2.09, KBG

Otto Jacobse Cranenburgh (1614*-1674*):
Mogelijk een zoon van Jacob Meesz van Cranenburgh en NN te Warmond.
Otto woont in Lisse en is bakker. Ghm NN.
Pacht samen met Cornelis Onnosel en Hendrick Pieters Arxhoek een stuk grond 'seynde wey, teel en hooyland' groot 8 morgen 388 roeden 'ten oosten den heerewegh, tusschen het dorp en het huys te Dever'.
Mogelijk komt Otto uit Gouda of daaromtrent.
Alias: Otto Jacobs Cranenborgh
Kinderen: Claas Ottosz (?), Jacob Ottense en Pietertje Ottos Cranenburgh.
Volgens bron FDK is Claas Ottosz een zoon van Otto Jacobse Cranenburgh. Gezien het huwelijksjaar 1695 en zijn naam lijkt het eerder dat Claas een zoon is van Oth Claesz Cranenburch (gb 1614).
# HDL, STB, Huys Dever te Lisse, FDK

Oth Claeszn Cranenburch (1626*-1679):
Zoon van Claes Dircksz van Cranenburch (gb 1594) en Pietertje Ottendr te Hazerswoude. NH. Broodbakker. Ovl 1679 te Lisse en aldaar begraven.
Otr Lisse 12.4.1654. Attestatie Hazerswoude op Lisse 29.4.1654. Huwt NH Burgje Jacobs Langevelt, dochter van Jacob Maartens Langevelt en Meynsje Albrechts van Heemskerk.
Cohier Familiegeld Lisse 19.7.1680 vermeldt 6:0:0 Burchje Jacobs, weduwe van Oth Claes Cranenburg, twee kinderen boven 10 jaar, met dienstbode in de kost.
Udh: Jacob Ottense (gb 1658 Lisse), Claes Ottosz (gb 1661 Lisse), Pietertje Otto (gb 1664 Lisse) Cranenburgh
# KFR 1674, M. Kranenburg, KBG

Ot Kranenburgh (1684-1689*):
Zoon van Jacob Ottense Cranenburgh (gb 1649) en Grietje Jacobs Lindenburgh te Lisse. Geboren te Lisse. Gedoopt NH te Lisse 5.2.1684. Mogelijk overleden in 1689*. In 1690 wordt namelijk de zoon Ot (Otto) Jacobsz te Lisse geboren.
# M. Kranenburg, KBG

Otto Jacobse Kranenburg (1690*-1773):
Zoon van Jacob Ottense Cranenburgh en Aagje Jans in Lisse.
Huwt 7.7.1715 te Lisse met Ariaantje Symons Hoogkamer.
Genoemd 1720 in bron KPR ivm 100e penning Adriaen Leendertsz van Sonnevelt.
Otto woont in Lisse en is daar bakker, net als zijn vader en grootvader Cranenburgh. Hij is nogal vermogend. Hij bezit veel land, mede door erfenis van zijn vader verkregen. Ook zijn vrouw brengt aardig wat bezittingen mee.
Otto bezit naast het huis aan de Grachtweg nog een drietal andere huizen. Een van die huizen heeft een erf met daarop een ovenhuis. Mogelijk is dat de bakkerij van Otto. In 1722 koopt Otto boerderij 'De Woelige Stal' aan de Grachtweg. Deze boerderij bezit hij tot 1749. Voor zijn dochter Aagje koopt Otto in 1730 nog een huis met schuur en erf in het Oosteinde van Lisse.
Op 3 oktober 1736 daagt Otto, als vader en voogd van Aagje Kranenburg, Jan Kluyt voor het gerecht. Aagje liet zes zakken rogge brengen naar de korenmolen bij de Gracht. Molenaar Adriaan Luk maalt de rogge en zet de zakken klaar om te worden opgehaald. Bakker Jan Kluyt ziet de zakken en wil ze hebben, omdat hij ze nodig heeft. Hij spreekt met molenaar Adriaan Luk af de zakken in de nacht bij hem te bezorgen. Dat gebeurt. Maar als Adriaan Luk terugkeert naar zijn molen, wordt hij gearresteerd door vier personen. Adriaan krijgt een geldboete en wordt verbannen 'uyt den Lande van Rijnland'. Bakker Kluyt hoeft slechts de waarde van de gestolen rogge te vergoeden aan Aagje alsook de waarde van 'de ses sakken selfs'.
Hoewel Otto zeer bemiddeld is, raakt hij steeds meer in financiële problemen. In 1734 heeft hij een schuld van rond 6000 gulden. Dit bedrag wordt steeds groter, mede door de rente die hij daarover nog moet betalen. Daarnaast moet hij grote bedragen aan grondbelasting betalen omdat hij aardig wat land bezit. Hij slaagt er niet in te saneren en besluit daarom in 1749 tot openbare verkoop van het grootste deel van zijn vermogen. Zo wordt ook zijn boerderij 'De Woelige Stal' aan de Grachtweg verkocht: 'Een Huys ende Erve aan de Grachtweg (...) met de kot ende een Hooibarg daer op staende'. De Woelige Stal komt daarna achtereenvolgens in bezit van diverse families. Uiteindelijk wordt de boerderij in 1980 door de gemeente Lisse opgekocht en afgebroken om plaats te maken voor een parkeerterrein.
In 1773 sterft Otto als een arm man. Hij laat een schamele inboedel na, waaronder 'een paar goude hembsknoope' die herinneren aan de welstand van weleer. De lijst van nalatenschap beslaat één enkele pagina. Aan 'gereede penningen' zijn slechts twee stuivers aanwezig.
Alias: Otto Jacobs/Jacobsz Cranenburgh
Udh: Jacob (gb 1716-x), Aagje (gb 1718-x), Jacob (gb 1719-x), Aagje Kranenburg (gb 1720), Grietje (gb 1722), Jacob van Cranenburg (gb 1731) en Simon Cranenburg (gb 1733). Alle kinderen geboren en gedoopt te Lisse.
# HV Oud Lisse, RPL, FDK, KPR

Otto Jacobse Kranenburg (1719*-1779*):
Zoon van Jacob Xzn Kranenburg (gb 1684; Gouda).
Broodbakker in Gouda. Ghm NN.
Genoemd in verzoekschrift 7.5.1754 aan stadsbestuur Gouda.
Genoemd in verzoekschrift 19.11.1754 aan stadsbestuur Gouda.
# GHA 29.1.2009, SMH (ivn 210 p 099; ivn 210 p 116v)

Oud Anglisch:
** PgAng

Oud Engels:
** PgBrit

Oud Nederlands: (ODN:)
Het Nederlands zoals dat vroeger werd geschreven en gesproken. Hieronder vallen de volgende periodes:
500vC++: Nederland bevolkt door Angelen uit NW Duitsland. > PgAng/Angelen
150vC++: Angelen bevolken Nederland tot aan de Rijn. > PgAng/Angelland
0-450 nC   De Nederlanden zijn nog dun bevolkt. Er wonen o.a. Kelten (zuiden), Batavieren (midden), Kaninefaten (westen) en Chaucken (oosten). Over hun taal en cultuur is weinig bekend. Behalve grafheuvels in Drente en op de Veluwe en De Borkeld bij Markelo. Van de Kelten resten o.a. de zgn Celtic Fields (akkers) bij Emst op de Veluwe. De Romeinen bezetten de Zuidelijke Nederlanden. Hun taal is het Latijn.
Widsith is de oudste tekst van Nederland, geschreven door de troubadour Widsith van Myrgingum afkomstig uit Merum bij Loppersum in Groningen. > PgAng/Widsith
1000-1500  Het Middeleeuws Nederlands. Dit is de taal die is ontstaan uit een versmelting van de basistalen Fries, Frankisch en Saxisch in de voorafgaande eeuwen, aangevuld met oudere Keltische en Chauckische elementen. Uit de 11e eeuw stamt de beroemde tekst van een Vlaamse monnik in Engeland, die hij kennelijk schreef bij het testen van zijn pas geslepen pen (ganzeveer) en een vlaag van verliefdheid:

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic andu thu,
Wat unbidan we nu?

ofwel
Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij,
Wat wachten we nu?

Ondanks de voortschrijdende eenwording blijven er nog regionale verschillen en de spelling is nog niet geharmoniseerd. In deze periode worden vele Oud Nederlandse teksten helaas vernietigd door oorlogen, de RK Kerk, Lodewijk de Vrome, en de Renaissance. De Kerk erkende alleen het Latijn als lingua sacra en schrijftaal. Lodewijk de Vrome (778-840) en de Renaissance (1200-1500) hadden een voorliefde voor Latijn en Grieks en beschouwden de eigen taal als verachtelijk. (WKP 13.11.08) Desondanks zijn vele teksten in het Nederlands van toen bewaard gebleven. O.a. in de vele acten, leenboeken, morgenboeken, grafteksten, e.d. Daarin wordt een taal gebruikt, die op vele plaatsen nogal Engels aandoet. Bijvoorbeeld in woorden als after/achter, up/op, leyt/ligt, etc. Ook het geldstelsel is in die tijd vaak identiek aan het Engels geldstelsel: £ (pond) -s. (schelling) -d. (duit). Vaak ook ontbreekt de ge- voorvoeging. Zoals zoals in bruyckt/gebruikt. Als klap op de vuurpijl wordt in 1477 de Delftse Bijbel gedrukt. Dat is daarmee het oudste boek in de Nederlandse taal. Ze bevat 1300 pagina's. In augustus 2008 is de Delftse bijbel gedigitaliseerd en op internet gezet.
1500-1850  In deze periode wordt de basis gelegd voor het moderne Nederlands. De Statenbijbel van 1637 speelt hierbij een sturende rol. Ook deze Statenbijbel is op internet gezet. Op alle terreinen gaat het Nederlands zich verder ontwikkelen. Het is inmiddels de taal van het volk, het bestuur, de rechtspraak, de kerk, de wetenschap en de literatuur. De spelling is nog enigermate chaotisch, maar er worden pogingen gedaan hierin meer eenheid te brengen. Door migratie verspreidt de Nederlandse taal zich in dit tijdvak naar Zuid-Afrika, Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen.
1850-1950  Het Nederlands van 1850-1950 kenmerkt zich o.a. door een verduitsing. Invoering van naamvallen en verbuigingen, die in het oudere Nederlands niet of nauwelijks voorkomen. Ook wordt in vele woorden de letter g vervangen door de ch, identiek als in het Duits. Regt wordt recht; berigt wordt bericht; etc. De verduitsing had te met maken de groeinde macht van Duitsland en met de Nederlandse hoftaal, die Duits was. Koningin Emma is de eerste die daar een eind aan maakt en het Nederlands als hoftaal introduceert. Verder kenmerkt het Nederlands van 1850-1950 zich ook door een zekere verfransing. De Nederlandse elite beschouwt het Frans als de taal van cultuur en beschaving.
1950-heden  Na 1950 wordt het Nederlands weer ontdaan van de Duitse invloed en op vele punten teruggebracht tot de eigen taalkenmerken. Heel in biezonder worden de on-Nederlandse naamvalsvormen afgeschaft. Tegelijkertijd neemt de Engelse invloed toe, door de globale macht van de Engelstalige landen en hun techniek en cultuur. Deze invloed beperkt zich voornamelijk tot leenwoorden. En soms tot meer directe zinsbouw, i.p.v. de Nederlandse neiging tot complexheid in vooral elitaire en formele context. De gewone man spreekt normaliter meer simpel en to the point, wat de vlotheid en duidelijkheid ten goede komt. Overigens zijn adapties uit vreemde talen kenmerkend voor talen in ontwikkeling. Het Engels zelf heeft in de afgelopen eeuwen vele woorden van andere talen geïncorpereerd en is juist daarom zo een aantrekklijke taal geworden voor anderstaligen. Anno 2008 spreken circa 23 miljoen mensen in de wereld Nederlands of een afgeleide taal daarvan zoals het Afrikaans en het Surinaams.
** Ax (Maerlands, Oer Nederlands), PgAng/Oud Nederlands

Oude Kamphuis
Geslacht uit Deurningen (gem Weerselo) in Twente. Oorspronkelijk genaamd Beverborg.
Oudste vermelding: Gerrit Oude Kamphuis (gb 1757), zoon van Jan Beverborg (Oude Kamphuis) en Dina Rorink. Gerrit woont in Weerselo en is gehuwd met Johanna Oude Wennink. Udh: o.a. Joanna (1792) en Johannes Oude Kamphuis (gb 1805).

In bron ODB (Nr 69, Lente 1999, p 16) schrijft genealoog en streekhistoricus Jan Wiefker uit Rossum dat Gerrit Kamphuis, voorheen Beverborg, wonend op boerderij Kamphuis (Kaamps) in Deurningen, voor 2175 gulden de uitgang en het cijnsrecht koopt van de erven Du Tour. Met deze Gerrit Kamphuis bedoelt hij naar zijn eigen zeggen Gerrit Oude Kamphuis, zoon van Jan Beverborg. De naamverandering is dus bij hem begonnen. Dat heeft te maken met de boerderij Kamphuis waar hij en zijn gezin wonen.

Wiefker schrijft eerder (p 14):

De vader van Janna [Kamphuis] was als Gerrit Beverborg in 1767 in de Lutte geboren. In 1791 trouwde hij in op het erve Kamphuis [in Deurningen].

Wieferink vertaalt verder in bron ODB de doopacte van Janna Kamphuis (RK statie Deurningen dd 3.9.1792):

Op 3-9-1792 is gedoopt Joanna, dochter van Gerard en Joanna Camphuis. Doopgetuigen (peter en meter) waren Joannes Beverborg en Hendrina Gerbers.

Volgens bron ODB gaat het in deze doopacte om Gerrit Kamphuis, voorheen Beverborg, zijn vrouw Joanna Camphuis en hun dochter Joanna. Ze wonen op boerderij Kamphuis (Kaamps) in Deurningen. Normaliter zijn doopheffers directe verwanten. De citaat bevestigt dus de genoemde relatie tussen Oude Kamphuis en Beverborg.

In 1822 overlijdt Gerrit Oude Kamphuis (alias Beverborg). De acte van overlijden dateert van 26 september 1822. Die acte meldt:

Gerrit Kamphuis, oud acht en vijftig jaren, en Willem Detert, oud drie en veertig jaren, beiden landbouwers wonenden in den Gemeente [Weerselo]; naburen van de natemelden overledende, dewelke ons hebben aangegeven dat Gerrit Oude Kamphuis, oud vijf en zestig, gehuwd met Johanna Oude Wennink - van beroep landbouwer, zoon van wijlen Jan Oude Kamphuis en Dina Rorink in leven landlieden, beiden overleden - geboren en wonende te Weerselo op den vijfentwintgsten dezer overleden, des namiddags ten drie uren in het huis staande in wijk Deurningen No 35.

Gerrit wordt in de geciteerde doopacte Camphuis genoemd en niet Oude Kamphuis. In 1822 wordt hij wel Oude Kamphuis genoemd, zoon van Jan Oude Kamphuis. Dit is de oudste vermelding van vader Jan als Oude Kamphuis. Gezien de vermelding van Gerrit Camphuis in de doopacte van 1792 en diens feitelijke naam Gerrit Beverborg, kunnen we het volgende concluderen:

A. De vader van Gerrit Camphuis (alias Oude Kamphuis) heet feitelijk Jan Beverborg. De naam Oude Kamphuis moet hem pas in 1822 zijn toegekend in de acte van overlijden. Vrij zeker houdt dit verband met de Naamwet van 1811, waarbij iedereen is verplicht een vaste familienaam te voeren. (> Naamwet) De gekozen familienamen zijn daarbij kennelijk teruggeprojecteerd op de ouders en voorouders.
B. Gerrit Camphuis (alias Beverborg) is vrij zeker de eerste Oude Kamphuis die op boerderij Kamphuis (Kaamps) in Deurningen woont. Hij is de zoon van Jan Beverborg en Dina Rorink.
C. De kinderen van Gerrit Camphuis voeren de naam Kamphuis. De oudste tak krijgt de toevoeging Oude. De eerste die echt de naam Oude Kamphuis voert is Johannes Oude Kamphuis, zoon van Gerrit Camphuis (alias Beverborg) en Janna Oude Wennink. Diens nazaten voeren eveneens de naam Oude Kamphuis.

- Chronologie
1300-1750 > Beverborg Twente
1550-1610 Berend de Bever, commandeur van Ootmarsum. Vrij zeker geboren op havezathe Beverborg in De Lutte. (HTB, KBG)
1590-1650 Antonius van Bever, geboren in De Lutte. Vrij zeker op havezathe Beverborg. Is vicaris van S. Lambertus. Mogelijk is hij een zoon van Berend de Bever (gb 1550) (PJG/K, KBG)
1615-1675 Gerlach Antonius de Bever, geboren op havezathe Beverborg in De Lutte. Ghm Margareta Moosen. In 1645 koopt hij erve Groot Bavel in De Lutte. Hij verpacht Groot Bavel en blijft zelf wonen op Groot Beverborg. (> Beverborg Twente)
1651-1701 grootvader van Jan Beverborg in De Lutte. Vrij zeker een zoon van Gerlach Antonius de Bever en geboren op erve Groot Beverborg in De Lutte.
1687-1747 vader Jan Beverborg in De Lutte. Hij is vrij zeker een kleinzoon van Gerlach Antonius de Bever en geboren op erve Groot Beverborg in De Lutte.
1696-1720 Jenne Beverborg (alias Groot Bavel), kleindochter van Gerlach Antonius de Bever.
1722-1782 Jan Beverborg uit De Lutte ghm Dina Rorink. Jan is vrij zeker een achterkleinzoon van Gerlach Antonius de Bever. Mogelijk is hij geboren op erve Groot Beverborg in De Lutte en is hij een broer van Jenne Beverborg (gb 1696).
1757-1822 Gerrit Oude Kamphuis (alias Gerrit Beverborg), zoon van Jan Beverborg. Geboren in De Lutte. Mogelijk op erve Groot Beverborg. Gerrit woont sinds 1791 op erve Kamphuis (Kaamps) in Deurningen waar in dat jaar huwt met Joanna Oude Wennink.
1792-1862 Janna Kamphuis, dochter van Gerrit Oude Kamphuis en Joanna Oude Wennink. Geboren op erve Kamphuis. Gedoopt 3.9.1792. Doopgetuige is o.a Joannes Beverborg, neef van vader Gerrit. NB Johannes/Jan, Gerrit/Gerard en Herman zijn namen die in het verleden vaak voorkomen bij het geslacht Beverborg.
1805-1877 Johannes Oude Kamphuis, zoon van Gerrit Oude Kamphuis en Joanna Oude Wennink. Geboren op erve Kamphuis in Deureningen.
etc.

- Boerderij Kamphuis
De oude boerderij in Deurningen heet in de volksmond Kaamps. In het Verpondingsregister van Twente uit 1601 is ze vermeld als Camphuys.

1475. Camphus, 2 s., bet. 3 golden (r.g.), d.
1601. Camphuys, den comptuir van Oetmerssum tobehorich is van 9,5 mudde landes unde een dach hoylandes, der meyer nicht by huys. 4-22-8.
1602. Camphuys, an middelmatige landen 6,5 mudde und 1 schepel, an olthovige 1,5 mudde.
1953. Kaamps of Kamphuis.
1980. Kaamps of Kamphuis; nu bewoond door H.A.J. Nijland.
2006. Kaamps; Fa. Boer Herbert.

Zoals gebruikelijk in die dagen krijgen mensen vaak de naam van de locatie of de hoeve waar ze wonen. Zodoende wordt Beverborg rond 1790 Oude Kamphuis.

Foto rechts: boerderij Kaamps in Deurningen anno 2006.

** Beverborg Twente
@ foto © TiedLight ®
# ODB, VRT, FRI

 

Oude Wetering
Dorp in Alkemade. Van oudsher een scheepvaartdorp. In de 13e eeuw was er al druk scheepvaartverkeer. Het dorp lag namelijk aan de enige vaarweg tussen Noord en Zuid Nederland, Vlaanderen en zelfs Gelderland en Westfalen. Alle binnenvaart van Groningen, Friesland en Noord Holland naar Zuid Nederland, Vlaanderen, Gelderland en Westfalen en vv moest door Oude Wetering. Hierdoor richt het dorp zich al vroeg op de scheepvaart. Er kwamen twee scheepswerven, een zeilmakerij, schippersherbergen en bevoorradingswinkels.
Het stadhuis van Alkemade stond vroeger in Oude Wetering. Hierin bevond zich ook een gevangenis. Er is een waag en een vuurbaak aan het Leidse Meer (= Haarlemmer Meer) tbv de scheepvaart.

- Kranologie
1500-1580 Thijs Vranken Cranenburgh B!+// Leiden-OudeWetering* ...ww
1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh B!+// Leiden-OudeWetering*-Groningen ...ww
1565-1648 Thijs Claesz Kranenburg B!+// Groningen-OudeWetering*-Scharmer ...ww/wy
1555-1615 Dirc Anthonisz Cranenburgh B!+// Warmond-OudeWetering ...cd:
1899-1963 Hugo Kranenburg B!+// OudeWetering--Chicago/USA

Thijs Vranken Cranenburgh is in 1577 kennelijk ambachtbewaarder van Oude Wetering. Hij woont echter in Leiden.
Claes Thijsz Cranenburgh is scheepmaker in Groningen. Mogelijk heeft hij enige jaren gewerkt op een scheepswerf in Oude Wetering om er zijn vak te leren.
Thijs Claesz Kranenburg woont kennelijk in 1577 in Oude Wetering. (> A447)
E.e.a. kan betekenen dat er in de 16e eeuw in Oude Wetering enige Cranenburghs~ wonen.
** A447
# Stg Oud Alkemade, AWA, KBG

Ouderling:
** Kerkeraad

Oudshoorn:
Dorp in Zuid-Holland, gelegen aan de Oude Rijn, tussen Koudekerk/Rijn en Alphen/Rijn en noord van Hazerswoude-Rijndijk.

Oudste Kranenburgs~
Bron 1380 handelt over de geslachten die langs mannelijke lijn zijn voortgekomen uit het geslacht Van Wassenaar. Daartoe behoort o.a. het geslacht Van Cranenburch, dat voortkomt uit Bartholomeus II van Wassenaar. Het is daarom interessant te weten hoeveel Kranenburgs~ er zijn geboren voordat het document (Bron 1380) in 1380 is opgemaakt. Op grond van de huidige gegevens zijn dat 33 personen. Daarvan wonen er 24 (73%) in Zuid Holland, 3 (9%) in Cranenburg Kleef, 3 (9%) elders en 3 (9%) onbekend. (> pagina Timetable) De werkelijke aantallen zijn niet bekend. Er kunnen vele Kranenburgs~ zijn, die nergens zijn vermeld of van wie de vermeldingen nog niet bekend zijn. Aangenomen mag worden, dat deze handicaps zich over de hele linie gelijkmatig voordoen. Het spreidingsgebied is immers in tijd en ruimte niet zo extreem groot. De percentages geven daarom een goed beeld. Daaruit blijkt overduidelijk dat de Kranenburg~ Clan voor zeker 74% afkomstig is uit Zuid Holland en met name de regio Bleiswijk-Haagambacht-Zoetermeer.

Hat aantal Kranenburgs~ dat ten tijde van het opmaken van Bron 1380 bekend zou kunnen zijn bij de auteur van Bron 1380 bedraagt 16 personen. Dit zijn de Kranenburgs~ die zijn geboren tussen 1300 en 1360, en die dus volwassen zijn of kort geleden gestorven, als Bron 1380 wordt opgemaakt. Dit is een vrij groot aantal. De meesten wonen in Zuid Holland en de overigen zullen gezien hun herkomst en positie toch ook bekend kunnen zijn bij de auteur.

Een ervaringsregel leert dat een bevolking zich gemiddeld om de 50 jaar verdubbeld. Wat voor een bevolking in z'n geheel geldt, geldt ipso facto natuurlijk dan ook voor een geslacht. Op grond van bovenstaande lijst moeten er in 1380 17 Kranenburgs~ leven in Zuid Holland. Rekenen we terug volgens de verdubbelingsregel, dan moet de eerste Kranenburg~ ergens rond het jaar 1150 de gemiddelde leeftijd hebben en derhalve ergens rond 1120 zijn geboren. Cranenburg Eikenduinen bestaat pas sinds 1330. Blijft dus over Cranenburg Bleiswijk, dat reeds in 1106 is gesticht door Halewijn de burggraaf van Leiden. Diens kleinzoon Halewijn, de derde kastelein van Leiden, vererft Cranenburg Bleiswijk aan Filips, de eerste Heer van Wassenaar. Deze Filips I (1155*-1223*) vererft Cranenburg Bleiwsijk in 1268 aan zijn kleinzoon Bartholomeus II van Wassenaar. Filips I van Wassenaar voegt de naam Cranenburg niet toe aan zijn eigen naam. Daarentegen gaat Bartholomeus II zich Van Wassenaar tot Cranenburg noemen. Diens zoon Engelbert I noemt zich alleen nog Van Cranenburg. Bron HRAC geeft echter alleen Engelbert op als zoon van Bartholomeus, hetgeen overigens strikt genomen niet persé hoeft uit te sluiten dat er nog andere zoons zijn. Maar wie zijn dan de vaders van Everardus, Kerstant en Hein? Gezien hun mogelijke geboortejaren zou hun vader best Bartholomeus kunnen zijn. Maar daarover zijn vooralsnog geen bewijzen aanwezig. Gezien de vererving van Cranenburg Bleiswijk aan Engelbert I, lijkt dat niet echt uitgesloten.

Als Everardus, Kerstant en Hein andere zoons zijn van Bartholomeus II van Wassenaar, dan zijn dat jongere broers van Engelbert I. Deze Engelbert I gaat dan in de erfopvolging van Cranenburg Bleiswijk vóór op zijn jongere broers. Bartholomeus II als gemeenschappelijke vader van Engelbert, Everardus, Kerstant en Hein en dus als oervader van alle Kranenburgs~ stammend uit Zuid Holland, is dus niet echt een irreële mogelijkheid. Bron 1380 sluit dit ook niet uit. Deze zegt dat 'die van Cranenburch' van Bartholomeus II van Wassenaar 'daer af zijn ghecomen'. Dat kan dus inclusief genoemde Everardus, Kerstant en Hein zijn. Wat Bron 1380 wel duidelijk lijkt te impliceren is, dat Bartholomeus de enige schakel is tussen de Van Wassenaars en de Kranenburgs~. Er hoeft dus kennelijk niet naar een andere schakel tussen beide geslachten te worden gezocht. Verder onderzoek naar al deze veronderstellingen zal e.e.a. echter nog moeten bewijzen of althans zeer aannemelijk moeten maken.
** Bevolking, Bron 1380, Pg Timetable
# HRAC, Bron 1380, AWA, DAB

Oudste vermeldingen Kranenburgs~
Betreft familienaam.
** NVC (Herkomst)

Oudste wapens Kranenburgs~
Betreft familiewapens.
** FWH, OWL

OV
= Oudheidkundige Vereniging

OV70/96
Betreft OVG 1970 (p 96).
Hier is vermeld:

10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend:
West: 1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz
Oost: 1346:Willem van den Hoficke, 1479: de Heilige Geest van Delft, 1521: de Karthuizers van Delft.

..-..-....: Mourijn (vermeld 1281, l.h. 5, f 49)
26-10-1352: Jan Mourijsz uit Burgherdijc, ghm Kateline Willem Katelinenzndr (l.h. 42, f3 vl)
-1-10-1372: Lisebet, ghm Enghelbrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijsz (l.h. 50, f 135)
..-..-1390: Lijsbet, ghm Egbrecht van Cranenburg, met ledige hand (l.h. 422, f 16v)
12--6-1405: Jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr heeft bij de inbraak van de Riederwaert haar handvest verloren en tocht haar man Engebrecht van Cranenburch (l.h. 54, f 10)
-5--2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (l.h. 62, f 22 en l.h. 281, f 12 vl)
17--3-1429: Jan van Cranenburch tocht zijn vrouw Beatrijs Gherijtsdr (l.h. 62, f 78)
23--5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (l.h. 115, cap. N.H., f 25)
20--2-1479: Engbrecht van Cranenburch doet opnieuw hulde (l.h. 119, cap. N.H., f 14)
29--3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (l.h. 120, cap. N.H., f 6v)
18--4-1485: Elizabeth van Cranenburch, ghm Adraen Gerijtsz, bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (l.h. 120, cap. N.H., f 21)
01--6-1498: Wouter Jansz na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar zoon Ridder Adriaensz (l.h. 122, cap. N.H., f 6)

etc

De personen in kwestie zijn: Engelbert II van Cranenburg, Jan van Cranenburg, Engelbert IV van Cranenburg, Gerrit van Cranenburg en Elisabeth van Cranenburg.
** Roberta Kranenburg (Riederwaard)
# OVG 1970 (p 95-96)

OV70/101
Betreft bron OVG 1970 (p 101-2)
Hier is vermeld:

Veertien morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend:
Oost: 1346: de woning van Jan van den Hofdike
West: de woning van Gerijt Hannen.
-3--8-1272: Mourinus van Burgerdijc na overdracht door de broeders van het Theutonische Huis van Trajectum (Utrecht*) (l.h. 120, cap. N.H. f 120)
..-..-1346: Mouwerijn Diercxz met ledige hand (l.h. 5, f 59)
26-10-1352: Jan Mourijnsz uit Burgherdic, ghm Kateline Willem Katelinezndr (l.h. 42, f 3 v)
..-..-....: Dirc van Stompijc na koop (l.h. 5, f 59)
-1-10-1373: Lisebet, ghm Enghebrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijnsz (l.h. 50, f 135)
..-..-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburch, met ledige hand (l.h. 422, f 6v)
-5--2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (l.h. 62, f 22 en l.h. 281, f 12v)
20--3-1431: Jan van Cranenburch krijgt confirmatie van de door hem d.d. 14-3-1431 gedane blening van zijn broer Egbert van Cranenburch met 2 kampen uit het leen, het eerste langs de Schede, groot 23,5 hont 18 gaarden, en het tweede langs deBurghersdijcse weg, groot 23 hont 22 gaarden (l.h. 62, f 143v)
23--5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (l.h. 115, cap. N.H., f 25)
29--3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (l.h. 120, cap. N.H., f 6v)
18--4-1485: Elizabeth van Cranenburch, ghm Adriaen Gerijtsz, bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (l.h. 120, cap. N.H., f 21)
23--2-1498: Wouter Jansz na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar voogd Jan Claesz (l.h. 122, cap. N.H., f 4)
14-10-1521: Hillegont Willemsdr, hulde door Screvel van Diemen, bij dode van haar neef Wouter Jansz (l.h. 124, cap. N.H., f 32)

etc

De personen in kwestie zijn: Engelbert II van Cranenburg, Jan van Cranenburg, Engelbert IV van Cranenburg, Gerrit van Cranenburg, Elisabeth van Cranenburg, Jan Claesz van Cranenburch en Wouter Jansz van Cranenburch.
# OVG 1970 (p 101-2)

OV72/230
Betreft bron OVG 1972 (p 230).
Hier is vermeld:

Vier morgen land in Bordijck, belend:
West: de graaf van Hollant (1492: Floris Gerritsz en Joris Pietersz).
Oost: Floris Hondertpontsz (1492: Jan Aemsz en meester Jan van Uuytrecht).
Noord: de weg van Bordijck (1492: de erfgenamen van Wouter metten Ossen).
Zuid: de Sceede.
------------: Jan Mouwerisz
------------: Jan Mouwerijszndr, gehuwd met Engebrecht van Cranenburch
-8--3-1421: Jan van Cranenburch
28-10-1429: Jan van Cranenburch met ledige hand
------------: Engebrecht van Cranenburch Jansz
-7--3-1492: Lijsbeth, weduwe van Adriaen van der Hoeve, na aanvankelijk verzuim en draagt het leen over aan Adriaen van der Hoeve, bij kinderloos overlijden te versterven op Marie, dochter van genoemde Lijsbeth, en bij gebreke van haar op de rechte zwaardzijde van Lijsbeth
-4-11-1517: Adriaen Claesz bij dode van zijn vader Claes Vranckenz en draagt het leen over aan Adam Claes Meesz te Delft, onmondig, vader: Claes Meesz
13-11-1538: Frans Duyst van Voerhout Dirricxz na overdracht door Adam Claesz
etc

Met Enghebrecht van Cranenburch Jansz wordt bedoeld Engelbert IV van Cranenburg.
Met Lijsbeth (weduwe van Adriaen van der Hoeve) wordt bedoeld Elisabeth van Cranenburg, dochter van Engelbert IV van Cranenburg. Zij woont op hofstede Cranenburg te Eikenduinen.
Na Lijsbeth gaat het leen over op Adriaen Claesz. Dus niet op Adriaen van der Hoeve of Marie, dochter van Lijsbeth. De leen gaat derhalve over op iemand van de rechte zwaardzijde van Lijsbeth. De term rechte zwaardzijde betekent dat de leen overgaat naar het naaste mannelijk familielid van Lijsbeth van vaderlijke kant. We hebben dus te maken met Adriaen Claesz en zijn vader Claes Vranckenz van Cranenburch. Zeer waarschijnlijk ook met Adam Claes Meesz en Claes Meesz van Cranenburch. Lenen gaan immers normaliter over op iemand uit de familiaire kring aan de rechte zwaardzijde.
** Zwaardzijde, Leenoverdracht
# OVG 1972 (p 230)

OV78/194
Betreft OVG 1978 (p 194).
Hier is vermeld:

De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend:
West: 1607: de erfgenamen van Arent Harcxz, 1664: de erfgenamen van meester Pieter van Veen
Noord, oost en zuid: 1664: Cornelia en Agatha Kinschot, 1691: meester Pieter Nicolaes van Teffelen, 1725: meester Adriaen Boon, 1729: Johanna Jacoba du Bos
Oost: 1607: de Scholdamse weg
Zuid: 1607: de banwatering
Noord: 1607: 's-Graven wildernis
Pachter: 1631: Claes Engelen
1367: het houden van een paar zwanen in het Wijnnendaelre meer

-------1----: Jan van Cranenborch (AA, f1: op 29.4.1324 vermeld als Jan Engebrechtsz, AA, f28)
29--6-1367: Engebrecht van Cranenburch, neef van de leenheer heer Dirc van Wassenaar, burggraaf van Leyden, bij kinderloos overlijden te versterven op zijn zuster jonkvrouwe Aechte, weduwe van Jonijs van Otshoirn (AA, f 29 en A, f 16v)
11--5-1421: Jan van Cranenburch (A, f 16v)
29--5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, f 68)
17--3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, f 29)
6--12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdr van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, f 30 en D, f 3v)
25--7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdr met haar voogd Jan Claesz (D, f 3)
etc

Vetaald:
1330-1362  Willem van Cranenburg (gb 1305); bouwheer
1362-1367  Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300); neef vv
1367-1421  Engelbert II van Cranenburg (gb 1335); zoon vv
1421-1447  Jan van Cranenburg (gb 1370); zoon vv
1447-1484  Engelbert IV van Cranenburg (gb 1414); zoon vv
1484-1484  Gerrit van Cranenburg (gb 1442); zoon vv
1484-1499  Elisabeth van Cranenburg (gb 1444); zuster vv
1499-1499  Margaretha van der Houve (gb 1479); dochter vv
etc

Legenda
Woning (MN) = huis, borg, kasteel.
Werf (MN) = erf, onbebouwde ruimte rond de woning. Kan mogelijk ook terp betekenen. Huis Cranenburg zou dan op een verhoogde plaats (plateau) staan. Dit lijkt bevestigd door Wapen Wijbrandus en oude tekening Catshuis, waar Huis Cranenburg tot 1609 vrij zeker heeft gestaan. Heeft dan vrij zeker te maken met het regelmatig overstromen van de Haagse Beek. (> Werf, Cranenburg Eikenduinen)
Jan (Engebrechtsz) van Cranenborch = Jan Engelbrechtsz van Cranenburg
Engebrecht van Cranenburch (1367) = Engelbert II van Cranenburg
Jan van Cranenburch (1421) = Jan van Cranenburg
Engebrecht van Cranenburch (1447) = Engelbert IV van Cranenburg
Gerijt van Cranenburch = Gerrit van Cranenburg
Lijsbeth Engebrechtsdr van Cranenborch = Elisabeth van Cranenburg
Jan Claesz = Jan Claesz van Cranenburch

Opmerkelijk is dat op 29.4.1324 Jan Engebrechtsz wordt genoemd als leenman. De gangbare overlevering is immers dat hofstede Cranenburg te Eikenduinen in 1330 is gesticht door Willem van Cranenburg. De waarde en betekenis van de notitie dd 29.4.1324 is daarmee onduidelijk. De vraag rijst waarom het leenboek niet vermeld dat Willem in 1330 de hofstede heeft gesticht en de leen laat beginnen op een onduidelijke datum bij Jan Engebrechtsz. Het lijkt er daarom op dat het goed priveebezit is van Willem van Cranenburch dat later zgn wordt overgedragen aan de heer van Wassenaar. Zulks is ook al eerder gebeurd in Haagambacht met het goed van Kerstant van Kranenburg, een oom van Willem.
Bron HRAC vermeldt bij Willem van Cranenburg overigens:

Hij sticht Huis en Hofstad Eykenduynen in Haagambacht, en noemt het ook Cranenburg. En wordt daar mede naast de Tiende op Scheveningen en Sleebosch en het Recht om Twee zwanen in het Wyndaler Meer te houden, beleend door de Heer van Wassenaer 13...

Hier staat dus wel dat Willem is beleend met Cranenburg Eikenduinen. Er zit dus een vreemd hiaat in bron OV78/194. Als eerste wordt Jan van Cranenborch genoemd. Dat is in feite Jan Engelbertsz van Cranenburg. Hij is een zoon van Engelbert I van Cranenburg, een broer van Kerstant. Jan draagt het leen in 1367 over aan Engelbert II van Cranenburg. Bij Jan van Cranenborch, de eerst genoemde leenman, is geen jaartal vermeld. Vóór Jan is niemand genoemd. Willem sterft rond 1362. De hiaat in bron OV78/194 blijft dus vreemd. De enige juiste conclusie lijkt vooralsnog dat de administratie van Leenhof Wassenaar rond 1360 nog niet goed op gang is.

Per saldo heeft het er veel van weg dat Willem van Cranenburg inderdaad de stichter en eigenaar is van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Inclusief de bijbehorende gronden. De locatiebeschrijving dateert echter van 1607 en later. Hofstede Cranenburg is in 1603 afgebroken. Rond 1609 wordt elders in het Cranenburggoed de boerderij Kranenburg gebouwd. Het Cranenburggoed zal echter wel nog intact zijn in die jaren.
** Werf, Woning, Cranenburg Eikenduinen (ib Hofstede/ligging), Jan Claesz van Cranenburch, Cranenburggoed Eikenduinen
# OVG 1978 (p 194)

OV85/18
Betreft bron OVG 1985 (p 18, 47).
Hier is vermeld:

Zes morgen land in Eskamp (Haagambacht):
Noord: jonkvrouw uten Broek (1346: Dirk Wouter; 1369: Nikolaas die Bruin)
Zuid: Katharina, weduwe Frank Kerstantsz (1346: Willem die Bye)
Oost: de Nieuwe Weg (1346: Jan Obrecht)
West: (1369: Nicolaas Omloop)

19--3-1326: Lijftocht van Erkenrade, gehuwd met Jan Bokelsz uten Broek, op de helft (LRK 2 fo. 41 nr 270)
-------1346: Dirk Bokel (LRK 5 fo. 69)
23-11-1369: Matthijs Willemsz, deurwaarder van de leenheer, bij overdracht door Dirk Bokel met lijftocht van Machteld, zijn vrouw, op de mindere helft (LRK 50 fo 139v nr 931, LRK 5 fo 69).
21--3-1372: Matthijs Willemsz, deurwaarder, ten eigen (LRK 49 fo 32v, LRK 5 fo 69).

De leenheer is mogelijk de heer van Wassenaar.
Jonkvrouw uten Broek is waarschijnlijk een dochter van Engelbert I van Cranenburg (alias heer Enghebrecht uten Broecke).
Frank Kerstantsz is mogelijk een zoon van Kerstant van Kranenburg, wonend in Haagambacht en afkomstig uit ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk.
Dirk Bokel is mogelijk Dirk II van Bokel, afkomstig uit Bleiswijk en stichter van het geslacht Van Mathenesse.
Jan Bokelsz uten Broek moet in feite Jan Bokel uten Broek (Segbroek) heten. Bokel is immers een familienaam die in die tijd al bestaat. Dirk Bokel (vermeld 1346) is immers ook een telg uit het geslacht Bokel. (> Bokel) Genoemde Jan Bokel komt dus naar alle waarschijnlijkheid uit Segbroek in het aangrenzend Eikenduinen. Segbroek is broekland, dat in die tijd nog nergens Segbroek wordt genoemd. Mogelijk gewoon De Broeke. Evenals het naastgelegen duingebied Die Dune wordt genoemd. (> Uten Broeke)
Matthijs Willemsz is mogelijk een zoon van Willem van Cranenburg, stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen.
Frank, Kerstant, Matthijs en Willem zijn typisch namen die in de 13e-16e eeuw veel voorkomen bij de Kranenburgs~.
Tussen de geslachten Van Cranenburgh en Van Mathenesse bestaan hoogst waarschijnlijk enige eeuwen lang nauwe banden. Beide geslachten voeren identieke familiewapens, die kleurvarianten zijn.
Zowel de Van Cranenburgs als de Bokels wonen in de in de 13e-15e eeuw in Bleiswijk. OV15 lijkt deze nauwe banden te bevestigen. Leenoverdracht gebeurt namelijk voornamelijk in familiaire of relationele kringen. Zowel de Van Cranenburgs als de Bokels stammen af van het geslacht Van Wassenaar.
** Cranenburg/Mathenesse, Jacob van Wassenaar (Bokel)
# OVG 1985 (p 18; 47), DAB

Overleveringen
** Pg Anglicana

ovm
= oudste vermelding

P::

Pancras Kranenburg (1726-1786*):
Zoon van Jacob Kranenburg en Rachel de Man.
Woont in Leiden. Ghm Catharina Vermeulen.
Gedoopt 17.12.1726 te Leiden.
Udh: Geertruij (gd 1763).
# Dopen in Leiden

Pascal Mathew Cranenburgh (1810*-1870*):
Zoon van Mathew Cranenburgh en Emelia Canthopher in Fort William bij Calcutta/India.
Huwt 1840* Jessamine Cardozo, dochter van Louis Cardozo.
In 1858 eigenaar van Military Orphan Press.
Uitgever van: The Port of Calcutta and 'the Porth of Mullah': Considered in connection by a railway or a ship canal. (47 pag.; 1858)
Udh: Dalmerick Edwin Cranenburgh.
Vrij zeker ook Jessamine Cranenburgh.
** Savielle & Cranenburgh Printers Ltd Bengal/India
# PLZ, KBG, DAB

Patrilocalisme:
In een grot te Asturias in Noord Spanje zijn resten gevonden van mannen, vrouwen en kinderen van Neanderthalers rond 49.000vC. De resten tonen dat er sprake was van kanibalisme. Verder blijken de mannen afkomstig uit de regio, terwijl de vrouwen van elders kwamen. Dit zgn patrilocalimse is een verschijnsel dat heden nog steeds veel voorkomt in de hele wereld.
¶ Het patrilocalisme verklaart o.a. waarom familienamen vaak sterk voorkomen in de regio waar ze lang geleden zijn ontstaan. Zo blijkt de familienaam Kranenburg anno 2010 het meest frekwent in Zuid Holland en i.b. rond Rotterdam, 4 Km ver van Bleiswijk waar kasteel Kranenburg stond en waaraan de familienaam in 1276 is ontleend.
** Kranenburg Bleiswijk
# BBCNews 22.12.2010, KBG

Patroniemen
Namen die zijn afgeleid van de vader. Voorbeeld: Pieter Claesz = de zoon van Claes. Het gebruik van patroniemen is heel oud en komt voor tot in de 20e eeuw.
** Naamtradities

Paulina Kranenburg (1947-2001):
Geboren 3.1.1947. Overlijdt 30.12.2001. Begraven op Tolsteeg in Utrecht.
# graftombe.nl 4.2.08

Paulus Gijsberts Kranenburg (1752-1808)
Zoon van Gijsbert Ariens Kranenburg en Pietertje Paulusdr Tolhooft.
Geboren 9.1.1752 in Rhoon. Aldaar overleden 11.10.1808.
# VDH 25.5.2005

Paulus Kranenburg (gb 1759)
** Pieter Kranenburg (Delfshaven)

Penda van Mercia (595*-655*):
Zoon van koning Pybba van Mercia.
Geboren en wonend in Tamworth, Staffordshire. Koning van Mercia.
Zoon: Ethelred I van Mercia (gb 641).
** Mercia
# WKP, KBG

Pennings Vennemeer (Warmond/Alkemade)
Aan de Zwarteweg 1 in Oud-Ade (Alkemade) staat een woning die sinds de 19e eeuw de naam Pennings heeft. De woning staat pal aan het Vennemeer. Deze woning heeft een oude geschiedenis. Oorspronkelijk is het een boerenhoeve gelegen in Warmond. Vóór 1534 is de hoeve eigendom van Dirck Vranken Cranenburgh. In 1550 koopt zijn zoon Huych Dircks de hoeve. Daarna woont Claes Dirck Vranken er met zijn gezin. In 1664 wonen Zacharias Claesz en Mees Claesz Cranenburgh (van Cranenburch) met hun gezinnen in de hoeve. Beiden zijn zoons van Claes Dirck Vranken. Sinds 1640 zijn Cornelis Sachariasz en Gerrit Sachariasz van Cranenburgh eigenaar van de hoeve. Hoe lang de hoeve dan nog in bezit van de Cranenburghs~ blijft, is vooralsnog onbekend.

De naam Pennings is afkomstig van ene Pennings die in de 19e eeuw de hoeve koopt. Drie generaties lang wonen de Pennings in deze hoeve. De oude hoeve is in die tijd verbouwd. In 1985* wordt Pennings verkocht aan ene Coeberg uit Rotterdam, die z'n drankfabriek vlak daarvoor heeft verkocht aan bierbrouwer Heineken. De hoeve heeft de tand des tijds goed doorstaan. Anno 2005 is het een mooie woning met een rieten dak en mooie rood-wit-groen geschilderde luiken.

Uit de namenlijst van de oorspronkelijke eigenaars/bewoners van de hoeve, blijkt dat de naam Cranenburgh een aantal variaties kent. Uit de beschikbare documenten blijken duidelijk hun onderlinge familierelaties. Maar ook blijkt dat de naam Van Cranenburgh het meest frekwent voorkomt. We mogen derhalve aannemen dat de oorspronkelijke naam van al deze Cranenburghs~ kennelijk Van Cranenburgh en mogelijk Van Cranenburch is. Dat zal dan kennelijk ook de werkelijke naam van hun voorouders in vaderlijke lijn zijn geweest.
** Zacharias Claesz Cranenburgh, VCK
# SRO, TVP, FRI

Pest:
Infectieziekte veroorzaakt door de pestbacterie. In 1894 is deze bacterie ontdekt door de Fransman Yersin. De ziekte wordt via muggen overgebracht op ratten en mensen. De ziekte veroozaakt bulten en builen en ontsteking bij de lymfeklieren in de lies, oksel of hals. De patient krijgt hoge koorts en rood belopen ogen. Hij wordt onrustig en verward. In de laatste fase ontstaat vaak longontsteking. Zonder medische behandling sterft 50-80% van de patienten binnen enkele dagen.
Reeds vóór onze jaartelling is deze ziekte bekend en beschreven. De ziekte breidt zich soms epidemisch uit over de hele wereld. De grootste uitbraak in Europa is de 'zwarte dood' in het midden van de 14e eeuw. Ruim 25% van de bevolking van Europa komt daarbij om.
** Eikenduinen, Cranbury Manor Hampshire, Gerrit van Cranenburg (gb 1442; Eikenduinen), Demografie
# WP

Peter~
** Pieter~

Peternella~
** Petronella~

Petra Else Jeannette van Cranenburgh (gb 1952)
Dochter van Jan Hendrik van Cranenburgh en Leentje Camfferman.
Geboren 15.10.1952 in Delft. Gedoopt 3.5.1953 in de NH Kerk te Naaldwijk. Huwt 23.6.1973 in Naaldwijk met Johannes Andreas Peters, geboren 27.7.1944, zoon van Johannes Andreas Peters en Dina Maria de Brabander. Johannes is rijksambtenaar.
Udh: Saskia (gb 1979 Leidschendam) en Annelies (gb 1982 Voorburg).
# VC300

Petronella~

Petronella van Kraenenburg (1794*-1854*):
Woont in Tiel. Ghm Bart van der Maas.
Udh: Flip (gb 6.1.1826 Buurmalsen).
# fmavanschaik.nl 1.4.08

Petronella Kranenburg (1862-1922*):
Dochter van Hugo Kranenburg en Catharina Kleyweg.
Geboren 25.4.1863 in Lisse.
Huwt 1e 1883 Gerardus Bekker, zoon van Pieter Bekker en Christina Looper.
Huwt 2e 1893 Martinus Nijland.
# GKC

Petronella Kranenburg (1873-1933*):
Dochter van Gijsbertus IV Kranenburg (gb 1845) en Petronella de Graaff.
Geboren 1873 te Voorschoten. Ghm Johan B.H. van Rijswijk.
# GKA, KBG

Pieternella Kranenburg (1879-1939*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 7.8.1879 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Petronella Elisabeth Kranenbarg (1882-1904):
Dochter van Hendrik Jan Kranenbarg (gb 1851) en Jannetje van der Hoef (gb 1855).
Geboren 9.3.1882 te Otterlo. Overlijdt 2.3.1904 in Ede.
# JBM 22.10.08

Peternella Elizabeth Kranenborg (1888-1948*)
Dochter van Berend Kranenborg en Elizabeth van der Hoef.
Geboren 1888 in Winterswijk.
# KBH

Petrus~
** Pieter~

Pg
= pagina

Philip~
** Filips~

Pieter~:
() Pieter, Peter, Petrus, etc

Petrus van Cranenborch (1291*-1351*):
Mogelijk een zoon van Engelbert I van Cranenburg en NN in Bleiswijk.
Woont in Roermond. Ghm NN.
Vermeld 5.4.1326 wegens koop van de helft van een huis in de Peperstraet tegenover het Begijnhof in Den Bosch van Paulus Gladiator.
# archieven.nl 28.9.08 (Archief Fam. Van den Bergh in Roermond; Reg.Hist.Centrum Limburg tgn 16.0531)

Pieter Gielisz van Cranenburg* (1425*-1485*)
Mogelijk een zoon van Gielis Jansz van Cranenburg te Maasland*.
Woont in Schipluiden*.
Zoon: Gielis Pietersz van Cranenburg.
Mogelijk ook Willem Pietersz van Cranenburg.
# KAB, KBG

Pieter Reynoutsz van Cranenburgh* (1455*-1515*)
Mogelijk een zoon van Reynout Claasz van Cranenburg (gb 1405).
Woont mogelijk op de Vrouwe Ven te Warmond.
Zoon: Arie Pieter Reynoutsz van Cranenburgh (gb 1490).

Pieter Engebrechtsz van Cranenburg* (1466*-1526*)
Mogelijk een zoon van Engel Hendriksz van Cranenburg en NN in Den Haag.
Vermeld 7.7.1501 in bron AKD ivm aankoop van een huis en erf bij het Lysbetten Zusterhuis in Den Haag.
# AKD (p 33)

Pieter Vranckenz Cranenburgh* (1471*-1531*)
Mogelijk een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Pieter woont dan volgens deze lijst op Rapenburg.
# VML

Pieter Gielisz van van Cranenburg* (1480*-1540*)
Zoon van Gielis Pietersz van Cranenburg en NN in Schipluiden.
# KAB, KBG

Peter van Cranenberch (1497*-1557*):
Zoon van Xx van Cranenberch (gb 1462) en NN in DenBosch*.
Woont mogelijk in DenBosch. Ghm NN.
Vermeld in 1525-1541 ivm messentrekkerij door Henrick Janssen.
Zoon*: Theodorus van Cranenborch (gb 1534; Den Bosch).
# Meijerse Schoutsrekeningen 1525-1541 (toegang 1107; Rekening Laagschout Den Bosch)

Pieter Adriaensz van Cranenburch (1512*-1572*)
Mogelijk een zoon van Adriaen Claesz van Cranenburch te Warmond.
Vermeld 2.5.1547 als gezworene van Ambacht Berkel ivm een contract van de pater van het Convent van Onze Lieve Vrouwe in Galylee op het Spuye in Den Haag.
# AKD (p 100)

Peter Lauwerynsz Cranenborch (1519*-1579*):
Zoon van Lauweryn Xzn Cranenborch en NN.
Mogelijk een nazaat van Petrus van Cranenborch (gb 1291) in Roermond.
Woont op hoeve Cranenborch in Maastricht.
Vermeld 1554 in schepenbrief van Borgharen ivm een kaart die hij ontvangt van Gertrude van Meer:

Schepenbrief van Borgharen en der laten van de "carte"van de heer en van Adam van der Hagen, waarbij Paeschen, burgeres van Antwerpen, dochter van wijlen Adam van der Hagen in bijzijn harer moeder Gertrude van Meer de "carte" van Adam van der Hagen overdraagt aan Peter Lauweryns zoon in de Cranenborch te Maastricht. Met transfix waarbij Henrick van Merssen deze laatkaart van Peter Mens beschudt en eerstgenoemde ze hem overdraagt, 1554.
Reg.Hist. Centrum Limburg (RHCL) tgn 16.0512 titel Kasteel Borgharen.

Alias: Peter Lauwerynsz in de Cranenborch. Deze benaming betekent normaliter dat Peter woont op een locatie (hoeve) genaamd Cranenborch. Deze hoeve bevindt zich volgens de tekst van 1554 te Maastricht.
** Cranenborch Maastricht
# archieven.nl 28.9.08

Pieter Thysz Cranenburgh* (1525*-1585*)
Mogelijk een zoon van Thijs Vranken Cranenburgh en NN in Leiden.
Woont aan de Choorsteeg te Leiden en is warmoesman.
Genoemd 1561 in bron TPL.
# TPL

Pieter Huychesz Cranenburgh* (1534*-1594*)
Mogelijk een zoon van Huych Dircksz Cranenburgh in Warmond (Vrouweven).
Vermeld in 1568 in bron MBR wegens pacht van land in Lisse en Sassenheim van de Abdij van Rijnsburg.
# MBR

Pieter Xzn van Cranenburch (1535*-1595*):
Woont in Dordrecht. Ghm NN.
Dochters: Adriana Pietersdr van Cranenburch en Caterijn Pietersdr van Cranenburgh.
Mogelijk ook Maricken van Cranenborch (gb 1570; Dordrecht).
=* Pieter Adriaensz van Cranenburch

Pieter Heijnrijcxz van Cranenburch' (1537*-1597*):
Zoon van Heijnrijck Claesz van Cranenburch (gb 1503) en NN in de buurt Catwijck te Pijnacker. Woont in Pijnacker. Ghm NN.
Vermeld in bron TPP:
1553: Niet vermeld.
1557: [fol. V] Pieter Heijnrijcxz. bruijct van den heijligen geest tot [doorgehaald: Pijnacker] Delff III mergen gelegen voor Catwijck om X £ offgetogen d'exemptie van den heijligen geest, blijft voor 't IIIen deel III £ VI st. VIII p. Idem bruijct noch als eijgen V½ mergen gelegen after Catwijck getauxeert voor XII £ VII st. VI p. Somme XV £ XIIII st. II p. compt voor den Xen penninck XXXI st. V p.
totaal grond 1557: 3Morgen+5.5M= 8.5 morgen
Pieter Heijnrijcxzs. huijs [in Catwijck] voor VI £ siaers compt XII st.
¶ Udh: Heijnrick Pietersz Cranenburch (gb 1572).
** Cranenburch Pijnacker
# TPP, KBG

Pieter Ysbrandsz Cranenburgh* (1540*-1600*)
Mogelijk een zoon van Ysbrant Dircx Cranenburgh. Geboren op de Vrouwe Ven te Warmond.
Pieter is bouwman. Hij pacht in de Vrouwe Ven en Alkemade grond van de Abdij van Rijnsburg.
Zoon*: Cors Pietersz Cranenburgh.
# MBR 1568

Pieter Adriaensz* van Cranenburch (1545*-1605*)
Mogelijk een zoon van Adriaan Jorisz van Cranenburch en NN in Vlaardingen Ambacht.
Woont mogelijk in Rotterdam en later in Dordrecht.
=* Pieter Xzn van Cranenburch (Rotterdam, Dordrecht)

Pieter Jacobsz van Cranenburch* (1545*-1605*):
Mogelijk een zoon van Jacob Jansz van Cranenburch (gb 1515) in Warmond. Ghm NN.
Vermeld in 1576 als Welgeborene in Rijnland en schout van Zegwaard.
Vermeld in 1577 als Welgeborene in Rijnland, wonend in Warmond.
Vermeld in 1583 en 1585 als Welgeborene in Rijnland, wonend in Warmond.
Kinderen*: Pieter Pietersz van Cranenburch, David Pietersz Cranenburg, Reinier Pieters van Cranenburch, Deliana Pietersdr van Cranenburch, Lodewijk Pietersz van Cranenburg.
=* Pieter Xzn van Cranenburch
# LWR

Pieter Xzn van Craenenburch (1545*-1605*):
Zoon van Xx van Craenenburch (gb 1510) en NN te Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude*. Ghm NN.
Udh: Cors Pietersz van Craenenburch (gb 1580; Hazerswoude).

Pieter Xzn van Cranenburch (1547*-1607*)
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Zoon: Pieter Pietersz van Cranenburch (gb 1582).
=* Pieter Jacobsz van Cranenburch (gb 1545) te Warmond

Pieter Xzn Cranenburch (1553*-1613*):
Woont in Pijnacker*. Ghm NN.
Zoon: Heijnrick Pietersz Cranenburch (gb 1589).
** Cranenburch Pijnacker

Pieter Xzn Cranenburg (1558*-1618*)
Woont te Zevenhuizen* (ZH). Ghm NN.
Zoon: David Pietersz Cranenburg.
=* Pieter Jacobsz van Cranenburch (gb 1545) te Warmond

Pieter Xzn van Cranenburch (1565*-1630*)
Woont in Rotterdam*. Ghm NN.
Kinderen: Reinier Pietersz (gb 1598) en Deliana Pietersdr (gb 1600).
=* Pieter Jacobsz van Cranenburch (gb 1545) te Warmond

Pieter Meesz van Cranenburgh* (1578*-1638*):
Mogelijk een zoon van Mees Claesz van Cranenburgh te Warmond (Vrouwe Ven).
Verhuist mogelijk naar Groningen, waar zijn grootvader Claes Thijsz Cranenburg woont.
Is gehuwd met Grietien Waldrix.
Volgens bron GBG (4756) is Pieter Meesz op 12 september 1630 eigenaar van een graf in de Broerkerk te Groningen.
Bron GBG (4776) meldt op 12 september 1630:

De arfgenamen van Berent Geerts, te weten Roebert Berents, Gese Berents end Geertien Berents, dit graft verkofft an de e. Pieter Mees.

Berent Geerts is mogelijk een neef van Pieter Meesz. Zijn weduwe verkoopt het graf op 6 juli 1638.
# GBG (4776)

Pieter Willemsz Cranenburch (1578*-1638*):
Zoon van Willem Xzn Cranenburch (gb 1543) en NN te Dordrecht*.
Vermeld 10.6.1613 als testamentair voogd over Hugo Bastiaensz, onmondige zoon van wijlen Sebastiaen Gijsbrechtsz, ivm verkoop aan Anthoni Anthonisz, schrijnwerker en burger van Dordrecht, van een erf met daarop getimmerte aan de Steegoversloot in Dordrecht.
** Cranenburch Dordrecht
# uwpassieonline.nl 7.8.08 (# ORA Dordrecht ivn 754 f 68v ev), KBG

Pieter Pietersz van Cranenburch (1582*-1642*)
Mogelijk een zoon van Pieter Jacobsz van Cranenburch te Warmond.
Pieter woont in Leiden en is lakenbereider.
Huwt 4.4.1607 (otr 16.3) in Delft/Leiden met Marytgen Vincenten, jongedochter wonend in Delft aan de Molsteech.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 130), GA Delft

Pieter Cornelisz van Cranenburgh (1600*-1670*):
Zoon van Cornelis Xzn van Cranenburgh (gb 1565) en NN te Hazerswoude.
Woont in Hazerswoude. Ghm Grietje Hendricksdr, dochter van Hendrick Ruttenzn (ovl 1643) en Sara Hubertsdr.
Genoemd:
- 23.5.1639 ivm wonend/landbezit ten oosten van de Bovenweg. (Protocollen Hazerswoude ivn 24 p 541).
- 18.6.1640 ivm wonend/landbezit ten zuiden van de Bovenweg. (Protocollen Hazerswoude ivn 25 p 263).
- 2.11.1643 ivm verdeling boedel Hendrick Ruttensz.
Grietje is begraven 10.11.1668 te Hazerswoude. Pieter leeft dan nog.
Alias: Pieter Cornelisz Kranenburg/Kranenburgh/VanCranenburch.
Udh: Dirck Pietersz (gb 1630 Hazerswoude), Cornelis Pietersz (gb 1633 Hazerswoude), Hendrick Pietersz (gb 1635 Hazerswoude) Kranenburgh.
# GHA 29.1.09, tiscali.nl 25.6.09, DAB

Pieter Xzn Cranenburg (1600*-1660*)
Woont in de Sint Anthoniepolder*. Ghm NN.
Zoon: Adrijaan Pieters Cranenburg.

Pieter Xzn Cranenburch (1601*-1661*):
Zoon van Xx Cranenburch (gb 1566) en NN te Leiden*.
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Udh: Henricus Petri Cranenburch (gb 1636; Leiden).

Pieter Corsz van Craenenburch (1602*-1677):
Zoon van Cors Pietersz van Craenenburch (gb 1580) en Trijntgen Dircxdr.
Geboren en wonend in Hazerswoude.
Huwt 1e 1.4.1629 in Hazerswoude met Claesje Dircx Schipper uit Bleiswijk, weduwe van Teunis Cornelisz.
Udh1: Annetje Pietersdr van Craenenburch (gb 1630).
Pieter is o.a. Armenmeester te Hazerswoude.
Huwt 2e 1635* Grietge Hendricksxd, dochter van Hendrick Ruttensz en Sara Hubertsdr.
Genoemd 2.11.1643 in bron ORA ivm boedelverdeling nalatenschap Hendrick Ruttensz.
WS R. Keijzer Hazerswoude 17.9.2006:

Op 2 november 1643 verschijnt Jan Pietersz man en voogd van Sara Hubertsdr lest wede van Hendrick Ruttensz voor de rechter. Tegenover zich vindt hij onder meer Pieter Corszn van Cranenburch gehuwd met Grietje Hendricksdr kind van Hendrick Ruttenzn haar overleden vader. De zaak dient voor het verdelen van de boedel.

Genoemd 25.8.1655 ivm boedel overleden dochter Annetgen en zorgplicht voor haar dochter Maertge Gerritsdr Vos te Benthuizen. Wordt genoemd Pieter Corsz van Craenenburch, bestevaer (grootvader) van Maertge Gerritsdr. (RA Benthuizen 21)
Grietge en Pieter zijn begraven in Hazerswoude. Grietge op 10.11.1668 en Pieter op 13.9.1677.
Alias: Pieter Cors Craen, Pieter Corsz van Cranenburch, Pieter Cornelisz Cranenburch.
Udh2: Leendert Pietersz, Hendrick Pietersz, Cors Pietersz, Neeltgen Pietersdr, Marytje Pietersdr, Annetje Pietersdr en Trijntje Pietersdr.
** ORA Hazerswoude
# DTB Bleiswijk, MVS, ORA Hazerswoude (26 fol 202/120 dd 3.1.1647; 35 dd 3.5.1675; 35 dd 29.5.1679), WS Keijzer Hazerswoude 17.9.2006, Index Rechterlijk Archief Benthuizen (ivn 21-22), KHB

Pieter Xzn Cranenburgh (1605*-1665*)
Woont in ZevenhuizenZH*. Ghm NN.
Zoon: Cornelis Pietersz Cranenburgh.
=* Pieters Xzn Cranenburgh te Bleiswijk (gb 1620*)

Pieter Rijcksz van Cranenburch (1612*-1672*):
Zoon van Rijck Hesselsz van Cranenburch en Jannetgen Pietersdr te Rijnsburg.
Huwt 7.4.1638 met Grietge Gerritsdr in Rijnsburg.
Genoemd 1623 in bron KHR ivm hoofdgeld vader.
Genoemd 2.6.1638 in bron UPB ivm testament vader.
Genoemd 9.4.1640 in bron UPB ivm testament vader.
Alias: Pieter Rijcken van Cranenburch
# Trouwboek NDG Rijnsburg, KHR, UPB, Rootsweb 23.8.08

Pieter Korsz Kranenburg (1615*-1675*)
Woont in Hazerswoude. Ghm Grietjen H., aldaar begraven 10.11.1668.

Pieter van Cranenburch (1616-1676*)
Zoon van Jan Claesz van Cranenburch en Belytje van Keulen.
Geboren 10.1.1616 te Amsterdam.
Ghm NN.
Pieter verhuist mogelijk rond 1637 naar Utrecht.
Alias: Pieter Cranenburch
Kinderen: Claes Pietersz (gb 1637), Jacomina (gb 1649), Sara Pieters (gb 1651), Anna Pieters (gb 1653) en Pieter Pietersz van Craenenburch (gb 1655).
Pieter Pietersz is een halfbroer van Sara. Vader Pieter moet dus 2x gehuwd zijn.
** UTRA
# AVK, JKE

Pieter Xzn Cranenburgh (1620*-1680*)
Woont in Bleiswijk. Ghm NN.
Dochter: Marytje Pieters Cranenburgh.
=* Pieter Xzn Cranenburgh te Zevenhuizen (gb 1605*)

Pieter Xzn van Cranenburch (1620*-1680*)V
Dochter: Maria Pieters van Cranenburch (gb 1655) te Delft.

Pieter Cornelis van Cranenburch (1624*-1684*):
Mogelijk een zoon van Cornelis Balthenss van Cranenburch te Zevenhuizen ZH.
Huwt (jongeman) 1648 (otr 24.10) te Delft Jannitgen Cornelis Corstiaens, jongedochter. Het gezin woont aan de Turfmarkt te Delft.
Udh: Corstiaan Pietersz (gd Delft 30.1.1650), Cornelia Pietersdr (gd Delft 1.4.1652), Marijtgen (Marija) Pietersdr (gd Delft 13.7.1653), Sara Pieters van Cranenburgh (gb Delft 1654*), Magdalena Pietersdr (gd Delft 19.10.1655 Delft), Dirckje Pietersdr (gb 1657*).
# GA Delft, Wilma Heeres (Staphorst), DAB, KBG

Pieter Xzn van Kranenburg (1625*-1685*):
Woont in Delft*. Ghm NN.
Dochter: Catarina Pieters van Kranenburg (gb 1660) te Delft*.

Pieter Xzn van Cranenburch (1625*-1685*)
Zoon: Corstiaan Pieters van Cranenburch (gb 1650) te Delft.
= Pieter Cornelis van Cranenburch (gb 1624)

Pieter Claesz van Cranenburgh (1627*-1671*):
Zoon van Claes Dircksz van Cranenburch (gb 1597) en Pietertje Ottendr te Hazerswoude. Gb te Hazerswoude. Broodbakker. Ovl te Leiden vóór 1672.
Otr Oegstgeest + Leiden 2.9.1662. Huwt kerkelijk NH te Oegstgeest 17.9.1662 met Marijtgen (Maria) Cornelis Smith. Zij overlijdt in Leiden vóór 1678.
Gezin woont:
- 1662 in de Clarensteech te Leiden waar Pieter bakker is.
- 1662 in Oegstgeest
- 1672 in Leiden hoek Caerdesteech
Udh: Cornelis Pietersz (gb 1664), Claes Pietersz (1666), Pietertjen Pietersdr (gb 1668) van Cranenburgh.
# M. Kranenburg, KBG

Pieter Cranenborgh (1628*-1688*):
= Pieter Willems van Cranenburgh (gb 1628; EttenLeur)

Pieter Davidsz Cranenburg (1628*-1688*):
Zoon van David Pietersz Cranenburg en Annitgen Dircksdr.
Gedoopt 1.1.1629 te Zevenhuizen.
Is schepen van Bleiswijk 1680/81. Overlijdt na 24.8.1685
Huwt 1e te Beliswijk in 1658 (otr 4.1.1658) Elisabeth Abrahamsdr Arlen.
Udh: 2 kinderen.
Huwt 2e te Bleiswijk op 17.12.1665 Jannetjen (Annetgen) Jansdr Starrenburgh uit Zoetermeer (Otr nov 1665). Jannetjen overlijdt na 6.5.1680.
Vermeld 4.5.1674 ivm nalatenschap van Jan Adriaensz Starrenburgh (ORA Zegwaart 59, fol 56v).
Vermeld 6.5.1680 ivm nalatenschap Gerrit Jansz Starrenburgh (ORA Zegwaart 60, fol 15).
Alias: Pieter Davidsz Timmerman.
# WKR, HBB

Pieter Willems van Cranenburgh (1628*-1688*):
Zoon van Willem Xzn van Cranenburgh (gb 1593) en NN te EttenLeur*.
Woont te Etten-Leur. Ghm Anna Steven Nijs, dochter van Steven Nijs.
Alias: Pieter Cranenborgh, Petrus Willems van Cranenbeurgh.
Udh:
Elisabetha van Cranenburgh (gd RK 28.3.1654 EttenLeur)
Dimpha Peeter van Cranenburgh (gd RK 4.10.1656 EttenLeur)
Stephanus Peetersen van Cranenborgh/burgh
Cornely Peeters van Cranenburgh (gd RK 19.4.1662 EttenLeur)
Lambertus Peterse Cranenborgh/vanCranenburgh (gd RK 8.12.1664 EttenLeur)
Maria Pieterse van Kranenburgh/Cranenborgh (gd RK 1668* EttenLeur)
Willem Peeters van Cranenburgh (gd RK 12.12.1671 EttenLeur)
Cornelia Peters Cranenborgh (gd RK 25.10.1675 EttenLeur)
Anna Peeters van Kraenbruch (gd RK 13.6.1677 EttenLeur)
Wilhelmus Peeter van Cranenborgh (gd RK 10.4.1681 EttenLeur)
# planet.nl 24.11.09, KBG

Pieter Willems van Cranenburch (1632*-1692*)
Huwt (weduwnaar) 1667 (otr 22.10) te Delft met Aeltge van Spijck, jongedochter wonend Oude Delft te Delft.
Dochter*: Catarijne van Kranenburg (gb 1667).
# GA Delft, KBG

Pieter Claesz Cranenburch (1635*-1671*):
Mogelijk een zoon van Claes Meesz van Cranenburgh en Trijntgen Joostendr te Leiden.
Woont aan de Claerdesteech (hoek ...) te Leiden en is bakker.
Huwt in 1662 (otr 2.9) te Leiden met Marytge Cornelis Smith uit Oegstgeest.
Pieter overlijdt in 1671*. Marytge (Maria) Cornelis hertrouwt in 1672 (otr 9.6) te Leiden met Josephus Joosten van de Walle, kuiper, wonend aan de Caerdesteech.
# DTB NH (otr) leiden

Pieter Jansz Cranenburgh* (1640*-1700*)
Zoon van Jan Corsz Cranenburgh* te Woubrugge.
Bouwman in Woubrugge.
Vermeld 1674 in bron KFR.
Alias: Pieter Jansz Craen.
** Craen
# KFR

Pieter Teunisz Cranenburgh (1641*-1701*)
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht*. Ghm NN.
Zoon*: Huig Pietersz Cranenburg (gb 1675).
++ Kranenburg IJsselmonde

Pieter Xzn van Kranenburg (1642*-1702*)V
Dochter: Maria Pieters van Kranenburg (gb 1677) te Delft.

Petrus Craenenborch (1644*-1704*):
Woont mogelijk in Poppel/Vld. Ghm Elisabeth Huysmans.
Broer*: Simon van Craenenburg (gb 1660; Poppel).
Udh: Maria Craenenborch (gb 1679).
** Poppel
# Dopen in Poppel 1604-1820

Pieter Cornelis Cranenburg (1650*-1705*)
Oom van Pleun Cornelisz Pruimstraat te Ridderkerk. Assisteert hem bij huwelijk 9.11.1697 met Marijtje Gerrits Hoogwerf te Ridderkerk.
=* Pieter Cornelisz van Cranenburch (gb 1651)

Pieter Ysbrantsz Cranenburch (1650-1710*)
Gedoopt 24.4.1650 te Bleiswijk. Zoon van Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch en Trijntgen Pieters Witten.
=* Pieter Xzn Cranenburgh (gb 1655*; Delfshaven*)
# BKK, DTB Bleiswijk

Pieter Cornelisz van Cranenburch (1651*-1711*):
Mogelijk een zoon van Cornelis van Cranenburch en Jannetje Bax te Rijnsburg.
Woont aan de Waertgracht te Leiden en is barkanwerker.
Huwt 1e 1676 (otr 24.7) te Leiden met Pieterge Jacobs, wonend aan de Cellebroedersgracht. Pieterge overlijdt in 1681*.
Pieter verhuist naar Kijfhoek.
Huwt 2e in 1682 (otr 5.6) te Leiden met Catharina Lefeber, wonend in Kijfhoek, weduwe van Pieter Laber.
Udh2*: Willem Pieterse Cranenburgh (gb 1690), Isaak Pietersz Kranenburg (gb 1692) en Lijsbet Kranenburg (gb 1705).
=' Pieter Cornelis Cranenburg (1697"), Pieter Cornelis Kranenburg (gb 1664)
# DTB NH (otr) Leiden

Pieter Xzn Cranenburgh (1652*-1712*)
Woont in Dubbeldam*. Ghm NN.
Dochter: Annigje Pieters Cranenburgh*.

Pieter Dammisz Kranenburg (1654*-1728)
Zoon van Dammis Teunisz Cranenburg en Pleuntje Cornelisse.
Woont in Klaaswaal.
Huwt 1e NH 14.5.1679 te Hendrik-Ido-Ambacht met Kuijntje Cornelisdr Mijnvrient uit Ridderkerk, geboren aldaar, gedoopt NH juni 1645 te Hendrik-Ido-Ambacht, dochter van Cornelis Cornelisz Mijnvrient en Ariaentie Ariensdr.
Kuijntje overlijdt 26.1.1715 te Rijsoord en is aldaar begraven.
Huwt 2e NH 17.11.1716 te Rijsoord met Ariaentje Pietersdr Schram uit Sliedrecht.
Pieter overlijdt 29.12.1728 te Rijsoord en is aldaar begraven.
Geen kinderen bekend.
# KWS Geertrui Maria Bouwer

Pieter van Cranenburch (1655*-1715*)
Vermeld 28.11.1695 ivm begrafenis te Delft (Oude Kerk).
# GA Delft

Pieter Pietersz van Craenenburch (1655*-1715*)
Zoon van Pieter van Cranenburch (gb 1616) te Amsterdam.
Vermeld 3.3.1711 in een acte ivm een erfenis van zijn halfzuster Sara Pieters van Craenenburch.
** UTRA

Pieter Xzn Cranenburgh (1655*-1715*)
Zoon: Willem Pieterse Cranenburgh (gb 1690) in Delfshaven.

Pieter van Cranenburch (1662*-1719)
Zoon van Claes Pietersz van Cranenburch en Cornelia Barthool Loendersloot.
Geboren in Utrecht.
Vermeld 20.3.1674 in een acte (UA ivn U87a1/7) ivm een huysinge ende erve aan de Loeff Berchmakerstraat (bij Neude) dat zijn vader aan hem overdraagt.
Huwt 1e 11.7.1694 te Amsterdam met Anna Maria Rijcken, geboren te Kampen in 1671*.
Udh1: o.a. Hendrik van Craenenburgh (gb 1695).
Mogelijk ook Annighje van Cranenburgh.
Huwt 2e 15.4.1708 met Arnolda Fox, geboren in 1676 in Amsterdam, weduwe van Willem Cramer.
Alias: Peter van Cranenburch, Pieter van Kranenburgh
R* Johanna van Kranenburgh (gb 1676)
** UTRA, Van Cranenburg Utrecht
# NP 1949 (p 26), JKE, UA

Pieter Cornelis Kranenburg (1664*-1724*):
Zoon van Cornelis Kranenburg (gb 1629) en Louise Pieters. Geboren te Rijnsburg.
Woont aan de Eerste Haverstraat te Leiden.
Huwt 1e 1687* met Catharina Olivier (ovl 1688*).
Huwt 2e 11.1.1705 (otr 27.12.1704) te Leiden met Susanna Lepelaar, wonend aan de Korte Langegracht, geboren 1653, gedoopt 14.5.1653 te Leiden, dochter van Lowijs de Lepelaar (soldaat Binnenwacht Leiden, geboren 1626, gedoopt 18.10.1626 te Leiden) en Lijsbeth Pieters (geboren 1628, gedoopt 13.4.1628 te Leiden, dochter van Pieter Willems en Susanna Jans).
=' Pieter Cornelisz van Cranenburch (gb 1651)
# DTB NH (otr) Leiden, mijnstambomen.nl 16.7.09

Pieter Xzn Kranenburg (1664*-1724*)
Zoon: Isaak Pietersz Kranenburg (gb 1699) in Delfshaven.

Pieter Gysbertsz Kranenburg (1670*-1730):
Zoon van Gysbert Xzn Kranenburg (gb 1640) en NN te Woubrugge.
Op 3.2.1730 pro deo begraven in Woubrugge.
Alias: Pieter Gysse Kranenburg.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Peter Jans van Cranenborg (1673*-1733*)
Woont in Zaltbommel. Zoon van Jan Xzn van Cranenborg en NN.
Ghm Jenneke Abrams.
Alias: Peter (Jansen) van Cranenburg.
Udh: Jan Kranenburg (gb 1712*).
# JKE

Peter Willems van Cranenburgh (1679-1739*):
Zoon van Willem van Cranenburgh en NN in Varik.
Huwt 1e 2.6.1695 in Varik met Marijcke Lamerts van Reeckum.
Udh1: Johanna (1696), Gerrit (1697), Judith (1698 Opijnen), Hilleken (1701 Opijnen) van Cranenburgh.
Huwt 2e 24.1.1711 in Opijnen met Gerritje de Vette.
Udh2: Mariken (1712 Opijnen), Gijsbertje (1713), Lijntjen (1714), Willemijntje (1722 Opijnen) van Cranenburgh, Jasper van Kranenburg (1731 Opijnen).
# HPN, KBG

Pieter Kranenburgh (1680*-1741)
Vrijwel zeker een zoon van Nicolaas van Cranenburgh en Sijtje Groenwouts.
Woont aan de Botersloot (1710), Banketstraat (1713), de Waaghesteegh (1720), de Princestraat (1721) te Rotterdam.
Huwt 26.2.1710 (otr 9.2) GF te Rotterdam met Maria Braax (Braeks, Braaks), jongedochter wonend aan de Pannekoekstraat.
Vermeld:
- 25.4.1717 bij de doop GF van Maria Wilcox te Rotterdam
- 31.7.1718 bij de doop GF van Geertruij Braacx te Rotterdam
- 17.9.1719 bij de doop GF van Pieter Wilcox te Rotterdam
- 27.1.1728 bij de doop GF van Maria van Dorp te Rotterdam
- 27.9.1733 bij de doop GF van Hereman Nobel in Delfshaven
Pieter overlijdt in Delfshaven en is aldaar begraven op 17.4.1741.
Alias: Pieter Claesz Kranenburg, Pieter Cranenburg, Pieter Cranenburgh, Pieter Craenenburgh, Pieter Craanenburgh
Udh: Tijtje Kranenburgh (gb 1711), Geertruij (gb 1713; jong ovelrleden), Hester Cranenburgh (gb 1714), Anna (1715-16), NN (bgr 1.10.1716), Nicolaas Kranenburg (gb 1720), NN (1720-20), Geertruij Kranenburgh (gb 1721), NN (1724-24), Pieter Nicolaas Cranenburgh (gb 1726), Anna Kranenburg (gb 1729).
Mogelijk ook Johanna (gb 1716) en Sijtje (gb 1719) Kranenburg.
# DTB GF Rotterdam (ivn 14/088; 1/299; etc)

Pieter Claesz Kranenburg (gb 1680*)
** Pieter Kranenburgh

Pieter van Cranenburg (1683-1743*):
Zoon van Johannes van Cranenburg en Maria van Leeuwen.
Geboren op 2.5.1683 te Dordrecht.
Huwt in 1709 met Maria Tierens, dochter van Jacobus Adrijaensz Thierens en Maria Jans van Bemmen. Otr: 17.11.1709.
Woont 24.4.1732 aan de Augustijnenkamp te Dordrecht. (ORA Dordrecht ivn 817)
Alias: Pieter van Cranenburgh.
Udh: Johannis (gb 1710) en Johannes (gb 1721).
# JKE, archieven.nl 28.9.08

Pieter van Cranenburgh (1686-1746*)
Gedoopt 17.10.1686 in Tiel. Zoon van Herman van Cranenburgh en Agnis Wichmans.
Pieter is vaandrager.
# VC300 (p 355)

Pieter Cranenburg (1693*-1753*)
Getuigt bij de doop NG van Maria van Dorp op 27.1.1728 te Rotterdam.

Petrus Joannus Cranenborgh (1694*-1754*):
Vermeld op 23.1.1729 bij geboorte van een kind te Etten-Leur.
Dochter*: Catharina van Cranenborgh (gb 1725).

Pieter Xzn Kranenburg (1695*-1755*)
Woont in Delfshaven*. Ghm NN.
Zoon: Willem Pieters Kranenburg.

Petrus Lambreght van Cranenborgh (1700*-1760*)
Woont in Etten-Leur.
Zoon: Christianus (gb 9.10.1735 Etten-Leur).

Pieter van Cranenburch (1703-1763*)
Zoon van Corstiaan Pietersz van Cranenburch en Fijtje van Gijsen te Delft.
Gedoopt 8.6.1703 te Delft.
# GA Delft

Petrus van Cranenborgh (1704-1764*)
Gedoopt op 14.11.1704 te Etten-Leur.
Zoon: Lambertus van Cranenborgh (gb 16.9.1733 Etten-Leur).

Pieter van Cranenburch (1706-1766*)
Zoon van Bastijaen van Cranenburch en Fijtie van Gijsen in Delft.
Gedoopt 8.3.1706 te Delft.
Getuige: Marijtie van Kbg.
# GA Delft

Pieter Huygen Cranenburgh (1710*-1770*)
Mogelijk een zoon van Huig Pietersz Cranenburg (gb 1675) en NN.
Vermeld op de lijst Weerbare Mannen van Hendrik-Ido-Ambacht dd 1747. Pieter is volgens deze lijst vermogend en hij bezit een boutroer (geweer).
Broer: Willem Huygen Cranenburgh.
++ Kranenburg IJsselmonde
# WHI

Pieter Cranenburgh (1712*-1772*)
Woont in Sandelingen-Ambacht. Vermeld op een lijst van weerbare mannen. Volgens deze lijst is Pieter onvermogend. Mogelijk is hij nog minderjarig.
=* Pieter Kranenburg (gb 1719*)
# WSA

Pieter Ariense Cranenburgh (1712*-1772*)
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht. Vermeld op een lijst van weerbare mannen. Volgens deze lijst is Pieter onvermogend. Mogelijk is Pieter nog minderjarig.
# WHI

Pieter Craenenburgh (1716*-1776*)
Vermeld op 5.10.1751 als nominant voor de functie van diaken bij de NH Kerk te Rhoon.
Pieter is ongehuwd.
# OVG jan 1969, Diakenrekening NH Kerk Rhoon (ivn 3-11)

Pieter Kranenburg (1719*-1779*):
Huwt 1743* te Hendrik-Ido-Ambacht met Kaatje Schell, geboren 1719*.
Udh: Maaike Pieterse Kranenburg (gb 1750).
=* Pieter Cranenburgh (1747")

Pieter Kranenburg (1726-1771*)
Zoon van Willem Pieterse Cranenburgh en Geertruij Cornelis van de Velde.
Gedoopt GF 14.7.1726 in Delfshaven.
Huwt 29.1.1754 (otr 13.1 Delfshaven) in Rotterdam met Johanna Hendriks, jongedochter uit Bommel, wonend aan de Westewagestraat.
Woont 1755 aan de Korte Vrankestraet te Rotterdam.
Vermeld:
> 23.9.1762 als getuige bij de doop RK van Piter NN te Rotterdam, zoon van Alida van Simmeren.
> 18.5.1768 als getuige bij de doop RK van Maria NN te Rotterdam, dochter van Alida van Simmeren.
Pieter overlijdt in 1771*.
Udh: Willem (gb 1755 Rotterdam), Klazina (gb 1756 Delfshaven), Paulus Kranenburg (1759-59 Delfshaven), NN (bgr 27.7.1764 Delfshaven), NN (bgr 18.4.1769 Delfshaven).
Johanna hertrouwt 26.1.1772 (otr 12.1) te Delfshaven met Gerrit Barentz Vollemans, weduwnaar van Josijntje van der Sijs, wonend in Delfshaven.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033; 14/09; 14/088; etc)

Petrus Franciscus van Cranenburgh (1726-1804)
Geboren op 13.4.1726 te Amsterdam. Zoon van Hendrik van Craenenburgh en Constantia de Witt. Petrus is wijnkoper. Hij huwt 16.4.1754 te Amsterdam met Alida Elisabeth van Westerloo, geboren op 26.1.1726 te Amsterdam, dochter van Hendrik van Westerloo en Bregitta Coenders.
Alida overlijdt 26.2.1783 te Amsterdam. Petrus overlijdt 21.9.1804 te Delft.
Udh: 4 jong overleden kinderen, Hendrik (gb 1754) en Alardus (gb 1755) van Cranenburgh. Allen geboren te Amsterdam.
# NP 1949 (p 31)

Pieter Nicolaas Cranenburgh (1726-1757):
Zoon van Pieter Kranenburgh en Maria Braax.
Geboren en gedoopt GF 8.10.1726 te Rotterdam.
Op 31.7.1744 als adelborst in dienst van de VOC op het schip 'Ketel' op 31.7.1744 naar Batavia. Arriveert daar 14.7.1745.
Op 31.7.1748 als adelborst in dienst van de VOC op het schip 'Polanen'.
Contract met VOC eindigt in 1748 wegens weglopen.
Woont 1749 op de Nieuwe Haven te Rotterdam. Ghm Elisabet Edwars (Edwards; gb 1730*).
Pieter treedt weer in dienst van de VOC en reist als bosschieter (mortierschutter) met het VOC-schip 'Pasgeld' op 18.11.1750 naar Batavia. Arriveert daar 18.5.1751.
Overlijdt op 24.4.1757 in Azië (Oost-Indië*). Mogelijk omgekomen in Calcutta tijdens de Battle of Plessey. (> Bengalen)
Alias: Pieter (Nicolaas) Kranenburg/Cranenburg
Udh: Maria Pieters Kranenburg (gb 1749 Rotterdam).
Vrij zeker ook Mariano Cranenburgh (gb 1751 Batavia).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299), AVOC, KBG

- John Edwards (1836-1907)
Zoon van John Edwards (gb 1801*; farmer) en Mary NN in Calcutta.
Geboren rond Mei 1836 in Calcutta.
Woont sinds 1860* in Australia. Is daar herder.
Huwt 1e in Kilkivan (Queensland) met NN.
Huwt 2e in 1875 Gympie met Louisa Mary Weller.
Udh2: dochter Xx (gst 1893), John Thomas Edwards.
Overlijdt in Gympie 30 mrt 1907.
# Colleen Yuke (Queensland, Aus.; Google 3.10.04)

- thesologie
A. Mogelijk is Pieter in 1748 gestationeerd bij de VOC factorij in Calcutta en heeft hij daar Elisabet Edwars (Elisabeth Edwards) ontmoet. De naam Edwards komt er in ieder geval voor. Ene John Edwards (gb 1801) is in ieder geval farmer in of nabij Calcutta ergens sinds 1830. Mogelijk is John een kleinzoon van de broer van Elisabeth. De vader van Elisabeth zal dan rond 1700 geboren zijn en zich 1725 hebben gevestigd in Calcutta. Mogelijk als militair van het Engelse leger in Fort William, dat eind 17e eeuw door de Engelsen aldaar is gebouwd.
B. Pieter en Elisabet trouwen in Calcutta en vertrekken (weggelopen!) dan naar Rotterdam. In de DTB-boeken van Rotterdam of elders zijn namelijk nog geen teksten gevonden over hun huwelijk. Wel van de geboorte en doop van hun dochter Maria.
C. De naam Mariano betekent o.a.: opvolger van Maria. (> Mariano). Aangezien de dochter van Pieter en Elisabeth Maria heet, kan e.e.a. in dit bestek betekenen dat Mariano is geboren na Maria en alzo een opvolger van haar genoemd kan worden. Deze Mariano zal dan rond 1751 geboren kunnen zijn. Dat is dan waarschijnlijk gebeurd in Batavia, waar Pieter op 18.5.1751 arriveert. In de DTB-boeken van Rotterdam of elders is zijn naam immers nog niet gevonden. Kennelijk zijn Elisabeth en Maria dan meegereisd, hetgeen niet ongebruikelijk is voor functionarissen van de VOC.
D. Aangezien Mathew Cranenburgh (zoon van Mariano) woont in Fort William bij Calcutta, is Pieter met zijn gezin mogelijk van Batavia vertrokken naar Calcutta, waar de VOC factorijen bezit. In 1755-59 is de VOC aldaar in strijd met de Engelsen. In dit kader lijkt het denkbaar dat Pieter als militair van de VOC heeft meegevochten tegen de Engelsen.
E. In 1757 woedt de Battle of Plessey in Bengalen. Calcutta wordt deels verwoest. De 60.000 aanvallende Indiërs worden verslagen door een Engels leger van 3000 man. Mogelijk is Pieter in die strijd omgekomen. (> Bengalen)
F. Aangezien zoon Mathew in Fort William bij Calcutta woont, lijkt het dat Elisabeth met de kinderen in Calcutta is gebleven na de dood van Pieter en de nederlaag van de VOC in 1759. Mogelijk heeft zij daar immers familie. (> A.)
G. Mathew is waarschijnlijk later in dienst getreden bij het Engelse leger in Fort William. Zijn zoon Pascal Mathew is daar namelijk geboren. Deze Pascal heeft later in Fort William een uitgeverij met de naam Military Orphan Press. Dat kan erop duiden dat zijn vader als Engels militair op jonge leeftijd is omgekomen.
# KBG


Pieter Xzn Kranenburg (1727*-1787*)
Mogelijk boer op hoeve Reestein te Rhoon.
Zoon: Cleis Pietersz Kranenburg (gb 1762).
Mogelijk ook Ary Pietersz Kranenburg (gb 1746 Rhoon).
++ Kranenburg IJsselstein

Pieter Kranenburg (1735*-1801)
Pieter woont in Heusden. Hij is RK gedoopt. Pieter is soldaat en dient onder het 2e bataljon van generaal-majoor Lindman. Hij huwt 26.10.1760 te Heusden met Angelique Nijsen.
Pieter is begraven in Heusden op 2.12.1801.
Udh: Joannes Wilhelmus Kranenburg, Fredericus Cranenburg, Eva Kranenburg, Joannes Kranenburg, Wilhelmina Frederica Cranenborgh, Henrica Cranenborgh, Frederik Craanenburgh, Kind Craanenburgh en Hendrik Kraanenburgh.
# DTB Heusden

Peter Kranenburg (1736-1796*)
Gereformeerd gedoopt op 18.10.1736 in Heusden. Zoon van Jan Kranenburg en Wilhelmina Kuijpers.
# JKE, DAB

Pieter Xzn Kranenburg (1743*-1803):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1708) en NN te Nieuwkoop*.
Begraven pro deo 4.9.1803 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Pieter van Kranenburg (1744*-1804)
Begraven 28.9.1804 te Delft (Oude Kerk).
# GA Delft

Pieter Kranenburg (1745*-1781*):
Mogelijk een nazaat van Xx van Cranenburch (gb 1511) te Harlingen.
Woont in Harlingen.
In 1780 soldaat in dienst van de VOC op het schip 'Huis te Krooswijk', zeilend naar Batavia. Aankomst 19.4.1781. Overlijdt aldaar 21.4.1781.
# AVOC

Pieter Kranenburg (1750-1810*)
Zoon van Johannes Kranenburg en Cornelia Wijnobel.
Gedoopt 2.4.1750 te Leiden.
Huwt te Leiden in 1776 (otr 6.4.1776) met Stijntje Joha, geboren te Leiden op 2.2.1752, dochter van Leendert Joha en Stijntje Kluitman/Huisman.
Udh: Pieter (gd 1774), Johannes (gd 1777), Leendert (gd 1779), Cornelia (gd 1783), Kaatje (gd 1785) en Leendert Adam (gd 1788).
# Dopen in Leiden

Pieter Kranenburg (1752*-1812*)
Mogelijk een zoon van Klaas Teunisz Kranenburg (gb 1726) en Marretje Dirksdr van der Neut te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop waar hij smid is.
** SLN
# GNS

Pieter Kranenburg (1760*-1781)
Geboren in Harlingen. Is soldaat in dienst van de VOC. Reist met het VOC-schip 'Huis te Krooswijk' op 7.8.1780 naar Batavia. Arriveert daar 19.4.1781 en overlijdt er 21.4.1781.
# AVOC

Pieter Kranenburg (1774-1834*)
Gedoopt 17.5.1774 te Leiden. Zoon van Pieter Kranenburg en Stijntje Joha.
# Dopen in Leiden

Pieter Kranenburg (1781-1841*):
Zoon van Teunis Klaasz Kranenburg en Marietje (Margje) Pieters van Leeuwen.
Gedoopt 4.3.1781 te Nieuwkoop.
Huwt 17.1.1802 te Nieuwkoop met Beertje Klaase Garentje, geboren in Mijdrecht en wonend in Zevenhoven.
Udh: Theunis (gb 1802), Marigje (gb 1807) en Leendert (gb 1810) Kranenburg.
# DAK, SRM, DAB

Pieter van Cranenburgh (1792-1858):
Geboren 31.7.1792 te Amsterdam. Zoon van Hendrik van Cranenburgh en Anna Gertrudis Beugel. Lid van Firma E&H van Cranenburgh Kassiers te Amsterdam. Huwt 13.9.1826 te Amsterdam met Christina Maria Jacoba Kock, gedoopt 9.12.1800 te Amsterdam, dochter van Wijnandus Franciscus Kock en Maria Petronelle Kok.
Naast zijn dagelijks werk beoefent Pieter de tekenkunst. Hij tekent vooral landschappen. O.a. maakt hij een tekening van Maarsseveen met de Vecht en kasteel de Haar (Ao 1812)
In 1829 koopt Pieter de buitenplaats Schothorst bij Hoogland te Amersfoort. In 1850 verkoopt hij het huis aan de familie Verloren van Themaat.
Pieter en Christina wonen in 1857 op kasteel Vechtoever in Maarsseveen. In 1841-48 woont zijn moeder daar.
Pieter overlijdt 12.1.1858 te Maarsseveen. Christina overlijdt aldaar 25.10.1860.
Alias: Pieter van Cranenburch, Pieter Cranenburg.
Dochter*: Johanna Maria van Cranenburgh (gb 1827*).
** Vechtoever Maarsseveen
# NP 1949 (p 31), RKD 22.10.07, kasteleninutrecht.nl 25.6.09

Pieter Kranenburg (1797-1844)
Zoon van Cleis Pietersz Kranenburg en Lijsbeth de Raadt. Geboren 4.10.1797 te Rhoon op hoeve Reestein.
Huwt 4.5.1820 te Charlois met Jannigje van der Wel, geboren 4.12.1800 te Charlois, dochter van Willem van der Wel en Dingena Nieuwenhof.
Pieter overlijdt 20.12.1844 te Rhoon. Jannigje overlijdt aldaar op 24.8.1876.
Udh: Kleis (Charlois 9.1.1821), Dingena (Rhoon 24.12.1821), Lijzebeth (Rhoon 11.1.1823), Willem (Rhoon 28.6.1824), Jan (Rhoon 18.8.1825), Maria (Rhoon 5.12.1826-17.1.1827), Dirk (Rhoon 8.6.1828), Pleuntje (Rhoon 7.9.1830), dochter (Rhoon doodgeboren 17.7.1834), Bastiaan (Rhoon 17.12.1838) en Hendrikje (Rhoon 13.9.1842).
=* Pieter* Kranenburg (gb 1800)
++ Kranenburg IJsselstein

Pieter* Kranenburg (1800*-1860*)
Is in 1842 heemraad van een polder in de omgeving van Rotterdam.
Vermeld op de wiekenas van de korenmolen in Hooge Zwaluwe:

Dijkgaaf G.A. Dekker
Heemraden G. de Koning, A. van Gent, P. Kranenburg

=* Pieter Kranenburg (gb 1797 Rhoon)
** Pietertje Kranenburg (gb 1794)
# Erwin Esselink te Delft

Pieter Kranenburg (1831-1892):
Zoon van Theunis Kranenburg en Johanna de Graaff.
Geboren op een turfboot in Nieuwkoop 6.5.1831. NH gedoopt in Lisse.
Pieter is arbeider en schuitenjager (bargeman).
Huwt 19.4.1857 met Antje Mol, dienstbode, geboren in Amsterdam 3.11.1827, RK, dochter van Klaas Mol en Catharina van Baar.
Pieter en Antje wonen 12.8.1857 aan de Dorpstraat 114 in Lisse.
Antje overlijdt Lisse 24.11.1887.
Udh: Teunis (1858 Lisse), Nicolaas (1859-61 Lisse), Nicolaas (1862 Lisse), Catharina (7.12.1864 Lisse) en Leendert (7.12.1864 Lisse).

Geboorte-acte Pieter Kranenburg

          

Tekst:
In het jaar een duizend acht honderd een en dertig, den Zevenden der maand Mei is voor ons Assessor gedelegeerd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Lisse, Kanton Noordwijk, Provincie Zuid-Holland, gecompareerd Teunis Kranenburg, oud Acht en Twintig jaren, van beroep Turf Schipper, wonende te Nieukoop welke ons heeft verklaard, dat Zyne Huisvrouw Johanna de Graaf op den Zesde dezer Maand Mei, des Morgens ten half Zeven ure, in het Turfschip Alhier bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornaam van Pieter
   De gemelde verklaring is opgemaakt in tegenwoordigheid van Jan Maarburg van beroep Werkman, oud vier en Zestig jaren, en van Adrianus Lagerenberg van beroep Schoonmaker oud vijf en dertig jaren, wonende beide te Lisse.
   En is deze Acte van Geboorte na gedane voorlezing door de Comparanten nevens ons ondertekend behalven de Vader welke verklaard niet te kunnen schrijven.
# GKC

Pieter Kranenberg (1834-1915):
Zoon van Harmen Kranenberg en Maria Alida Langendijk.
Geboren 7.9.1834 te Amsterdam en aldaar NH gedoopt.
Huwt 7.6.1857 te Middelstum met Catharina Folmer, geboren 4.11.1835 te Jukwerd, NH gedoopt, dochter van Ds Herman Folmer en Sophia Reinders.
Pieter is hereboer te Nieuwer Amstel op hoeve Groningerland en wethouder Financiën te Assen.
Catharina overlijdt 17.6.1897 te Assen en is aldaar begraven op de Zuider Begraafplaats. Pieter overlijdt op 9.1.1915 te Assen en is aldaar eveneens begraven op de Zuider Begraafplaats.
Udh: Harmen (1858-58), Harmen (1859-60), Herman (1861-61), Sophia (1863-63), Catharina Maria Sophia (1867-70), Harmen (1864-64), Henriette Maria Catharina (1870), Catharina Maria Sophia (1871-1872) en Pieter (1875). Alle kinderen geboren in Nieuwer Amstel.
# PKG

Pieter van Kranenburg (1844*-1906*):
Woont in Geldermalsen. Ghm Hendrika Gijsberta Vos.
Udh: Jannigje van Kranenburg (gb 1879 Geldermalsen).
# henniegerritsen.nl 29.4.08

Petrus van Cranenburgh (1850-1920*):
Zoon van Gerard van Cranenburgh en Magdalena Regiena Wilhelmina van Romunde.
Geboren in Amsterdam. Woont in Leiden. Ghm NN.
Mede-eigenaar sajetfabriek Vervoort & Van Cranenburgh te Leiden.
Udh: Petrus Ludovicus Alphonsus van Cranenburgh.
** Vechtoever Maarssen, Vervoort & Van Cranenburgh, Van Cranenburgh & Heringa
# Textielhistorische Bijdragen 36 (Verloren, 1996), DAB

Pieter Leendertsz Kranenburg (1854-1932):
Geboren in Nieuwkoop.
Waarschijnlijk een zoon van Leendert Kranenburg (gb 1822) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop waar hij smid is.
Huwt (32 jaar oud) 10.12.1886 in Nieuwkoop met Catharina van Eijk.
Udh*: Teunis Pietersz Kranenburg (gb 1889).
Door Pieter aangenomen zoon: Antoon (gb 27.5.1885 Ter Aar).
** SLN
# GNS, Bert Kranenborg (Pg Forum 23.3.05), Rob Kranenburg (Pg Forum 27.3.05)

Petrus Ludovicus Alphonsus van Cranenburgh (1870*-1930*)
Zoon van Petrus van Cranenburgh (gb 1840) en NN te Leiden.
Mede-eigenaar sajetfabriek Cranenburch-Heringa.
** Vervoort & Van Cranenburgh, Van Cranenburgh & Heringa
# Textielhistorische Bijdragen 36 (Verloren, 1996), DAB, KBG

Pieter Kranenberg (1875-1929)
Geboren 3.3.1875 te Nieuwer Amstel. NH gedoopt. Zoon van Pieter Kranenberg en Catharina Folmer.
Pieter is ingenieur rijdend materieel bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij woont in Nijmegen (Groesbeekseweg 168).
Huwt 4.11.1908 in Ten Boer (Gro) met Siebrig de Stürler de Frienisberg, geboren in Ten Boer op 10.3.1884, NH gedoopt, dochter van Ludwig August Henri de Stürler de Frienisberg en jonkvrouwe Siebrig Veldman. Ludwig is notaris te Noorddijk en burgemeester van Ten Boer.
Siebrig overlijdt op 17.5.1925 in Zwolle en is aldaar begraven op begraafplaats Kranenburg. Pieter overlijdt op 4.9.1929 te Utrecht en is eveneens begraven op Kranenburg Zwolle.
Udh: Siebrig (1913 Amersfoort) en Pieter (1917 Alkmaar).
# PKG

Pieter Kranenburg (1877-1959)
Zoon van Arend Kranenburg en Maartje Peetoom. Geboren 14.1.1877 te Anna Paulowna en aldaar gestorven 16.5.1959.

Pieter Kranenburg (1878-1954)
Zoon van Abram Kranenburg en Maria Pranger. Geboren 14.7.1878 in Anna Paulowna. Arbeider.
Woont in het huis van zijn broer Hendrik. Vertrekt 27.3.1901 naar Den Helder.
Ghm Geertje de Wit (Alberts?), geboren 22.9.1885 in Wieringen, Mennoniet.
Het gezin vertrekt 3.10.1905 naar Zijpe, vandaar 27.2.1906 naar Den Helder, vandaar 26.2.1926 naar Zijpe, vandaar later naar Anna Paulowna.
Pieter overlijdt op 15.9.1954 te Anna Paulowna. Geertje overlijdt op 19.7.1964 te Heiloo en wordt 22.7.1964 begraven in Anna Paulowna.
Udh: Albert (gb 1908 Den Helder) en Jan (gb 1925 Anna Paulowna).

Pieter Gerard van Cranenburgh (Piet) (1893-1971):
Zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Elisabeth van Reeven.
Piet is geboren 27.3.1893 in Honselersdijk. Hij is een echte selfmade man. Niet bestemd voor de smederij. Hij begint in het hout, als krullenjongen in de timmertoko van Dingeman van der Laan, Achter de Bergen 12 in Hosnelersdijk. Later werkt hij bij timmerman Leendert Verweij de Winter aan het Wilhelminaplein in Naaldwijk. Switcht later naar glas-in-lood. Tot slot naar de fabricage van spiegelreflectors en schijnwerpers.
Piet woont tot 25.1.1912 bij zijn ouders op Wilhelminaplein 27 in Naaldwijk. Gaat dan wonen aan de Loosduinseweg 999 in Den Haag bij zijn zuster Tonia en haar man Jan van Rossum. In die tijd volgt hij avondlessen Tekenen bij Anton Pieck in Den Haag.
Pieter doet zijn militaire dienst in Soesterberg. Hij werkt daar o.a. in 1916 mee aan de bouw van Kamp Zeist, bestemd voor Belgische vluchtelingen. In datzelfde jaar eindigt zijn diensttijd en begint Piet een meubelzaak in Naaldwijk.
Huwt 20.11.1918 in Loosduinen met Carolina Blanken (Cien), geboren 20.11.1918 in Loosduinen, dochter van Pieter Blanken, jachtopziener, en Margaretha Schrier. Hij leert haar kennen in de tram van de WSM. Piet en Cien gaan wonen aan de Prins Hendriklaan in Naaldwijk. Daar leert hij de heer H.C. Herens kennen, een brandschilder en maker van glas-in-lood. Ze starten atelier De Honsel, een joint-venture, aan de Dijkweg 28 in Naaldwijk. Daar maken ze glas-in-lood lampekappen. De zaken gaan goed. Ze krijgen echter ruimtegebrek en verhuizen daarom 7.1.1921 naar Loosduinen in een gebouw van de voormalige schietbaan. De samenwerking vlot echter niet optimaal en de firmanten gaan uit elkaar. Piet begint dan een zaak aan de Groot-Hertoginnenlaan 220. Zelf gaat hij met Cien wonen aan de Loosduinseweg 1045. In 1925 verhuist de zaak naar het Bezuidenhout. Piet heeft inmiddels diverse medewerkers in dienst.
Op 20.8.1935 verhuizen Piet en Cien naar Hillegom, waar ze gaan wonen aan de Van Weeresteinstraat 143 (later veranderd in 213). De zaak is meegegaan, maar heet nu Glasbranderij De Honsel. In de crisisjaren loopt de vraag naar luxeverlichting terug. In 1936 besluit Piet daarom te vertrekken naar Palembang om zijn broer Johan daar te vervangen wegens diens gezondheidstoestand. Cien en de kinderen blijven in Holland. De bedoeling is voor 6 maanden. Het worden 10 jaar. Tot 1939 neemt neef Piet van Rossum de zaken in Hillegom waar. Daarna wordt hij gemobiliseert wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Piet belandt op Sumatara in een Jappenkamp. Hij valt al snel 35 kilo af. Hij ruilt daarom alles wat hij bezit voor eten. Zelfs zijn horloge en trouwring. Om de tijd te doden maakt hij tekeningen over het leven in het kamp.
April 1946 komt Piet terug in Holland. Het jaar later, in 1947, gaat hij terug naar Indië. Hij krijgt daar echter malaria en kan zich daardoor niet handhaven. Piet keert dan voorgoed terug naar Nederland.
In 1950 begint Piet met de fabricage van spiegelreflectors voor projectors in bioscopen. Hij noemt zijn bedrijf Crahill, een samentrekking van Van Cranenburgh Hillegom. Voordien werden reflectors geïmporteerd uit het buitenland. De reflectors van Piet doen het echter zo goed, dat Philips belangstelling krijgt. Piet wil zijn productiemethode echter niet verkopen. Crahill bestaat nog steeds en exporteert o.a. naar Noorwegen en Amerika.
Piet is op Sumatra en in Hillegom lid van de Rotary.
Cien overlijdt na langdurige ziekte op vrijdag 16.2.1968 in Hillegom.
Pieter overlijdt 26.9.1971 in Hillegom en is aldaar begraven.
Udh: Margaretha (1923 Den Haag).
** Indonesië
# VC300, graftombe.nl 4.2.08

Pieter Jan Kranenburg (1887-1948)
Pieter is geboren op 24.1.1887 te Haarlemmerliede/Spaarnwoude. Hij is landbouwer en woont met zijn gezin op hoeve Kranenburg te Halfweg (Spaarnwoude). Pieter huwt 13.5.1914 te Haarlemmerliede met Jannetje van Woudenberg, geboren in 1893 te Sloten (NH), dochter van Jan van Woudenberg en Pieternella van den Heuvel. Pieter is verder bestuurslid van het Waterschap Houtrakpolder, bestuurlid Boas Bank te Halfweg en ouderling van de Gereformeerde Kerk te Halfweg. Hij overlijdt 31.8.1948 te Amsterdam.
** Kranenburg Haarlemmerliede
# Genealogie Dura

Pieter Kranenburg (Peter) (1897-1940*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Gijsberta van de Wakker.
Geboren 12.6.1897 in Lisse.
Migreert 4.7.1913 met ouders naar USA. Is daar grocer (kruidenier).
Ghm Anne Marie Elisabeth Anderson.
Komt om tijdens de Black Town Explosion.
Begraven in Hackensack in de staat New Jersey.
Udh: Peter Andrew (gb 1920).
** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Pieter Jacobus van Cranenburgh (Piet) (1912-1961):
Zoon van Johan Hendrik van Cranenburgh en Trijntje Hendrina van den Berg.
Geboren 22.8.1912 in Honselersdijk. Vertrekt in 1934 naar Palembang (Sumatra), waar hij in dienst treedt bij het Transport- & Handelsbedrijf van zijn oom Jan van Cranenburgh. In 1935 wordt dit bedrijf overgenomen door Piet van Cranenburgh, een broer van Jan. (> Van Cranenburgh Palembang)
Pieter huwt 1.5.1941 in Palembang met Anna Hiemstra (Annie), geboren 24.4.1922 in Ureterp, dochter van Harm Hiemstra en Sjoukje Zandstra.
De Tweede Wereldoorlog breekt uit. In 1942 bezet Japan Nederlands-Indië. Alle Nederlanders worden opgesloten in de beruchte Jappekampen, waarin ze tot de bevrijding op 15 augustus 1945 verblijven. Zo ook Pieter en Annie.
Na de bevrijding proberen de Van Cranenburghs in Palembang het bedrijf weer op te starten. Het is echter een moeilijke tijd. Op 17 augustus 1945 breekt de Bersiap uit, de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. Na de onafhankelijk in 1949 gaat het vele Nederlanders in Indonesië langzamerhand weer beter. Maar dan ontstaat het conflict om Nieuw-Guinea. Dat loopt in 1958 uit op een climax. President Soekarno van Indonesië stelt de Nederlanders voor het blok: naturaliseren tot Indonesiër of het land verlaten. De overgrote meerderheid kiest voor het laatste. Vanaf dat jaar verlaten vele Nederlanders het land en vertrekken. Voornamelijk naar Nederland, Australië, Californië en Zuid-Afrika. Piet en Annie keren terug naar Holland. Piet vindt daar een nieuwe baan. Hij overlijdt echter plotseling op 31.12.1961 in Rijswijk. Annie blijft in Rijswijk wonen.
Udh: Harm Johan (gb 1947 Ambon) en Joke (gb 1949).
** Van Cranenburgh Palembang, Jappekampen, Indonesië, Roermond
# VC300

Pieter Kranenberg (1917-2009):
Geboren op 26.9.1917 te Alkmaar aan de Emmastraat 6. NH gedoopt. Zoon van Pieter Kranenberg en jonkvrouwe Siebrig de Stürler de Frienisberg.
Pieter is secretaris van de Amsterdamse Haven (1944-45), in dienst bij Amstel Brouwerij (1945-58), lid Raad van Beheer Amstel Brouwerij (1959-68) en directeur Heineken NV (1968-82). Al zijn functies hebben een sterk commercieel karakter. Verder bekleedt hij talloze commissariaten en adviseurschappen. O.a. bij Artis en

het Olympisch Stadion.
Officier in de Orde van Oranje Nassau (1982).
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1990).
Huwt 1e 11.9.1944 te Amsterdam met Karin Isabella Henrietta de Lanoy Meijer, geboren op 3.7.1921 op Huize de Leemcule in Dalfsen, NH gedoopt, dochter van Henri Daniel de Lanoy Meijer en Henriette Magdalena Emilie Agnes Schön. Het huwelijk wordt in 1959 te Amsterdam ontbonden. Henriette overlijdt 8.7.1986 te Baarn.
Udh1: Pieter Henri Philippe (1946 Amsterdam), Coenraad Michiel (1947 Amsterdam), Harmen Roel (1949 Amsterdam) en Karin Agnes (1952 Soestdijk). Huwt 2e op 28.1.1961 te Amsterdam met Alice Therese Kerssemakers, geboren 2.8.1925 te Helmond, NH gedoopt.
Udh2: Kristin Siebrig (1962 Amsterdam).
¶ Op 25 juni 2009 is Pieter Kranenberg overleden. Hij was beter bekend als Piet Kranenberg. O.a. als topman van Amstel en Heineken. Piet heeft veel meegedaan aan acties om bekende gebouwen te redden. O.a. het Olympisch Stadion te Amsterdam in 1996. Dankzij Bram Mulder, Piet Kranenberg en Otto Roffel werd een bedrag van 23 miljoen gulden (= 10 miljoen euro) opgebracht en kon het stadion worden gerenoveerd. Piet sprak toen de beroemde woorden: Je breekt geen Olympisch Stadion af. Dat doe je niet als je jezelf als land respecteert.
# PKG, DAB

Pieter Kranenburg (1920-2000):
Geboren 28.7.1920. Overlijdt 29.10.2000. Begraven in Veenendaal.
# graftombe.nl 8.4.07

Peter Andrew Kranenburg (gb 1920):
Zoon van Pieter Kranenburg en Anne Marie Elisabeth Anderson.
Geboren 2.3.1920, mogelijk in Hackensack New Jersey USA.
Ghm Alma Ruth Fuller, geboren 17.12.1921. Alma overlijdt 1.2.1993 te Syracuce in Utah USA.
Udh: Gwendolyn Ann, Jacqueline Kay en Peter Andrew Kranenburg. Alle kinderen zijn geboren in Ogden Utah USA.
++ Kranenburg IJsselmonde

Petrus Henricus van Cranenburgh (Piet-Hein) (1926-2003):
Geboren 24.12.1926 in Oegstgeest. Overleden 13.1.2003 in Castricum.
Begraven op het kerkhof van de St Pancratiuskerk, Dorpstraat 115 in Castricum.
# wanadoo.nl 29.1.08

Pieter Henri Philippe Kranenberg (gb 1946)
Zoon van Pieter Kranenberg (gb 1917) en Karin Isabella Sara Henriette de Lanoy. Geboren 14.6.1946 in Amsterdam. Huwt 30.10.1971 in Amstelveen met Marie Christine Coops, dochter van Jan Hendrik Coops en Henriette van der Laan, geboren 14.3.1948 in Amsterdam, gedoopt Lt 12.12.1948 in Bussum.
Udh: Pieter Bastiaan Kranenberg (gb 8.10.1973 Amsterdam).
# PKG

Pieter Bastiaan Kranenberg (gb 1973)
Zoon van Pieter Henri Philippe Kranenberg en en Marie Christine coops.
Geboren 8.10.1973 in Amsterdam.
# PKG

Pietertje~
** Petronella~

Pietergen Huygensdr van Cranenburch (1589*-1649*):
Dochter van Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552) en NN te Gouda.
Genoemd 1622 ivm betaling hoofdgeld. (Hoofdgeld Kwartier Gouda)
# GHA 29.1.09

Pietertje van Cranenburg (1651*-1711*)
21.4.1686 te Delft doopgetuige bij Cornelija van der Stien.
# GA Delft

Pietertje Ottos Cranenburgh (1651*-1711*)
Geboren te Lisse*. Gehuwd met Jacob Jansz Berchout
** Otto Jacobs Cranenborgh
# STB

Pietertje Cornelis van Cranenburg (1704*-1764*)
Geboren te Vriesekoop. Huwt 9.10.1729 in Leimuiden met Pieter Gijsz Been (1660*-1730*).

Pietertje Simonsdr Kranenburg (1753-1833*):
Dochter van Simon Cornelisz Kranenburg en Aagje Theunisse Gouw.
Geboren in Barendrecht. Aldaar gedoopt 1.7.1753.
Huwt 1789 in Ridderkerk met Arie Jansz Rijsdijk, geboren in Ridderkerk, aldaar gedoopt 15.1.1764.
Pietertje overlijdt 1833* in Ridderkerk*, hooguit 81 jaar. Arie overlijdt 20.12.1834 in Ridderkerk.
# familiedenboer.nl 10.11.08

Pieterke van Kranenburg (1759-1820):
Dochter van Jasper van Kranenburg en Antje Leemans.
Geboren 23.9.1759 in Deil. Ghm Willem Dirk Diejen, arbeider, gedoopt NG 6.1.1760 in Deil, overleden 10.12.1845 in Deil, zoon van Wilhelmus van Diejen en Korstiaantje (Korsje) van Eck.
Pieterke overlijdt 16.2.1820 in Deil.
Alias: Peterke van Kranenburg.
Udh: Korste Jaantje (1783-92; gd NDG), Aaltje (1784-86; gd NDG), Aaltje (1786-1839; gd NDG), Willem (1788-1839; gd NDG), Jasper (gb 1790; gd NDG), Korstiaantje (1791-93; gd NG), Korstiaantje (1793-1820; gd NG), Willem Dirk (gb 1800; gd NG). Alle kinderen geboren in Deil.
# wxs.nl 9.4.08, HPN

Pietertje Kranenburg (1781*-1841)
Op 4.4.1841 overleden te Hooge Zwaluwe.

Pietertje Kranenburg (1794*-1854*)
Vermeld op 13.4.1854 als moeder van bruid te Hooge en Lage Zwaluwe.
** Pieter* Kranenburg (gb 1800)

Pieternella~
** Petronella~

Pijnacker
** Cranenburch Pijnacker

PL
= Pagina Links, ++

Plaatsnamen
Locaties met similaire landschapelementen krijgen vaak identieke namen.
Bij migratie nemen settlers vaak plaatsnamen mee van hun regio van herkomst. Zo zijn vele plaatsnamen in Noord Amerika te herleiden tot plaatsnamen in Groot Brittannië. Soms ook tot plaatsen in Nederland of andere landen. Plaatsnamen in Engeland hebben niet zelden ook hun voorganger op het continent. In Nederland zijn ook diverse plaatsen met namen die terug te vinden zijn in West Duistland. In biezonder West-Falen en Neder-Saxen.
** NPN, LNK, Regionamen

Pleunis Pieter Kranenburg (1905-1967):
Geboren 19.6.1905. Overlijdt 19.11.1967. Begraven in Doorn Nieuw.
Dochter*: Johanna Willemijntje Kranenburg (gb 1934).
# graftombe.nl 4.2.08, KBG

Pleuntie Dammisdr Kranenburg (1671*-1731*)
Mogelijk een dochter van Dammis Teunisz Craenenburgh (gb 1645) te Kijfhoek.
Woont in Rijsoord.
++ Kranenburg IJsselmonde

Pleuntje Kranenburg (1750*-1810*):
Woont in Mijdrecht. Ghm Willem Krook, zoon van Hendrik Krook en NN, mogelijk overleden 30.12.1829 in Mijdrecht.
Udh: Anna Maria Krook.
Volgens Frans Stokkel 1.6.2005 te Aalsmeer is Anna Maria geboren 20.2.1780 in Mijdrecht. Volgens tiscali.nl/stokkel 22.12.2010 is ze 20.2.1780 gedoopt in Uithoorn.
# Frans Stokkel te Aalsmeer (PgForum 1.6.05), tiscal.nl/stokkel 22.12.2010

Poelgeest:
Familienaam afgeleid van Anglisch pol (poel, plas) + geast (geest, geestgrond). Dus Anglisch: Polgeast = de geestgrond bij de poel. Mogelijk is of was dit een locatie ergens in Zuid Holland.
¶ Bekend is het adellijk geslacht Van Poelgeest dat al in de 13e eeuw wordt genoemd in Zuid Holland. Zij waren o.a. heer van Koudekerk aan de Rijn. Wapen: op blauw een dwarsbalk in goud met 3 adelaars in ziver links kijkend, waarvan 2 boven de balk en 1 daaronder. De witte adelaar links kijkend is gelijk aan de Anglische adelaar. (> PgAng/Adelaar)
¶ Het blauwe veld en de gouden dwarsbalk in het wapen Van Poelgeest zijn identiek aan het wapen van het geslacht Van Leiden, waaruit de oudste burggraven van Leiden zijn voortgekomen en daaruit o.a. het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Mogelijk duidt dit op verwantschap in mannelijke lijn.
¶ Het geslacht Van Leiden begint met Halewijn I van Leiden (gb 1050), alias Halewijn van Beveren, afkomstig uit Diksmuide in Vlaanderen. Het geslacht Van Beveren uit Diksmuide stamt af van Ethelred II van Mercia (850-911), de laatste koning van Mercia, het grootste Anglische Rijk van Engeland. Mogelijk zijn de witte adelaars links kijkend in het wapen Van Poelgeest hiermee te verklaren.
# ngw.nl 6.11.10, DAB, KBG

Polanen
** Jan II van Wassenaar Polanen, Jan III van Wassenaar Polanen, Lekregio

Poldervaart
** SPV

Politionele Acties (1947-1949)
** Roermond

Popco Hindrix Kranenburg* (1629*-1689*)
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF van Scharmer.
# KHF

Poppel
Poppel is een dorp in Vlaanderen nabij Goirle in Noord-Brabant. In Poppel liggen o.a.:
- de Kranenbeemd: betekenis: weiland (beemd) waar kraanvogels vertoeven. Vroeger: Cranenbeempt, Craenbeemt, Cranebemt, Cranenbemdt, Cranenbemd, Kraenen Bempt, Krusten bempt, Kraenenbemd, Kraenenbemdt, Krustenbempt en Kraenen Beemd.
- de Kranenberg: een stuk land met de naam Kranenberg. Vroeger: Den Cranenberch (1649"), Cranenberch (1691"), Cranenberchske(n) (17e eeuw), Kraenen Berg (1842") en Kraanenberg (1872"). Oppervlakte: 29 are en 30 ca.
In de 17e eeuw wonen er ook enige personen met de naam Van Craenenburg~. O.a. Petrus Craenenborch (gb 1644) en Simon van Craenenburg (gb 1660). Mogelijk zijn ze broers. Of ze hun naam hebben afgeleid van de Kranenberg, is vooralsnog niet bekend. Mogelijk komen ze namelijk uit Zichem waar de havezate Craenenburg staat. (> Zichem) Gezien de oudste vermelding van de Kranenberg in Poppel (1649) lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de naam Craenenberch~ aldaar is afgeleid van een hoeve met die naam. Deze hoeve kan zijn gesticht rond 1620 door een Xx van Craenenburg (gb circa 1580) afkomstig uit Zichem. Deze veronderstelling wordt gesterkt door de naam Dimpna van Craenenburg, een dochter van Simon van Craenenburg en Adriana Schurmans. Dimpna is gedoopt 13.7.1696 in Poppel. Er was al eerder een dochter van Simon en Adriana met die naam. Zij was gedoopt 19.12.1691 in Poppel, maar jong gestorven. De naam Dimpna lijkt afgeleid van de St Dymphna Kerk in Gheel, zuidelijk van Poppel. In die kerk ligt een grafsteen met de tekst:

Hier leet begraven Laureys
Van Bylen heer van leenhoven
van Cranenborch [en] Rosbeke
sterft den 20 meert 16...
ende Anna Leysen sterft den 21
September 1636

etc (> Leenhof Cranenborch Antwerpen)

Leenhof Cranenborch heeft vrij zeker te maken met havezate Craenenburg in Zichem, die rond 1550 is gesticht. Het lijkt dat de Van Craenenburgs~ in Poppel afkomstig zijn uit Geel, maar hun roots in Zichem hebben. De chronologie is dan mogelijk als volgt:
1480-1540  Mathijs van Cranenburg - Rosmalen/NB
1515-1575  Xx van Craenenburg (zv Mathijs; vv Xx van Craenenburg gb 1550)
1550-1610  Xx van Craenenburg - Zichem (havezate Craenenburg)-Geel
1578-1578  Zichem geteisterd door Spanjaarden. Xx van Craenenburg (gb 1550) vlucht mogelijk naar Geel. (> Zichem)
1580-1640  Xx van Craenenburg (zv Xx 1550; vv Xx 1615) - Geel-Poppel
1615-1675  Xx van Craenenburg (zv XX 1580; vv Petrus en Simon) - Geel-Poppel
1620-xxxx  hoeve Craenenburg te Poppel; bouwer is Xx van Craenenburg (gb 1580)
1644-1704  Petrus Craenenborch (zv Xx 1615) - Poppel
1660-1720  Simon van Craenenburg (zv Xx 1615) - Poppel
1696-1756  Dimpna van Craenenburg (dv Simon) - Poppel
** Kranesites, Zichem

Prebende
Inkomsten van een geestelijke uit de algemene kerkelijke middelen.
# K&E

Proost:
Latijn: praepositus = aan het hoofd gesteld.
Voorzitter van een kathedraal kapittel, een uit 9 personen bstaande adviesraad van een bisschop in de RK Kerk. De proost wordt door de paus benoemd en heeft het recht om de bisschop het Heilig Oliesel toe te dienen, alsmede diens uitvaart en begrafenis te regelen.
In de middeleeuwen wordt ook zo genoemd een beëdigde leek, aan wie het beheer van de tijdelijke goederen van een kerk of klooster is toevertrouwd.
** Domproost
# GSE, WP

Pybba van Mercia (564*-606):
Zoon van koning Creoda van Mercia.
Geboren en wonend in Tamworth, Staffordshire. Koning van Mercia.
Zoon: Penda (gb 595).
** Mercia
# WKP, KBG

Q::

Quirijn Heijnrijcxz van Cranenburch' (1533*-1593*):
Zoon van Heijnrijck Claesz van Cranenburch (gb 1503) en NN in de buurt Catwijck te Pijnacker. Woont in Pijnacker. Ghm NN.
Vermeld in bron TPP:
1553: Niet vermeld.
1557: [fol. XIIIIv] Quijrijn Heijnrijcxz. gebruijct van Jan Hillebrantsz. L gaerden lants gelegen in de corte campen om IIII st. Compt voor den Xen penninck IIII p. ½ p. siaers
totaal grond 1557: 50 gaerden = 0.08 morgen
** Cranenburch Pijnacker
# TPP, KBG

R::

RA
Regionaal Archief

Raephorst
Kasteel te Wassenaar, gesticht rond 1230 door Kerstant van Raephorst.
De Heerlijkheid Raephorst is een Vrije Heerlijkheid, die toebehoort aan het ridderlijk geslacht Van Raephorst. De Heerlijkheid omvat het hele gebied ten oosten van de Heerweg, de Rijksstraatweg en de Papeweg. Ook is daaraan verbonden het leenheerschap van Zuytwijck en een groot deel van Santhorst.
De eerste bekende Heer van Raephorst is Kerstant van Raephorst. Deze leeft op het stamhuis in Wassenaar. Hij wordt voor het eerst vermeld in 1238. Kasteel en grondbezit worden in 1290 opgedragen aan de Graaf van Holland en daarna als leengoed terug ontvangen.
De Raephorsten wonen vier eeuwen lang op hun kasteel. Mogelijk stammen zij af van het geslacht Van Voorhout.
Anno 2005 behoort Raephorst tot het complex van de Koninklijke Landgoederen.
** Kerstant van Raephorst, Zuidwijk
# VHW, UGW, DAB

RAF:
Rote Armee Fraktion. Linksradicale actiegroep in Duitsland, die met bloedige terreurdaden het kapitalisme willen bestrijden. De extremisten plegen in de jaren 1970-80 aanslagen, ontvoeringen en bankovervallen. Daarbij vallen tientallen doden. In 1975 gijzelt ene Dellwo met zes andere RAF-terroristen de Duitse ambassade in Stockholm. Daarbij komen twee burgers om. Ze pogen met deze actie 26 RAF-leden vrij te krijgen, waaronder hun leiders Andreas Baader en Ulrike Meinhof. De Duitse regering gaat niet in op deze eisen, waarna twee gegijzelden worden doodgeschoten. In 1977 wordt Dellwo hiervoor veroordeeld tot 2x levenslang. In 1995 komt hij echter weer vrij. Hij is één van de weinige ex-RAF-leden die anno 2008 nog openlijk zijn toenmalige principes huldigd.

Herfst 1977 pogen Christian Klar (gb 1952) en andere RAF-leden Andreas Baader en Gudrun Enslin te bevrijden. Ze vermoorden Siegfried Buback (procureur-generaal), Jürgen Ponto (baas Dresdner Bank) en Hanns Martin Sleyern (chef werkgeversbond), een oud SS-er. In 1982 wordt Klar opgepakt. Hij krijgt levenslang. In 2009 komt hij voorwaardelijk vrij. Claus Peymann (directeur Berliner Ensemble) zal hem een baantje bij het theater geven.

Op 22 september 1977 krijgt brigadier Arie Kranenburg (gb 1931) van de Utrechtse politie opdracht om samen met twee andere politiemannen twee verdachte RAF terroristen te arresteren. Bij de confrontatie met de verdachten wordt het arrestatieteam bij een parkeergarage aan de Croeselaan beschoten door Knut Folkerts en zijn vriendin Rosela Dietrich. Rechercheur Leen Pietersen raakt levensgevaarlijk gewond. Arie (46 jaar) wordt dodelijk getroffen.
** Arie Kranenburg (gb 1931; Utrecht)
# De Telegraaf (26.10.08; 25.12.08), DAB

RAG
Rijksarchief Groningen
Tegenwoordig ondergebracht bij de Groninger Archieven.

Ragni Anita van Craanenburgh (gb 1929)
Oorspronkelijk Ragni Anita Jansen. Bij KB van 27.12.1972 de familienaam Van Craanenburgh verkregen. (> Martje Pera gb 1901) Dochter van Johan Victor Jansen en Martje Pera.
Geboren 9.11.1929 in Rotterdam. Opleiding: MMS, 3 jaar School voor Taal- en Letterkunde Afdeling Geschiedenis in Den Haag, enige tijd Kweekschool voor Kleuterleidsters, MO Engels acte A met lesbevoegdheid. Werkt als kleuterleidster. Ongehuwd.
# VC300

Ravelijn
Een buitenwerk van aarde bij een vestingwerk met bastion. Gelegen in het midden van een gracht bij een courtine. Soms bekleed met een muur en/of voorzien van een reduit.
** Lunetten, Courtine, Reduit
# WP

Rebecca Kranenburg (1807-1886)
Dochter van Maarten Kranenburg en Maatje de Geus.
Geboren 16.10.1807 in Sommelsdijk. Aldaar NH gedoopt 23.11.1807.
Huwt 29.11.1829 in Sommelsdijk met Leendert van Groningen, geboren in Sommelsdijk, gedoopt 10.11.1805, gestorven na 1865 in Zijpe, zoon van Cornelis van Groningen en Grieta Verwers.
Udh: geen kinderen bekend.
# GKK

Rebecca Sara Maria Kranenburg (1874-1934*):
Dochter van Hendrik Klein Kranenburg en Catharina Albertina Johanna Boon.
Geboren 11.10.1874 te Groningen. Rebecca is onderwijzeres.
Woont 1896 aan Roodeweeshuisstraatje A44 te Groningen.
Woont 1904 aan de Heerebinnensingel 9a te Groningen.
# BS Groningen, GKH, Groninger Almanak (1896;1904)

Rechte zwaardzijde
** Zwaardzijde, Leenoverdracht

Rechtspraak
Vanaf de middeleeuwen bestaat de rechtspraak uit twee rechtskringen.
Schout en lage vierschaar voor huislieden.
Baljuw en hoge vierschaar voor welgeborenen en adel.
** Redger
# LHS

Rederijkers;
In Noord-Frankrijk bestaan al in de 12e eeuw Chambres de Rhétorique, verenigingen van burgers die zich beoefenen in het schrijven van teksten en het spreken volgens de regels van de klassieke Retorica. Deze verbale kunstvorm verschijnt in de 13e eeuw ook in Zuid-Vlaanderen. Beoefenaars van dicht- en toneelkunst verenigen zich daar in zgn kamers van rhetorike ofwel Rederijkerskamers. Het eerst gebeurt dat in de steden Yperen (Alpha en Omega), Thielt (De Wilde Rose), Diksmuide (1424: De Heilige Geest), Veurne (1424: De Sorgeloosen) en Kortrijk (1427: St Barabara). Later komen er ook rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden, doch vrijwel uitsluitend in Holland. Het begint er rond 1430 met de oprichting van Het Bloemken Jesse. Aanvankelijk zijn de leden gewone burgers, maar later treden ook edelen toe, voornamelijk om controle te houden op de groeiende macht van de Rederijkers.

Elke Kamer heeft een naam, een patroonheilige en een blazoen. Het blazoen behelst een afbeelding en een devies. De afbeeldingen zijn vaak bijbelse voorstellingen, bloemen of planten. Elke Kamer heeft een prins en een hoofdman, bijgestaan door dekens. Verder zijn er een penningmeester of fiscaal, vaandrig, knaap of bode en een zot of nar. De spil van de Kamer is de factor. Hij is leider van de praktische oefeningen, tevens meestal de eigenlijke dichter, die tegen vergoeding zijn taken vervult. De factors zijn vaak leden van het stedelijke bestuur. De Kamers organiseren regelmatig allerlei bijeenkomsten en feestelijkheden, zoals mysteriespelen, mirakelspelen, moraliteiten, romantische spelen, tafelspelen, esbatementen, hagespelen, literaire wedstrijden en landjuwelen.

Kenmerkend voor de Kamers is hun openheid voor nieuwe ideëen op het geied van kunst, literatuur en filosofie. Daarmee bevorderen ze de democratisering en de culturele ontwikkeling. Hierdoor worden zij echter suspect en nauwlettend in de gaten gehouden door de stedelijke besturen. Vele rederijkers komen daardoor in handen van de Inquisitie en belanden op de brandstappel.

In de 16e eeuw bereiken de Rederijkers hun hoogste bloei om daarna geledeidelijk in verval te raken. Met hun werken hebben ze echter een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de Renaissance.
** Willem van Wassenaar (gb 1275 Leiden), Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1354 Leiden), Mathijs Harmansz van Cranenburch (gb 1543 Leiden)
# WP, KVN (p 263), DAB

Redger:
Groningen: rechter.
Alleen bezitters van een zgn edele heerd kunnen (bij toerbeurt) redger zijn.
Volgens bron Vrouger moet iemand minimaal 30 grazen (15 ha) grond bezitten om bij toerbeurt een jaar lang het ambt van redger te kunnen bekleden. Ook moet er een behuisde plaats aanwezig zijn. Zo een plaats heet een heerd, edele heerd of gerechtigde heerd.
** Edele Heerd
# Vrouger (nov 1997)

Reduit
Kern of wijkplaats binnen een vesting of fort. Hier kan men schuilen bij ernstige aanvallen van buiten. In oude tijden zijn dat de donjons van burchten en de citadellen van steden.
** Ravelijn
# WP

Reender~
** Reinder~

Reformatie:
** Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355; Leiden), Roelof Dricx van Cranenborch (gb 1516; Den Bosch), Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1520; Groningen), Gerrit van Cranenburch (gb 1527; Harderwijk), Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565; Scharmer), Frederik Reyniersz van Cranenburgh (gb 1580; Amsterdam), Kranenburg Vorden, Hussieten, Wederdopers, Doopsgezinden, Broerkerk Groningen, Inquisitie

Regionamen
Regio's krijgen langs diverse wegen een naam. Rijnland heet Rijnland omdat er de Rijn doorheen stroomt. Friesland heet Friesland omdat er Friezen wonen. Vaak ook nemen migranten de naam van hun herkomstregio mee. Vele plaatsnamen in Nederland en Engeland zijn in variante vormen terug te vinden in Duitsland of ander regio's van het continent. Kranenburg bij Vorden heet echter Kranenburg omdat er een boerderij staat die Kranenburg heet. Deze boerderij heeft de naam weer te danken aan haar locatie: de kranenberg. Ofwel: de zandplaat (berg) in het omliggend moeras waar kraanvogels bivakkeren. Een dergelijke relatie tussen regionaam en de naam van een pand (boerderij, hofstede, havezathe of kasteel) komt veel voor. Vaak krijgt een pand de naam van een regio waar het staat. Soms echter is het andersom. Vooral in het verre verleden. Dan krijgt een regio de naam van een pand aldaar. Het pand kan dan vaak zelf weer de naam van de eigenaar/bouwer hebben meegekregen. Ook zien we dat de eigenaar de naam van het pand meekrijgt. Al deze gevallen komen voor. Soms is niet eens meer te achterhalen welke naam het eerst was. Dat zien we vaak bij de naam Kranenburg~. Kasteel kranenburg bij Bleiswijk geeft de naam mee aan de nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar, die daar in 1267-1281 woont. Het kasteel zelf is waarschijnlijk genoemd naar de locatie. En de locatie is weer genoemd naar de kraanvogels die er bivakkeren. Hetzelfde zien we bij Kranenburg Vorden. Eerst is er de kranenberg, waar kraanvogels bivakkeren. Dan komt er een hofstede te staan, die de naam Kranenburg krijgt. Later krijgt de hele regio (dorp) de naam Kranenburg. En ten slotte hebben er mensen de naam overgenomen als familienaam. Hetzelfde zien we bij boerderij Zandvoort in Bathmen. En nog vele locaties meer.
** LNK, Plaatsnamen, Kranenburg Vorden, Cranenburg Bleiswijk

Regiowapens
Regio's nemen heel vaak het wapen over van het oudst cq belangrijkste geslacht uit de eigen regio. Er zijn vele voorbeelden, waaronder die van Diksmuide en Renswoude (ZA). Andersom nemen geslachten soms ook het wapen over van een regio. Bijvoorbeeld Robert Cecil (1563-1612), sinds 1605 1st Earl of Salisbury. Hij neemt het grondpatroon van zijn wapen over van de stad Salisbury in Engeland. De oudst bekende afbeelding daarvan dateert van 1565. Omgekeerd heeft Salisbury het stadswapen mogelijk overgenomen van Arnulf de Bevere (gb 905) uit Bevere bij Worcester in Engeland. Hij was daar mogelijk enige jaren burggraaf.
** Salisbury, Diksmuide, Renswoude, Arnulf de Bevere, Familiewapens

Reyer Hesselsz van Cranenburch (1572*-1632)
Zoon van Hessel Claesz van Cranenburch en Neeltje Pietersdr in Rijnsburg.
Broer van Rijck Hesselsz van Cranenburch.
Reyer is tapper te Rijnsburg.
Ghm Aaltje Jansdr (1565*-1625*).
Genoemd 13.10.1595 in bron UPB ivm een schuld van zijn broer Rijck Hesselsz van Cranenburch:

Rijck Hesselsz [van Cranenburch] bekent 600 gld. schuldig te zijn aan Claes Heijmnasz vogelaer, tzv. voorgaande koop. Reijer Hesselsz tapper stelt zich borg voor zijn broer.

Alias: Reyer Hesselsz van Cranenburg
Udh: Annetje (Anna) Reijer en Jan Reyersz van Cranenburch.
Mogelijk ook Hendrick van Cranenburgh (gb 1612).
Mogelijk is Reyer na de dood van Aaltje hertrouwd met Neeltgen Pietersdr.
# OVG mrt 1995, UPB

Reinder~
() Reinder, Reinier, Reinout, etc

Reynout Claasz* van Cranenburg (1405*-1475*)
Mogelijk een zoon van Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1360).
Woont mogelijk in Warmond of Lisse. Ghm NN.
Zoon: Claes Reynoutsz van Cranenburgh (gb 1450).
Mogelijk ook Pieter Reynoutsz van Cranenburgh (gb 1455).

Reynier Xzn van Cranenburch (1545*-1605*):
Woont in Amsterdam*. Ghm NN.
Zoon: Frederik Reyniersz van Cranenburgh.
Mogelijk ook Cornelis Reyniersz van Cranenburgh.
=* Reynier Claasz van Cranenburgh

Reynier Claasz* van Cranenburgh (1555*-1615*):
Mogelijk een zoon van Claas Claesz van Cranenburgh te Warmond.
Woont in Amsterdam*. Ghm NN.
Zoon: Frederik Reyniersz van Cranenburgh.
Mogelijk ook Cornelis Reyniersz van Cranenburgh.

Reinier Pietersz van Cranenburch (1598*-1658*):
Mogelijk een zoon van Pieter Jacobsz van Cranenburch te Warmond.
Woont in Rotterdam*. In dienst bij de Oost-Indische Compagnie. Vertrekt in 1627 met een jacht naar Oost-Indië. Hij machtigt zijn zuster Deliana Pietersdr om jaarlijks twee maanden van zijn loon te innen bij de VOC.
Kinderen*: Ariaentge van Cranenburg (gb 1633), Willem Cranenburch (gb 1635).
** VOC
# ONAR (15.9.1627 ivn 136)

Reynder Jacobs Kranenburg' (1604*-1664*):
Mogelijk een zoon van Jacob Claesen Kranenburg en Anne Heijnens in Scharmer.
Woont mogelijk sinds 1620* in Nieuwolda. Later bij de Raadsherentil (til=brug) noordelijk van Nieuwolda c.q. de Termunter Zijldiep. Aldaar is hij farmer.
In 1629* ghm Hille Abels.
Alias: Reint Jacobs.
Udh: Boucke Reynders (gb 1639) en Martjen Reints (gb 1640).
# jacobboerema.nl 27.11.08, KBG

Reynder Xzn Cranenburg' (1604*-1664*):
Woont in Kantens. Ghm NN.
Udh: Boucke Reynders Cranenburg (gb 1639; Kantens).
=* Reynder Jacobs Kranenburg (gb 1604)

Reinder Jans Cranenburg' (1654*-1714):
Zoon van Jan Jacobsz Kranenburg en Gebbe Xx. Geboren in Kantens.
Woont in Kantens. Is schepper (voorzitter waterschap) van Overmaringe (ZO van Kantens).
Vermeld in bron GGW ivm zijn grafsteen in Kantens:

[2092] ANNO 1714, DEN 21 JANUARIUS, IS D.E. [DE EERBARE] REINDER JANS, SOONE VAN .... [onleesbaar], IN ZYN LEVEN SCHEPPER VAN DE SCHEPPERY VAN OVERMARINGE.
Wapen: Gedeeld: I drie klaverbladen; II een huis met drie puntgevels.

De drie klavers doen denken aan het wapen FW Kranenburg Scharmer. En het huis met de drie puntgevels vertoont gelijkenis met het wapen FW Kranenborg Wedde. De Kranenborgs uit Wedde heten oorspronkelijk Cranenburg/Kranenburg en zijn vrij zeker verwant aan de Kranenburgs uit Scharmer. Reinder Jans lijkt dus vrij zeker een Cranenburg te zijn.
** Kantens, FW Kranenburg Scharmer, FW Kranenborg Wedde
# GGW, KBG

Reiner Cranenburgh (1667*-1727*):
Mogelijk een zoon van Jan Cranenborgh en Anneken van Loe op hoeve Cranenborg in Beltrum.
Geboren en wonend op hoeve Cranenborg in Beltrum.
Ghm Gerritjen Vrackinck. Het echtpaar verhuist later naar Groenlo.
De families Cranenburgh en Vrackinck zijn buren. Hoeve Cranenborg en het bijbehorend grondgebied in het Narkveld grenzen aan de vestingstad Groenlo. Mogelijk is Reiner aldaar gedoopt in de NH Kerk in het centrum van de vestingstad en begraven op het kerkhof achter de kerk.
Alias: Reynder Cranenburgh.
Udh: Grietjen (gd 10.12.1693 Groenlo), Johannes (gd 23.1.1698 Groenlo), Garrit (gd 18.12.1701 Groenlo), Hendrick (gb 1705*) en Berent (gd 15.9.1709 Groenlo).
** Beltrum, Geese Kranenborghs
# JNZ, Familieboek Vrackinck uit Beltrum(), MVB

Reynerus Cranenborgh (1686*-1746*):
Vermeld 7.12.1721, 8.1.1729 en 24.5.1731 als getuige te Eersel.
** Xx Cranenborgh (gb 1655; Eersel)

Reinder Xzn Kranenburg (1728*-1788*):
Woont in Zuidbroek*. Ghm NN.
Zoon: Tjabe Reinders Kranenburg (gb 1763).

Reinder Xzn Kranenburg (1730*-1790*):
Woont in Sappemeer*. Ghm NN.
Zoon: Jan Reinders Kranenburg (gb 1765).

Reinder te Kranenborg (1739*-1799*):
Zoon van Berend ten Kranenburg (gb 1709) en Gerritien te Cranenborg in Eibergen.
Huwt 11.4.1766 te Eibergen met Fenne Boonk, dochter van Harmen Boonk in Olden Eibergen.
Udh*: tweeling Reinder en Berent te Kranenborg (gb 1766).
** Tweelingen
# JNZ 29.12.08, KBG

Reind Kranenborg (1741-1801*)
Zoon van Willem ten Kranenborg en Geertjen Klein Swerinck.
Gedoopt 25.10.1741 te Haaksbergen. Getuige is Jan ten Kranenburg.
# JNZ

Reinder te Kranenborg (1766-1826*):
Ouders*: Reinder te Kranenborg (gb 1739) en Gerritien te Cranenborg.
Gedoopt op 11.4.1766 in Eibergen.
Woont in Olden Eibergen. Ghm NN.
Udh: Berendina Kranenborg (gb 1762 Olden Eibergen).
Reinder heeft een tweelingbroer genaamd Berent.
** Eibergen, Beltrum, Tweelingen
# DTB Eibergen, JNZ, KBG

Reinder Kranenborg (1785-1845*):
Gedoopt op 24.4.1785 te Eibergen.
Reinder heeft een tweelingzuster Berendina.
** Eibergen, Beltrum
# DTB Eibergen, JNZ

Reindert Johannes Kranenburg (1800-1864*)
Geboren in Sappemeer. Zoon van Jan Reinders Kranenburg en Lammegien Hendriks.
Reindert woont in Groningen en is kapitein op de koopvaardij. Hij huwt op 6.6.1832 te Dordrecht met Ettie Schelts. Haar ouders zijn eveneens afkomstig uit Sappemeer. Reindert en zijn gezin wonen aan het Blauwpoortsplein te Dordrecht.
In 1836 wordt Reindert lid van het Zeemanscollege van de Vrijmetselaars 'Tot nut van handel en zeevaart' te Dordrecht. De kapiteins van het Zeemanscollege hebben op hun reizen een internationaal bewijs van lidmaatschap, gesteld in het Engels en Frans, waarmee zij in alle havensteden van de wereld, als daar een een Loge is, naar toe kunnen gaan.

Sinds 1864 is Reindert spoorloos. Volgens huwelijksverklaringen van zijn zoons is Reindert in 1864 voor het laatst in Dordrecht gezien. Hij is niet in Dordrecht uitgeschreven en aldaar is ook geen overlijdensbericht van hem opgemaakt. Zoon Hendrik verklaart bij zijn huwelijk op 19.9.1866 dat zijn vader twee jaar geleden is vertrokken en sindsdien niets meer van hem heeft vernomen. Zoon Reinier verklaart bij zijn huwelijk op 29.5.1872 onder ede dat 'zijn vader heeft sedert acht jaren deze gemeente verlaten, zonder dat men weet waar hij zich bevindt en zonder dat hij in dien tijd eenig teeken van zijn leven heeft gegeven en hij daardoor niet in de mogelijkheid is toestemming in dit zijn huwelijk aan zijnen vader te vragen.' Bij het overlijden van Ettie Schelts in 1881 staat Reindert nog als 'levend' in de bevolkingsadministratie.
Alias: Reindert Jans Kranenburg
Udh: Hendrik, Reinier en Lammegiena Maria Kranenburg
# NGV Groningen, WND

Reinier Jacobus van Cranenburgh (1806-1875)
Zoon van Henricus Reynirus van Cranenburgh en Maria Petronella van den Boogaart.
Geboren 14.4.1806 te Cuyk.
Landeigenaar en steenfabrikant.
Huwt 23.9.1832 te Boxmeer met Maria Clara Alegonda Rijke, geboren 11.5.1800 te Boxmeer, dochter van Anthoon Hubert Rijke en Petronella Suijs.
Reinier overlijdt 31.3.1875 te Cuyk. Maria overlijdt aldaar 26.9.1887.
Udh: Ignatius Franciscus Josephus Hubertus (gb 1833), Johanna Aloysia Petronella (gb 1835), Franciscus Xaverius Aloysius (gb 1836), Henricus Ludovicus Antonius (gb 1838) en Franciscus Petrus Hubertus (gb 1841) van Cranenburgh. Alle kinderen geboren in Cuyk.
# NP 1949 (p 29)

Reinder Cranenberg (1833*-1893*)
Deurwaarder bij het Provinciale Gerechtshof te Groningen.
Vermeld in een acte dd 6.11.1868 van notaris Mr H. Edelink te Groningen ivm een testament van Dr Hindrik Jan Dons, wonend in Grijpskerk.
# PKG

Reinier Kranenburg (1845*-1905*)
Geboren in Dordrecht. Zoon van Reindert Johannes Kranenburg en Ettie Schelts. Huwt 29.5.1872 te Dordrecht met NN.
# WND

Reint Kranenbarg (1865*-1925*)
Woont in Brummen. Ghm Jacoba Aalpoel.
Udh: Jacoba Roelfina (20.4.1900 Brummen).
# radstaak.com 24.9.07

Reinier Christiaan Alphonsus van Cranenburgh (1873-1933*):
Geboren 1.8.1873 in Cuyck. Jurist. Notaris te Haarlem.
Ghm Elisabeth Henrica Anna Maria Hermans.
Voorzitter van de Vereniging van Notarissen van Haarlem en omstreken.
Schrijver van 'De richting in de politiek' (De Tijd 25.2.1922). Dit artikel is aanleiding tot oprichting van de Nieuwe Katholieke Partij. Hij wordt echter zelf geen lid van deze partij.
Vermeld ivm brief aan Parochie Onze Lieve Vrouwe Rozenkrans en Heilige Dominicus (Spaarnekerk) te Haarlem.
Udh: Maria Louisa Christina Henriëtta van Cranenburgh (gb 18.2.1919 Haarlem).
# Rep. Kleine Politieke Partijen 1918-67, GA Haarlem (tgn 616), NAB 2008

Reender Kranenborg (gb 1942)
Theoloog en Godsdienstwetenschapper. Studeert Theologie in Kampen. Promoveert 1974 op de dissertatie 'Zelfverwerkelijking'. Specialiseert zich in New Age, NRB (Nieuwe Religieuse Bewegingen) en secten. Parttime verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Aldaar ook predikant van de Gereformeerde Kerk. Enige tijd eindredacteur tijdschrift 'Religieuse bewegingen in Nederland' van de VU Amsterdam.
Werken:
- Zelfverwerkelijking: oosterse religies binnen een westerse subcultuur. (1974; Nijhof Kampen)
- Transcendente meditatie: Verlangen naar zinvol leven en religie. (1977; Kok Kampen)
- Oosterse geloofsbewegingen in het Westen. (1982; Zomer & Keuning)
- Een nieuw licht of de kerk? (1984; Boekencentrum Den Haag)
- De School voor Filosofie als neo-hindoeïstische beweging. (1985; VU Uitgeverij)
- Neohindoeistische bewegingen in Nederland. (2002; Kok Kampen)
- New Religons in a Postmodern World. (coproductie 2003; Aarhus Univeristy Press)
- La naissance des nouvelles religions. (coproductie 2004; Georg, Genève).
# WKP 13.8.08

Reijntje Kranenburg (1772-1832*)
Dochter van Arent Kranenburg en Derkje Lenderings.
Gedoopt NDG 1.3.1772 te Spankeren.
# GAA, DTB Spankeren

Remmert Jans Kranenburg* (1639*-1699*)
Mogelijk een zoon van Jan Hindricks Kranenburg te Scharmer.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF.
# KHF (1670)

Renswoude:
Gemeente in Utrecht, gelegen in de Gelderse Vallei. Anno 2006 ruim 3000 inwoners.
Renswoude heet oorspronkelijk Rheenenswoud. Het woud werd uitgerooid en veranderd in een gemeenschappelijke wei, die later wordt verkocht aan bisschop Jan van Arkel te Utrecht. De bisschop beleent de wei aan zijn broer Robbert, en in 1363 aan diens bastaardzoon, eveneens met de naam Robbert.

Wapen: Op een veld van zilver twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken in rood; het geheel omrand met een smalle, uitgestulpte zoom in blauw.
Dit wapen is afkomstig van Jan van Rijnesteijn, heer van Renswoude. Hij is een bastaardzoon van Jan van Arkel (gb 1314), bisschop van Utrecht.

De blauwe rand van zijn wapen geeft dit heraldisch weer. Dit is een specifiek gebruik bij bastaardkinderen van het geslacht Van Arkel. Sinds 1595 wordt bastaardij als regel normaliter weergegeven middels een rechter schuinbalk. Vóór dat jaar bestaan daarin echter vele variaties.
** Jan van Arkel, Van Arkel, Van Cranenborch Arkel, Bastaarden
# WP, ICH, DAB

RGL
Repertorium op de grafelijke lenen te Bleiswijk, Hillegersberg, Kralingen, Overschie, Rotterdam, Schiebroek, Schoonderloo en Zevenhuizen (1200-1648).
C. Hoek, Ons Voorgeslacht 1986 p 145-182
** Grafelijke Lenen

RGL/151
Betreft bron RGL pagina 151: Grafelijke lenen te Hillegersberg.

16.   7 morgen land met de eropstaande woning in de polder Rotterban, die vroeger van heer Voppe van Driehusen waren.

29-8-1323: Hughe Enghelbrechtsz. na opdracht uit eigen in ruil voor het leen 42, te versterven op de nakomelingen van heer Enghebrecht uten Broecke, ridder en op die van diens derde graads verwanten (l.h.l, f37).
4-6-1353: Hughe Gherijtsz. onmondig (l.h. 42, f6).
.-.-1390: Enghebrecht Heyndricxz. met ledige hand (l.h. 422, f50v).
27-12-1390: Heynric Enghebrechtsz. bij dode van Engbrecht Heynricxz. (l.h. 33, f2).
18-9-1398: Godelt Heynric Enghebrechtszoondochter, gehuwd met Johannes Pietersz., bij dode van haar vader Heynric Enghebrechtsz. (l.h. 52, f294v).
26-11-1404: Godelt Henric Enghebrechtsdochter, gehuwd met Jannes Pietersz., krijgt het leen ten eigen tegen betaling van 20 pond hollands (l.h. 53,f66).

Opvallend is dat alleen Enghebrecht, vader van Hughe, de naam uten Broecke meekrijgt. Zijn zoon Hughe en diens nazaten krijgen die naam niet toegevoegd. Dit moet erop wijzen dat uten Broecke een herkomstaanduiding is van Heer Enghebrecht. Hij woont kennelijk in een gebied met de naam Broecke. Mogelijk een moerassig stuk broekland. Zijn nazaten krijgen die naam niet mee, waarmee lijkt aangegeven dat zij daar niet wonen. (> Uten Broeke)

Gezien de optiek regio/tijd/naam/milieu hebben we hier vrij zeker te maken met Engelbert I van Cranenburg, zijn zoon Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg, Enghebrecht Heyndricxz van Kranenburg, diens zoon Heynric Enghebrechtsz van Kranenburg en diens dochter Godelt Heynric Enghebrechtsdr van Kranenburg. Enghebrecht Heyndricxz van Kranenburg is een zoon van Hein van Kranenburg, een broer van Engelbert I van Cranenburg (alias Enghebrecht uten Broecke; ofwel uit Segbroek in Eikenduinen; > Uten Broeke). Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg en Enghebrecht Heyndricxz van Kranenburg zijn dus volle neven van elkaar. In dit kader is Enghebrecht Heyndricxz inderdaad een derde graads verwante van Hughe Enghebrechtsz.

Godelt is een zeer weinig voorkomende naam. Opmerkelijk is dat de moeder van Engelbert I van Cranenburg en Hein van Kranenburg vrij zeker Godilt van Bleyswyck is. Godilt is gehuwd met Bartholomeus II van Wassenaar, de stamvader van het geslacht Van Cranenburch~ uit Bleiswijk.

Gezien de bepalingen van de versterving in de geciteerde tekst en de vermelde leenoverdrachten, moet Hughe Gherijtsz wel een Van Kranenburg~ zijn. Hij is in 1353 nog onmondig en zal dus ergens rond 1340 geboren kunnen zijn. Zijn vader is dan ene Gherijt van Kranenburg~ die dan rond 1295 is. Hij kan dan een zoon zijn van Hein van Kranenburg (gb 1260).

In hoeverre de genoemde veronderstellingen reëel zijn, is te benaderen met de ruwe formule WKB=1-(1/[(A-C)!]). Er zijn 7 assets (A): Enghebrecht, uten Broecke, derdegraads verwanten, Heynric, Godelt, regio en tijd. Daartegenover zijn slechts twee lichte onzekerheden (C) te vinden: Godelt en uten Broecke. Deze argumenten zijn erg opmerkelijk, maar (nog) niet waterdicht. Per saldo is de WKB dus 1-(1/[(7-2)!])=0.992. Ofwel de waarheidskans van al het veronderstelde is 99.2%. Nagenoeg volmaakt dus.
** Engelbert I van Cranenburg, Bartholomeus II van Wassenaar, C5 Optiek, Uten Broeke, WKB
# RGL (p 151), KBG

RHC
Regionaal Historisch Centrum

RHH
De Rekeningen van de Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis (1250-1354).
Uitgegeven door Dr H.G. Hamaker
Eerste deel
Kemink en Zoon, Utrecht 1875

- Excerpt
Selectie relevante tekst bron RHH ivm renten wegens landhure.
Voornamelijk ivm Van Cranenburgs~.
Alle gronden liggen in Eikenduinen. Muv Nuwencoep.

1334 Arnd uter Gheest --- up den Veen --- 13 sc. 3½ d.
1334 Arnd uter Gheest --- up die Gheest --- 3 sc.
1334 Arnd Jan Greten s.s. --- up den Veen --- 21 sc. 8 d.
1334 Arnd Jan Grieten s.s. --- up die Gheest --- 4 sc. 3 ord.
1334 Arnd Willem --- up den Veen --- 13 sc. 3 d. 3 ord.
1334 Arnd Willem --- up die Gheest --- 22½ d.
1334 Arnd Willems Deckersz --- up die Gheest --- 4 d.
1334 Bartelmees van der Meer --- up die Gheest --- 4 d.
1317 Klais, de coster --- up den Vene --- 8 sc.
1317 Clais de coster --- up de Gheest --- 3 sc.
1317 Clays Heynensz --- de Meynte --- 35 sc.
1317 Clais Heyne --- nuwencoep --- 28 d.
1317 Clais van der Dune --- up den Vene --- 22½ d.
1334 Clais van der Meer --- up die Gheest --- 29 d.
1334 Clais van der Meere --- up den Nortveen - 4½ morghen --- 3 sc. 4 pull.
1334 Dirc van der Meer --- up den Veen --- 3½ sc.
1334 Dirc van der Meer --- up die Gheest --- 2½ d.
1317 Dirric die coster --- up de Gheest --- 9 sc. 8 d.
1334 Dirc die coster --- up die Gheest --- 28 d.
1317 Item ontfaen van den renten van den dunen bi Dirc den jagher
----  ende Heyne den coster 11 £ 2 sc.
1317 Dirric Buekel --- up de Gheest --- 21 d.
1334 Dirc Bokels kinder --- up den Veen --- 5 sc.
1334 Dirc Boekels kinder --- up die Gheest --- 25 d.
1317 Dirric Dirrics sone --- up de Gheest --- 13½ d.
1317 Dirric Heynen soons kinder --- up den Vene --- 2 sc.
1317 Dirric Heynen soens kinder --- up de Gheest --- 9 sc. 8 d.
1334 Enghebrecht, die jagher --- up die Gheest --- 7 sc. 5½ d.
1334 die cappelle in der Haghe, van sjaghers huise --- up die Gheest --- 12 d.
1317 Ermengard --- up den Vene --- 9d.
1334 Ermegaerd Hermans --- up die Gheest --- 1 d.
1317 Ermengart Kerstantsdr --- up de Gheest --- 18½ d.
1334 Ermegaerd Willemsdr --- up die Gheest --- 6 d.
1317 Gherid de Ridder --- Haagambacht --- 11 sc. 9½ d.
1317 -- Coppe, Gherids Ridders sone --- Haagambacht --- 3 sc.
1334 -- Cop, Gheret Ridders s. --- up die Gheest --- 31½ d.
1317 Godilt, Bertelmeus Scrivers wedewe --- up den Vene --- 2 d.
1334 Griete, veren Godelde dochter --- up die Gheest --- 1 d.
1317 Griete Hannen --- de Meynte --- 12 sc. 2½ d.
1334 Heer Jan van Poelanen --- up die Gheest --- 14 d.
1317 Heyne Coster --- up den Vene --- 2 sc.
1317 Heine Coster --- up de Gheest --- 2½ d.
1334 Heyn die coster --- up den Nortveen --- 2 sc. 8 d.
1334 Heyne die coster --- up die Gheest --- 15 d.
1334 Heyn van Braband --- up den Veen --- 2 sc.
1334 Heyn van Braband --- up die Gheest --- 2 d.
1334 Herman Dirck Heynensz --- up den Nortveen --- 8 d.
1334 Herman Dirc Heynensz --- up de Gheest --- 26 d.
1317 Jacob Kerstantsz --- up den Vene --- 7 sc. 6 d.
1334 Jacob Willemsz --- up die Gheest --- 4 sc.
1334 Jan die Ridder --- up den Veen --- 3 sc. 9½ d.
1317 Jan van den Stene --- de Meynte --- 8 sc.
1334 Jan van den Stien --- up die Gheest --- 5 d.
1334 Jan van den Stien --- up den Veen --- 16 d. ½ mite.
1334 Jan van Walcheren --- up den Veen --- 13 sc. 3½ d.
1334 Jan van Walcheren --- up die Gheest ---6 sc. 8 d.
----  van ere hofstede, daer die porte plach te staen
1334 Jan van Diest --- van denselven --- 13 sc. 4 d.
1317 Jan Dirrics sone --- up de Gheest --- 2 sc. ½ d.
1317 Jan Grietenz --- up den Vene --- 37 sc. 2 d.
1334 Jan Greten s.s. --- up den Veen --- 15½ d.
1334 Pieter Boekels s. --- up die Gheest --- 1 d.
1334 Katrine Hille Heynen dorchter --- up die Gheest --- 6 d.
1334 Kerstands erfname van den Stien --- de Meynte --- 40 sc.
1317 Kerstant van den Stene --- de Meynte --- 32 sc.
1317 Kerstans Phisaens wedewe --- up den Vene --- 27 d.
1317 Kerstans Phisaens wedewe --- up de Gheest --- 2 sc. 2½ d.
1317 -- Ermengart Kerstans dochter -- up de Gheest --- 18½ d.
1334 Kerstand Phizant --- up den Veen --- 20 d. ???
1334 Willem, Ermegaerde man --- Nortveen --- 6 d.
1334 Willem, Ermegaerde man --- up die Gheest --- 5 d.
1334 Willem, Ermegaerde man --- up den Veen --- 13 sc. 10 d.
1334 Willem uten Broeke --- up den Veen --- 4 sc. 3½ d.

De gemiddelde huur van land in Eikenduinen is in 1317-1334 circa 3 sc. per Morgen (0.9 Ha).

Van andere jaren zijn helaas geen namen uit Eikenduinen vermeld. Bovendien zijn vele pagina's verdwenen. Mogelijk eruit gescheurd.
** Eikenduinen, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Naamvermelding, Grafelijke Lenen

Richard Cranbury (1486*-1546*):
Woont in Woofardishworthy, Devonshire/Engeland.
Vrij zeker een nazaat van Hugh Craan (gb 1330) en Isabel Colshill op Cranbury Manor in Hursley, Hampshire.
Vermeld 1538-45 in bron UKA ivm rechtszaak tegen David Cole.
Alias: Richaude/Richorde Cranbury.
** Cranbury Family England

Richardus van Cranenburgh (1852-1912*):
Zoon van Gerard van Cranenburgh en Magdalena Regiena Wilhelmina van Romunde.
Geboren in Amsterdam.

Ridder
Iemand die door ridderslag is opgenomen in de ridderstand. Oorspronkelijk een ruiter ofwel een krijger te paard. Latijn: miles.

Ridders zijn in de begintijd (11e eeuw) vaak jongemannen uit de feodale adel of uit gegoede boeren milieus. Het verschil tussen deze twee standen is in die tijd gering. De feodale edelen zijn oorspronkelijk vaak hereboeren met veel bezittingen. Jonge boerenzoons worden in die tijd vaak gekozen als militair omdat ze kunnen paardrijden en goed met paarden kunnen omgaan. Bovendien krijgen ze van huis vaak ook de middelen om wapens en krijgskleding aan te schaffen. De uitrusting bestaat uit zwaard, lans of strijdbijl, maliënkolder of harnas, helm en schild. Op het schild zijn de eigen symbolen en kleuren afgebeeld, geheel conform de regels. Dergelijke schilden worden later vaak de wapenschilden ofwel familiewapens.

Uit de riddermilieus ontstaan in de vroege middeleeuwen de zgn ridderstand en de ridderadel. De ridders vormen de kern van de strijdmacht. Hun betekenis is daarom zeer groot. In de late Middeleeuwen neemt hun betekenis echter af. O.a. door de opkomst van de infanterie en later de introductie van vuurwapens. De ridders zijn hierdoor te kwetsbaar geworden. In de 15e eeuw hebben de ridders nauwelijks nog enige militaire betekenis op het slagveld. Hun rol is uitgespeeld.
** Everardus van Cranenburgh (gb 1285), Jan Engebrechtsz van Cranenburg (gb 1300)
# WP, DAB

Ridderadel
Adel voortkomend uit de Middeleeuwse ridderstand.
** Ridder, Ridderschap, Riddermatig
# WP

Ridderhofstad
Hofstede van een ridder of riddermatige.
Versterkt en/of omgracht huis.
** Kastelen, Havezathe
# WP

Riddermatig
Term die oorspronkelijk aangeeft dat iemand voortkomd uit de ridderadel. Daarnaast hoort o.a. voldoende welstand, welvarendheid en een respectabele lifestyle. Volgens bron ZLB (25) vormen de riddermatige welgeborene of welgeboren mannen de ridderschap. Verder schrijft de bron:

De welgeboren man is een persoon van adellijke afkomst, die riddermatig leeft. Hij heeft zitting in het baljuwhof. Hij trekt bij de heervaart met de baljuw op in volle wapenrusting. Hij geniet belastingvrijdom van schot en bede. Hij is gekwalificeerd tot de jacht.

** Welgeborenen
# WP, DAB

Ridderschap: > Ridderadel, Riddermatig

Ridderslag:
Sinds c 1300 is er sprake van ridderslag. Het is een ceremonie waarbij de a.s. ridder een zachte tik krijgt met de rechter hand op de linker schouder, of met de platte kant van een ontbloot zwaard op de nek, de schouder of de rug.
# HVW, DAB

Riederwaard:
1335-1421 Engelbert II van Cranenburg B!+// Bleiswijk-Eikenduinen-Maasland ...wk.c:
12.6.1405: Jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr heeft bij de inbraak van de Riederwaert haar handvest verloren en tocht haar man Engebrecht van Cranenburch [Engelbert II van Cranenburg 1335-1421] (l.h. 54, f 10) [OV70/96]
1555-1625 Roberta Kranenburg B!+// Dordrecht-Gorcum-Riederwaard ...ww=:zh:
 
Riek Kranenburg (1925-2002):
Geboren 23.1.1925. Overlijdt 2.3.2002. Begraven in Alemere Stad.
# graftombe.nl 8.4.07

Ritske Kranenburg (1755*-1815*):
Mogelijk een nazaat van Xx van Cranenburch (gb 1511) te Harlingen.
Woont in Harlingen. Ghm Trijntje Albertsdr Bakker.
Dochter*: Aaltje van Kranenburg.
# Naamaanneming 1811

RL: Rijnland. Noordelijk deel provincie Zuid-Holland > Rijnland
Rlm: relatie met
RM: Remonstrant

Robert Kranenborg (gb 19--)
¶ Bij de prijsuitkering in de strijd om de Zilveren Oester in Goes zegt culinair coach Robert Kranenborg (oud-sterrenkok) op de Zeeuwse Horeca Beurs: "We hebben heel veel talent in huis. Toch wil ik de deelnemers een boodschap meegeven. Ik miste vooral de zilte smaak in de gerechten. Die had ik hier toch wel verwacht!" Restaurant Parkheuvel (**) te Rotterdam kreeg de hoofdprijs. Het team van kok Erik Tas en maître-sommelier Halil Asar won de prijs voor de manier waarop het kookkunst en gastheerschap combineerde. (De Telegraaf 5.3.09)
¶ Vrijdag 20 november 2009 trekt chefkok Robert Kranenborg na maanden de deur achter zich dicht van zijn tv-restaurant Over de Kook op RTL5. Op die dag komen BN'ers proeven, terwijl Robert zijn favoriete oud-kandidaten afbeult en een amateur bekroont tot beste hobby-chef. Dochter Priscilla assisteert hem daarbij. Over kookkunst zegt Robert: Mensen benen met een botte bijl een teer visje uit of laten met een brander de temepratuur stijgen tot wel 400 graden. Weet je wat dat doet met vlees? (Algemeen Dagblad 17.11.09)
¶ De Telegraaf 27.10.2012:
Chefkok Robert Kranenborg publiceert "De Keuken van Kranenborg"
een vierdelige culinaire biografie met recepten en ervaringen (uitgeverij Carrera Culinair):
- Winter (2011)
- Herfst (2012; zijn mooiste culinaire seizoen) gepresenteerd in restaurant Bolenius te Amsterdam. Joop Braakhekke (restaurateur) en Mara Grimm (schrijfster) namen de eerste exemplaren in ontvangst.

Roberta Kranenburg (1555*-1625*):
Mogelijk een dochter van Mathijs Gerritsz van Cranenburch (gb 1519) en NN in Dordrecht.
Woont in de Riederwaard* (Ysselmonde). Huwt 1590* Johan van Kuyl Aalbrechtsz, ambachtsheer van Kortemolen en heemraad van de Zwijndrechtse Waard.
Wapen: op zwart drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst.
Alias: Roberta van Kranenborgh
** OV70 (Riederwaard), FW Kranenburg Wassenaar, Cranenburch Dordrecht
# WJK (o.a. folio 147), GA Gorinchem, KBG

Robrecht de Fries (1030*-1093)
Graaf van Holland 1064-1071. Tweede zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen en Adela, dochter van Robrecht II, koning van Frankrijk.
Robrecht huwt in 1063 met Gertrudis van Saxen, weduwe van graaf Floris I van Holland. Hij vestigt zich in Holland (Vlaardingen), nadat hij afstand deed van zijn aanspraken op Vlaanderen ten gunste van Arnulf III, zoon van zijn oudere broer Boudewijn VI. Na de dood van laatstgenoemde, verslaat Robrecht zijn neef Arnulf III in de slag bij Cassel (Vlaanderen) op 22.2.1071. Arnulf sneuvelt en Robrecht wordt daardoor graaf van Vlaanderen. Robrecht zoekt dan toenadering tot koning Filips I van Frankrijk, door zijn stiefdochter aan deze uit te huwelijken. Samen met stiefzoon Dirk V van Holland bestrijdt hij met succes het rijksgezag van Lotharingen. Ze worden verdacht van medewerking in de moord in 1076 op Godfried III van Neder-Lotharingen.
In 1086-1090 maakt Robrecht een tocht naar Palestina. Hij ontmoet daar keizer Alexius I Comnemus van Byzantium, die hij militair steunt in diens strijd tegen de Turken.
Op binnenlands terrein versterkt Robrecht met steun van de steden het gezag van de graaf ten aanzien van de adel en de geestelijkheid.
# WP

Roebert Berents Cranenburgh* (1618*-1678*)
Zoon van Berent Geerts Cranenburgh. Geboren in Groningen.
Vermeld in bron GBG (4776) ivm de verkoop van een graf in de Broerkerk te Groningen.
Zoon*: Jan Roeberts Cranenburgh*
** Pieter Meesz van Cranenburgh, Broerkerk Groningen
# GBG

Roede:
Vlaktemaat: 1 roede = 1/600 morgen = 14,2 m2
Lengtemaat: 1 roede = 12 voet = 3,8 m

Roelof~
() Roelof, Roelef, Roloff, etc

Roelof Vranckenz Cranenburgh* (1467*-1527*):
Mogelijk een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Roelof woont dan volgens deze lijst in de wijk Nieuwland aan de Coepoortgracht.
# VML

Roelof Dircx van Cranenborch (1516*-1558*):
Zoon van Dierck van Cranenborch en Katharine Noppen in Den Bosch.
Woont in de wijk Vismarkt van Den Bosch. Hij is gehuwd met Anneke Hagens.
Roelof wordt genoemd in de Bosche Protocollen (ABP) dd 13.12.1555.
In 1557 is Roelof voortvluchtig. Althans volgens de lijst van Hoofden van Huishoudens van Den Bosch anno 1557, die hem 'fugityff' meldt. Roelof en zijn vrouw moeten op 6 juli 1558 samen met andere mannen en vrouwen uit Den Bosch en Bergen op Zoom verschijnen voor de Raad van Brabant te Brussel op beschuldiging van ketterij. Of het proces is doorgegaan, hoe het proces is afgelopen en wat verder met Roelof en Anneke gebeurt, is vooralsnog niet met zekerheid bekend. Dergelijke processen eindigen in die tijd meestal met de brandstapel, zodat er weinig hoop is dat de aangeklaagden het overleefd hebben.
Het lijkt echter niet onmogelijk dat Roelof Dircx is uitgeweken naar Groningen of Oost-Friesland. Dat zijn in die tijd veilige regio's, waarheen vele Protestanten uitwijken om de vervolgingen door de Inquisitie te ontlopen.
R*: Hiskias Kranenburg (gb 1635 Oost-Friesland).
** Inquisitie, Cranenborch Bergen op Zoom
# ABP, Vonnisboeken Raad van Brabant te Brussel, KBG

 
Roelof Claesz Kranenburg' (1570*-1638*):

Zoon van Claes Thijsz Cranenburgh en NN te Warmond, later Groningen. Geboren in Warmond. Woont in Groningen, later mogelijk in Noorddijk. Mogelijk is hij koperslager. Ghm NN. Huismerk: Xsiga. Dit huismerk komt voor in het wapen van zijn zoon Jan Roelofs, in de gevelsteen van de Stefanus Kerk (NH) in Noorddijk. Deze Xsiga staat voor de letters Cr/Kr van Kranenburg~ en is afgeleid van het huismerk van Claes Thijsz Cranenburgh, Udh: Jan Roelofs Kranenburg (gb 1595).
** GXW, Stechman
 

Roloff Craneburch (1603*-1663*):
Zoon van Wesseler Craneborch en Gertrudis NN te Roermond.
Gedoopt 2.4.1603 te Roermond.
# KBS

Roelof Jansen Kranenburg (1618*-1644*):
Zoon van Jan Thijssen Kranenburg en NN te Scharmer.
Woont in Groningen. Ghm Greetje Hiddinghe.
Overlijdt rond 1644 te Groningen.
** Jan Thijssen Kranenburg (proces)

Roelef Jansen Kranenburg* (1632*-1692*)
Mogelijk een zoon van Jan Hindricks Kranenburg (gb 1600) te Scharmer.
Roelef is scheepsbouwer en lid van de Schuitenmakers Gilde te Groningen. Als zodanig is hij anno 1665 hovelinck (bestuurslid) van de Regiment Staf.
# GGW (146i)

Roelef Jans Kranenburg (1743-1803*)
Zoon van Jan Harkes Kranenburg en Marijchjen Roelefs. Geboren 5.4.1743 in Scharmer.
# GKH

Roelof Kranenburg (1834-1921):
Zoon van Hendrik Ipes Kranenburg en Albertine Klein.
Geboren 4.10.1834 te Groningen.
In 1852-1855 in Deventer in de leer bij Gebr De Visser, drogisterij annex verfhandel in de Overstraat. Hij verblijft in een logement van heer Broekhuizen te Deventer. In die leertijd schrijft Roelof brieven aan zijn ouders in Groningen. Hij verwoordt daarin zijn leefwereld, ervaringen en gedachten op een prachtige en informatieve wijze, eenvoudig en direct, zonder veel omhaal. (> Pg Documenten)
Huwt 3.8.1870 te Groningen met Ernestina Frederika Rost, geboren 10.8.1839 te Groningen, dochter van dochter van Ernst Frederik August Rost en Maria van Dijken.
Roelof woont met zijn gezin aan de Steentilstraat R56 (later = 27), boven de winkel.

          

Op foto boven Roelof en Ernestina met dochter Tine. De foto is gemaakt in 1871 tgv het gouden huwelijksfeest van de ouders van Roelof.

- winkel en fabriek
Roelof begeeft zich al vroeg in zaken en begint een winkel in verf- en glaswaren in de Steentilstraat R56 te Groningen. Op de ruit boven de voordeur van de winkel staat met grote letters R. Kranenburg. Deze ruit is daar anno 2001 nog steeds, maar wordt daarna helaas weggehaald door de nieuwe eigenaar. De winkel groeit enorm uit en in 1855 gaat Roelof uitbreiden. Er komen drie panden bij aan de Veulsgang achter de winkel en hij bouwt rond 1878 een fabriek aan de Zuidlaarderweg 3 in Glimmen (gem. Haren) naast het zomerhuis op nr 1 en vlakbij station De Punt, waar een lakstokerij komt. Later komt er ook een vestiging in Emden (Dl).


          

De fabriek specialiseert zich in lakken, vernissen, en antilood. De producten krijgen wereldfaam. Vooral de witte pastaverf 'antilood', die wereldwijd vaak wordt nagemaakt en net zo beroemd is als Haarlemmer Olie.
In 1910 wordt de fabriek een Vennootschap onder Firma en in 1920 is de fabriek een Naamloze Vennootschap met de naam 'De Groningsche Fabriek van Lakken en Verfwaren'.

Na de dood van Roelof in 1921 gaat de fabriek van Roelof zelfstandig verder. In de jaren dertig van de twintigste eeuw komen synthetische producten. Er wordt daarom een laboratorium gebouwd bij de fabriek.

In de Tweede Wereldoorlog wordt de fabriek zwaar gehavend. Eerst worden er Duitse soldaten gelegerd. Later vestigen zich er o.a. een aardappelhandel en een aannemerij. En in 1945 Canadezen. Na de Tweede Wereldoorlog bouwt de toenmalige opvolger T. van Blankenstein de fabriek heel modern weer op en in 1955 met het honderjarige bestaan wordt de naam veranderd in NV Kranenburg Verf. Er komt een vestiging in Apeldoorn onder de naam Avis Kranenburg. De fabriek in Glimmen wordt rond 2002 opgeheven. Anno 2004 zijn de panden deels afgebroken. Op de plaats van de oude fabriek staat anno 2006 een nieuw landhuis, waarin de contouren van de fabriek bewust in de architectuur zijn verwerkt.

- zomerhuis
In 1872 bouwt Roelof een zomerhuis aan de Zuidlaarderweg 1 in Glimmen. Dit pand wordt in 1911 verkocht. Anno 2006 woont er Frans van Beukering. De villa is nog nagenoeg in orginele staat. Bijgaande foto's van deze prachtige villa zijn van recente datum.

Na restauratie noemt Frans de villa Kranenburg en brengt hij Japanse kraanvogels aan op de ingangpalen van het perceel en verder o.a. in de glas-in-lood ramen van het huis.

 

- Hilghestede
Op 14.5.1891 overlijdt Ernestina te Groningen.
In 1912 verhuist Roelof naar villa Hilghestede in Helpman (Gem. Groningen) aan de Verlengde Hereweg 174. Anno 2006 is er een school gevestigd.

          


Roelof overlijdt op 19.10.1921 in Groningen.
Uit het huwelijk van Roelof en Ernestina zijn geboren:
Albertine (Tine, 10.3.1862), Maria (1863-65), Maria Ernestina Frederika August (1870-71) en Anna Maria (31.10.1877). Alle kinderen geboren in Groningen.

Foto's Huis Kranenburg Courtesy Frans van Beukering
** Pg Documenten (Brieven Roelof Kranenburg)
# GKS, GKH, HBK, Frans van Beukering, FTC, FRI, DAB

 
Roelof Kranenburg (1880-1956):
Zoon van Ipojé Kranenburg en Elisabeth de Witt. Geboren op 8 september 1880 te Groningen. Roelof kent als kind vrij onbekommerde jaren. De familie woont op villa Blankeweer te Noord-Laren, waar het goed toeven is. Roelof volgt de Rijks H.B.S. te Groningen en doet in 1898 eindexamen. In september van dat jaar wordt hij in de hoogste klas van het gymnasium geplaatst en doet dan met succes het staatsexamen. Een jaar later gaat hij Rechten studeren aan de Rijks-Universiteit van Groningen. Als student is hij lid en later rector van het studentencorps VAP, zoals ook zijn broer Ferdinand in de jaren daarvoor was.
In 1903 promoveert Roelof op stellingen met lof tot doctor in de Rechtswetenschap. Daarna, in 1904, vestigt hij zich als advocaat en procureur in Amsterdam bij zijn broer Ferdinand. Later vestigt hij zich als zodanig in Groningen, waar hij tevens wordt benoemd tot gemeenteraadslid voor de Vrijzinnig-Democratische Partij. In die hoedanigheid ontmoet hij in de raad zijn neef Dr. Boelmans Kranenburg, die wethouder van Volksgezondheid is. Verder wordt hij benoemd tot secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken als opvolger van Jhr. Mr. R. Feith.

In 1905 huwt Roelof met Hendrika Catharina (Toos) Siemens, geboren 25.6.1883 te Kolham, dochter van Bernhard Wilhelm Siemens en Lieuwke de Waard. Vier jaar later, in 1909, promoveert Roelof te Leiden met lof tot doctor in de Staatswetenschappen op het proefschrift 'De tegenstelling tussen publiek- en privaatrecht en de ontwerpen tot regeling der administratieve rechtspraak'. Met deze dissertatie doet hij van zich spreken en door velen wordt hem een hoogleraarszetel toebedacht. In hetzelfde jaar volgt zijn benoeming tot rechter bij de Arrondissementsrechtbank in Tiel. Van 1913 tot oktober 1914 is Roelof rechter bij de Arrondissementsrechtbank in Utrecht.
In december 1914 benoemt de Gemeenteraad van Amsterdam Roelof tot gewoon hoogleraar in het staatsrecht, het administratief recht, het volkenrecht en de rechtsfilosofie aan de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Deze leerstoel bekleedt hij dertien jaar. Zijn colleges munten uit door helderheid. Mede daardoor wordt hij door de studenten zeer gewaardeerd.

Op 5 oktober 1927 verwisselt Roelof zijn leerstoel in Amsterdam met die aan de Uinversiteit te Leiden. Hij wordt hoogleraar staatsrecht als opvolger van professor Krabbe. Bij zijn afscheid in Amsterdam wordt hem door zijn oud-leerlingen een bundel overhandigd met opstellen op het gebied van staatsrecht, de staatsleer en de rechtsfilosofie. Deze bundel verschijnt bij uitgeverij Tjeenk Willink in Haarlem.
In Leiden gaat Roelof met zij gezin wonen aan de Zoeterwoudseweg 5. De woning krijgt de naam 'Blankeweer' (onderstaande foto) naar analogie van Blankeweer in Noordlaren, waar Roelof als tiener zulke mooie jaren heeft gekend. Maar ook in het nieuwe Blankeweer kennen de bewoners vele mooie jaren. Tot in 1952 wordt het door de Kranenburgs bewoond. Enige jaren later wordt de mooie villa echter helaas gesloopt omwille van gemeentelijke uitbreidingsplannen.

          

In de jaren dertig ontplooit Roelof zich verder op maatschappelijk en politiek terrein. Van 1929 to 1935 is hij lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal voor de Vrijzinnig Democraten. Van 1937 tot juli 1939 is Roelof lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Op 30 augustus 1939 ontvangt wordt hij ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij wordt voorzitter van de Vrijzinnige Democratische Bond en lid van de Radioraad en hij gaat deel uitmaken van de staatscommissie voor de grondwetherziening. In al deze hoedanigheden trekt hij in die jaren landelijk veel aandacht door ernstig te waarschuwen voor de gevaren die de democratische orde bedreigen door de toenemende invloed van het nationaal-socialisme.

Op 11 oktober 1937 krijgt Roelof aan de Rijks-Universiteit van Gent het diploma van doctor honoris causa. Temidden van vele internationale genodigden prijst de rector van de universiteit Roelof voor zijn vele verdiensten als hoogleraar en schrijver op staatsrechtelijk gebied. In dat jaar volgt een hernieuwde benoeming tot lid van de Eerste Kamer. In 1940 wordt Roelof er de voorzitter van, welke functie hij bekleedt tot in 1951. Hij houdt zich voornamelijk bezig met Justitie, Binnenlandse Zaken, Waterstaat, PTT en Koloniale Zaken.
In de Tweede Wereldoorlog weigert Roelof, in navolging van professor Cleveringa, een loyaliteitsverklaring af te leggen die de Duitse bezetters eisen van alle hoogleraren. In plaats daarvan legt Roelof zijn functie als hoogleraar neer. Zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer blijft hij echter behouden. Maar aan het eind van de oorlogsjaren wordt Roelof door de Duitsers gearresteerd en gegijzeld; eerst in de koepel in Den Haag en later in Sint Michelsgestel (Brabant) samen met andere prominente Nederlanders die zich tegen de Duitsers hebben gekeerd. Historica Madelon de Keizer (1948) schrijft daarover in haar boek "De gijzelaars van Sint Mihielsgestel. Een elite-beraad in oorlogstijd." (A.W. Sijthoff Uitg., Alphen aan de Rijn, 1979):

p40: Tenslotte waren er veel gijzelaars, die men tot de liberalen zou mogen rekenen, maar een eigen stem in de discussie kon men hen, naar de mening van Algra, niet toeschrijven, in tegenstelling tot een aantal vrijzinnig-democraten als de kamerleden mr. A.M. Joekes en mr. R. Kranenburg, die er wel degelijk een eigen mening op na hielden.
...
p157: Er is in Sint Michielsgestel in breder kring door de gijzelaars intensief beraad gepleegd over de gang van zaken na de bezetting, in de zogenaamde overgangstijd'. In de gesprekskring 'Recht en Wet' werden in Beekvliet [klooster waar de gijzelaars vertbleven] vanaf mei 1942 door een aantal juristen besprekingen gevoerd die vooral de problematiek van de bestuursvoorzieningen in die periode raakten. Tot deze kring behoorden onder meer prof. mr. R. Kranenburg, mr. P. Sanders, prof. mr. J.M. van Bemmelen, mr. J. Donner en mr. G.E. Langemeyer.
...
p173: ... 9 februari 1946 vond het stichtingscongres van de PvdA plaats. In het nieuwe partijbestuur zaten onder meer Drees, Van der Goes van Naters, Banning, Vorrink, Joekes, Kranenburg, Ruygers en Schermerhorn.
De kinderen van Roelof zitten in de oorlog allemaal in het Verzet. In deze vreselijke jaren wordt van twee boeken van Roelof de hele oplage door de Duitsers in beslag genomen.

In Sint Michelsgestel neemt Roelof deel aan de staatkundige en politieke besprekingen die daar door de gegijzelden worden gevoerd. Het is daar dat de basis wordt gelegd voor de maatschappelijke verhoudingen in het na-oorlogse Nederland. Oorspronkelijk wordt gedacht aan een grote sociaal-democratische partij waaraan ook de liberalen zullen deelnemen. Uiteindelijk zal slechts een klein aantal van hen deze stap werkelijk doen. De meerderheid van de liberalen haakt af en besluit tot de oprichting van de VVD. De overigen besluiten tot de oprichting van de PvdA.

Na de oorlog beëindigt Roelof zijn lidmaatschap van de Vrijzinnig-Democratische Partij en treedt hij toe tot de Partij van de Arbeid. Als zodanig wordt Roelof in juli 1946 herbenoemd tot voorzitter van de Eerste Kamer. In die hoedanigheid fungeert hij als voorzitter van de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal en neemt hij prinses Juliana, een oud-leerlinge staatsrecht van hem, tweemaal de eed van trouw aan de Grondwet af. Eerst op 14 oktober 1947 bij haar benoeming tot regentes voor haar zieke moeder koningin Wilhelmina. Een jaar later, op 6 september 1948, bij haar inhuldiging tot koningin in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Na de inhuldiging ontvangt Roelof het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Van 1949 tot juni 1951 is Roelof vice-voorzitter van de PvdA. In 1951 komt er echter een einde aan Roelofs lidmaatschap van de Eerste Kamer door zijn benoeming tot lid van de Raad van State. Hij is verder lid van talrijke staats- en andere commissies.
December 1956 wordt Roelof benoemd tot lid van de Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten. Voorts wordt hem het eredoctoraat van de Vrije Universiteit van Brussel aangeboden.

Op 27 december 1956 overlijdt Roelof in de leeftijd van 76 jaar in zijn woning te Den Haag.
Toos overlijdt op 22 januari 1966 evenens in Den Haag.

Roelof is een zeer productief wetenschappelijk schrijver geweest. Vele belangrijke juridische werken zijn van zijn hand verschenen. Voornamelijk op het terrein van het staatsrecht en de rechtsfilosofie. De lijst van zijn wetenschappelijke artikelen beslaat acht gedrukte pagina's. Hier volgt een overzicht van zijn belangrijkste werken:
Diverse artikelen in het Rechtsgeleerd Magazijn en het financieel weekblad van Julius Oppenheims Bank.
'De tegenstelling tussen publiek- en privaatrecht', proefschrift uit 1909 bij de promotie tot doctor in de staatsrechtswetenschappen te Leiden.
'Positief Recht en Rechtsbewustzijn' (1912)
'Studiën over Recht en Staat' (1919)
'Het Nederlands Staatsrecht' (2 dln; 1924-1925), Roelofs hoofdwerk
'Het Nederlands Provinciaal Recht' (1931)
'Algemene Staatsleer' (1937)
'Inleiding tot het Nederlands Administratief Recht' (1941)
'Grondslagen der Rechtswetenschap' (1946)
'Inleiding in de vergelijkende Staatsrechtswetenschap' (1950)
'Praeadvies over de bevoegdheden van de Raad van State' (1953)
'De nieuwe structuur van ons Koninkrijk' (1955)
'Politieke organisatie en groeps-psychologie' (1956)
Vele van deze werken zijn in diverse talen vertaald. De wetenschappelijk invloed van Roelof heeft zich daarmee tijdens zijn leven doen gelden tot ver buiten Nederland.

Roelof verwerft enige bekendheid met een door hem geformuleerd Evenredigheidsbeginsel:

Elk lid van de gemeenschap is ten aanzien van de voorwaarden voor lust en onlust gelijkwaardig, voor zover hij niet zelf de voorwaarden schept voor het bestaan van biezondere lust en onlust; zoveel lust en onlust, als waarvoor elk de voorwaarden heeft geschapen, komen aan hem toe.

Hij bouwt in deze formule voort op de leringen van zijn grote leermeester Heymans.

Roelof is in zijn jonge jaren voor sommigen nogal radicaal. Aanvankelijk is hij voor afschaffing van de Eerste Kamer, hoewel hij daar zelf jaren lid van is. Hij is echter strijdvaardig, maar ook zeer bescheiden en hartelijk. Hij kan zeer goed op zijn strepen staan of de zaken helder en scherp formuleren. Zo helder en zo eenvoudig dat sommigen menen dat er in geheel geen problemen bestaan. Zijn debatten in de Eerste Kamer genieten altijd veel belangstelling, vooral die met zijn ambtgenoot B.C. de Savornin Lohman. Roelof blinkt uit door zijn puntige en hoofse bijdrage, hetgeen de levendigheid van de politiek in de Eerste Kamer sterk bevordert. Zijn deskundigheid op staatrechtelijk gebied wordt alom geprezen. Zijn redevoeringen zijn hartstochtelijke en principiële betogen, waarnaar met spanning wordt geluisterd. Zijn prachtige, klankrijke stem geeft daar extra dimensie aan.

          

Roelof is sociaal zeer geëngageerd. Zijn hele leven lijkt in dienst te staan voor

Waarheid, Gerechtigheid en Menselijkheid

zoals het Vrije Volk op 7 september 1955 schrijft ter gelegenheid van Roelofs 75e verjaardag. Bij die gelegenheid is van Roelof en Toos bovenstaande foto gemaakt.

Uit het huwelijk van Roelof en Toos zijn geboren:
Ypo Willem gb Groningen 20.8.1907; advocaat te Almelo.
Bernard Wilhelm gb Groningen 14.3.1909; overleden Tiel 2.3.1912.
Ferdinand Jan (Ferdi) gb Tiel 1.4.1911; advocaat te Dordrecht, lid Tweede Kamer (PvdA), Commissaris van de Koningin in Noord-Holland.
Bernard Wilhelm (Didi) gb Tiel 27.12.1912; advocaat/strafpleiter te Almelo.
Johan Leopold (Hans) gb Amsterdam 4.8.1916; griffier Internationale Delegaties Staten- Generaal.
Lieuwke Elisabeth (Joeke) gb Amsterdam 25.12.1920; kno-arts te Rotterdam.

** Ipojé Kranenburg (o.a. foto's)
++ Blankeweer Noordlaren, Pien Kranenburg (foto's)
# GKS, GKH, P&P, FRI, DAB

Roelof Kranenburg (gb 1947*):
Zoon van Abraham Kranenburg en NN.
Woont in Kampen. Ghm NN.
Udh: Marlous.
# MKK

Roermond
In Roermond staat sinds 1988 het Nationaal Indië-Monument ter herdenking van de ruim 6200 Nederlandse militairen die tijdens de Politionele Acties (1947-1949) in Nederlands-Indië zijn omgekomen. Hun namen zijn vermeld op een aantal prachtige metalen zuilen achter het borstbeeld van generaal Simon H. Spoor, de bezielende opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Politionele Acties.

De Politionele Acties zijn bedoeld om in het toenmalige Nederlands-Indië orde en gezag te herstellen na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945. Twee dagen later, op 17 augustus, roepen de Indonesische leiders Soekarno en Hatta de onafhankelijke Republik Indonesia uit. Hierdoor ontstaat veel chaos en geweld, voornamelijk gericht tegen de circa 400.000 Nederlanders, die net zijn bevrijd uit de Japanse ineterneringskampen. Zowel burgers als militaire krijgsgevangenen. Aan de Politionele Acties nemen 120.000 Nederlandse militairen deel. De acties duren van januari 1947 tot de Souvereiniteit Overdracht in december 1949. Dankzij deze Politionele Acties zijn de levens gered van zowat alle Nederlanders die zich in het toenmalige Nederlands-Indië bevinden.

          

Op een van de zuilen van het Indië-Monument staan de namen vermeld van A. Kranenburg, C. Kranenburg en L. van Kranenburg. Het betreft:

Arie Kranenburg
Carel Hendrik Kranenburg   
Leendert van Kranenburg
18.10.1947 te Wareng/Java
17.3.1947 te Modjokerto/Java
22.12.1948 te Soerabaja/Java
 
Ieder jaar op 7 september vindt bij de Zuilen van Roermond de herdenking plaats voor alle gevallen Nederlandse militairen uit de Politionele Acties.
** Indonesië
@ foto © TiedLight ®
# OGS, De Telegraaf 1.9.07, FRI, DAB

Rookette van Cranenborch (1554*-1614*):
Vrij zeker een dochter van Mathijs Gerritsz van Cranenburch (gb 1519) en NN te Dordrecht.
Woont in Dordrecht. Ghm Xx Cuyl.
Udh: Maria (gd 1587 Dordrecht).
** Cranenburch Dordrecht
# archieven.nl 28.9.08 (Stadsarchief Dordrecht; Doopacten), KBG

Rosalia van Craenenburg (1693-1753*):
Dochter van Simon van Craenenburg en Adriana Schurmans.
Gedoopt 21.7.1693 in Poppel, Vlaanderen.
** Poppel
# Doopboek Poppel

Rose Geraldine Cranenburgh (1870*-1930*):
Zuster van Letitia Cranenburgh.
Woont in Australië*. Ghm Charles Henry Ryan.
** Cranenburgh Australië

Rozenburg~
** Kranenburg & Rozenburg

Rotta:
Regio aan de rivier Rotte bij Rotterdam, waar in de 9e eeuw nC een nederzetting ontstaat en waar in de 13e eeuw de ontwikkeling van Rotterdam begint. Daar zijn diverse bodemvondsten gedaan. O.a. een haard met aspot. Ook zijn sporen gevonden van bewoning door mensen rond het begin van de jaartelling. Anno 2009 wordt er nabij de Hoogstraat het nieuwe complex Rotta Nova gebouwd met woningen, winkels en kantoren.
# De Telegraaf 30.7.09

Rotte:
Gekanaliseerd riviertje in Zuid-Holland, van Moerkapelle naar de Leuvenhaven in Rotterdam. Circa 20 Km lang. Reeds vóór de 13e eeuw bedijkt. In de 13e eeuw afgedamd. Vandaar ontleent Rotterdam vrij zeker haar naam. Anno 2005 wordt de Rotte voornamelijk gebruikt voor de pleziervaart. Ter hoogte van Bleiswijk staat in 1106-1573 kasteel Cranenburg.
Litt.: De Rotte met de Bleiswijksche Meren (J. Verheul Dzn, 1936).
** Cranenburg Bleiswijk
# WP, KBG

Rotterban:
Polder bij Hillegersberg, circa 5 Km zuid van Bleiswijk. In 1323 heeft Hughe Enghelbrechtsz van Cranenburg aldaar 7 morgen land benevens een woning in leen. Later gaat de leen over op ander Cranenburgs~.
** Engelbert I van Cranenburg (gb 1255)

Royal Succession
Algemene kenmerken van Royal Succession in Angel-Saxisch Engeland:
- successie is meer electief
- de nieuw ruler (king of queen) wordt gekozen door de Witan, een vergadering van magnaten (belangrijke personen)
- de troon gaat bij voorkeur naar een nazaat van de overleden koning
- de troon gaat bij voorkeur naar volwassen zoons, ipv naar onvoorbereide zoons
- na overdracht aan diverse broers, gaat de troon naar de zoon van de eerste broer
- normaliter erft de oudste zoon de troon
- als deze onbekwaam lijkt, dan wordt het meest bekwame kind gekozen tot troonopvolger; dat mag ook een dochter zijn
- onbekwaamheid kan o.a. betekenen dat een candidaat te jong wordt geacht
- in twijfelgevallen verdient erfopvolging via de vrouwelijke lijn de voorkeur boven de mannelijke lijn (Bede 1.1)

Rudolf~:

Rudolf Kranenberg (gb 1914*)
** Wilhelm August Kranenberg (1873-1939)

Runen
Germaanse lettertekens. Run is Oud Noors voor geheim. In gebruik circa 500vC-1300nC. Voornamelijk in NW Europa: Scandinavië, Engeland, Nederland en Duitsland. Waarschijnlijk zijn de runen afgeleid van de Noord Italische alfabetten. Het runenalfabet heet Futhark en bestaat uit 24 tekens. Later zijn variante futharks gecreëerd met afwijkingen in de vorm en het aantal van de tekens.
# RGT, WP

Rutger~
() Rutger, Rutgert~, etc

Rutger van Cranenborch (1440*-1500*):
Zoon van NN van Cranenborch (gb 1405) in NN te Keulen.
Notaris in Keulen. Ghm NN.
Genoemd 8.10.1475 ivm rechtszaak burgemeester van Keulen v Jakob van Bergheim en Paul Rode voor het Hoge Gerecht te Keulen.

KVr:A.m.p.d.i.-KVv: Comis(sio) Bercheim et Pauli Roede. - Insinuatum et executum est retroscriptum adnotacionis et commissiones mandatum prudenti et circumspecto viro domino Goisswino de Stralen inclite civitatis Coloniensis burgimagistro per me Rutgerum de Cranenborch notarium publicum per exibicionem et tradicionem dicti mandati ad manus prefati domini Goiswini. Id est presentatum anno 1475, die mercurii, ultima mensis januarii, presentibus honorabilibus viris magistris Petro Frey de Weihum, in decretis backalaureo, et Michaele de Zweynbergen, artium magistro, clercis Coloniensis et Traiectensis diocesis. Ad premissa veriter, per me Rutger de Cranenborch propria manu.
# regesta-imperii.adwmainz.de 23.8.08

 
Rut Klaasz van Cranenburch* (1485*-1545*)
Mogelijk een zoon van Claes Vranckenz van Cranenburch te Lisse/Warmond.
Vermeld in 1523 als Welgeborene in Rijnland.
# LWR

Rutgert van Cranenburch (1593*-1653*):
Mogelijk een zoon van Engel Wesselsz van Cranenburch en Lijntgen Mathijsdr te Rijnsburg.
Woont in Rijnsburg. Ghm NN.
Zoon: Hendrick Rutgert van Cranenburch (gb 1628).

Ruth van Kranenburg (1702*-1762):
Mogelijk geboren in Amsterdam.
Woont in Terwolde. Ghm NN.
Vermeld in testament van Pieter Klerck, overleden mei 1751 te Amersfoort, opgemaakt door notaris A. van Bemmel te Amersfoort.
Overlijdt 18.6.1762 in Terwolde, Veluwe.
Zijn vrouw Xx overlijdt 7.8.1773 in Terwolde en is aldaar begraven 11.8.1773.
Alias: Ruth van Cranenburg
# KWS Lapikas, Overlijden Twerwolde 1714-1811 (Jan Groenenberg 2009), DAB

Ruurlo
Gemeente in de Achterhoek. Tot 1796 horend bij het Graafschap Zutphen.
In en rond Ruurlo wonen van oudsher vele Kranenburgs~. De naamvormen Kranenbarg en Kranenborg zijn het meest frekwent.
** Kranenbarg Ruurlo, Weulen Kranenbarg, Achterhoek, TDR, RTB, Zutphen

Ruwaard
In de Middeleeuwen een functionaris die voor een opdrachtgever iets beheert of namens hem macht uitoefent. Vooral gebruikt voor een regent namens een afwezige of zieke vorst. Zo was hertog Albrecht van Beieren ruwaard voor zijn krankzinnige broer Willem V.
# WP

Ruijsken Xzn van Craenenborch (1575*-1635*):
Zoon van Xx van Craenenborch (gb 1540) en NN te Berlicum/NB*.
Udh: Hendrick Ruijskens van Craenenborch (gb 1610; Berlicum).

Rijck Hesselsz van Cranenburch (1578*-1638)
Zoon van Hessel Claesz van Cranenburch en Neeltje Pietersdr te Rijnsburg.
Broer van Reyer Hesselz van Cranenburch. Woont in Rijnsburg.
Huwt 1e Maritgen Pietersdr.
Huwt 2e Jannetgen Pietersdr.
Genoemd 13.10.1595 in bron (ws) RBTRANSP (f 95v):

Claes Heijmansz vogelaar, trp. aan Rijck Hesselsz van Cranenburch, ongehuwd persoon, een nieuw getimmerd huis en erf. Belend: oz. Coen Jansz, wz. en nz. Cornelis Lenaertsz dekker, zz. de straat en de heerweg. Belast met de ordinaris jaerlijxe banwercken als hoijen ende crosen.

Genoemd 13.10.1595 in bron UPB (idem RBTRANSP f 96):

Rijck Hesselsz [van Cranenburch] bekent 600 gld. schuldig te zijn aan Claes Heijmansz vogelaer, tzv. voorgaande koop. Reijer Hesselsz tapper stelt zich borg voor zijn broer.

Genoemd 1623 in bron KHR ivm hoofdgeld à 8 gulden:

rijck hesselsz [van cranenburch, weduwnaar van maritgen pietersdr] en jannetgen pietersdr, man en wijf, met dirck, cornelis, jannetgen, pieter, jan en dirck rijcken, heur kinderen - 8.

Genoemd 2.6.1638 in bron UPB:

Testament van Rijck Wesselsz [ook: Hesselsz van Cranenburch] en Jannetgen Peters, ingesetenen van Rijnsburg ["buurluijden" is doorgestreept]. Testrice is ziek. Genoemd worden Jannetge Dirxs, dochter van wijlen Dirck Rijcken en Trijntge Jaspers, Cornelis Rijcken, Pieter Rijcken, Dirck Rijcken de jonge en Jannetgen Rijcken.

Genoemd 9.4.1640 in bron UPB:

Akkoord tussen Cornelis Rijxsz, Pieter Rijxsz, Dirck Rijxsz en Jannitgen Rijcken, kinderen van wijlen Rijck Wesselsz [van Cranenburch] en Jannitgen Pieters, ter ene zijde, en Jacob Jansz als voogd van moederszijde over Jannitgen Dircx, nagelaten dochter van Dirck Rijcksz en Trijntge Jaspers, aan de andere zijde.

Alias: Rijck Wesselsz van Cranenburch. Deze alias wordt alleen genoemd in 1638 en 1640. De oudere en andere bronnen noemen echter Rijck Hesselsz.
Bron UPB noemt deze naam zo hardnekkig, dat het mogelijk is dat Rijck inderdaad zo heet. Temeer daar het om notariële actes gaat. Deze moeten immers uiterst betrouwbaar zijn ivm allerlei zakelijke rechten. Alleen spreekt bron UPB in 1595 duidelijk over Rijck Hesselsz en zijn broer Reijer Hesselsz van Cranenburch. Ook deze tekst hoort betrouwbaar te zijn. Bron KHR noemt echter in 1623: lijntgen mathijsdr, weduwe van engel wesselsz - onv - 1. Maw: er moet inderdaad een Wessel hebben geleefd in Rijnsburg of daaromtrent circa 1550-1610 die in ieder geval een zoon heeft met de naam Engel. Het lijkt immers irreëel om te veronderstellen dat in twee onafhankelijk bronnen de zelfde fout wordt gemaakt. De naam Engel ofwel Engelbert is in de 12e-15e eeuw echter een veelvoorkomend voornaam bij de Kranenburgs~. We kunnen hier dus wel degelijk met een Kranenburg~ te maken hebben. Anderzijds noemt het Trouwboek NDG Rijnsburg weer Rijck Hesselsz. Het is vooralsnog helaas niet bekend of en hoe het Doopboek van Rijnsburg de naam schrijft.
Udh: Dirck Rijcksz, Cornelis Rijcksz, Jannetgen Rijcksdr, Pieter Rijcksz, Jan Rijcksz en Dirck Rijcksz (de jonge) van Cranenburch.
# Trouwboek NDG Rijnsburg, UPB, KHR

Rijck Wesselsz van Cranenburch (1578*-1638)
** Rijck Hesselsz van Cranenburch

Rijnland
Noordelijk deel van provincie Zuid-Holland en een deel van Noord-Holland.
Begrensd door de Noord-Zee, de oude zeedijk langs het IJ, Amsterdam, Amstelveen, Kudelstraat, Zevenhoven, Noorden, Zwammerdam, Bodegraven, Hekendorp, Leidschedam, Zoetermeer en Gouda.
Belangrijkste kernen zijn Leiden, Rijnsburg, Leiderdorp, Warmond, Alkemade, Lisse en Sassenheim.
In dit gebied wonen van oudsher heel veel Kranenburgs~.
Wapen: op een veld van zilver een zwarte adelaar, dubbel gekopt; op de borst het wapenschild van Holland: op een veld van goud een leeuw in rood. Het wapen bestaat al sinds de 13e eeuw.
** Bollenstreek
# WP, ICH, DAB

Rijnsburg
** Abdij van Rijnsburg

RZZ
Register Zoetermeer/Zegwaard 1371-1396
Het register bevat namen van personen op het platteland die zich vrijgekocht hebben van de plicht tot (mee)betaling van smartegeld in geval een familielid van hen doodslag heeft gepleegd. Het register heeft geen datering, maar de inschrijvingen moeten tussen 1371 en 1396 zijn gedaan.
Uit een artikel van J.C. Kort in Nederlandse Historische Bronnen I (1979), p 1 e.v.
Orgineel: Archief van de Graven van Holland ivn 664.

Op de lijst staan o.a. drie namen die doen vermoeden dat het om Cranenburgs gaat. Dat zijn Jan Egghebrechtsz, Walich Egghebrechtsz (kinderen), Egghebrecht Iansz, Kerstant Willemsz, Claes Willemsz, Claes Claes Willem en Vrancke Willemsz. Kerstant, Claes en Vrancke Willems zijn mogelijk zoons van Willems van Cranenburg (gb 1305*) uit Eikenduinen.

Jan Egghebrechtsz is mogelijk de Jan Engelbrechtsz (Egghebrechtsz) van Cranenburg, die in 1362-1367 Cranenburg Eikenduinen in leen heeft. In 1367 gaat de leen over op diens zoon Engelbert IV (Engghebrecht, Engelbrecht) van Cranenburg, zonder dat in de acte wordt aangegeven dat vader Jan Egghebrechtsz gestorven is. Ware dat wel zo, dan had in de acte moeten staan: 'bij dode van', hetgeen te doen gebruikelijk is in die tijd. We mogen dus aannemen dat Jan Eggebrechtsz nog in leven is tijdens en na de leenoverdracht. Dat hij dan elders gaat wonen is feitelijk normaal. Zoetermeer ligt hemelsbreed slechts 15 Km van Cranenburg Eikenuinen verwijderd, zodat de afstand voor een verhuizing in die richting geen bezwaar kan zijn. Dat hij dan voor Zoetermeer kiest, is niet vreemd. De Cranenburgs hebben namelijk naar het lijkt sinds stamvader Bartholomeus van Cranenburg al meer met Zoetermeer te maken. Mogelijk bevindt zich daar in die tijd een soort stamhuis van de Cranenburgs.

Walich Egghebrechtsz is mogelijk een broer van Jan Eggebrechtsz, hetgeen het vermoeden sterkt dat Zoetermeer een soort stamgebied van de Cranenburgs is in die tijd. Het feit dat het register namen bevat van personen die zich vrijkopen van de plicht tot (mee)betaling van smartegeld in geval een familielid doodslag pleegt, geeft al aan dat Jan Egghebrechtsz familieleden heeft in Zoetermeer. Er moeten dus meer Cranenburgs dan Jan Egghebrechtsz wonen in dat gebied.

Waarom alleen de kinderen van Walich worden genoemd, is niet duidelijk. Het kan zijn dat Walich dood is, maar evengoed dat hij duurzaam elders woont. In het register staat letterlijk 'Walich Egghebrechtsz kinder'. Ze worden dus integraal genoemd en niet bij naam. Waren ze volwassen of zelfstandig wonend, dan waren hun namen zeker genoemd. Het doet daarom denken dat deze kinderen nog jong en misschien nog minderjarig zijn en bij iemand thuis wonen. Normaliter is dat een familielid. Dat kan heel goed Jan Egghebrechtsz, Walichs broer, zijn. In Zoetermeer wonen in die tijd hooguit 350 mensen, zodat bij gelijke patroniemen verwantschap gouw mogelijk is.

Claes Claes Willem in het register is opmerkelijk. Moet hier misschien Claes Claes Willemsz staan? Dat lijkt waarschijnlijker. Er is inderdaad een Claas Willemsz van Cranenburg die in die tijd in Zoetermeer woont. Deze Claas Willemsz is mogelijk een zoon van bovengenoemde Willem van Cranenburg. Hij is gehuwd en wordt in 1381 poorter van Leiden. Hij heeft een dochter in Zoetermeer die Kerstijn Claas Willemszdr heet en later ook in Leiden gaat wonen. Mogelijk is Claes Claes Willem dus een zoon van Claas Willemsz.

Jan Egghebrechtsz heeft inderdaad een zoon die Egghebrecht heet. Maar die heeft in die tijd Cranenburg Eikenduinen in leen en zal er dus ook wel wonen. Mogelijk is dat toch dezelfde als Egghebrecht Iansz in het register. Wie en wanneer iemand precies aanspreekbaar is voor smartegeld, is immers niet helemaal duidelijk. Het kan echter zijn, dat Egghebrecht uit Eikenduinen vaak in Zoetermeer vertoeft (o.a. bij familie) en derhalve ook aanspreekbaar is.

Mogelijk zijn Kerstant, Vrancke en Claes Willemsz zoons van Willem van Cranenburg (gb 1305*) uit Eikenduinen. Willem is in 1362* gestorven. Kerstant, Vrancke en Claes zijn nog jong en zijn mogelijk in 1367 met hun oom Jan Egghebrechtsz meeverhuist naar Zoetermeer. In die tijd is daar de ontginning in volle gang en zijn de economische mogelijkheden groot. Claes (Claas) Willemsz heeft daar mogelijk twee kalkovens, die kalk produceren voor de cementproductie. Nederland schakelt sinds de 12e eeuw grootschalig over op steenbouw en daar is veel cement voor nodig.

Dat de naam Cranenburg in bron RZZ nergens specifiek wordt genoemd, is geenszins vreemd en betekent zeker niet dat genoemde veronderstellingen derhalve niet juist zijn. In bron BNL wordt al geschreven dat Jan Engelbertsz (Egghebrechtsz) nergens met de naam Cranenburg is gevonden, hoewel toch zeker is dat hij een Cranenburg is. Kennelijk wordt de naam Cranenburg in die begintijd nog niet zo strikt gevoerd, hetgeen ook bij andere bekende geslachten in die tijd voorkomt. Volgens bron PAMA worden achternamen vóór 1811 ook als strikt persoonlijk beschouwd. Dit impliceert dat de achternaam van de vader niet per difinitie overgaat op de kinderen. Als de naam wel wordt overgenmonen, dan is dat meer een zaak van vrijblijvendheid.
** Jan Engelbrechtsz van Cranenburg, Zoetermeer, Naamgebruik

R.C.A. van Cranenburgh
** Reinier Christiaan Alphonsus van Cranenburgh

R*
= mogelijke relatie met